Halle zonder Zenne
over grote en kleine geschiedenissen van belangrijke en minder-belangrijke 'levens' in een dorp dat zich stad mag én wil noemen
09-09-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OVER MAXIMILIAAN VAN HABSBURG, VOOGDIJSCHAP, HET KASTEEL VAN BEERSEL EN EEN ONTSNAPTE VALK

of Willy Vandersteens “De Schat van Beersel”xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

 

“De Schat van Beersel” [1], een stripverhaal van Willy Vandersteen [2], is meer dan 50 jaar oud. Tal van personages treedt erin op. Ze vallen in 2 groepen uiteen: historische en fictieve. Tot de historische behoren Hendrik III van Witthem, zijn zoon Filips en Filips van Kleef. De fictieve maken deel uit van 2 groepen. De ene groep bestaat uit typische “Suske en Wiske”-personages: Suske, Wiske en Lambik. Sidonie en Jerom treden niet op. Personages uit de andere groep geven de strip mee inhoud; de belangrijkste zijn een valkenier, zijn moeder, drielingbroers en Priem, een hypnotiseur die reeds in “De Tartaarse Helm” optrad.

 

“De Schat van Beersel” valt uiteen in 3 delen waarvan er xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />2 in het heden spelen en één in het verleden plaatsvindt.

Deel 1 (pp. 2-22). Suske, Wiske en Lambik wonen een toneelstuk bij in het kasteel van Beersel [3]. Een reusachtige, groene vleermuis stuurt het toneel in de war. Gids Isidoor deelt mee dat het in het kasteel Spookt al vanaf het jaar 1438 [1, p. 5] of de tijd van Hendrik III van Witthem [1, p. 6]. Vandersteen heeft zich vergist. Hendrik II was in 1438 heer van Beersel. Hendrik III was heer van 1454 tot 1515. Isidoor vertelt 2 verhalen: dat van een valkenier en dat van het beleg van het kasteel in 1489. De zoon van de valkenier liet de lievelingsvalk van de heer ontsnappen. De valkenier verraadde zijn zoon niet en werd in de vergeetput geworpen. Op dit moment scheerde een vleermuis voorbij… De moeder van de valkenier die een heks was, betoverde (…) de vleermuis, die (…) reusachtige afmetingen aannam en ze sprak (…) een vervloeking uit… Ze bezwoer dat, telkens als de vleermuis zou verschijnen, er onheil over het Slot van Beersel zou komen… (…) Toen in 1489 de Brusselaars het kasteel aanvielen (…), kon Philips, de zoon van Hendrik III van Witthem, hem een eerste maal afslaan, doch tijdens de tweede aanval verscheen de vleermuis op het kritieke ogenblik. Ze zaaide paniek bij de verdedigers en het kasteel werd verwoest…  [1, p. 6]. Wanneer Isidoor de herberg verlaat, verliest hij een document dat een hint naar een in 1489 verborgen schat bevat: Langs hoger dan de krone… maar lager dan de trone… [1, p. 8]. Suske, Wiske en Lambik ontcijferen het raadsel en willen de schat gaan halen. Isidoor en zijn drielingbroers sluiten hen echter op, samen met hypnotiseur Priem die ze op hun tocht zijn tegengekomen. Priem hypnotiseert  hen zodat ze in 1489 terechtkomen om een vluchtweg te zoeken.

Deel 2 (pp. 23-54) is het geromantiseerde of Vandersteeniaanse verhaal van het beleg.

Deel 3 (pp. 54-56). Suske, Wiske en Lambik ontwaken uit hun hypnose, ontsnappen en vinden de schat. De drielingbroers worden door de rijkswacht gevangen genomen.

 

Vandersteens “De Schat van Beersel” is opgebouwd rond 2 verhalen: een waar gebeurd en een fictief verhaal.

Het waar gebeurde verhaal.

Zoals al vermeld is “De Schat van Beersel” een geromantiseerd verhaal. Toch bevat het verhaal een kern van waarheid: het beleg en de beschieting van het kasteel in 1489. Om de reden daarvan te achterhalen moet men teruggaan tot 1482.

In 1482 stierf Maria van Bourgondië. Uit haar huwelijk met Maximiliaan van Habsburg, door Vandersteen ten onrechte keizer Maximiliaan [1, p. 30] genoemd omdat hij dat pas in 1508 werd, werd troonopvolger én latere Filips de Schone geboren. In haar testament had Maria haar man benoemd tot voogd en regent. Hij drong zich echter te zeer op, onder meer door de strijd met erfvijand Frankrijk én Louis XI te herbeginnen en de stedelijke macht te beperken. Daar kwam nog bij dat hij overigens terecht als vreemdeling beschouwd werd. De zaken escaleerden. Pas in 1485 had Maximiliaan de situatie onder controle en werd hij unaniem als voogd en regent erkend.

Toen hij echter de strijd tegen Frankrijk hervatte in een vergeefse poging om de volledige Bourgondische erfenis terug te winnen, had hij het voorgoed verkorven. Op 5 februari 1488 werd hij te Brugge gevangen gezet. De Staten van Vlaanderen, Brabant, Henegouwen, Holland, Zeeland en Namen sloten een overeenkomst die voor Maximiliaan zeer nadelig was. Op 16 mei 1488 kwam Maximiliaan vrij nadat hij de overeenkomst plechtig erkend had. Als borg nam onder meer Filips van Kleef als gijzelaar zijn plaats in. Al snel verbrak Maximiliaan zijn gegeven woord.

van Kleef was zoon van Adolf van Kleef, ridder van de Orde van het Gulden Vlies, die kleinzoon van Jan zonder Vrees was. Hij was achterkleinzoon van Joao, koning van Portugal, stiefzoon van Anna, bastaard van Filips de Goede, en echtgenoot van Françoise, aangetrouwde nicht van Louis XI. Hij heeft onder Maria en Maximiliaan belangrijke functies bekleed. Hij heeft in Franse dienst gevochten. Hij bezat één van de grootste bibliotheken uit zijn tijd, meer dan 160 manuscripten.  

van Kleef voelde zich door zijn heer verraden en koos de zijde van de staten en de steden van Vlaanderen en Brabant. Meer zelfs, hij besloot om de strijd tegen Maximiliaan aan te gaan. Hij verdedigde zijn houding door het schijven en publiceren van een eigenaardig pamflet ”Philalites”, waarin hij verklaarde de verdediger van het Bourgondische huis te zijn t.o.v. de Habsburgers. Hij beschuldigde Maximiliaan (…) de Nederlanden te willen annexeren en stelde tegenover Maximiliaan, de meinedige, Filips de Schone als “Prince Naturel” en wettelijke erfgenaam van het Bourgondische Rijk. [4].

Tot tweemaal toe verscheen van Kleef met steun van Brussel voor de muren van het kasteel van Beersel. De aanval in november 1488 werd afgeslagen. Het beleg in april 1489 lukte dank zij de steun van de door Frankrijk ‘uitgeleende’ artillerie, de “bande d’artillerie du Brabant” [5], nog door Louis XI opgezet. Die legereenheid slaagde erin om het drassige gebied snel te verstevigen zodat ze met bombardes met beperkte draagkracht de muren dicht genoeg kon naderen om donjon en een deel van de muren tot puin te schieten.  

Het fictieve verhaal.

Zonder een ontsnapte valk, een vervloeking en een angstaanjagende vleermuis zou er van “De Schat van Beersel” echter nooit sprake geweest zijn.

 

Is het verhaal van de ontsnapte valk wel fictief?

Halle, niet ver van Beersel, werd in 1489 eveneens door van Kleef aangevallen. De 32 kanonballen die in een nis in de ruimte onder de toren van de Sint-Martinuskerk bewaard worden, zijn er getuige van. In de kerk zijn 2 verwijzingen naar een ontsnapte valk te vinden.

Een eerste verwijzing kan men lezen in het Gulden boek der Broederschap van O.L.V. van Halle, (…) begonnen in 1341, samen met de bouw van de basiliek en de stichting van de Broederschap, alles ter bevordering van de bedevaart. [6]. Het bevat ondermeer een lijst en beschrijving van mirakels, toegeschreven aan de zwarte madonna van Halle.

In het kader van “De Schat van Beersel” is de beschrijving van het twaalfde mirakel van belang: Miracle van enen valkenere, die sinen valk verloes. (…) siin meester siin heere beschuldigde hem ervan dat hij den valke die als dier voor de jacht te paard een fortuin waard was, vercocht hadde. Er werd naar de valk gezocht, maar men vernam vanden valke noit tale noch teeken. (…) Ende alse die heere sach dat men sinen valke niet venden en coste. doe (…) seide dat hinc soude doen hanghen. Toen de valkenier ging opgehangen worden, doe quam hem die moeder gods te voren. vertrosterde alder werelt. Hoewel het niet vermeld wordt, kan verondersteld worden dat de valkenier om hulp gebeden heeft. die valke quam vlieghende van boven uter locht. quam den valkenere op sijn scouweren staen ende alse dat die goede liede aensaghen. soe danctten sie der moeder gods. (…) ende die heere dede den valkenere ontbenden. ende vander galgen comen. ende hadde sinen valke weder. aldus wert die valkenere verloest. ende quam te halle. ende versocht dat beelde vander moeder gods. alsoe hi geloeft hadde. ende wert haer pelgherijm. alsoe wi alle moeten in secula seculorum. amen. [6].     

Er zijn een aantal wezenlijke verschillen tussen het stripverhaal en de tekst uit het gulden boek. Bij Vandersteen is niet de valkenier schuldig aan het verdwijnen van de valk, maar zijn zoon: Het zoontje van de valkenier liet al spelend de beste valk uit zijn kooi ontsnappen… De gelijkenis is dan weer dat Hendrik van Witthem (…) de valkenier (…) ervan verdacht zich door de jaloerse jagers die allemaal jaloers op de prachtige valken waren, te hebben laten omkopen  [1, p. 6]. In “De Schat van Beersel” wordt de valkenier niet tot dood door ophanging veroordeeld. De kasteelheer liet hem in een vergeetput werpen. [1, p. 6]. Vandersteen heeft van de ondergrondse gevangenis die zich wanneer men het kasteelplein betreedt, links onder een traliewerk bevindt, een obliette gemaakt. Tot nader order heeft Beersel dat nooit gehad. In het stripverhaal is er geen sprake van een mirakel dat ervoor zorgde dat de valkenier in leven blijft. Hij ontsnapte uit zijn vergeetput en zaaide verkleed als vleermuis paniek bij de verdedigers van het kasteel. In het “Suske en Wiske”-verhaal ging de valkenier na zijn vrijlating niet naar de zwarte madonna van Halle om haar voor zijn redding te bedanken. De valkenier werd door Lambiks typische onhandigheid uitgeschakeld. De jonge Filips van Witthem vond dat het verblijf in de vergeetput als straf voldoende is… De valkenier verliet voor immer het domein … [1, p. 52]. In werkelijkheid zoul hij niet verplicht geweest zijn om alleen maar het domein van Beersel, maar ook het hertogdom Brabant waarvan Beersel deel uitmaakte, te verlaten. Dit betekent niet dat hij niet op bedevaart naar Halle kan gegaan zijn. Halle maakte immers geen deel uit van Brabant. Halle dat lang op de wip tussen Brabant en het graafschap Henegouwen gezeten heeft, hoorde vanaf de veertiende eeuw bij Henegouwen. Dit zou duren tot 1794 toen het onder de Franse overheersing deel ging uitmaken van het “Département de la Dyle” dat tijdens de Nederlandse overheersing Brabant zou worden.

Een tweede verwijzing is te vinden op een mirakelschilderij [7] uit de zestiende eeuw, dat in de Trasegnieskapel bewaard wordt. Men maakt zich klaar om de valkenier op te hangen. De verdwenen valk die plots opdaagt, redt hem echter het leven. Het schilderij is niets anders dan de visualisering van het laatste deel van de tekst uit het “Guldenboek”.

Het werk is, net als de 21 andere mirakelschilderijen, ook wel Mysterieschilderijen [8], geschilderd in de trant van David Teniers, of meer in het algemeen gesproken in de stijl van de Brabantse schilderkunst uit de 17e eeuw [8].

 

Het mirakel van de valkenier is nog op een ander kunstwerk afgebeeld. Op een ets die zich in het Teylers Museum te Haarlem bevindt, is de Onze-Lieve-Vrouw van Halle met wit gelaat centraal en aan de bovenzijde, de hemel dus, afgebeeld. Onder haar worden 26 mirakels, aan haar toegeschreven, verbeeld. Onderaan vond ik in het Latijn een opsomming van al de mirakels van Justus Lipsius, door hem vermeld in zijn “Diva virgo Hallensis” [9] uit 1604, op de prent elk met een letter aangegeven en elk voorzien van een datum, waarschijnlijk de data die vernoemd zijn in het Gulden boek. [8]. Één ervan is het verhaal van de valkenier. De 25 andere verwijzen naar mirakels, verwoord in het “Guldenboek”. Er zijn echter 22 schilderijen aanwezig in de Sint-Martinuskerk. Betekent dit dat ook de 4 mirakels waarvan geen schilderij bestaat, ooit geschilderd zijn? Indien ja, wat is ermee gebeurd?

De ets is van de hand van een onbekende meester uit het begin van de zeventiende eeuw. De tekening die aan de basis lag, wordt op basis van stijl en gebruikte technieken duidelijk aan Rubens toegeschreven. Van die tekening is echter (nog) geen spoor teruggevonden.

Is er een link tussen Rubens en Lipsius? Is er een link tussen Lipsius en Halle? Is er een link tussen Rubens en Halle?

Er is een link tussen Rubens en Lipsius. Ik denk aan “Zelfportret met vrienden” uit het Wallraff-Richartz Museum te Keulen en “De vier filosofen” uit het Palazzo Pitti te Firenze waarop Lipsius afgebeeld is. 

Er is een link tussen Lipsius en Halle. Ik verwijs opnieuw naar zijn “Diva virgo Hallensis”. Het is niet geweten of Lipsius ooit in Halle is geweest.

Er is een link tussen Rubens en Halle. Ik verwijs opnieuw naar de ets in het Teylermuseum te Haarlem.

Hoe is Rubens het bestaan van het “Guldenboek” waarin de mirakels vermeld staan, te weten gekomen? Rubens was bevriend met 3 zonen van Jean Richardot (1540-1609), die in 1597 voorzitter van de “Geheime Raad der Spaanse Nederlanden” werd, heer van Lembeek was en op het kasteel aldaar woonde. Op het reeds vermelde “Zelfportret met vrienden” zijn ze afgebeeld: Jean, Anthone en Guillaume. Meer dan waarschijnlijk heeft de familie Richardot Rubens over de mirakels van de zwarte madonna van Halle, net ten noorden van het familiekasteel gelegen, verteld.

Is Rubens in Halle geweest en heeft hij er de Sint-Martinuskerk bezocht? Het is bijna zeker dat hij in Halle geweest is. Meer dan waarschijnlijk heeft hij zijn Richardot-vrienden in Lembeek bezocht toen hij voor zaken in Brussel was. De weg van Brussel naar Lembeek liep door Halle. Heeft hij toen in de stad halt gehouden? Het is niet geweten of hij de Sint-Martinuskerk bezocht heeft. Toch laat de faam van kerk en bedevaartsoord en Rubens’ geloof toe om de vraag bevestigend te beantwoorden. Hoe zou de barokke Rubens zich in de gotische kerk gevoeld hebben?

 

Van wanneer dateren de schilderijen? Lipsius vermeldt ze niet in zijn boek.

Betekent dit dat ze van na het schrijven ervan in 1604 dateren? Everaert en Bouchery verwijzen in het “Ville de Hal” [10] dat On y voit seulement quelques petites peintures représentant plusieurs miracles, opérés par l’intercession de la Mère de Dieu. (…) Tous ces miracles sont approuvés par l’archevêque de Cambrai. Les peintures portent en effet l’inscription suivante: “APPROUVEZ PAR MONSIGN. (…) ARCHEVESQUE (…) DE CAMBRAI (…), L’AN 1604.” Dit bewijst echter niet dat de schilderijen in dat jaar zijn goedgekeurd. Het duidt enkel het moment aan dat de mirakels door de kerk erkend zijn.

Van wanneer dateren de schilderijen dan? Meer dan waarschijnlijk zijn ze gemaakt toen Rubens’ tekening en/of etsen ernaar reeds bestonden. Het wordt dus wachten op een datering van die ets.

 

Vandersteens “De Schat van Beersel” heeft me aan het denken gezet. De tekenaar heeft zijn inspiratie voor het beleg met zekerheid aan de geschiedenis ontleend. Hij heeft de figuur van de valkenier zonder wie het verhaal niet mogelijk zou geweest zijn, misschien/meer dan waarschijnlijk in Halle gevonden.  

Vandersteens “De Schat van Beersel” heeft me verder geleid dan in had kunnen vermoeden. Ik ben terecht gekomen bij een mirakelschilderij, een ets die er model voor gestaan heeft en (een) bezoek(en) van Rubens aan Lembeek en misschien/meer dan waarschijnlijk aan Halle en de Sint-Martinuskerk.     

Vandersteens “De Schat van Beersel” heeft me opgezadeld met vragen over een mirakelschilderij uit die kerk.

 

O ja, in het kasteel van Beersel is nooit een schat gevonden.

 

 

 

[1] VANDERSTEEN, Willy. De Schat van Beersel. Standaard Uitgeverij, Antwerpen. 1971 [verschenen als nummer 111 in de reeks “Suske en Wiske”]. Deze uitgave kende tal van herdrukken. Van 23 juli 1952 tot en met 8 oktober 1953 verscheen het als feuilleton in het stripweekblad “Kuifje”. In 1954 verscheen het in de blauwe reeks van “Suske en Wiske”. Wanneer er geciteerd wordt, wordt de bladzijde na de voetnoot vermeld.

[2] Meer informatie over Willy Vandersteen: http://suskeenwiske.ophetwww..net en http://nl.wikipedia.org/wiki/Willy_Vandersteen.

[3] Het kasteel van Beersel is gebouwd tussen 1310, terminus ante quo, en 1440, terminus ante quem. In 1310 kreeg Godfried van Hellebeke uit Halle van hertog Jan II van Brabant een stuk grond waarop nu het kasteel staat, in ruil voor zijn hulp tijdens de opstand van de Brusselaars in 1306. In 1440 wordt het kasteel voor het eerst vermeld in het “Leenboek van Brabant”. Zoals het er nu staat, omvat het 3 bouwfases: basisconcept van rond 1420, heropbouw van het donjon en een deel van de muren rond 1590 en torenbekroningen van 1617.

[4] RENSON, G[aston]. Filips van Kleef (1459-1528). In: DDAA. 1489. Halle belegerd en overvallen maar niet gevallen. Verhandelingen nieuwe reeks, Koninklijke Geschied- en Oudheidkundige Kring Halle, Halle. 1989 [verschenen als nummer 26]. 

[5] FRANSSENS, Marcel. Het Kasteel van Beersel in afleveringen. Niet gepubliceerde tekst, 28 mei 2007.

[6] N(omen)N(escio). Dit siin die privilegien van der kerke die miraclen ende die teekene die broeders ende zusters onser vouwen van Halle 1341-1789. Integrale tekst van het Guldenboek, met toelichtingen, overgenomen uit het Parochieblad, jaargang 1922 en volgende. VVV-Halle, Halle. 1989.  

[7] Er bevinden zich op 2 plaatsen mirakelschilderijen: in de ruimte onder de toren de (nog) niet-gerestaureerde, in de Trasegnieskapel de gerestaureerde. Het is bedoeling is om alle schilderijen te laten restaureren.

[8] STAS, Ghislain. Restauratie mysterieschilderijen. In: Hallensia, jaargang 18, nummers 2/3, juni-september 1996, p. 42-68.

[9] LIPSIUS, Justus. Diva virgo Hallensis. Jan Moretus, Antwerpen. 1604.

[10] EVERAERT, Léopold en BOUCHERY, Jean. Histoire de la ville Hal, d”après les documents originaux. Culture en Civilisation, Brussel. 1975.

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Uitgebreide (volledige artikels) en korte(re) reacties (anecdotes, aanvullingen, weerleggingen, rechtzettingen, verbeteringen, illustraties, afbeeldingen, ...) van derden  zijn steeds en meer dan welkom. Ze kunnen via de rubriek "E-mail mij" hieronder ingezonden worden. Ze worden in de mate van het mogelijke al dan niet ingekort opgenomen of met verwijzing van de inzender artikels verwerkt. 
Over mijzelf
Ik ben Rik Wouters
Ik ben een man en woon in Halle (Vlaanderen) en mijn beroep is artiest, dichter, literair criticus en plastisch kunstenaar.
Ik ben geboren op 02/04/1956 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: onder meer Catalunya én Barcelona in alle mogelijke aspecten, Nederlandstalige literatuur, 'Brabants fauvist' Louis Thevenet, geschiedenis in het algemeen en de geschiedenis van Halle in de breedste betekenis van het woord, ... .

Zoeken in blog


E-mail mij

Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


Mijn favorieten
  • Halle en literatuur
  • 'Brabants fauvist' Louis Thevenet
  • literatuur van Rik Wouters
  • Sint-Martinusbasiliek Halle

  • Archief
  • Alle berichten

    Zoeken met Google



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Inhoud blog
  • WIJZIGINGEN
  • INTERNETLINKS
  • FILIPS DE STOUTE EN HALLE
  • OVER MAXIMILIAAN VAN HABSBURG, VOOGDIJSCHAP, HET KASTEEL VAN BEERSEL EN EEN ONTSNAPTE VALK
  • HALLE IN DE LITERATUUR DOOR RIK WOUTERS
  • 'BRABANTS FAUVIST' LOUIS THEVENET IN WEINIG EN VEEL WOORDEN EN AFBEELDINGEN
  • HALLE EN EEN ALBASTEN RETABEL, KEIZER KAREL EN EEN RENAISSANCISTISCH BEELDHOUWER*
  • INSPIREERDE SERVAIS' KLEINDOCHTER MISIA GODEBSKA MAURICE RAVEL TOT HET COMPONEREN VAN DE BOLERO?
  • STRAATNAMEN (4): KARDINAAL MERCIERPLEIN
  • STRAATNAMEN (3): BEVRIJDINGSPLEIN. OF MOET HET '˜BEVREDIGINGSPLEIN' ZIJN?
  • VICTOR WOUTERS (2), MIJN VADER, EN DE HALSE POLITIEK (met een beknopt overzicht van het stadsbestuur van 1830 tot vandaag) [1] [2] [3] (2de en laatste deel)
  • VICTOR WOUTERS (2), MIJN VADER, EN DE HALSE POLITIEK (met een beknopt overzicht van het stadsbestuur van 1830 tot vandaag) [1] [2] [3] (1ste deel)
  • VICTOR WOUTERS (1), MIJN VADER, EN DE (KONINKLIJKE) SINT-MARTINUS TURNGILDE
  • KUNST VAN HALLENAARS, DOORLOPEND TENTOONGESTELD BUITEN HALLE
  • 'ALLES' OVER SCHILDER LOUIS THEVENET
  • STRAATNAMEN (2): JAN VAN DEN WEGHE EN GHISLAIN LAUREYS
  • AARTSHERTOG ALBRECHT EN HALLE
  • WAPEN EN VLAG
  • STRAATNAMEN (1): BRUEGELLAAN
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (3de en laatste deel) [+ illustraties]
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (2de deel)
  • L. THEVENET* EN ZIJN ONOPGEMERKTE VERBLIJF IN HALLE VAN 1916 TOT 1930** (1ste deel)
  • HALLE. PAJOTTENLAND? ZENNEVALLEI!
  • HALLE IN DE KUNST (1): SINT-MARTINUSKERK EN ZWARTE MADONNA
  • HALSE KUNSTENAARS
  • DE DOOPKAPEL VAN DE HALSE SINT-MARTINUSBASILIEK: EEN MARKANTE SYMBOLIEK* [+ illustraties]
  • MIJN PUBLICATIES OVER HALLE ÉN LITERATUUR
  • MIJN PUBLICATIES OVER HALLE, LITERATUUR UITGEZONDERD [+ illustratie]
  • MIJN BEKNOPTE STAMBOOM LANGS VADERSKANT
  • RIK WOUTERS, HALLE EN MEER
  • TITELVERKLARINGEN EN GEBRUIKSAANWIJZING
  • COPYRIGHT

    Gastenboek
  • dhr
  • dhr
  • Groetjes van Leen > AWARDS
  • Hallo

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!