Dankzij dit schilderij spreken we vandaag van 'impressionisten' in de schilderkunst. Claude Monet schilderde in november 1872 dit zicht op de haven van Le Havre. Voor de tentoonstelling in het atelier van de fotograaf Nadar had hij niet echt een titel voor het werk. Hij schreef:J’avais envoyé une chose faite au Havre, de ma fenêtre, du soleil dans la buée et au premier plan quelques mâts de navires pointant… On me demande le titre pour le catalogue, ça ne pouvait vraiment pas passer pour une vue du Havre; je répondis: “mettez impression”. 'Impressionisten' werd al vlug een spotnaam voor de schilders met grove penseeltrekken en weinig detail. Maar eigenlijk hebben we de stijl te danken aan de uitvinding van de verftube. Rond 1843 werd de verftube uitgevonden en dit bracht een gigantische verandering teweeg. Schilders moesten voordien hun verf zelf maken met pigmenten, wat heel omslachtig was. Dat maakte dat niet zoveel schilderijen tot dan toe in openlucht werden gemaakt. De verftube bracht hierin verandering. Doordat men buiten ging schilderen, kon men ook niet zo gedetailleerd werken. Zoiets nam weken of maanden in beslag en dit was vaak onmogelijk. Ook de kleuren in de buitenlucht veranderden constant. Anderzijds bracht de verftube een nieuw genre schilderij: landschapschilderijen. Midden de 19de eeuw was er grote vraag naar. Rijke families leefden in hun herenhuizen in de grote grauwe stad met fabrieken. Vandaar wilden ze hun woningen versierden met landschappen die hen aan de natuur deden denken waar ze in de weekends waren en de stad ontvluchtten. Door de vraag naar dat soort schilderijen, ontstonden de kunstenaarsdorpen, waar de schilders in de zomer naartoe trokken om hun lading schilderijtjes te maken. Het eerste dorp in dat soort was Barbizon, nabij Parijs. Het dorp had idyllische plekjes en het voordeel was dat er een directe treinverbinding was vanuit Parijs. In de loop van de eeuw zullen de kunstenaarsdorpen als paddestoelen uit de grond komen. In het geval van Gent is dat het nabijgelegen St Martens Latem, waar zich de 'Latemse school' ontwikkelde. Maar terug naar Monet. Hij is natuurlijk vooral bekend van zijn lelies. 'Een motief' noemt zoiets in de schilderkunst. Delvaux had zo zijn treinen, Degas zijn ballerina's en Monet had dus zijn lelies uit Giverny, waar zijn landgoed was. De tuin is trouwens nog steeds te bezichtigen. Wat speciaal was aan de techniek van Monet, is dat hij in lagen schilderde, die hij soms wegkrabde op plaatsen en dan terug overschilderde. Daardoor bekwam hij bijvoorbeeld de glinstering op het water. Vandaar dat je een schilderij van Monet in het echt moet zien om de schoonheid te ervaren. Niet op de vele koekendozen, waardoor het effect teloor gaat en de afbeelding kitscherig overkomt... Oja, nog over die fotograaf Nadar: hij was heel beroemd in zijn tijd en maakte vaak luchtfoto's uit een luchtballon. Een luchtballon die toen opsteeg was een waar spektakel en bracht een massa volk op de been. Toen hij 'optrad' in Brussel had men voor de toeloop hekkens geplaatst. Mensen waren dit niet gewoon en vandaar kregen ze de bijnaam 'nadarhekkens', een woord dat we vandaag nog gebruiken...
|