Begin 14de eeuw ontstond naar aanleiding van de pestepidemiën een nieuw thema: de dodendans. Het waren vaak moraliserende afbeeldingen waarbij de dood niemand ontzag. Zowel jong als oud, man of vrouw, rijk of arm. Allen konden ze door de dood verleid worden tot een dans die naar de dood leidde. Dit is een variant daarop van de Duitse schilder Hans Baldung.
We zien de dood als een half skelet, met in zijn ene hand een zandloper die hij triomfantelijk in de hoogte houdt. Het leven is eindig en de tijd tikt! In de andere hand heeft het een sluier waarmee hij drie generaties vrouwen heeft omwikkeld. -Beneden zit het kleine meisje. Ze is onschuldig en is zich van de dood nog niet bewust. Voor haar tellen haar speeltjes die op de grond liggen. De onschuld wordt symbolisch weergegeven doordat ze kijkt door de waas van de sluier. -Daarbij staat de jonge vrouw. Ze staat met haar rug naar de dood. Ze is zodanig met zichzelf bezig dat ze de dood niet ziet. Ze negeert de dood zelfs door met haar rug naar hem te staan. Ze bewondert zichzelf in de spiegel. Merk op: ze kijkt in een bolle spiegel. Vlakke spiegels bestonden toen nog niet. Ze heeft ook de schoonheidsidealen van toen: niet te mager, blanke huid en Venetiaans blond haar. Dat laatste komt inderdaad uit Venetië: de modegril toen was om blonde haren te hebben. Venetiaanse vrouwen probeerden dit te bekomen door een soort peroxide op hun haren te doen en dan in de zon te gaan zitten met een soort hoed waarvan het bovenste was uitgesneden, zodat hun haren konden bleken en hun gezicht toch wit bleef. Echter veelal werd het haar niet blond maar eerder bruingeel. Vandaar dat men het 'Venetiaans blond' noemde. -Tenslotte de oude vrouw. Zij heeft we lde dood voor ogen en ze tracht angstvallig de zandloper weg te duwen, m.a.w: ze porbeert de tijd te doen stoppen...
|