Een schilderij die muziek een beeld geeft. Dit zou het opzet moeten zijn van dit werk. En de muziek waarop het gebaseerd is, is de prelude van de opera 'Lohengrin' van Wagner. HIER hoort u de muziek. Maar waarover gaat de opera Lohengrin? Het voorspel wordt vaak beschouwd als het belangrijkste en meest memorabele stuk in de hele opera. In het voorspel daalt de heilige graal uit de hemel neer om Lohengrin, een van de ridders van de heilige graal, die de hertogin Elsa van Brabant moet bewaken, mystieke krachten te geven. Dit zet de toon voor de opera, een interpretatie van het Lohengrin-hoofdstuk uit Parzival, uit de 13e-eeuwse Duitse Arthurverhalen. Wagner droeg deze opera op aan Franz Liszt.
Om de geschiedenis van de Heilige Graal te vertellen moeten we niet zover van huis. Heel dichtbij zelfs: Gent!
We keren terug in de tijd. Het jaar 1183. Filips van den Elzas, graaf van Vlaanderen en residerend in het Gravenkasteel in Gent, werd weduwnaar. Zijn eerste huwelijk was kinderloos geweest. Niet dat zijn vrouw niet wou, want ze was hem zelfs ontrouw geweest. Filips van den Elzas kwam het te weten en liet haar minnaar doodknuppelen. Na de dood van zijn eerste vrouw was hij op zoek naar een tweede vrouw. Zijn oog viel op Marie de Champagne, ook Marie de France genoemd. Zij was twee jaar daarvoor weduwe geworden en zij leek de geschikte huwelijkspartner, zeker met het oog op gebiedsuitbreiding. Filips ving echter bot bij Marie en keerde dan maar terug naar Gent.
Bij zijn terugkeer naar Gent was haar hofdichter Chrétien de Troyes meegekomen naar Gent. Gent was op dat moment in volle bloei als handelsstad en had twee vermaarde abdijen: de Sint-Baafsabdij en de Sint-Pietersabdij. In die laatste abdij, die in grote mate gesponsord werd door de graaf, was een grote bibliotheek en werden boeken gekopieerd. Zo ontstond daar het verhaal van Reinaert de Vos. Het is daar dat Chrétien aan het werk ging en het oudst bewaarde verhaal schreef over de graal: ‘Perceval ou le Conte du Graal’.
Volgens hem was het werk gebaseerd op een boek dat hij gekregen had van graaf Filips. Het verhaal van Chrétien was in versvorm geschreven. In dit verhaal is de graal een ondiepe schaal. Het verhaal is hier een soort Keltisch ridderverhaal. Niks christelijk dus. Het werk kent succes en kort daarop ontstaan diverse varianten van het verhaal. In het Duitstalig gebied verschijnt een versie van Wolfram von Eschenbach, ‘Parzival’ genaamd. Het is op deze versie dat eeuwen later de componist Wagner zijn opera’s zal baseren. In Frankrijk verschijnt rond 1190 de versie van Robert de Boron: ’Estoire dou graal’. Het werk heeft 3500 verzen, maar wat belangrijker is: het verhaal krijgt een christelijke wending! We moeten deze wending in het verhaal zien in de politiek van kerstening die de Kerk in die tijd volop voerde. Alle heidense gebruiken en symbolen werden toen ‘verchristelijkt’. De ondiepe schaal wordt een kelk, verwijzend naar het Jezusverhaal.
Maar een nog belangrijker wending is dat kort daarop het verhaal verschijnt in proza en niet in versvorm. Poëzie was voorzien voor fictieve verhalen. Proza was voorbehouden voor akten, verdragen en handelsovereenkomsten. Prozateksten hadden dus een waarheidsgehalte. Het gevolg was dat men op termijn ging denken dat de graal écht bestaan had!
En zo kon de zoektocht beginnen, die zelfs tot op vandaag nog bezig is. De zoektocht naar het geheim van de graal liep van katharen, tempeliers, vrijmetselaars, Rennes-le-château… tot de boeken van Michael Baigent, Henry Lincoln en Richard Leigh en natuurlijk niet te vergeten: Dan Brown. De graal vonden ze niet, maar armer werden de auteurs er zeker niet van
Het verhaal rond de graal is echter door de katholieke Kerk nooit erkend. Je zal dus in hun symboliek nooit iets over de graal terugvinden. Er is wel een versie van Monty Python, en die vind je HIER.
|