Velen kennen het schilderij van het jongetje dat linksonder zijn vingers aflikt. Maar er is zoveel meer te zien…
De bruiloft speelt zich af in een schuur. Het stro is blijkbaar net binnengehaald. Dat zie je aan de twee strohalmen die kruisgewijze aan de oogst hangt: het zantekoren. Het moet dus ergens eind augustus zijn. Bij een bruiloft hoort uiteraard een bruid en bruidegom. De bruid zit aan tafel voor het opgehangen groene doek met een kroontje. Vandaag dragen buiden nog diademen of kroontjes. Het was ooit symbool voor maagdelijkheid. Geen bruid in het wit dus. Dat gebruik is pas ontstaan rond 1840, toen de Engelse koningin Queen Victoria huwde in het wit. Het kreeg overal navolging nadien. De bruid zit met de handen gevouwen en zit zelfs met haar ogen gesloten. Het was een voorgeschreven etiquette in die tijd: niet eten en zwijgen. Reden daarvoor was dat veel huwelijken ‘van moeten’ waren. Zwangere vrouwen hebben nogal rare smaken of een grote apetijt, en dit had kunnen opvallen. Ook zou ze haar mond kunnen voorbijpraten hebben. Net zoals de bruidegom, die tijdens het feest moest opdienen. Hij is te zien met het opvallend blauw kostuum aan op de voorgrond.
Merkte je op dat de bruid de enige is zonder wit kapje. Dit was een bagijn of baguine. Elke vrouw droeg die. Ook mannen moesten een pet of een hoed dragen. Blootshoofds buiten lopen was not done. Rijke dames lieten toen hun haar opsteken onder een kapje. Vandaar dat wij vandaag nog spreken van een 'kapper' en niet van een haarsnijder. Op het schilderij zijn ook enkele rariteiten waar we vandaag niet echt een uitleg voor hebben. Vermoedelijk verwees Bruegel hiermee naar gezegdes of spreuken. Zo heeft de man vooraan die de deur met borden draagt, drie benen. Er steekt een lepel in zijn hoed en zijn gesp ligt gedraaid. En hoog boven de toegangsdeur is een luchtkoker waar hij een vogel schilderde. Of de dobbelsteen die onder de wastobbe ligt, waar de persoon rechts op zit. Opvallend ook de twee personen rechts: een geestelijke en een persoon die rijk gekleed is. Hij heeft een degen bij en zijn kleding doet nogal Spaans aan. Sommigen verwijzen dat zij het huwelijk inzegenden. Onmogelijk, want er was nog geen burgerlijk huwelijk. De vraag is eerder: waarom laat men de rijke man op een wastobbe zitten terwijl de anderen een stoel of een bank krijgen? Gezien de nogal Spaans geklede man, denk ik eerder dat dit een soort verscholen kritiek is van Bruegel. Vlaanderen was toen onder Spaanse bezetting. Ten andere, op de plank met borden waar men mee aankomt, staan twee borden met witte pap. Die is duidelijk van betere kwaliteit. Een verwijzing naar de belastingen die men moet betalen aan de Spanjaarden en de Kerk? Of dat ze met het beste stukje weglopen?
Je ziet ook dat velen een mes bijhebben. Mensen brachten hun eetgerei mee op een feest. Vorken bestonden nog niet in die tijd. Ze werden aanzien als instrument van de duivel. Hooguit had men een tweetand vork voor stukken vlees op schotels. Normaal at men met een mes en een lepel. Men at van gemeenschappelijke schotels en nam met voedsel met duim, wijsvinger en middenvinger, niet met de volle hand. Bediening aan tafel, zoals wij die op restaurant kennen, is pas na Napoleon ontstaan. (de service Russe genoemd, ontleed van de Russen). En zelfs het restaurant is na Napoleon ontstaan. Veel koks in de kastelen bij de adel zaten na de revolutie zonder werk. Sommigen probeerden een zaak in de stad waar men zijn kookkunsten etaleerde, en zo ontstonden restaurants.
|