Pierre Bonnard was op zijn 25ste getrouwd met Marthe Boursin, die zich Marthe de Meligny liet noemen. Zelfs de familie wist niet van hun huwelijk. Het koppel had amper contact met de buitenwereld. Ook Bonnard voelde als kunstenaar geen behoefte om zich aan de wereld te presenteren. Zo maakte hij in totaal ongeveer 2200 werken, waaronder schilderijen, tekeningen en litho’s. Van deze werken zijn er 350 naaktschilderijen van zijn vrouw! De meeste zijn scènes in de badkamer of in de living. Door het feit dat zijn vrouw aan smetvrees leed, nam ze veelvuldige baden, waardoor ze een geknipt model was op dat moment voor de kunstenaar.
Bonnard behoorde tot de groep 'Les Nabis' (de profeten).Het was een groepje schilders die ontstond rond Paul Sérusier die zijn ideeën ontwikkelde door zijn contacten met Paul Gaugin in Bretagne. Hun werkwijze werd door Maurice Denis in 1890 vastgelegd in het blad ‘Art en Critique’ onder het motto: ‘Onthoud dat een schilderij, voor het een krijgspaard, een vrouwelijk naakt of een zekere scène is, in essentie een plat vlak is bedekt met kleuren in een bepaalde verzamelde orde’
De groep zette zich qua stijl af van de impressionisten. Het decoratieve was belangrijker dan de expressie. Hun werken lieten essentiële elementen uit de omgeving weg, ze zwoeren bij platte beelden waarvan de onderwerpen afgelijnd waren en gevuld waren met onvermengde kleuren. Door kleuren te veranderen en vormen te vervormen, poogden ze een hogere sfeer in de kunst te bekomen en emotie te laten spreken. Tot de kern behoorden naast Paul Sérusier en Maurice Denis, ook Pierre Bonnard, Paul Ranson, Edouard Vuillard, Ker-Xavier Roussel en Félix Valloton. Het groepje was echter geen lang leven beschoren, want toen Gaugin in 1890 naar Tahiti vertrok, viel het groepje kunstenaars daarna uiteen.
Alzo komen we tot het begrip ‘muze’. Het komt oorspronkelijk uit de Griekse mythologie: de negen muzen waren: Erato, Euterpe, Kalliope, Kieio, Melpomene, Polyhymnia, Terpsichore, Thaleia en Urania. Ze stonden symbool voor de inspiratie die ze boden voor kunstenaars en wetenschappers Het blijft een raadsel hoe iemand een andere persoon dermate kan begeesteren en inspireren in zijn kunst. Liefde tot die persoon kan, maar is niet noodzakelijk. Maar veelal is de grens heel fragiel en dun. Pierre Bonnard waren trouwens niet de enige die hun vrouw als muze hadden. Dante Alighieri had zijn Beatrice Portinari, Salvator Dali had zijn Gaia en Bob Dylan zijn Sara. En na deze opsomming bekruipt me de vraag: zouden er vrouwelijke kunstenaars zijn die een mannelijke muze hebben?...
|