Over dit schilderijtje zijn al heel wat hoofdbrekens geweest. Ter Borgh schilderde rond 1654 twee versies. Hetgene wat je hier ziet is de versie in het Rijksmuseum, het andere hangt in Berlijn en is zonder hond erbij. De vraag was steeds: Over wat gaat het schilderij? -Rond 1750 werd de Hollandse versie door ene Herard Hoet omschreven als: ' “Een staande Vrouw in ‘t wit Satyn, en een sittende Man en Vrouwmet een Wynglas aan de mond”. -Tien jaar later werd de Berlijnse versie omschreven als 'De vaderlijke vermaning'. Tot Adolf Rosenberg in 1897 opmerkt da tde zittende man wel jong lijkt om het meisje haar vader te zijn. Hij ziet het eerder als een soort bordeelscène en noemt het 'galant avontuur'. -Rond 1944 komt er ene Plietschz die zegt dat de man een goudstuk in de hand heeft en dat het om liefde 'kopen' draait. -In 1988 stelt ene Kelch vast dat er geen munstuk is, maar dat het wel om een bordeelscène gaat. De hond zou voor onkuisheid staan. Intussen wordt bij tentoonstellingen de titel 'vaderlijke vermaning aangehouden. -Vandaag wordt de titel 'galante conversatie' gebruikt en stelt men dat er niet een diepere betekenis is bij het werk.
Genoeg dus om zelf eens het schilderij nader te bekijken: We zien een jongeman zittend op een stoel die een meisje (staande) vermaant. Dat maken we op uit de houding van het meisje: ze laat haar hoofd hangen. Dit wordt herhaald door de hond met zijn staart tussen zijn poten (prachtig geschilderd trouwens!). Bij hen zit een oudere dame die van haar glas nipt. De locatie is een slaapkamer. Dat zien we aan het roodfluwelen gordijn rondom het bed op de achtergrond en links het tafeltje met diverse voorwerpen: zilveren kommetje, roze strikje, poederborsteltje en een spiegeltje dat kan opengeklapt worden (het staat momenteel open). Verder een kandelaar met kaars die gedoofd is. Het meisje is aan de kleding te zien van goede komaf (het witsatijnen kleed komt veel voor bij de schilder). Ook de jongeman is van goede afkomst. Hij heeft een degen aan de gordel. Blijkbaar is hij op bezoek, want hij heeft zijn hoed in de hand. Aan zijn manier van zitten te zien is hij zelfzeker en is het niet de eerste keer dat hij daar was. De oudere dame daarentegen zegt niks en drinkt van haar glas. Blijkbaar mengt ze zich niet in het gesprek. Mijn interpretatie is dat het een allegorie is op de ijdelheid. De man waarschuwt het meisje om zich niet teveel op te tutten, daar het op termijn toch geen nut heeft. Dat bewijs levert de schilder door de oudere versie van het meisje te schilderen (de oude vrouw). Zij heeft als kleding de gelijkaardige kleuren als het meisje: grijs en zwart. Het uitvallend haar van de oude dame heeft dezelfde kleur ook van het meisje. Misschien is de de jongeman dan de aanstaande en is hij jaloers dat andere mannen op haar zouden kunnen vallen. Soit, het is een interpretatie. Mijn visie is naar het Rijksmuseum doorgestuurd...
|