Veel handgebaren op schilderijen ontlenen we aan de ikonen. Die gebaren merk je vandaag vaak bij heiligenbeelden maar worden ook vaak uitgebeeld door de priester tijdens de mis. Enkele veel voorkomende gebaren:
1: tweevingerkruis : was een Byzantijns zegegebaar dat rond 1000 n Chr in Rusland werd overgenomen. De twee vingers verwijzen naar de dubbele natuur van Jezus: menselijk en goddelijk. Op schilderijen zie je vaak het kind Jezus dit gebaar maken. Het beeldt de initialen uit van I C – Iesos Christos
2:vijfvingerkruis: duim ringvinger en pink verwijzen naar de drievuldigheid, wijs en middelvinger naar de dubbele natuur van Jezus.
3: drievingerkruis
4: voorbedegebaar: de uitgebeelde vraagt Christus om vergeving van de zonden der mensheid
5: orante houding: stamt uit de voorchristelijke tijd en ontleend uit een Joods gebaar. Betekent toewijding.
6: treurend gebaar: hoofd in de rechterhand gelegd en vaak ondersteund door linker.
|