De Spaanse schilder Goya maakte dit werk rond 1810-1812 terwijl Spanje onder Napoleontische bezetting was. Het wordt ook wel 'De oude vrouwen' genoemd. We zien twee afgrijselijk lelijke oude dames naast elkaar zitten. De dame in wit kleed bekijkt haar gezicht in een spiegeltje, terwijl de ander meekijkt en zich deels verbergt achter een boek met de titel 'Que Tal?' (Hoe gaat het?). Achter hen een gevleugelde oude man die Kronos (tijd) voorstelt. Normaal wordt hij met een zeis afgebeeld (de dood), maar hier heeft hij een bezem in de handen, klaar om hun kop in te slaan.
Eigenlijk is het thema van het schilderij een 'vanitas', over de vergankelijkheid van het leven. Maar Goya stak er verwijzingen in die de mensen in die tijd maar al te goed herkenden. De dame in het wit kleed was de voormalige koningin Maria Louisa, echtgenoot van koning Karel IV van Spanje. Toen Napoleon de macht overnam, gingen ze in ballingschap (Goya was bij hen hofschilder en zou dat na Napoleon terug worden). De dame naast haar is haar dienstmeid. Het kleine detail was het pijltje in het haar van de koningin. Goya had haar op andere portretten ook afgebeeld met dit juweeltje. Zo combineerde Goya diverse betekenissen in één werk: een portret, een vanitas en een symbolische weergave dat het Ancien Régime de kop wordt ingeslagen. Of Maria Louisa blij was met haar portret is niet gekend....
|