Als we spreken van Vlaamse primitieven denken we natuurlijk aan Van der Weyden, Memling, Van Eyck,... Vele andere zijn echter bij de grote massa vergeten, omdat ze niet meteen schilderijen maakten maar illustraties in boeken: het verluchten. Alle grote schilders waren ook verluchters van getijdenboeken. Zo'n vergeten schilder is de Gentenaar Lieven van Lathem (1430-1493), niettegenstaande hij ook in dienst geweest was bij Filips de Goede, Karel de Stoute en nadien bij Maximiliaan I. Een ander aspect is dat wij de schilders vandaag zien als de grote kunstenaars. Hoe ervaarden mensen hen in die tijd? Men zal hen wel gezien hebben als grote ambachtsmannen die in hun atelier werk verschaften. Maar sommigen werden toch anders bekeken. Neem bvb. Van Eyck. Hij moest een periode zijn huis ontvluchten in Brugge tijdens opstanden van het volk. Hij werd dus eerder als een soort collaborateur beschouwd.
Over dit werk: het is een pagina uit het getijdenboek van Karel de Stoute. Het thema was 'St Joris en de draak', een heel geliefd thema in de middeleeuwen die het ridderideaal idealiseerden. Maar wie was St Joris? De oudste geschreven bron van de legende dateert van 1260. Er zijn geen historische bronnen van het verhaal en vandaag neemt men aan dat Joris van Cappacedonië nooit bestaan heeft. De legende vertelt het verhaal van de stad Silena in Libië die werd getiranniseerd door een draak. De stad moest de draak dagelijks twee schapen brengen zodat hij de stad niet zou aanvallen. Nadat alle schapen gedood waren, eiste de draak mensenoffers. Op een bepaald moment viel het lot op de dochter van de koning. Zij ging in bruidskleren de draak tegemoet, en dus ook haar dood. Maar Sint Joris viel de draak met een lans aan en verwondde het dier. Samen keerden ze terug naar de stad, de prinses met de draak aan een leiband. St. Joris beloofde de draak te doden als iedereen zich in de stad liet dopen. Iedereen ging akkoord waarop St. Joris de draak doodde.
Legenden zijn beeldspraak. Men wou met het verhaal een moraal weergeven. En wat men met het verhaal wou duidelijk maken, is dat doordat men zich liet dopen, en dus christen werd, men aanvaardde dat de vrouw voortaan de man moet gehoorzamen in een huwelijk en door de Kerk een onderdanige rol krijgt toebedeeld. De draak in het verhaal stelt de negatieve karaktereigenschappen voor die een vrouw kan hebben. En deze worden aan banden gelegd. ‘Een draak van een vrouw’ sloeg vroeger op een lelijke vrouw qua karakter, niet op het uiterlijk zoals vandaag.
|