Iconografie begint met tijd nemen. Tijd nemen om iets te bekijken en dan vragen stellen aan jezelf en antwoorden zoeken. Zo nam ik onlangs de tijd om in de stationshal van Gent St Pieters het gerestaureerde plafond te bewonderen. Het dateert, net als het station, van de wereldexpo 1913 in Gent. Een ontwerp van Louis Cloquet, net als het postgebouw op de Korenmarkt, waar dagelijks Chinese toeristen zich vergapen aan het 'middeleeuws' gebouw van pakweg 100 jaar oud... Op dit plafond staat dus het oude symbool van de spoorweg: het gevleugeld wiel. Je vindt het in veel grote stations, zoals HIER in Den Haag, gemaakt door de Belgische beeldhouwer Pierre Elysee Van Den Bossche. Treinen waren in de 19de eeuw-begin 20ste eeuw een symbool van vooruitgang en de toekomst. Dat symboliseert het rad. De vleugels verwijzen naar de Griekse God Hermes, bij de Romeinen Mercurius. Bij de Grieken was hij de boodschapper tussen de goden en de mensen. Het was een onbetrouwbaar en onvoorspelbaar figuur (net als de treinen). Zijn boodschappen droeg hij in een gesloten koker (vandaar hermetisch afgesloten). Een ander attribuut was de caduceus, een gevleugelde staf met twee kronkelende slangen die hem overal toegang verleende. HIER is hij afgebeeld op een schilderij van Rubens. Bij de Romeinen werd hij de god van de handel en winsten. In de alchemie was hij het symbool voor kwik. Maar misschien ken je hem het best als de figuur van Papageno in Die Zauberflöte van Mozart. De vleugels in dit fragment zijn vervangen door een eend :-) Zo zie je maar...als je op een trein staat te wachten...
|