Met dit schilderij gaf Courbet een nieuwe wending in de schilderkunst. Courbet zette zich af van de geïdealiseerde romantiek en toonde het rauwe plattelandsleven van toen, waar honger en armoede heerste. Ondanks de grote Revolutie was er niets veranderd, en dat maakt hij duidelijk op het schilderij. Het ontstaan van het realisme.
Rond 1849 stierf de grootoom van Courbet in Ornans. Hij had de aanwezige dorpsgenoten nadien uitgenodigd in zijn atelier om te poseren voor het schilderij. Maar wat voor schilderij! Het was meer dan 6 meter op 3 meter groot! Zulke afmetingen waren toen enkel voor verheven religieuze of mythlogische thema's of staatsieportretten. Niet moeilijk dat er kritiek was op de Salon in Parijs bij de tentoonstelling. Ze vonden het een lelijk schilderij dat niks idealiseerde. Hij schilderde lelijke mensen en ook: hij had ze gescheiden opgesteld, iets wat hen in die tijd direct opviel. Links zie je de dragers met doodskist, daarnaast de rijken met een buishoed, dan de geestelijken en rechts het gewone volk. De drie standen zoals in het Ancien Regime van vijftig jaar voorheen! Daarmee toonde Courbet dat de revolutie voor de gewone mens niets had veranderd. En hier, op dit schilderij maakte hij elke stand gelijk door ze samen te brengen op een begrafenis.
In andere schilderijen doet Courbet hetzelfde. Hij geeft een realistische weergave van het platteland, maar de personen die hij portretteert staan vaak voorovergebogen of geknield, wat wijst op onderdrukking (mensen moesten vroeger buigen voor de rijken als begroeting). In 'Les Cribleuses de blé' zit het meisje op de knieën en kijkt de jongen in de kast, een indirecte verwijzing naar honger. Idem op 'Les casseurs de pierres'. Of zijn 'Les Baigneuses' die geenszins het ideaal vrouwbeeld van toen weergaf. En al zeker niet met vuile voeten!
|