Caravaggio kreeg van kardinaal Del Monte de opdracht om een schilderij van Mattheüs te schilderen. Bedoeling was om deze te hangen in de Contarelli-kapel in Rome, gebouwd door Franse kardinaal Mathieu Cointrel (Italiaans Matteo Contarelli). Vandaar het onderwerp Matteüs.
Caravaggio maakte zijn schilderij, maar dit werd door de kardinaal afgekeurd. (linkerfoto). Caravaggio had Mattheüs als een debiel geschilderd! De engel moest zijn hand vasthouden bij het schrijven en zijn gelaatsuitrukking was niet bijster intelligent. Bovendien stond de engel naast hem. De boodschap moest uit de hemel komen. Engelen zweven. En de drappage van de kleding van de engel was nogal gewaagd door het blote dijbeen. (Het werk is in de WOII verloren gegaan, men heeft enkel nog een zwart-wit foto) Afgekeurd dus, en Caravaggio mocht opnieuw beginnen. En dat is het schilderij rechts, dat nu nog steeds in de kapel hangt in Rome, samen met twee andere werken van Caravaggio.
Zo kom ik bij het feit: hoe moest men eigenlijk heiligen afbeelden? Veel schilders baseerden zich op een literair werk: De legenda Aurea (de gouden legende). Dit werd in 1250-1300 geschreven en is een verzameling van heiligenlevens. Het werd geschreven door de dominicaan Jacobus de Voragine, bisschop van Genua. In de loop van de 14de eeuw werden diverse vertalingen gemaakt, waaronder het middelnederlands. Het boek kwam in gedrang met de opkomst van het protestantisme, omdat veel heiligenlegendes ongeloofwaardig werden bevonden. Niettemin gebruiken de meeste schilders het boek als leidraad voor hun schilderijen. Intussen is in 2022 een nieuwe uitgave verschenen in het Nederlands. Een dikke turf van 1120 bladzijden!
|