Zoals Jan Steen en Frans Hals beroemd waren om hun genreschilderijen in de Hollandse Gouden eeuw, zo was Emmanuel De Witte gekend om zijn schilderijen van kerkinterieurs. In tegenstelling tot andere schilders, plaatste hij personen op zijn schilderijen en gebruikte ook meer zonlicht in de ruimte. Zijn werken zijn heel gedetailleerd, maar niet altijd waarheidsgetrouw.
Hier een werkje van de oude kerk van Delft dat hij schilderde. Het kan vandaag misschien ludiek overkomen dat die hond tegen de pilaar plast en twee kinderen op een andere pilaar figuurtjes tekenen, maar in die tijd kwam het wel meer voor. De Kerk was vroeger dé plaats waar mensen samen kwamen. Er werd gebeden, maar ook socuale contacten gelegd. Je kon er dus net zo goed bedelaars als zwerfhonden aantreffen.
Daarom had men tot laat in de 19de eeuw hondenslagers in dienst. Enerzijds had de stad die in dienst voor het doodknuppelen van gevaarlijke zwerfhonden en anderzijds had de kerk ook zo iemand in dienst om de orde te bewaren in de kerk, waaronder het verdrijven van zwerfhonden (in de kerk werden ze niet doodgeknuppeld). Maar hij had ook toezicht als kinderen teveel lawaai maakten of koppeltjes zaten te vrijen. Meestal zorgde hij ook voor de properheid in de kerk. Zoals je ziet zijn de interieurs van de kerken leeg, want de stoelen in de kerk komen er pas met Napoleon.
Ook iets wat je in sommige kathedralen in Frankrijk nog ziet: het labyrinth op de vloer, zoals DIT in Chartres. In de middeleeuwen liepen gelovigen het labyrinth af op de knieën al biddend, hetzij als bedevaart, hetzij als boetedoening.
Om terug te keren over die honden: uit de stadsrekeningen van Gent blijkt dat in het jaar 1583 maar liefst 1548 honden werden doodgeknuppeld. Blijkbaar had men enige jaren er niet naar omgezien, want voorgaande jaren was dit merkelijk minder. Men had het ook gemunt op hongerige honden, agressieve honden en grote honden. Daartoe liet men de hond onder een ijzeren beugel doorlopen. Kon hij erdoor, dan kon hij nog even blijven leven. Vandaar het gezegde dat 'iets door de beugel kan'... De reden dat zoveel honden losliepen was omdat men een taks op honden hief. In tijden van tegenspoed, werkloosheid en armoede waren de honden de eerste die op straat terechtkwamen. Jachthonden van rijken waren vrijgesteld...
|