Dit is vrijwel het enige werk dat resteert van Johannes Torrentius (1588-1644), of beter gezegd: Johannes Symoonisz. van der beeck, zoals hij echt noemde. Zijn levensstijl kon je wat vergelijken met die van Caravaggio: drank, vertier, vrouwen,... Hij zou vaak obscene werken gemaakt hebben en schuwde ketterij niet. Zijn levensstijl werd uiteindelijk te gortig en in 1627 werd hij veroordeeld tot 20 jaar gevangenis en werden al zijn schilderijen verbrand door de beul. Na 2 jaar gevangenschap werd hij vrijgelaten op aandringen van de Engelse vorst Karel I en de stadhouder. Nadien werd hij enige jaren hofschilder aan het Engelse Hof en keerde nadien naar Holland terug en woonde in bij zijn moeder tot zijn dood. De werken die hij in Engeland maakte zijn eveneens verdwenen na de onthoofding van Karel I. Dit stilleven van hem dateert van 1614. Men is nog steeds versteld hoe Torrentius met licht en schaduw kon werken. Vooral de weerkaatsingen zijn van een ongelooflijke precisie. Vermoedelijk heeft hij gebruik gemaakt van een camera obscura. Het stilleven symboliseert de deugd matiging. Dat merk je aan de partituur waarop de tekst staat:"Wat buyten maet bestaet in 't onmaets quaat vergaet". In het clipje dat je HIER vindt, hoor je het melodietje dat op de partituur staat. Opvallend hierbij is dat de melodie eindigd met een tritonus, dit is twee opeenvolgende noten die drie toonafstanden van elkaar liggen. Het wordt ook het 'duivelsakkoord' genoemd. Lange tijd, en ook in de tijd van Torrentius, was dit akkoord verboden in de Kerk, omdat het te angstaanjagend klonk. Vandaar dat het een duivels geluid was en het duivelsakkoord werd genoemd. We kennen het vandaag nog als de twee tonen van een klassieke politiesirene. Of de eerste tonen van de song 'Black Sabbath'. Het wordt vandaag vaak gebruikt in heavy metal muziek.
|