Zoals 'Le déjeuner sur l'herbe' van Manet in 1863 kritiek oogstte, was dit net hetzelfde met 'Het witte meisje' van Whistler. Niettemin was zijn naam hierdoor gemaakt op de Salon des Refusés. De daaropvolgende jaren zette Whistler zich meer en meer af van het realisme. In zijn schilderijen beperkte hij het kleurenpalet tot schakeringen van een of twee kleuren. Bovenop werden de onderwerpen op het schilderij louter nog vormen zonder enig detail. De resultaten waren dromerige landschappen waarvan de inhoud heel beperkt was en zich beperkte tot contouren.
Rond de jaren 1870 begon hij zijn werken muzikale titels te geven. 'Het witte meisje' werd dan een 'symphony in white'. En zijn avondlijke landschappen werden 'nocturnes' genoemd. Het is op die schilderijen dat Claude Debussy zijn 'nocturnes' zal componeren: nuages, Fêtes en Sirenes. In die werken probeerde hij de dromerige, onbetekenende sfeer van Whistler te vertolken. En de rage was hierdoor begonnen: muziekwerken als 'images', sous la plui, clair de la lune,... volgden. Toen Debussy kritiek had op de muziek van de excentrieke Erik Satie, dat deze geen vorm had, antwoordde Satie met de titel in zijn volgend werk: 'trois morceaux en fome de poire'. En zo was de perenmuziek van Satie ontstaan, later volgden de Veritable preludes flasques (pour un chien), Descriptions Automatiques en zijn sonate bureaucratique....
|