We zien twee dames in een rijk interieur die zich amuseren met een baby. De dame in het wit houdt een trekpopje boven de baby zodat hij er net niet aankan. Het lijkt misschien vandaag een huiselijk tafereel, maar toen (geschilderd in 1873) had een trekpop een andere betekenis.
Tot 1800 zie je op schilderijen vaak de man die een vrouw het hof maakt. Hij was de jager, zij besliste of ze al dan niet prooi wou zijn. Dat spanningsveld werd vaak uitgebeeld op schilderijen, veelal als onderliggende betekenis, zoals in genretaferelen in de 17de eeuw in Nederland.
Na 1800 verandert geleidelijk die relatieverhouding. Vaak wordt een mentaal sterkere vrouw afgebeeld. Hetzij als femme fatale, het zij als echtgenote met een geheime minnaar. Oorsprong lag uiteraard in de bourgeoisie die ontstaan was en waardoor het aantal verstandshuwelijke veel groter was dan in het Ancien Regime. Trouwen was bij de betere klasse een soort handelscontract tussen families. Hij werkte dan aan zijn carrière en zij mocht 'madam' spelen. Maar het ging nog iets verder: het beeld van de vrouw dat ontstond was dat van zij die heerste over de man. De vrouw kon een vrouw in haar macht houden door haar lichaam, haar uitstraling of omdat ze veel wist van hem. Het beeld dat een man de speelbal was van de vrouw, wordt net symbolisch weergegeven met de trekpop.
Dus op het schilderij tonen ze de baby het spel dat het later zal moeten aanleren en dat de dames maar al te goed kennen, gezien het rijke interieur. Andere voorbeelden zijn die van: 'Disparate feminino' en 'El pelele'van Goya, 'La Dame au pantin' van Felicien Rops en 'La Courtisane Moderne' van Thomas Couture, 'vrouw en pop' van Angel Zarraga'
Het spreekt voor zich dat de trekpop vaak gebruikt werd in karikaturen en spotprenten, waarbij de rijke dame werd afgebeeld als 'veredelde prostituée' en de man als een loser die zijn geslachtsdeel naloopt. Het is perfect afgebeeld in Rop's 'Pornokrates'.
En rond dit thema op literair vlak mogen we uiteraard de Gentenaar Pierre Louÿs niet vergeten (hij werd geboren in de onderstraat 29 te Gent), die in Parijs furrore maakte in 1898 met zijn roman 'Au bout d'un fil'. Voordien had hij al naam gemaakt met zijn erotische verzen 'Les Chansons de Bilitis', waarvan drie op muziek werden gezet door Debussy. Je kan ze HIER horen.
|