Het blijft een briljante schilder, die De Braekeleer. Voor de oppervlakkige toeschouwer zijn zijn schilderijen oppervlakkige, nietszeggende tafereeltjes. Maar wie moeite doet en de tijd neemt, wordt door hem op sleeptouw genomen. Hij speelt met je ogen als je ronddwaalt over het schilderij. Hij trekt de aandacht naar iets, en dan plots kijk je elders en kom je voor een verrassing. En dan beginnen de vragen...
Hier schildert hij een jongedame die op een stoel zit en kijkt over de Teniersplaats in Antwerpen. Het plein is leeg op een tweetal personen na. Een persoon in een deurgat en een andere voor een uitstalraam. Het is een zonnige dag en je voelt de stilte. Het beeld heeft iets intiems door het contrast van het behaaglijke buitenzicht en het beklemmende binnen van het kamertje. Zelfs haar gordijntje links van haar is dichtgetrokken. De haren van het meisje zijn samengehouden door een netje. Verder heeft ze een oorbel, maar we kunnen haar gezicht niet zien. Het kamertje is armtierig. Wat doet ze daar? Wie is ze? zijn de eerste vragen die opkomen. En dan, als je ogen vallen op haar hand die op de vensterbank ligt, zie je een gebroken hand. De vingers lijken gebroken geweest te zijn. En dan kijk je naar de andere hand, die op het eerste zicht een gebalde vuist lijkt, maar nee..de vingers zijn geamputeerd! Terug ga je rondkijken naar haar. Maar je hebt er geen vat op. Ze blijft anoniem. Wat is er met haar gebeurd? Dit is dus De Braekeleer. Eens je op dat moment gekomen bent, laat hij jou suggereren, gissen, fantaseren. Wat plausibel kan zijn uit die tijd (geschilderd in 1876), is dat ze in een katoenspinnerij gewerkt heeft. De meest voorkomende ongevallen toen waren afgehakte vingers en zelfs handen door de machines. De meisjes die daar werkten moesten ook hun haren in een netje dragen op fabriek, om niet tussen de machines te geraken. Het zou best kunnen. Misschien mijmert ze nu, dat ze verlaten achterblijft en dat ze niet meer kan werken. Daardoor is het plein leeg, want iedereen is naar de fabriek. Zij blijft echter achter op het donkere kamertje. Ze is van geen tel meer. Voor haar schijnt de zon niet meer. Enfin, het is maar een interpretatie.
Je kijkt dan nog eens rond op het pleintje, naar de huizen, de toren. En dan... ligt daar een man op het dak? In de goot van het hoogste huis, net onder de kerktoren. Het lijkt er op. Inzoomen met het scherm vervaagt het beeld. Het is niet duidelijk, maar de contouren lijken die van een mens. De Braekeleer zet je 150 jaar later nog voor schut! Ik wil het weten! Nergens op internet iets over te vinden. Wel over de handen. Niets over een man op het dak. Dan maar de ultieme poging wagen: een mail sturen naar het KMSKA waar het schilderij zich bevindt. Misschien dat zij iets meer weten. Afwachten dus...
De Braekeleer inspireert niet alleen mij. Zelfs dichter Herman De Coninck schreef er een gedicht over:
"Binnen waren de kasten en de jaren en de vrouwen leven te bedaren Hout werkt aan oud te worden Licht werkt aan lichtgele sterkte in oude klare"
(Uit "Henri De Braekeleer" -Herman De Coninck)
|