In de eerste helft van de 17de eeuw verschenen vanuit protestantse zijde diverse schilderijen met kritiek op de katholieke kerk. Vooral de losbandigheid en de hypocrisie werd aan de kaak gesteld. Dit is zo een schilderij van Cornelisz van Haarlem uit 1591. Hij was vier jaar toen de beeldenstorm uitbrak. Hij was een kind van een welgestelde katholieke familie, maar zou op 19-jarige leeftijd overgaan naar de gereformeerde kerk. Door de soberheid van het protestantisme bleven voor veel schilders de opdrachten uit voor religieuze taferelen. Vandaar de bloei in Nederland van portretten, genrestukken en schilderijen met een mythologisch thema. Maar ook soms spotprenten en satirestukken, zoals dit schilderij dat opgekocht werd door de burgemeesters van Haarlem. Toen later de storm tussen katholieken en protestanten was geluwd, opperden de katholieken dat het schilderij een wonder uitbeeldt en geen satire was. Uit de borst van de begijn kwam wijn, zo opperden ze, dus het was een mirakelstuk! Het is maar hoe je het bekijkt...
Een ander schilderij uit die periode kan men moeilijker als mirakel zien. Het is van een onbekende schilder. Het stelt een monnik voor die vrijt met een non. Het koppel wordt begluurd door een man met een kroon. Maar geen gewone kroon, maar een pausenkroon. Het gaat er dus om dat de paus de ontucht laat betijen. En onder de stoel, ietwat moeilijk te zien in het donker zit een zwarte kat, symbool van de duivel. De kat heeft wel een bisschopsmijter op haar kop. De eieren waaruit kleine monnikjes komen verwijst naar het addergebroed...hun nageslacht.
|