Dit schilderij is een mijlpaal in de schilderkunst voor wat betreft techniek. Even kort uitgelegd:
Tot halverwege 1800 schilderde men vooral binnen in ataeliers en gebruikte men een academische stijl met een vaste lichtinval en veel details. Met de komst van de verftube in 1843 konden schilders buiten schilderen. De omslachtigheid om kleuren te mengen met pigmenten was voorbij. Echter buiten verandert het licht en had men ook niet de tijd om wekenlang of soms maanden te schilderen omdat alles in de natuur veranderde. Daardoor ging men minder gedetailleerd schilderen en zo komen we tot het impressioisme. Seurat ontwikkelde met dit schilderij een nieuwe stijl die eigenlijk een brug was tussen academisch en impressionisme. In plaats van losse penseeltrekken werkte hij met puntjes verf van één kleur. Hij baseerde zich hierbij op de kleurentheorie van Chevreul, een kleurenmenger voor Goblin-wandtapijten. Hij stelde dat de hersenen naast elkaarliggende contrasterende kleuren groter doen lijken. Zo ontdekte Seurat dat de helderheid van kleuren groter werd door twee puntjes met complementaire kleuren naast elkaar te plaatsen en dat de hersenen dit als één kleur ervaarden. Deze techniek gaf meer detail dan de losse penseelstreken van impressionisten en noemen we vandaag het pointillisme. Weliswaar was het heel arbeidsintensief. Aan dit schilderij werkte Seurat twee jaar!
Qua thema kan je het vergelijken met 'Le Déjeuner sur l'herbe' van Manet. La Grande Jatte was een eiland in de Seine aan de rand van Parijs. Het was een plaats waar de rijken kwamen verpozen op zondagen, maar tevens een ontmoetingsplaats was voor prostituées. Zo staat het aapje rechtsonder voor wellust en suggereert hij dat het koppel een rijke man is met zijn courtisane. Of bvb. de dame links die staat te vissen is ook een erotische verwijzing. We zeggen vandaag nog altijd 'iemand aan de haak slaan' of 'zijn vis bakt niet'. Daarnaast maakt Seurat het contrast door gewone arbeiders tussen de rijke burgerij te schilderen.
|