Dit schilderij van Bruegel de Jonge is gebaseerd op een werk van zijn vader, waarvan men enkel nog een schets heeft in Wenen. Op die schets staat bijgeschreven: 'dit sin dye pelgerommen di op sint Jans dach buyten bruessel te muelebeec danssen moeten ende als sy ouer een brugge gedanst oft gesprongen hebben dan sin sy genesen vor een heel Jaer van Sint Jans siechte'.
Het schilderij stelt dus de jaarlijkse processie voor in Molenbeek (de Sint Jan Baptistekerk op de achtergrond). Die vond plaats op 24 juni of St Jansdag. Sint Jan de Doper (en ook Sint Vitus) waren de beschermheiligen tegen epilepsie of toen 'de vallende ziekte' genoemd. Door de processie uit te voeren kon men één jaar gevrijwaard blijven van aanvallen. De tocht moest al dansend afgelegd worden tot aan de kerk. Het brugje voor de kerk (links op het schilderij) moest men oversteken zonder dat de voete nde grond raakten. Een vergelijkbare processie kennen we vandaag nog in Echternach (die van drie stappen vooruit en twee achteruit).
Je kan je afvragen van 'waren mensen zo lichtgelovig toen?' Totaal niet, maar om hen te begrijpen moet je je inleven in hun wereld, waar gezondheidszorg quasi onbestaande is en de onwetendheid welig tiert. Stel dat je in die tijd tandpijn had. De enige remedie was bij een barbier gaan die hem met een tang zonder enige verdoving eruit sleurde. Weet ook dat toen vele mensen stierven door kiespijn! Geef toe, als men dan zegt: 'ga op bedevaart bij de H. Appolonia' dan zou je toch wel eerst overwegen om bij Sinte Ploone te gaan, niet? Zelfs vandaag nog zijn er tal van alternatieve geneeswijzen zoals homeopatie of promoten her en der kwakzalvers de ultieme remedie tegen ongeneeslijke ziektes. En mensen in dit geval zien dit ook als enige uitweg. Zoals Prof Braeckman stelt: 'Het is als in een rivier terechtkomen en niet kunnen zwemmen, en je dan vastklampen aan een krokodil'.
|