In 1866 probeerde Manet, na zijn schandaal met zijn 'Olympia', nog maar eens deel te nemen aan de Salon in Parijs. Hij stuurde twee werken in waaronder deze 'fluitspeler'. Tevergeefs want ze werden geweigerd. Manet had de kunst van de Spaanse schilder Velasquez leren kennen, die bij zijn portretten een egale achtergrond hebben. Dit nam Manet over. De fluitspeler heeft een monochrome achtergrond, terwijl de jongen een kleurrijk uniform aanheeft. Daardoor kreeg het schilderij diepte zonder schaduwen te gebruiken. De enige schaduw die je ziet is een klein streepje aan één van de voeten van de jongen. Het figuur is ook mooi afgelijnd. Dit maakte het schilderij in die tijd heel modern, en dat was één van de redenen wat de jury dwars zat omdat ze meer de voorkeur gaven aan de verfijnde academische stijl. Maar er was meer.
Het schilderij was terug tamelijk groot (1,6m op 1m), wat voor het publiek de link legde naar iets voornaam of verheven, terwijl het onderwerp dat totaal niet was. Om die nietigheid in te schatten moet je weten wat de fluitspeler toen was...
De jongen heeft het uniform aan van de Keizerlijke garde van Napoleon III. Dergelijke jongens waren veelal weesjongens die op jonge leeftijd werden ingelijfd bij het leger. Ook waren het soms kinderen van arme gezinnen die de man des huizes volgden, terwijl de vrouw voor het leger kookte of kleren verstelden, en waarbij de kinderen meegingen. De jongens stonden in voor het onderhoud van materiaal en wapens en sommigen kregen een muziekopleiding. In die tijd werden legers bij charges nog vergezeld van tromgeroffel, trompetters en fluitisten. Ze liepen in de eerste linie en waren vaak de eerste doden bij een charge. Iedereen wist dat het fout was om kinderen in een oorlog te sturen, maar het was een soort publiek geheim dat men liever niet onder ogen wou zien en men zeker niet over sprak. En DAT maakte dat het schilderij ongewenst was. Manet vertelde wat men liever niet hoorde.
Het thema kwam ook in de klassieke muziek en poëzie voor. In 1805 werd de dichtbundel 'Das Knaben wunderhorn' uitgegeven, waaruit Gustav Mahher het lied 'Tambourg'sell' schreef. De melodie van dat lied was de basis voor zijn eerste deel in zijn 5de symfonie. Dit gaat over jongen, hier een trompetter, die de aanval ingaat en getroffen wordt en sterft. Je hoort hem in DIT fragment muzikaal sterven. Op 11:18 wordt hij getroffen en hoor je hem neerzijgen en de laatste adem uitblazen...
Nog dit: mocht je ooit in Cadenet in Frankrijk zijn, dan zie je dit beeldje van een tambourjongen. André Estienne was zijn naam en hij vocht heldhaftig aan de zijde van Napoleon op de Pont d'Arcole en werd door Napoleon onderscheiden voor zijn moed. Minder geluk had Pierre Bayle. Die stierf in de strijd in het Spaanse Figueras en kreeg zijn beeld in het dorpje Tourreilles.
|