Waar ik het bij 'de kunst van het kijken' nog niet over had, is semiotiek. Bij semiotiek in kunst gaat men er van uit dat het beeld bestaat uit afzonderlijke onderdelen, die weliswaar los van elkaar staan, maar die met elkaar verband houden. Men gaat hierbij echter niet op zoek om de waarheid of de betekenis te achterhalen, maar eerder de verbanden, zoals hiërarchie, tegenstrijdigheden of diepere betekenis, waardoor het werk een bepaalde uitstraling heeft. Veel heeft het te maken met poses tot elkaar, gelaatsuitdringen, sfeer,... Neem bijvoorbeeld deze foto van George Bush en Bono. Een foto van twee mannen, maar over hun houding en uitstraling valt veel te zeggen. Ze poseren elk voor 'hun publiek'. Bono maakt een vredesteken voor zijn publiek van Live Aid. Bush legt de arm op zijn schouder en lacht, als wil hij zijn kiezers zeggen dat hij als president de vredelievende projecten steunt. Of de steun voor Bono voldoende is, is te betwijfelen, aan zijn mond te zien, maar hij lijkt strijdvaardig. Dit is semiotiek dus. Het zijn natuurlijk interpretaties, maar ze kunnen bij schilderijen soms veelbetekenend zijn. Het berust dus vaak op de studie van lichaamstaal. En die bestuderen is ook al een aanrader. Je kan hem dagdagelijks toepassen. Zo is onze comfortzone ongeveer 80 cm. Wie binnen deze zone staat maakt ons ongemakkelijk (tenzij je met iemand in bed duikelt). Neem bvb.: met iemand in de lift staan of op een overvolle bus staan. Mensen kijken naar de liftnummers, naar de grond of de andere kant op. Als je echt iemand op de zenuwen wil werken, moet je dan iemand in de ogen kijken. Die draait zich in alle richtingen (tenzij de persoon een dominant karakter heeft en je afblaft wat er scheelt misschien). Een man zit op een terrasje: onderuitgezakt, knieën van elkaar en de armen wijd uiteen: hij staat open voor een tafelgenoot. Is iemand aan het lezen, wil hij liever niet gestoord worden en geen contact. Ben je genootzaakt om een tafeltje met een vreemde te delen? Plaats de asbak, het bloemetje en alles op tafel in een wijde cirkel rond jou op tafel. Je vergroot je territorium en verkleint dat van de ander. Binnen de kortste keren stapt de ander op. En zo zijn er veel lichaamshoudingen: benen over elkaar leggen en de voet wijst in je richting: de gesprekspartner heeft interesse. Wijst de voet weg van je (daardoor draait de rug zich deels naar je toe) is er geen interesse. Ook identieke gebaren overnemen van een vreemde, zorgt dat die vreemde je sneller in het oog heeft. Een goed boekje over lichaamstaal is 'Body language' van Joe Navarro (in het nederlands). Succes!
|