Dit keer een Belgisch historiestuk uit 1835. De volledige titel is: 'tafereel van de septemberdagen 1830 op de Grote Markt in Brussel'. 4,44m op 6,60 m groot! Als dat geen nationaal gevoel moest opwekken! Het werd gepresenteerd in 1835 tijdens de september-herdenking en het werd een groot succes. Een massa litho's werden ervan gemaakt en werden de volgende jaren aan de schouw in de huiskamers gehangen (wellicht naast 'Goed ziet U. Hier vloekt men niet). Heel origineel was die Wappers nu ook weer niet. Je kan zo zien dat hij kennis had gemaakt met Eugene Delacroix in Parijs. Bekijk maar eens 'La Liberté guidant le peuple' en je weet meteen waar Wappers de mosterd haalde. Net als bij Delacroix staat er één met een vlag te zwaaien en ook hier zijn de 'strijders' van alle sociale klassen.
Op de schoolbanken kreeg je te horen dat de opstand ontstond na de opera 'De Stomme van Portici' en als kind gaat er zoiets in als zoete koek. Een volwassene die vandaag een beetje zin heeft voor geschiedenis weet wel beter. Het klootjesvolk ging niet naar een opera. Dat was voor de bourgeoisie. En het waren zij inderdaad die het startsein gaven: ze waren katholiek en Franstalig, de Hollanders waren protestant en Nederlandstalig. Voor wat zakgeld aan het Brussels gepeupel begonnen die baldadigheden uit te steken en de rest is gekend. Uiteraard dat de Hollanders ons tweederangs behandelden, maar ze waren bijlange zo erg niet als de Franstalige bourgeoisie die de Vlaamse boeren uitmolken.Denk maar aan de Gentse universiteit die we kregen en het kanaal Gent-Terneuzen van Willem I. Neem dus gerust dat schilderij van Wappers met een pot vol zout! Maar soit, zijn broodje was gebakken. Hij werd uiteraard hofschilder van Leopold I.
Nu ik er aan denk: veel kinderliedjes hebben betrekking op de oorlog...
'1,2,3,4 hoedje van' : een spotliedje op de Hollanders. Nederland had niet echt een landleger, wel een marine. Toen ze naar Brussel trokken hadden ze amper uniformen. Zo werden veel uniformhoeden (de steek) gemaakt van hard papier ingestreken met was. Vandaar dat het 'hoedje van gazettenpapier' bij ons zo bekend is. 'Het regent, het zegent, de pannekes worden nat-daar kwamen twee soldaatjes aan-ze vielen op hun gat': komt van de oorlog met de Spanjaarden. De 'pannetjes' waren de kruitpannen van de munitie. Als die nat werd, konden ze niet terugschieten. 'op hun gat vallen ' was sneuvelen. 'Hop Marjanneke, stroop in 't kanneke, laat de poppetjes dansen': slaat op de oorlog met Napoleon. Marianne was de personificatie van de vrijheid (zie schilderij delacroix). De poppetjes waren de Franse soldaten die vluchtten... Brand in Mokum (komt uit het Engels en sloeg op het platbranden van het Schotse Edinburgh door de Engelsen)
|