Ik ging meehelpen op een groot Iers
openluchtfeest. Mijn taak bestond erin om drank te serveren. De barman toonde hoe
het moest. Eerste tapte hij een kruik vol met bier en
deed er dan enkele scheuten whisky bij. Dan goot hij het in zijn hemdsmouw en schudde
hij ermee. Je schenkt de glazen vol vanuit de mauw. Vraag nooit of iemand nog iets wil.
De glazen moeten vol blijven, vervolgde hij. Ondertussen kwamen de genodigden een voor een
aan de tafels. Het ging er joviaal aan toe. Het was niet nodig dat ik de taal
verstond want men schreeuwde met wijde gebaren. Tegen de avond werd ik verzocht de
brandweerlui, die om een ongekende reden op het dak zaten, te bedienen. Met een volle mouw biercocktail klauterde ik
met moeite langs schamele houten ladders en wankele dakgoten tot op het hoogst
gelegen dak. Terwijl ik de brandweermannen serveerde dronk
ik mee en werd ik bedwelmd door de drank. Toen ik wakker werd waren ze verdwenen. Ze hadden
de ladders meegenomen. Ik zocht naar een afdaling. Daarvoor moest ik
over glazen daken. Alles waaraan ik me vastklampte was versleten en stond los.
Ik was toegewezen op mijn schamel evenwicht. Dan kwam ik een vriendin tegen. Ze liep als
een kat over boorden en de glazen daken. Ik vroeg haar langs welke weg ze gekomen was. Ze zei: trek uw plan. Ik heb u al zolang niet
meer gezien. Zoekend met evenwichtsstoornissen ontdekte ik
een stalen trap die naar beneden leidde. Ook die was onstabiel en toen die een paar
verdiepen boven de begane grond eindigde, klom ik op een glijbaan schuin ernaast. Ik slurpte het restant uit mijn hemdsmouw en
gleed naar beneden. Op dat ogenblik viel de trap met een hels lawaai vlakbij de genodigden te
pletter. Waar ben je gebleven, vroeg de barman
teleurgesteld. De Ieren hebben dorst. Her en der lagen mannen en vrouwen
uitgestrekt in het gras. Ik serveerde hen opnieuw uit mijn hemdsmouw.
Het feest kwam terug tot leven. Dan werd ik wakker en beleefde ik de dag.
Waar zit de werkelijkheid, vraag ik me dan af.
|