Schat, ben je er nog?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ja.
Zou je niet opstaan, het is over tien.
Ik heb de vroege ochtend verkwanseld in mijn slaap. Ze is naar de markt geweest en als een bloemenvrouw teruggekomen.
"Jij doet de keuken vandaag". Ze zegt het bijna zingend.Vrouwen zoals zij zeggen zoiets geen twee keer.
Als een papieren engel zweeft ze door de tuin, wikkend en wegend met de planten die ze gekocht heeft. Geen dampende koffie met croissants. Ik dool als een kluizenaar rond in de sacristie die gisterenavond voor de sauzen diende, scharrelend in het overschot.
zij en de bloemen
ik en de afwas
Voor we weg gaan moet de keuken proper zijn.
We hebben de regenjassen meegenomen. Zij rijdt voorop. Huizen kijken. Soms zegt ze: kijk, die ramen hebben een mooie kleur, dat zou bij ons ook niet misstaan.
Ergens op een bank leest ze een boek, ik een krant. We drinken Fanta-light.
Thuis heeft iemand de Camembert opgegeten. Er ligt nog wat vereenzaamde smeerkaas in de frigo.
De ochtend erna...omelet met champignons. Ingeduffeld in kamerjas geniet ze van haar tweede tas koffie. Geen slaperigheid meer te bespeuren in die fonkelende ogen die me vertellen dat ik vandaag niet de ganse dag op een stoel zal zitten turen naar woorden. Er is een barst in de façade die moet gedicht worden. Na die fietstocht van gisteren is teveel gevelschoon op haar netvlies gebleven. Ik zal het zelf wel doen maar ik heb je advies nodig, zegt ze diplomatisch.
Wanneer?
Vandaag, nu.
Laat mij het doen.
Wanneer?
Na de kelder.
Dat duurt nog tien jaar. Hou op in die kelder en dicht die barst vandaag.
Eerst de krant en dan straks.
Goed, vandaag dan?
Vandaag.
Ze glimlacht mild. Ze denkt: wat hebben we aan woorden.
|