Piemonte, donderdag
12 juni 2008
Beste,
Laat ik dit schrijven beginnen in de meest
eenvoudige vorm: Hoe gaat het met U? en om mijn vraag concreter te stellen: Hoe
gaat het met de gezondheid? Zelf verblijf ik momenteel in Piemonte, wat
letterlijk aan de voet van de bergen betekent. Ik zal deze brief pas bij mijn thuiskomst
versturen omdat ik het huisnummer van uw woonplaats vergeten ben. Waarom schrijf ik deze brief vraagt U en ik
zich af. Zomaar zou een oneerlijk antwoord zijn
van mijnentwege. Laten we het achterwege houden. Elke dag schrijf ik op dezelfde plaats een
vijftal regels voor deze brief bestemd. Gisterenavond bij het omkleden had ze voor
de spiegel gestaan. Die spiegels zijn zo confronterend. Ik heb geen mooie
benen had ze gezegd. Nu ligt ze gekruld onder de lakens.
Voorzichtig vang ik langs een kier in het gordijn een glimp van het
buitenlicht. Dan schuif ik het gordijn weer dicht om haar niet wakker te maken. Ik ga buiten. Van op een grasheuvel zie ik wijnstronken
en schrik wanneer een vlieg dicht voorbij mijn oor raast. Is het het geluid van de wind die in de
bomen blaast of het geraas van de benedenstad dat ik hoor? De dag herleeft.
Scarnafigi
13h
Luister hoe de mussen t sjilpen speels kwinkelen in het gloeiend
middaglicht met glijdende zwaluwschaduwen over het
asfalt. Op het terras verschuift licht de tijd tot een oude man met zwarte mouwen het dorpsplein aan fietst en zijn polshorloge gelijk zet met de klok.
Voor mezelf bestel ik een glas bier en voor
haar witte wijn. Wanneer de winkel hiernaast opnieuw de deuren opent koop ik
een hoed van stro. Vanmorgen had ze in Verzuolo water gekocht
voor onderweg. Voorbij Bar Centro moesten we schuin linksaf naar Manta om dan
verder te gaan naar Saluzzo. Daar hadden we in een buitengalerij cappuccino
gedronken en naar passanten gekeken. De tafel wiebelde. Leun niet tegen de tafel, anders gutst het
melkschuim uit de tas had ik haar gezegd.
Avond
Ik schat de tijd aan de hand van zeventien
handgeschreven regels. Dan moet het nu 19h45 zijn. Het regent niet voor lang. De wind waait
zacht en de drie bomen waaronder ik zit voorkomen voorlopig regendruppels op
dit blad papier. Gisterenavond had ik nog naar verre
bliksems gekeken die wolken schichtig deden oplichten. Deze plaats zou U aanstaan, beste
schoolkameraad. Vorige nacht ben ik in een droom Guido
tegen gekomen. Vijfendertig jaar geleden hadden we elkaar voor het laatst
ontmoet. Sindsdien is Guido blijven groeien en draagt hij een trapladder met
zich mee. Het is een hulpmiddel voor oogcontact als je met hem praat. Vooraleer ik de trapladder op klom omarmden
we elkaar en kwam iemand haastig vertellen dat mijn woonst door een onweer was
vernield.
Venasca,
14 juni 2008 koffieterras.
Ze bladert in de helaasheid der dingen
terwijl ik notities in mijn dagboek maak en veel zin heb in grapa. Love milk,
fruit, chocolate and grapa. Mensen komen en gaan, net
zoals die Italiaan aan de tafel naast ons die kuchend aan een door teer
verbruinde sigaret lurkt, of die vier motards die met veel tumult aan het
benzinestation stopten en nog kinderen bleken tee zijn toen ze hun helmen af
deden. Is dit leven niet als een
snel kolkende rivier, waarin het schuim door obstakels een uitdrukking is van
moed? Misschien is het wel een
langdurige heildronk op wat ons te wachten staat. Nog voor mijn thuiskomst
heb ik uw heengaan vernomen, beste zielsgenoot. Zinloos om deze brief nog te
versturen. Het zou U verheugd hebben
te weten dat ik niet bedroefd ben. Ge hebt de moed gehad te leven zoals gij het
zelf wilde.
Groet.
|