Met een wolfshonds gevoel besluit ik om te zwijgen, te kijken en te luisteren hoe ze
comuniceren in deze langste dagen. We zouden haast het
beestige in dit leven voorgoed vergeten moest
het avondlicht niet schijnen. Ik kan beter zwijgen maar zwijgen kan ik niet.
Een dag zonnig zoals deze beeld ik me in zomaar als een ingeving dat het de laatste dag
kan zijn.
Heb ik iets gemist of heb ik nog iets te
doen? Misschien vraagtekens
vermijden of een fout verbeteren. Ik ga ervoor om die laatste ingebeelde
dag.
In mijn laatste dag ga ik op zitbanken het
stadsgebeuren bekijken en kwinkelieren in
overschot van tijd. Het grafiet van potlood
komt in beweging. In mijn fietszak steekt
een slijper. Evident is dit schrifsel
niet. Het is maar een
ingebeelde laatste dag
die dag van mij.
|