Mijn moeder was ook van Swalmen maar mijn vader kwam uit Brabant hij was geboren in Nuland
Ik ben geboren in het huis van mijn oma die woonde op de hei in Swalmen.
Het was een huisje waar ik nog met weemoed en liefde aan terug denk,de rust van die plaats zul je niet veel meer vinden op vandaag.
Ben naar school gegaan in Maasniel waar we toen woonde in het wiite dorp.
In 1954 zijn we naar Leeuwen verhuisd waar mijn vader een huis heeft gebouwd in de Daalakkerweg.
Het jaar 1959 was een groot jaar 17 Maart zijn we met de hele familie dat was pa ,ma en 9 kinderen naar Australia vertrokken.
Met de Sibajak een reis van 7 weken,.
Heb hier gewoond tot 1962 en ben weer terug gegaan naar Nederland waar ik in Roermond gewoond heb.
Maar in 1982 ben ik toch weer terug gegaan naar Australia waar mijn hele familie nog steeds woonde .
Daar woon ik dan nog steeds in het mooie Adelaide in South Australia
De oude tijden zijn vergaan. Mooie foto's zijn blijven bestaan. Waar je de oudheid kunt bekijken. Ze droegen nog kleren die je moest strijken. De mode was zo zeggen ze heel ouderwets. Maar dat is eigenlijk maar wat geklets. Vele oude zaken komen er terug. Maar de mensen vergeten oh zo vlug. Hoe ook de oude tijd had zijn charme. Want ook toen was er liefde en warmte
Blijf altijd jong van hart. Dan kun je blijven genieten. ook al heb je al eens smart. Het blijft je niet verdrieten.
Er zijn mensen die alleen maar geven Ook zijn er die alleen maar nemen. Met alle twee is goed te leven. Als men het neemt zonder temen. Het beste is de midden-weg. Van ieder geven en nemen iets.. Zo komt men er het beste zeg. Een egoist zijn is toch niets.
Ook vijanden heb je nodig in het leven. Om je te leren toleratie te geven. Dit heb je nodig om te begrijpen. Dat gemeenheid je pijnlijk kan knijpen. Vaak begrijp je niet de rede. In hun hart is dan geen vrede. Veel pijn kan brengen vijandschap. Deze mensen geven gewoon geen klap. Daarom is het dat je van hun leert. Ook al word je erg bezeerd
Trouwe honde ogen. Kijken vol met mede dogen. Als je verdriet hebt of pijn. Je trouwe hond zal er voor je zijn.
Hoeveel liefde en trouw gegeven. Van een viervoetertje verkregen. Ze helpen je door zware tijden heen Zoals mijn lieve hond is er geen een.
Eens droeg je hem in je armen. Zijn kleine armpjes deden je omarmen. Zo klein zo lief en teer. Helaas is dat al lang niet meer. Zelfs in je slechtste dromen. Had je nooit gedacht dat het zover zou komen. Dat hij jou op een dag niet meer kende. Je dacht dat je er wel aan wende. Maar dan is het weer zijn geboorte dag. Komen de herinneringen met een slag. Och sloeg hij nog eens de armpjes om je heen. Waarom is het leven toch zo gemeen? Zoveel verdriet en pijn. Kan er om je kind zijn.
Zo klein nog en vol vertrouwen Werd je aan het handje gehouwen. Door moeder en oma werd je lopen geleerd Zonder dat je al teveel werd bezeerd
Een grote familie met zijn lief en leed Ze hielden allen van elkaar wat een ieder ook deed. Er werd verhuisd naar een ver land. De famlieband werd hechter men leefde hand in hand Jaren gingen er voorbij Er kwam een ander getij. Het ouderlijk huis werd leeg. Een ieder die een ander leven kreeg. De familie groeide uit elkaar . Waarom oh waarom valt het zo zwaar. Is er toch verbroken de familie band. Geef je de schuld aan het vreemde land?
Hij was de jongste van drie zonen in je leven. Je was al ouder toen hij je werd gegeven. Er waren andere plannen gemaakt. Die door zijn komst werden gestaakt. Je had met hem een speciale band. Hij reikte immer naar jou hand. Ook zijn broers hielden van dit kind. Door een ieder werd hij zeer bemind. Teveel verwend werd hij in zijn leven. Kon hij alleen maar nemen en niet geven. Al de dingen die hij deed. Daarvan had een ieder leed. De gedachten waren aan de tijden. Toen er nog niet was dit erge lijden. En hij vol vertrouwen reikte naar jou hand. Toen er nog was die speciale band. Van een moeder en haar zoon. Alleen de herinneringen zijn nog je loon. Van dit eens zo mooi begonnen leven. Is dit alles wat nog is gebleven.
Langs de zee loop je te dromen. Eens ben je over dit grote water gekomen. Alweer veertig jaren geleden. Voor een nieuwe toekomst werd er gestreden.
Zeven weken duurde de bootreis. Het was vakantie net paradijs. De aankomst in het nieuwe vaderland. Alles zo vreemd dacht men naderhand.
Een land zover van alles vandaan. Wat werd ons toch aangedaan? Vele tranen zijn er toen gevallen. Niet te tellen zoveel in getallen.
Toch begon je langzaam aan te wennen . Wou je niet steeds meer weg rennen. De vreemde taal ging je verstaan. Ook leerde je met de mensen om te gaan.
Als je aan dat alles terug denkt. Is er nog steeds iets wat je krenkt. De gedachten aan je geboorte land. Dat gevoel van heimwee heb je niet in de hand.
Nog steeds denk je met een gevoel van pijn. Het had ook zoveel anders kunnen zijn. Want thuis dat ben je nergens meer. Dat doet nog steeds een beetje zeer.
Geniet van het leven en laat het komen. Probeer niet om het anders te dromen. Mischien had je het wel anders verwacht. Teminste dat word er vaak gedacht. Je wou weleens dat het anders kon zijn. Daar kom je achter met schade en pijn. Dat dromen zijn maar dromen. Die niet zo vaak uit komen. Als je terug denkt met veel spijt. Dacht je was het nog maar eens die tijd. Al was het toch maar heel even. Wat zou je dan genieten van het leven Maar dat bedenk je later pas Een leven zoals het was
Veel mensen zie je lijden en strijden. Om overeind te blijven in deze tijden. Het lijkt of een ieder voor zich zelf leeft. Niemand die meer voor een ander streeft. Zo jammer dat het leven zo vergaat. Een kort woord is alles wat men toelaat. Kinderen groeien op bij andere mensen. Veel speelgoed is er en geen wensen. Wel het belangrijkste in het leven. Dat een kind kan worden meegegeven. Is uit deze tijd verdwenen. Als je het zegt dan trap je op tenen. Dat er eens was een huiselijke haard. Die was in het leven alles waard. Dan denk je met in je ogen een traan. Waar moet dit alles toch heen gaan?
Je komt niet klaar in je geest. Want wat kwelt je nou het meest? Het drukt je zo te neer. Weten doe je het niet meer. Kon je maar iets eten , Dat je alles kon vergeten. Het is niet te harden soms van de pijn. Er word je gezegd je moet dankbaar zijn. Wat weten hun van je strijd, Die je dagelijks in stilte nog lijd. Een opmerking word zo gauw gemaakt Maar weet men hoe men iemand daar mee raakt?
Er zijn zoveel geloven. Die je allen veel beloven. Waarom niet een ieder vrij gelaten? In je geloven en je praten. De oorlogen doen meestal beginnen. Door over geloven te blijven spinnen. Leren de mensen dan nooit? Door de eeuwen heen berooid. Zoveel leed werd er al aangedaan. Door niet met de geloven mee te gaan. Laat een ieder toch geloven. Want eens dan komen we allen daar boven. Welk geloof word daar bedreven? Daar kan niemand een antwoord op geven. Deze korte tijd hier op aarde. Laten we hem beleven met waarde. En niet ten onder gaan aan strijd. Over geloof,het is verloren tijd
Waar zijn al deze mensen gebleven.
Je hield van hun ze waren je leven.
Het lijkt of ze zijn weg gevaagd.
Uit je leven zonder te zijn belaagd.
Was het je eigen schuld.
Had je veel te weinig geduld.
Of waren ze daar om jou een les te leren.
Zul je het ooit weten na al die keren.
Kun je niet denken aan die tijd.
Toen alles nog ging zonder nijd.
Waarom deden ze je pijn zonder reden.
Is het daarom dat je nou word gemeden?
Lief zijn voor elkaar is er niet meer bij.
Teveel eigen gereidheid dat zeg jij.
Vergeven en vergeten zijn grote woorden .
Was het dat je dit al eens eerder hoorden.
Langs de zee loop je te dromen. Eens ben je over dit grote water gekomen. Alweer veertig jaren geleden. Voor een nieuwe toekomst werd er gestreden. Zeven weken duurde de bootreis. Het was vakantie net paradijs. De aankomst in het nieuwe vaderland. Alles zo vreemd dacht men naderhand. Een land zover van alles vandaan. Wat werd ons toch aangedaan? Vele tranen zijn er toen gevallen. Niet te tellen zoveel in getallen. Toch begon je langzaam aan te wennen . Wou je niet steeds meer weg rennen. De vreemde taal ging je verstaan. Ook leerde je met de mensen om te gaan. Als je aan dat alles terug denkt. Is er nog steeds iets wat je krenkt. De gedachten aan je geboorte land. Dat gevoel van heimwee heb je niet in de hand. Nog steeds denk je met een gevoel van pijn. Het had ook zoveel anders kunnen zijn.