VAN KONGO NAAR AMERIKA
Inhoud blog
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - laatste dagen
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - dag 9 tot 12
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - dag 7 en 8
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17;- Reis van Phoenix naar San Francisco - dag 5 en 6

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Dagboeknotities over 30 jaar buitenland
    publicatie op blog van het boek van Kongo naar Amerika (2006) door Jozef Van Mullem
    09-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VAN KONGO NAAR AMERIKA - HOOFDSTUK 3: FARADJE - boys en allochtonen

    Boys

     

                Onze huisbedienden waren statige Logo’s,  mannen van de Logo-Avokaya stam.  Het zijn negers uit de Nijlstreek met  Ethiopische trekjes, die een kleine groep vormen in het Noordoosten  van Congo. Ze zijn niet alleen pikzwart, zwarter kan écht niet, meestal lopen ze er compleet naakt bij.  Ons huispersoneel droeg evenwel een witte schort die dit aspect van hun levenswandel bedekte.

                Schoeisels waren een teken van standing.  Voor een paar schoenen werkte men zich krom.  Groot misbaar en Faradje in rep en roer wanneer bleek dat onze  pichi Joseph de schoenen had gestolen van onze lavadère Mathias.  Stelen was dagelijkse  kost en wetende dat de gelegenheid de dief maakt deden we ons uiterste best om alles onder controle te houden. Maar één onbewaakt ogenblik was voldoende.  Pas had de boot aangemeerd te Yangambi of ik was mijn sierlijke hoed kwijt. Opgaand in een begroetingsprotocol doe ik mijn hoedje af, leg het naast mij, geef een hand, draai mij om en... hoedje weg!  Zelfde scenario in Aba, ik kom de winkel binnen, leg de in Brugge aangeschafte professionele zonnebril even terzijde, neem een boek uit het rek, wil bril terug nemen... spoorloos! 

                Een onaangename geschiedenis speelde zich af bij het bezoek van vrienden uit Yangambi.  Terwijl we zitten te tafelen bracht iemand, via het raam van Filips kamer, een bezoekje aan de kamer waar onze gasten de nacht zouden doorbrengen.  Met als gevolg dat (veel) later op de avond onze vriendin met ‘ontzetting’ vast stelde dat haar handtas verdwenen was.  Natuurlijk ben je  als gastheer  verantwoordelijk voor  de  orde in  je  eigen huis.  Maar  tegen dergelijke zaken is echter geen enkel kruid gewassen.  De historie eindigde gelukkig  met een positieve noot.  ‘s Anderendaags vonden we aan de overkant van de rivier de handtas terug.  Het geld stak er niet meer in maar  wel nog alle papieren.

    Allochtonen

     

                In Faradje maakten we kennis met een koppel allochtonen van een bijzondere soort. Ere-Gewestbeheerder en mevrouw Jean Baptiste Liègeois woonden langs de grote baan naar Watsa sedert  de loopbaan van meneer, als gewestbeheerder van Faradje,  tot een einde was gekomen.  Een unicum waarschijnlijk, want heel weinig Belgische ambtenaren bleven, eenmaal op rust,  in Afrika.  En zeker niet in een onherbergzaam oord als Faradje.  Het was tegen alle gedragsregels.                  

                Naar de kolonie ging je voor een bepaalde duur, een korte of langere carrière van hoogstens zeven termen van drie jaar.  Voor velen begon het aftellen vanaf de eerste dag.  Belgen in het buitenland hebben een groot stuk van hun originele leefwereld mee en trachten  zo goed en zo kwaad als het gaat deze  eigenheid te bewaren.  Dat was zeker niet het geval met de Portugezen en Grieken die zich volledig integreerden in het Afrikaanse milieu.  Ook de Belgische planters, de missionarissen, zagen dit helemaal anders, zowel de vestiging ter plekke als de eventuele terugkeer naar het moederland.

                Meneer Liègeois kon sappig vertellen over hoe vroeger een flink stuk van de term werd besteed aan het bereiken van de post over zee, stroom en rivier en tenslotte over land in een tipoy - een draagstoel - met een horde lastdragers die de koffers droegen met  alle zaken onontbeerlijk voor een  verblijf  onder de Afrikaanse zon.  Geruime tijd voor het einde van de term, werd weer gepakt om de reis, nu in omgekeerde volgorde tipoy, rivier, stroom en oceaan, te overdoen.  Na een aantal keren waren meneer en mevrouw Liègeois het waarschijnlijk zo beu dat ze besloten  in Afrika te blijven.  Een landhuis langs de grote baan werd gebouwd om rustig te kunnen  genieten …? Het landhuis werd later één van de vele eigendommen van John Foster Manzikala, van 1962 tot 1966 gouverneur van Kivu-Ituri, in 1948 nog in de missieschool van Faradje, later samen met Lumumba in Kisangani  in de gevangenis.  Om meer gezag af te dwingen had hij ‘Foster’ als tweede naam gekozen:

                Daarnaast vormden de paters en zusters een ander establishment.  Onder de zusters was er een soeur pique pique, een naam die zowel doelde op de bromfiets waarmede ze door de brousse draafde als op het instrument dat ze hanteerde, want ze was verpleegster.  Ze lag regelmatig overhoop met de moeder overste van de dominicanessen, la générale, want ze had zich te houden aan strenge regels.  Een ijsje en zelfs een glas water mocht zogezegd  niet worden aanvaard wanneer ze langs kwam, wat redelijk veel gebeurde.  Daarbij kon het werkelijk snikheet zijn.  Ze was een actieve engel die tientallen kilometer per dag aflegde naar afgelegen dispensaires.  Na de woelige ‘bevrijdings’dagen van 1960  is ze als lekezuster in Afrika gebleven.

                In het Noordoosten van Belgisch-Kongo hadden de Witte Paters veruit de meeste missieposten.  Faradje was echter in handen van de Dominicanen.  Overste van de kloostergemeenschap was Achiel-Jan Denys, de broer van de schrijver van Peegie  en  van  Charles Denys, scheutist, die in 1974 hoofdredacteur werd van de Gazette van Detroit - het laatste Vlaamse blad in Noord-Amerika - en dit bleef tot in 1997. 

                Achiel-Jan Denys werd in 1958 in Faradje opgevolgd door pater Vallaeys,  grote verzamelaar van Logo-muziek.  Ik had later met hem in Brugge een fascinerend gesprek over zijn lotgevallen met de rebellen in de streek van Watsa    Samen met enkele  andere mannen kon hij uit de kamer waar hij door dronken soldaten gevangen werd gehouden ontsnappen  doordat een colon het opbracht het geweer uit de handen van een bewaker te slaan. Maar vooraleer dit gebeurde was hij in die kamer op zichzelf aangewezen en moest hij een  verlammende irrationele angst overwinnen.  Eenmaal uit de kamer en in  de tuin bleef hij uren onbeweeglijk staan in het hoge gras terwijl het joelende  soldatenvolk de omgeving aan het afzoeken was.  Uiteindelijk kon hij samen met een aantal lotgenoten weg geraken. Na een safari van meerdere dagen door het evenaarswoud, een zwaar gekwetste meezeulend, bereikte de groep tenslotte heelhuids een betere wereld.

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!