VAN KONGO NAAR AMERIKA
Inhoud blog
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - laatste dagen
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - dag 9 tot 12
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17; reis van Phoenix naar San Francisco - dag 7 en 8
  • VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL VIER: AMERIKA - HOOFDSTUK 17;- Reis van Phoenix naar San Francisco - dag 5 en 6

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Dagboeknotities over 30 jaar buitenland
    publicatie op blog van het boek van Kongo naar Amerika (2006) door Jozef Van Mullem
    09-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VAN KONGO NAAR AMERIKA - DEEL TWEE: TUNESIE - HOOFDSTUK 9- LA SEM

    De zes fasen van een project:

    1. Enthousiasme

    2. Desillusie

    3. Paniek

    4. Zoektocht naar de schuldige

    5. Straf voor de onschuldige

    6.  Lof en eerbetuigingen voor de niet-deelnemers

    Hoofdstuk 9: 

    La Station Expérimentale de la Manouba(SEM)

     

              

               Ik arriveerde op zondag 29 januari 1967, onze tiende huwelijksverjaardag, in Tunis met als enige professionele bagage een exemplaar van het Accord Particulier  van 18 september 1966 waarbij in de périmètre irrigable de l’Office de la Vallée de la Medjerda (O.M.V.V.M.)  een Station Expérimentale de la Manouba (S.E.M.) werd opgericht. Naast enkele  mondelinge aanbevelingen van Profesor Lode De Wilde, promotor van het projekt en enkele contactadressen,  was dit ongeveer alles waarmede moest worden gestart.

                Een klassiek voorbeeld van een  gemoedelijk Belgisch begin.  De moederlandse administratie wist dat je de gebrekkige voorbereiding door een jeugdige inzet zou compenseren.  Verder werd gehoopt dat je spelenderwijs met de administratieve mallemolen van het nieuwe land zou leren omgaan.  ‘Al die willekeur van het moment, altijd weer opnieuw‘ (P.Muys).

                Geen houvast, geen draaiboek of richtsnoer.  Geen materiaal.  Het verslag van de pedologische prospectie  nog niet  ter beschikking.  De man die de kwaliteit van de toekomstige proefvelden moest beoordelen was confrater en vriend Paul die we kenden van vroeger in Belgisch-Kongo.  Hij woonde toen in Butembo en we hielden er halt tijdens onze reis naar Katalé in Kivu.  De pedologie die hij daar beoefende, in het land der Banande, was van een heel wat wildere soort, midden olifanten en jagers op groot wild dan de gewone prospectie in het vredige Noord-Afrika.

                De streek was ook bekend om haar pygmeeën en ivoorsnijders.  Pygmeeën die we in de buurt van Beni hebben ontmoet.  De kennismaking beperkte zich tot het uitdelen van sigaretten en een paar filmopnamen.  Het was op dat ogenblik heel vredelievend.  Later, tijdens de troebele zestiger jaren bleken ze  echter ver van vredelievend te zijn.

                Tijdens diezelfde reis logeerden we te Beni in het hotel du Ruwenzori (13 kamers en 6 badkamers, electriciteit!).  Daar hebben we voor ‘t eerst in ons leven artisjokken gegeten, niet wetende wat een belangrijke rol, een tiental jaren later, artisjokken zouden spelen op ons Station.

                De landbouw in Tunesië is mediterraan en behoort tot een ecologisch areaal, wat anders is dan een gebied dat door economische kenmerken wordt bepaald.  Ze wordt niet alleen bedreven in de landen gelegen rond de Middellandse Zee, maar ook in zuidwest Arizona, in Californië, in Centraal Chili, op de zuidwest top van Afrika en in twee kleinere gebieden van Zuid-Australië.  Wie actief is in de tuinbouw van Noord-Afrika, heeft lotgezellen over de wereld. Tussen Tunesische en Californische tomaten is teeltkundig  weinig verschil. De natuurlijke dissociatie van warmte en vochtigheid ligt zowel in Noord-Afrika als in Amerika aan de basis van een aantal teeltproblemen.  De irrigatie problematiek werd daarom te Manouba een belangrijk onderzoekselement.

                Zover waren we echter nog niet die eerste maanden van 1967 in het druilerige en winderige Manouba.  Om onze goede wil te tonen werd een 3 ha groot veld beplant met Roma tomaten voor industriële verwerking.  Dit op empirische  manier gerunde veld werd door de inzet en het enthoesiasme van de medewerkers van het eerste uur, de eerste geslaagde Vlaamse veldproef in de drieduizendjarige geschiedenis van de Tunesische tuinbouw!  Weinig mensen zijn bij deze heuglijke gebeurtenis blijven stilstaan.  Voor het S. E. M. was dit tomatenveld, qua voorbereiding, uitvoering en een oogst van meer dan 120.000 kilogram,  een regelrechte Public Relations-stunt die de latere samenwerking met Tunesische collega’s heeft vergemakkelijkt. We hadden als het ware onze geloofsbrieven getoond. Ondertussen, we zijn al april 1967, wordt aan het O.M.V.V.M gevraagd om de percelen die door ons zullen worden gebruikt, op te meten.  De topografische opmeting werd nimmer afgewerkt.  Wat was opgemeten bleek later, toen we alles nog eens zelf hadden opgemeten, niet te kloppen met de werkelijkheid. Het initiële perceelplan werd om de haverklap gewijzigd.  De wijngaard mocht opeens niet meer worden gerooid.  Laaggelegen velden die regelmatig onder water liepen moesten worden geïntegreerd.

                Begin augustus 1967, 180 dagen na onze aankomst, werden een paar losse contouren van het proefstation zichtbaar.  Na drie dagen gedraaf om de zeven  verschillende  stempels  op de  papieren  te krijgen worden we de heuse eigenaar van een loods in losse stukken, een Ford trekker, een Brabantse ploeg, een aanaarder, 55 ton meststoffen, 300 kg phytoproducten waaronder DDT, meubelen voor één kantoor, klein landbouw alaam zoals sapes, een soort hakken verwant met de kukata coupé uit Congo. Onze hakken hadden korte stelen, terwijl in het gewest Faradje, bij de Logo’s, pientere mannen, de stelen meer dan twee meter lang waren.

                Vooralsnog geen sprake om er eens in te vliegen en de retrousser les manches wat de directeur van het O.M.V.V.M. de hoogste tijd vond om te doen.  De aangeduide proefpercelen kwamen niet tijdig plantklaar.  Het oogsten van de vorige teelten was op de lange baan geschoven.  Met de middelen op dat ogenblik ter beschikking konden we ook de vervuiling die de velden vertoonden, niet de baas. 

                Tijdens de zomermaanden probeerden we de loods in elkaar te zetten. Een gebruiksaanwijzing op de wijze van ‘meccano’ was er misschien wel bij maar geen gereedschap om de klus te klaren.  Dan maar in de stijl van het project, initiatief nemen, niet klagen en dank u zeggen wanneer we ladders, een talie, koorden, kruiwagens, sleutels en tangen bij elkaar konden krijgen.  De constructie werd tenslotte aangevangen,  met zes ‘handlangers’, een metser en zijn assistent, onder de gedreven leiding van onze medewerker Paul (Monsieur Quinze voor het werkvolk afgeleid van zijn, op zijn Frans uitgesproken naam: Waelkéns)    Zijn inbreng was niet alleen een behoorlijke bouwkundige kennis maar vooral een eigen set werktuigen.  Op korte tijd stond de loods overeind en werd er ook een betonnen vloer gelegd, een hellende oprit gebouwd en een aalput van zes kubieke meter gegraven.

                Stationsrapporten over het eerste jaar vermelden niet de inertie, de tegenwerkende krachten die moesten worden overwonnen.  We zaten midden in een gebied dat sedert millennia toonaangevend was op het gebied van de tuinbouw.  Magon  uit Carthago heeft het geboekstaafd, 28 volumes lang.  Ze werden in opdracht van Scipio Emilius,  na de verwoesting van Carthago, in het latijn vertaald.  De Romeinse  grootgrondeigenaars deden op hun beurt, oorlogsmoe, hun duit in het zakje.  Terwijl ze op hun domeinen in de provincies buiten Italië resideerden hielden ze zich onledig met de modernisatie van de land- en tuinbouw. Dit is heel lang geleden en voor de problemen van vandaag in Manouba irrelevant.  Relevant is dat wij hier zijn om een en ander te ‘presteren’ en dit  zoveel mogelijk ten bate van de Tunesische producent van tomaten, pepers en artisjokken.

                Negen maanden zijn we al in Manouba.  Het is een heel langzaam maar toch duidelijk work in progress.  We zoeken geschikte werklui.  We verzamelen de instrumenten  voor de grove werkzaamheden.  Niet alles kan door buren of sympathisanten  voor  langere  tijd  worden  uitgeleend.  Dan  maar  ’s  nachts gewerkt.  Mahmoud, mijn homoloog (kleinzoon van de laatste eerste minister van de Bey van Tunis) is al een paar weken bij ons.       

                Op 25 november 1967 was het dan zover.  Inhuldiging van het Station in aanwezigheid van minister Lassaad ben Osman en ambassadeur Panis.  Alhoewel deze laatste zelfverzekerd verklaarde dat wij al op kruissnelheid vaarden zou het nog tot 1969 duren, zegge en schrijve méér dan twee jaar na mijn aankomst te Manouba vooraleer al het materiaal en uitrusting ter bestemming was. Ondertussen schreef Lassaad ben Osman in het gastenboek: « Tous mes voeux de pleine réussite à ce projet très intéressant à plus d’un point de vue ». Daaronder schreef de Ambassadeur een diplomatiek statement:  « wat kan men daar nog (of beter) aan toevoegen?»

                Ondertussen waren we niet blijven stilzitten.  Op een bepaald ogenblik hadden we naast de drie hoofdteelten - tomaat, paprika en artisjok - waarop het merendeel der experimenten werd gedaan, meer dan veertig verschillende  groenten in observatie.  De meest fascinerende en volstrekt onorthodoxe was wel de productie van saffraan dit zijn de stempels van een krokus soort (crocus sativa)  die groeit in het Middellandse Zee gebied.  Deze specerij verving nog niet zo lang geleden in Tunesië tijdens de ramadan de eieren om kleur te geven aan banketgebak.  Wij hebben tijdens de eerste jaren van ons verblijf in Manouba dat conserveren van de eieren in kalk in de periode vóór de vastenperiode nog meegemaakt.

                Aangezien de krokusstempels tijdens de bloeitijd in de vroege morgen met de hand geplukt worden en er voor 500g saffraan zowat  200.000 stempels (70.000 bloemen) nodig zijn is het niet te verwonderen dat dit de duurste specerij ter wereld is.   Saffraan van goede kwaliteit heeft een feloranje kleur en een bijzondere zoete geur.  Onze totale productie - 45 gram - netjes in een blikken doosje verpakt heb ik voor 135 dinar verkocht aan het Hilton hotel van Tunis.

    Gastenboek                 

                Het gastenboek dat we vanaf de eerste maanden te Manouba bijhielden vormt een leuke inventaris van de honderden bezoekers, meestal Belgen, die voorbijkwamen.  Voor de meesten lag  het Station terzelfdertijd in een heerlijk vakantieland.  Men kon er op een aangename wijze blijk geven van grote interesse voor het ontwikkelingswerk.

                Projectvader Lode de Wilde was in april 1967 met zijn echtgenote onze eerste bezoeker.  Hem zijn we dank verschuldigd voor zijn vermogen om vele hinderpalen uit de weg te ruimen.  Hij wees ook de weg naar Tunis en Manouba aan meerdere professoren van de landbouwfaculteit.  Allen hebben hun steentje bijgedragen tot het welslagen van het project.  Zij waren allen welgekome gasten.  Voor de kinderen waren al die personages van diverse pluimage grappige bronnen van  observatie.

                Een bijzondere herinnering blijft de notenbalk met de eerste muziekregel van de baion  “Manouba” door nonkel Roger tijdens zijn verblijf gecomponeerd.  Het werd één van de succesliedjes van radio  Tunis.  Ontelbare keren gedraaid naast andere zoals zijn “Mexico” waarvan  in de tijd van de World Cup voetbal, iedere dag, vóór het nieuws, afhankelijk van de beschikbare tijd, een aantal maten werden gespeeld.

                Op één april 1969, een heerlijke lentedag, kregen we een grote delegatie op bezoek geleid door minister voor ontwikkelingssamenwerking Raymond Scheyven.  Hij kwam kijken naar wat we al hadden gepresteerd en noteerde: avec le témoignage de ma gratitude et de mon admiration pour tout ce que vous faites pour la Belgique et la Tunisie et pour l’amitié entre les deux pays.   

                Twee jaar later, op 16 juni 1971, kwam hij nog eens terug en dan schreef hij : heureux du passé et du présent, certain de l’avenir »  Op dat ogenblik beleefden we het hoogtepunt van de Belgisch-Tunesische technische samenwerking.  Er waren een 200-tal Belgen werkzaam en de stemming op alle niveaus was opperbest.  Maar van zodra men vanuit België is beginnen sleutelen aan de organisatie en structuur van de samenwerking werden de kiemen van de afbraak gezaaid.  Certain de l’avenir  werd niet bewaarheid.

     

     



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!