Espy
Een zwart-witte tegenstelling domineerde het Amerikaanse ministerie van landbouw. Een paar maanden na onze aankomst werd Mike Espy door president Clinton benoemd als minister van landbouw. Voor het eerst in de geschiedenis van de Amerikaanse landbouw kwam een zwarte aan het hoofd van een oertypisch blank departement. Voor een beter begrip van deze situatie dient de Secessie-oorlog van 1861-1865 opgerakeld evenals de daaropvolgende ‘reconstructie’-periode. De slavernij in het Zuiden van Amerika lag aan de basis van de burgeroorlog met het Noorden van Amerika, omdat het Zuiden geen afstand wilde doen van deze ‘bijzondere instelling’. Eén vierde van de bevolking was eigenaar van slaven, een kapitaal met hoog rendement, vooral in de katoenteelt. Voor de drie vierden van de bevolking zonder slaven was de slavernij een unieke methode om de zwarte bevolking - die men vreesde - in toom te houden. Deze onredelijke angst was de voedingsbodem waarop het racisme, dat geen compromis gedoogde, stoelde. Alhoewel het kleine aantal zwarten in hun Staten hen weinig of geen problemen berokkende, waren ook de Noorderlingen tot racisme geneigd, omdat ze de slavernij als een concurrentie distorsie beschouwden, als een gevaar voor de arbeidsvrijheid. Een vrijheid welke, in hetzelfde land, niet naast de slavernij kon gedijen.
De strijd tussen voor - en tegenstanders van de slavernij bereikte een hoogtepunt met de verkiezing van de republikein Abraham Lincoln tot president in 1860 en de vorming van de ‘Geconfedereerde Staten’ door Zuid-Carolina samen met tien andere Staten, voorstanders van slavernij. Lincoln aanvaarde de afscheuring niet. Hij laat evenwel de Zuiderlingen eerst aanvallen die daardoor een eenparig Noorden tegenover zich kregen. De vier jaar durende oorlog was gestart. Na de zege van het Noorden werden, tijdens de zogenoemde ‘reconstructie periode’, door de zwarten in de Zuidelijke Staten met de hulp van blanke radicalen, lokale regeringen opgericht. De vroegere voorstanders van de slavernij terroriseerden echter verder de zwarte bevolking met de steun van een geheim genootschap, de Ku-Klux-Klan (afgeleid van het Griekse woord kyklos, dat kring betekent) De vrijgevochten slaven die gehoopt hadden ‘40 acres en een muilezel’ te ontvangen, bleven op de plantages van hun vroegere meesters verder werken. Vanaf 1870 toen de blanken uit het Zuiden weer de bovenhand kregen werd de landbouwhervorming afgeschaft en werden de zwarte boeren verplicht de landbouwgronden te pachten.
It may seem like a wry twist of History... schreef de New York Times (november 1992) dat de eerste burger uit Mississippi die in deze eeuw minister wordt, een 39-jarige zwarte man uit de Delta regio is. Zijn onconventionele geloofsbrieven voor een post die steeds door blanken uit de Midwest werd bezet waren in harmonie met zijn carrière die evenwel abrupt werd afgebroken.
Gelukkig is niet alles in Washington macht en politiek. De inwoners, autochtonen en inwijkelingen, genieten van een evenwicht tussen cultuur en de dingen van iedere dag, leut en finesse.
Elisabeth Hainen
Voor landbouwattachés is het semesterlange voorzitterschap van de groep gevormd door de Europese collega’s een speciale periode. Wij waren van juli tot december 1993 aan de beurt en moesten daarna de fakkel aan Griekenland doorgeven. Dit gebeurt meestal met een bijzonder feest. Het onze was wel heel bijzonder namelijk een harpconcert bij ons thuis. Een paar maanden vroeger hadden we op de terugweg van een avond bij onze Zuid-Afrikaanse collega een aanvaring met een Lincoln stratocruiser. Uit die enorme wagen sprong een jonge dame die riep “my harp, my harp!”. Achter in haar auto lag inderdaad een groot instrument dat een waardevolle harp ( a Lyon and Healey 1990 gold-gilded concert grand harp) bleek te zijn. Uiteindelijk was er alleen maar een beetje schade aan onze auto. Na de uitwisseling van kaartjes heb ik de volgende dag met de jonge harpiste gebeld en haar als wiedergutmachung aangeboden een recital te geven bij ons thuis. Dat greep plaats op donderdag 16 december 1993, de dag dat in Marrakech, na maandenlange discussies, de GATT-akkoorden werden ondertekend De jonge harpiste heette Elisabeth Hainen en was toen eerste harp van het Kennedy Center Opera House. Zes maanden na haar recital bij ons thuis werd ze eerste harpiste van het Philadelphia Orchestra, een van de belangrijkste orkesten van de wereld. Na een (lang) woordje uitleg over haar harp gaf ze een prachtig recital en speelde ook Belgische muziek namelijk Solo voor Harp van César Franck en La Danse des Sylphes van Felix Godefroid. Het sukses was overweldigend.
|