1995 was ik met drie duitstalige vrienden op bezoek in Antwerpen, daar ik hen de echte warme Brusselse wafels met kriekskes wou laten genieten hadden we plaats genomen in kleine maar goede wafelbakkerij. Aan de tafel naast ons zaten drie damen met schoothondjes, die mij opvielen omdat zij voor hun hondjes een bordje met pralinen bestelden. Toen deze damen hoorden, dat wij duits spraken, begonnen zij hororrverhalen te vertellen over de moffen, zij dachten natuurlijk dat wij (ik) dat niet verstonden. Toen ik de rekening betaald had, stonden wij op en naar de damen gekeerd, wenste ik hen nog veel plezier met hun kuttenlekkertjes, natuurlijk in het Nederlands, de monden van de damen gingen wijt open maar er kwam niets uit. Natuurlijk hadden ze zo iets van mij niet verwacht, ik was tenslotte als priester herkenbaar, wel niet in soutane maar wel met priesterhemd en romeinse kraag. De uitbater van de zaak kon zijn lachen amper bedwingen. Hopelijk heb ik nu niemand beledigd.
Groetjes, Kartuizer.
|