Vandaag wil ik de politieke poppenkast en de marionetten vergeten. Ik geniet van het heerlijke zomerweer en verheug mij over de prachtige bloemen voor de vensters, een mengeling van surfinas en geraniums. Ook de radijsjes en de aardbeien in de tuin, die ik om te verhinderen dat zij door de slakken gevreten worden, in bloemenbakken gezaait heb, groeien prachtig en daar deze bloemenbakken op een tafel staan kunnen de slakken er niet bij. Toen ik de zaadjes in de bakken deed, dacht ik aan het lied dat we vroeger op school leerden: "thuis in bloemenpotjes lei, moeder zaadjes neer in mei, we zagen ze kiemen, we zagen ze schieten, dan mochten wij met eigen hand water gieten op elke plant, waterke waterke gieten." En dat gieten doe ik nu vlijtig elke dag. Als ik echter aan het vervolg van het lied denk, "en zaaien en maaien zullen wij, zeeen bevaren als arenden vrij, dorpen doen rijzen, steden doen pronken!" Dan wordt ik een beetje treurig, wij hebben de dorpen doen rijzen, we hebben onze steden doen pronken en die worden nu door vreemd gespuis bezet en tot ruinen herleid, het werk van onze voorouders wordt medogenloos vernield. Maar daar zit ik weer in de politiek en dat wou ik vandaag toch niet, ik wou bij mijn bloemen mijn aardbeien en mijn radijsjes blijven. Hier waar ik woon zie ik gelukkig van deze vernielingen nog niets, hier lopen ook geen baardmannen in jurken rond en ook geen wandelende tenten, maar dat wil daarom nog niet zeggen dat ik mijn ogen moet sluiten voor wat overal in onze steden gebeurd, met weemoed denk ik aan mijn geliefd Antwerpen, waar ik mij nu echt niet meer thuis zou voelen. Ik verzoek nu via mijn blog mijn steentje bij te dragen voor de bevrijding van alles wat ons lief is en ik voel mij daarbij gesterkt door mijn blogvrienden die hetzelfde doel nastreven.
|