.
Toen zwart-wit nog kleur gaf
En duiven’sjappers’ nog geen uitstervend ras waren
Je kon er vorige eeuw niet naast kijken. Zowel op zondag als in de week. Duivensjappers waren toen niet weg te denken uit het straatbeeld. In de week zag je hen met de ‘keef’ op de bagagedrager van de fiets richting Wieze of Baardegem rijden. De jonge blauwe ‘geschelpten’ en ‘wittepennen’ moesten immers ‘opgeleerd’ worden.
’s Zondags was het ernst, dus zag je de liefhebbers, eigenaars, vaak te herkennen aan een grijze stofjas, en buurtbewoners, her en der in achtertuinen wachten op het aanvliegen van hun gevleugelde vriendjes.Niet zelden bij een duiventil die meer weg had van een koterij.
De duivensport speelde toen ook nog een maatschappelijke rol, want het inkorven op zaterdag leidde dikwijls tot samenscholingen die in het duivenlokaal, een café uiteraard, tot laat in de avond animo veroorzaakten. Want nogal wat duiven’sjappers’ zegden niet neen tegen een partijtje ‘pandoeren’.
En vandaag?
Vandaag voelt de jeugd zich nog amper aangesproken. Andere tijden, andere zeden.
Duivenmaatschappij De Luchtklievers uit Wieze huldigde begin januari 1980 de kampioenen. Algemeen kampioen werd Luc Roelandts. Clement De Smedt haalde het bij de ouder duiven, Isidoor Galle bij de jaarlingen en Remy De Pauw bij de jonge.
In het (vandaag verdwenen) Gildenhuis in de Kapellenstraat in Denderbelle werd een duivenshow georganiseerd en werden de kampioenen gelauwerd. Algemeen kampioen werd Paul Aelbrecht.
Bron : "KRAMIEK" nr 1 - januari 2018
|