Voor de H. Augustinus vertegenwoordigt de scheiding van het licht van de duisternis de schepping van de engel. De engelen zijn het licht van God. Ze zijn de heldere engelen en de duisternis vertegenwoordigt hier de duivel. Als we het over een engel hebben, is dat goed. Als we het over een engel hebben, is dat altijd goed. We hebben in onze theologie geen goede engel en slechte engel. Dit is niet de manier van het Katholieke geloof. We hebben goede engelen die engelen van de Heer zijn en we hebben demonen. Noem de demon dus alsjeblieft de demon, want hij is gevallen, hij is gevallen in de Hel.
Noem hem niet weer de naam engel. Hij is het verloren. Het is demon,duivel. De schepping is op deze manier tot stand gekomen. Ik zal niet de hele tekst lezen, want ik weet dat jullie praktiserende mensen zijn. De Zon en de Maan komen op de vierde dag. Je ziet hier het verschil tussen het licht van het begin en de duisternis van het begin in en het is in het tweede deel dat Hij hetgeen wij de tijd noemen heeft gescheiden door de naam de ochtend en de nacht
(Boek Genesis) Het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
We zijn niet in het fysieke aspect van de schepping, we zijn hier in het spirituele aspect van de schepping. In de Apostolische Geloofsbelijdenis belijden we dat God Schepper van Hemel en Aarde is en ook in de Geloofsbelijdenis van Nicea: Ik geloof in één God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. Hier betekent Hemel en aarde, alles wat bestaat in de Schepping, de Schepping in zijn geheel. Het geeft ook de diepe verbondenheid weer in de schepping van Hemel en aarde. En tegelijkertijd onderscheidt de Hemel zich van de aarde.
De Aarde is de wereld van de mens terwijl de Hemel of de hemelen Gods eigen plaats aanduiden. Het Koninkrijk van God onze Vader in de Hemel en bijgevolg de Hemel waar eschatologisch Glorie is. Het verwijst ook naar de plaats van de Heiligen en de Engelen die God omringen. In het Vierde Lateraans Concilie van 1215 werd bevestigd dat God vanaf het begin der tijden in één keer uit het niets zowel het spirituele en de lichamelijke schepping heeft geschapen, deze van de engelen en van de wereld, en daarna de menselijke, die zowel in zekere zin uit geest als uit lichaam bestaan.
Vierde Lateraans Concilie: Wij geloven vast en belijden oprecht, dat er maar één, ware, eeuwige, onmetelijk, onveranderlijke, onbegrijpelijke, almachtige en onuitsprekelijke God is: Vader, Zoon, en Heilige Geest, weliswaar drie Personen, maar één in wezen, substantie of geheel van enkelvoudige natuur. De Vader is uit geen enkele, de Zoon alleen uit de Vader, en de Heilige Geest op gelijke wijze uit beiden, zonder begin, altijd en zonder einde. De Vader brengt voort (generans), de Zoon wordt geboren (nascens) en de Heilige Geest komt voort (procedens), wezensgelijk (consubstantiales), gelijk (coaequales), gelijk almachtig (coomnipotentes) en gelijk eeuwig (coaeterni): één begin van alles:
Schepper van al het zichtbare en onzichtbare, van het geestelijke en het lichamelijke, die in Zijn almachtige kracht, meteen vanaf het begin van de tijd, uit het niets, op gelijke wijze (simul) beide scheppingen, de geestelijke en de lichamelijke, heeft geschapen, te weten die van de engelen en van de wereld en daarna de menselijke die zowel in zekere zin uit geest als uit lichaam bestaan. De duivel en de andere demonen namelijk zijn - naar hun natuur - door God goed geschapen, maar zij zijn zelf door zichzelf kwaad geworden. De mens heeft echter gezondigd door ingeving van de duivel. Deze heilige Drievuldigheid, naar hun gemeenschappelijk wezen ondeelbaar en naar de eigenheid van de Personen onderscheiden heeft als eerste aan het mensengeslacht door Mozes, de heilige profeten en hun andere dienaren, de heilsleer meegedeeld, volgens een zeer weloverwogen tijdsplan.
Als we het dus hebben over het plan van God over zijn Voorzienigheid. In zijn Voorzienigheid schiep Hij eerst de engelen om de orde van het universum te helpen wat we de kosmos noemen en om ook de mens te helpen die aan het hoofd van deze schepping zal staan. En we hebben allen Beschermengelen. Louisa Picaretta had het over Adam en Eva, maar als ze het over Adam heeft, zei ze in dat elke gave aan hem werd gegeven om door te geven aan de volgende generaties en als Adam niet verloren was door de erfzonde, als hij de staat van genade niet had verloren, was hij in staat van genade om te bewijzen dat God daar bij Hem was.
Engelen en mensen waren allen verenigd in één plan om te zijn, zie je, zo groot en vanwege zijn erfzonde verloor hij de Bovennatuurlijke gaven zoals onsterfelijkheid, die Adam en Eva bezaten vóór de val van de mens in de erfzonde, en het vermogen om te vliegen dat engelen zouden hebben. In de vroege moderne tijd werd de term door wetenschappers gebruikt om te verwijzen naar abnormaliteiten en vreemde verschijnselen van verschillende aard die leken af te wijken van de normen van de natuur.
Als we het hebben over het universum, zei de H. Paulus is dit voor de verheerlijking van de kinderen van God, ja, omdat de schepping is gemaakt voor de mensheid. Vanwege de erfzonde leed de Schepping, maar nu met de gedoopte mensen komen die terug naar het oorspronkelijke denken van God de Vader de Zoon en de Heilige Geest, de hele Kerk. De hele schepping streeft naar de verheerlijking van de Schepper, Gods glorie. En dat is ook voor ons mensen, we zijn meer dan een bloem. Jezus heeft ons gezegd niet bang te zijn voor morgen en om te kijken naar de vogels en dat korenbloemen mooier gekleed zijn dat Salomo in al zijn pracht. Jezus heeft het over Gods Voorzienigheid, Gods plan. En dat betekent dat de eeuwige liefde van God over alles zal heersen en terug zal keren naar Hem en de schoonheid van de Schepping.
|