Aartsengelen https://kro-ncrv.nl/
Volgens joods-christelijke overleveringen zijn er zeven aartsengelen. Drie van hen worden in de katholieke Kerk vereerd: Michaël, Gabriël en Rafaël. Aartsengelen zijn geestelijke wezens die in Gods nabijheid leven. Zij zijn op bijzondere wijze betrokken bij de verlossing van de mensheid.
Gezanten
Het woord 'aartsengel' is via het Latijnse archangelus afkomstig van het Griekse archaggelos, een samentrekking van archè ('leidend beginsel', 'heerschappij') en aggelos ('gezant', 'verkondiger', 'bode'). 'Aartsengel' duidt dus op de hoogste rang van gezanten, in dit geval gezanten van God.
Negen engelenkoren
Engelen zijn volgens de katholieke leer zuiver geestelijke en onsterfelijke schepselen. Volgens een middeleeuwse opvatting zijn deze wezens ingedeeld in negen koren: Serafijnen, Cherubijnen, Tronen, Heerschappijen, Vorstendommen, Machten, Krachten, Aartsengelen en Engelen.
Pseudo-Dionysius
De indeling in negen ordes is afkomstig van Pseudo-Dionysius, een onbekende christelijke en neoplatoonse theoloog uit de 5e/6e eeuw, die zich voordoet als Dionysius de Areopagiet, een tijdgenoot en bekende van de apostel Paulus. Eeuwenlang verkeerden theologen in de waan dat ze met een authentiek geschrift uit de apostolische tijd van doen hadden. Vandaar dat hij veel invloed heeft gehad op de christelijke theologie en daarmee ook op de engelenleer.
Drie maal drie
Volgens Pseudo-Dionysius bekleden de Serafijnen, Cherubijnen en Tronen de eerste rang; de Heerschappijen, Vorstendommen, Machten de tweede; De Krachten, de Aartsengelen en de Engelen behoren tot de derde rang. Thomas van Aquino (1225-1274) nam deze rangorde over.
Kolossenzenbrief
In de Bijbel vinden we nagenoeg geen informatie over de engelenrangen. De bijbelse bron van Pseudo-Dionysius' hemelse hiërarchie is onder meer de Kolossenzenbrief, waarin sprake is van 'tronen, heerschappijen, vorstendommen, machten'. De auteur van de de Kolossenzenbrief heeft deze groepen ontleend aan de joodse engelenleer van zijn tijd.
'Aartsengel' in Bijbel
Het Griekse woord archangelos wordt in de Bijbel alleen in de Eerste Tessalonicenzenbrief en de Judasbrief gebruikt. In de eerste brief is er sprake van 'de aartsengel', die in verband wordt gebracht met de Wederkomst van Christus: “Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen” (1 Tess. 4:16).
Engel Gabriël
De Judasbrief koppelt als enige Bijbelse bron het woord 'aartsengel' aan een naam: Michaël. Het is opmerkelijk dat Gabriël en Rafaël, de twee andere door de RK-Kerk vereerde aartsengelen, in de Bijbel niet als aartsengel worden aangemerkt. In het verhaal over de Annunciatie in het Lucasevangelie is er sprake van 'de engel Gabriël' en niet 'de aartsengel Gabriël'. Hetzelfde geldt voor Rafaël in het oudtestamentische boek Tobit.
Rafaël in Tobit
In het twaalfde hoofdstuk van Tobit maakt Rafaël, de reisgezel en beschermer van Tobias zijn ware identiteit bekend: 'Ik ben Rafaël, een van de zeven engelen die in de nabijheid van de troon van de Heer verkeren.' Toen Tobit en Tobias dit hoorden, wierpen ze zich ontzet en vol angst ter aarde (12: 15.16). Ook hier is geen sprake van aartsengelen, maar van engelen. Opmerkelijk is hier het getal zeven. Vooral in de oosters-christelijke traditie hebben theologen daaruit de conclusie getrokken dat er zeven aartsengelen zijn.
Zeven aartsengelen
De christelijke engelenleer is niet alleen schatplichtig aan de bijbelse geschriften maar ook aan joodse apocriefe boeken. Zo vormt het Boek van Henoch een belangrijke bron. Daarin wordt duidelijk gesteld dat er zeven aartsengelen zijn. Alle zeven worden zij zelfs met naam genoemd.
Geen overeenstemming over namenlijst
In de Ethiopische versie van Henoch heten zij Michaël, Gabriël, Rafaël, Uriël, Raguël, Zerachiël en Remiël; in de Hebreeuwse versie heten ze echter Mikaël, Gabriël, Shatqiël, Baradiël, Shachaquiël, Barqiël (Bardiël) en Sidrië (of Pazriël). Ook bij de katholieke Pseudo-Dionysius is sprake van zeven aartsengelen, maar hij komt tot de volgende namenlijst: Michaël, Gabriël, Rafaël, Uriël, Chamuël, Jofiël en Zadkiël. Op welke bronnen hij zich baseert is niet duidelijk.
Byzantijnse traditie
De christelijke verering van de zeven aartsengelen is praktijk in de Byzantijnse, de Koptische en de Ethiopische traditie. In de Latijnse traditie worden enkel Michaël, Gabriël en Rafaël liturgisch vereerd. Tijdens de Synode van Rome in 754 werd onder leiding van de heilige paus Zacharias bepaald dat de andere vier aartsengelen niet in een gebed mochten worden aangeroepen. De reden was dat daar onvoldoende bijbelse basis voor was.
Feestdag
Volgens de huidige liturgische kalender van de Rooms-Katholieke Kerk is 29 september de feestdag van de drie aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël. Volgens de oude Romeinse kalender was 29 september alleen aan Michaël gewijd. Deze datum verwijst naar de dag van de kerkwijding van de antieke Sint-Michaëlbasiliek aan de Via Salaria, enkele kilometers ten noorden van Rome.
Michaël, Gabriël en Rafaël
Michaël (Hebreeuws voor 'Wie is als God?') wordt beschouwd als de aanvoerder van de hemelse legers in de strijd tegen Satan. Ook is hij belast met het beschermen van de rechtvaardige zielen op de Dag van het Laatste Oordeel. Verder is hij beschermer van het Volk van God. Gabriël is de engel bij uitstek. 'Engel' komt namelijk van het Griekse aggelos, dat 'boodschapper' betekent. Gabriël is in de Heilige Schrift de verkondiger van goddelijke boodschappen. Zo bracht hij Maria het eu angelon, de Blijde Boodschap: de komst van Christus, de Verlosser. Gabriël betekent letterlijk: 'sterke man Gods'. Rafaël wordt in de katholieke leer vereerd als de engel die genezing en bescherming biedt aan alle mensen die onderweg zijn naar het hemels paradijs. Rafaël betekent: 'God heeft genezen'.
Iconografie
Michaël, Gabriël en Rafaël worden meestal afgebeeld als gevleugelde, baardloze jongemannen, vaak gekleed in Romeins gevechtstenue of priesterlijk gewaad. De attributen van Michaël zijn divers. Soms houdt hij als aanvoerder van de hemelse legerscharen een banier op, dan weer draagt hij een zwaard of een lans waarmee hij de duivel en zijn engelen te lijf gaat. Gabriël wordt vaak afgebeeld met een lelie of een olijftak in zijn hand. Als hemelse boodschapper bij uitstek draagt hij soms ook een stoffen tekstband met daarop de eerste woorden van zijn boodschap aan Maria: Ave Maria gratia plena ('Wees gegroet Maria vol van genade'). Rafaël wordt vooral voorgesteld als een pelgrim met wandelstok. Dit omdat hij voorkomt in Tobit, waarin hij Tobias op zijn verre reis naar Medië vergezelt en beschermt.
Het betekent niet dat deze engel of een andere belangrijker of minder belangrijk is . Het is een verdeling voor hun missie. De koren zijn er voor hun missie. De Aartsengelen Michaël, Gabriël en Rafaël komen om de mensen te beschermen of te helpen op aarde. Dit is hun missie.
Triaden
Serafijnen, Cherubijnen en Tronen: DezeTriade is met name gericht op de informatie vanuit een hogere frequentie te filteren en door te geven aan de lagere niveas
Heerschappijen, Krachten en Machten: Deze Triade is gericht op de spirituele groei en het vervullen van natuurwetten
Vorsten, Aartsengelen en Engelen: De engelen in deze Triade helpen mensen, leiders & volken bij hun dagelijkse keuzes met advies, steun en hulp waar mogelijk.
Rond Gods troon zijn de Serafijnen en de Cherubijnen die door God werden gekozen, en ze zijn vlammen van vuur rond God. (zoals te zien in Knock)
Het betekent dat deze Engelen alles doen in de wil van de Vader om het moment en het einde van de schepping te bereiken, wat het plan van de schepping betekent tot het einde der tijden. Dit plan is de Voorzienigheid van de Heer, het is het plan van God. En God doet sommige dingen niet alleen in het begin, niet alleen aan het einde, maar op elk moment in ons leven. God heeft zijn Voorzienigheid voor ons in de details van het leven.
De bescherming van de Kerk werd toevertrouwd aan de H. Jozef, maar hij trekt zichzelf terug om de tijd de tijd te laten zijn, hier gaat het over de tijd van de zuivering van de Kerk, de tijd van de Antichrist.
Uit een eerdere conferentie met Pr Rodrigue: Een afbeelding van de H. Familie zal iedereen die uw huis binnenkomt zegeningen en vele bekeringen teweeg brengen. Maar het moet temidden van uw woonplaats zijn, op een plek waar iedereen het kan zien - niet alleen voor Kerstmis of voor een maand en vervolgens in de kast gezet. Het moet daar permanent te zien blijven en je zult zien waarom. De afbeelding moet gezegend en gewijd zijn. [In een gesprek met Pr. Michel, zei hij: Op een dag liet de Heer me drie kometen zien. Een grote passeerde de aarde rakelings en twee kleinere troffen de aarde. Hij liet me ook op een ander moment vuur zien dat uit de lucht viel.]
Ik zag ook een komeetinslag op 11jarige leeftijd en opnieuw rond mijn 14e. Ik kreeg een asteroïde te zien die leek te schijnen. Ik denk dat het de zuurstof in de lucht zal doen oplichten. Daarom spreken sommige boodschappen over vuur dat uit de lucht valt. Kometen zullen tegen het einde van de Verdrukking komen vóór de drie dagen van duisternis. Dit veroorzaakt aardbevingen en tsunami's. Ik zag dus vuur uit de lucht vallen. Ik ben eerlijk tegen je. Het was echt heftig. Maar tegelijkertijd zag ik dat elk huis dat toegewijd was aan de H. Familie en met afbeeldingen van Jezus, Maria en Jozef bedekt werd door een beschermende, onzichtbare koepel. Het vuur werd door de Heer gestopt en heeft deze huizen niet geraakt of getroffen.
De Engel van Fatima, een leermeester van het gebed - http://www.rk-engelenwerk.nl/ P. William Wagner ORC
Het was in 1916 dat de Engel van Fatima de drie herdertjes Lucia, Jacinta en Francisco heeft voorbereid op de openbaring en de boodschap van O.L.V. van Fatima. Het ‘succes’ van Fatima is voor een groot deel toe te schrijven aan de Portugese bisschoppen, die intuïtief hebben begrepen, dat het verhaal van de verschijningen van Fatima ons de waarheden van het Evangelie op een eenvoudig en de huidige tijd aangepaste wijze weergeven.
Beide, de verschijningen en de boodschap van Fatima, zijn een populaire catechismus van ons geloof. Dit geldt in het bijzonder voor de Engel van Fatima, die wij het eerste geheim van Fatima zouden kunnen noemen, want Lucia hield deze openbaring ongeveer 20 jaar verborgen.
Evenals de Moeder Gods, verscheen ook de Engel zes maal in Fatima. Bij de eerste drie verschijningen aan Lucia en twee andere meisjes in het jaar 1915, zei hij niets. In de loop van hetjaar 1916 gaf hij aan Lucia, Jacinta en Francisco geestelijke onderrichtingen. Wij willen hier op deze laatste drie verschijningen nader ingaan, want ze bieden ons een eenvoudige en tevens opmerkelijk diepe samenvatting van een geestelijke theologie, zoals wij deze in de Heilige Schrift en in de geschriften van de heiligen kunnen vinden.
Ze zijn voor ons niet alleen vanuit historisch standpunt interessant, maar vooral omdat onze heilige Engelbewaarder in zijn streven om ons te verlichten en tot heiligheid te leiden op dezelfde wijze te werk gaat als de Engel van Fatima.
Eerste openbaring: Voorjaar 1916 te Loca do Cabeço
Lucia, Jacinta en Francisco hadden in een kleine grot in de rots op de oostelijke helling van Loca do Cabeço beschutting gezocht tegen het slechte weer. Nadat ze hun brood gegeten hadden, baden ze de rozenkrans, die ze menigmaal op vindingrijke manier afkortten, zodat ze in plaats van het hele gebed steeds alleen maar “Wees gegroet Maria” en “Heilige Maria” baden, om toch maar weer spoedig te kunnen spelen.
Daar zagen ze plotseling vanuit het oosten boven de kleine helling “een licht, witter dan sneeuw, in de gestalte van een jongeling, transparant, schitterender dan kristal, waar de stralen van de zon doorheen fonkelden. Naarmate hij naderbij kwam, konden wij zijn lichaamsvormen onderscheiden. We stonden versteld en waren half in die aanschouwing opgenomen”.
Hoe bijbels is Lucia’s beschrijving, zowel van de Engel als ook van haar eigen reactie. Het herinnert ons aan de Engel van de verrijzenis: “Een Engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer. Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw. De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven". Op dezelfde wijze spreekt Johannes van een Engel, wiens gezicht straalde als de zon.Toen de vrouwen het graf binnentraden, “zagen ze tot hun ontsteltenis aan de rechterkant een jongeman zitten in een wit gewaad. Maar hij sprak tot hen: “Schrik niet!”.
H. Marcus bericht ons verder, dat zij van schrik vluchtten. “En uit vrees zeiden ze er niemand iets van”. Zoals de Engel van de verrijzenis de vrouwen probeerde gerust te stellen, en zoals lang van tevoren St. Gabriël de profeet Daniël probeerde gerust te stellen en later Maria bij de verkondiging, zo bemoedigde ook de Engel van Fatima de kinderen met de woorden: “Vreest niet! Ik ben de Engel van de Vrede. Bid met mij”. Deze drie verklaringen geven aanleiding tot drie overwegingen.
1.”Vrees niet!”
Degenen die God vrezen, hoeven voor Gods Engel geen angst te hebben, hoezeer zijn verschijning ons ook ontzag mag inboezemen, daar de Engel vervuld is van de heiligheid van God, Die hij openbaart. Zo gebeurde het, dat de profeet Daniël: “door zo’n vrees aangegrepen werd, dat hij ter aarde viel”, toen de Engel Gabriël naar hem toekwam. Dit overkwam niet alleen Daniël, maar ook vele andere profeten en heiligen in de Heilige Schrift.
Kortom verwijzen wij hier slechts naar de H. Johannes, die twee maal aan de voeten van de Engel neerviel, want de Engel was zo stralend en heerlijk, zijn woorden waren zo Goddelijk, dat Johannes meende met de Heer zelf geconfronteerd te zijn. Deze ‘vergissing’ van de H. Johannes is echter juist een bewijs van de echtheid van de openbaring, want alleen de heilige Engel kan op deze wijze één zijn met onze Heer. Hier ontmoeten we de genade van de Goddelijke tegenwoordigheid en het verenigd zijn met God, wat de boze nooit overtuigend kan na-apen, ook niet als hij zich vermomd als een “engel van het licht”.
De kinderen waren zo overweldigd van deze tegenwoordigheid van het Goddelijke in en door de Engel, dat Lucia later schrijft: “De sfeer van het bovennatuurlijke die ons omringde, was zo intens, dat we er ons geruime tijd geen rekenschap van gaven dat we nog leefden….De tegenwoordigheid van God was zo intens en innerlijk, dat we niet eens onder elkaar waagden te spreken. De volgende dag voelden we onze geest nog steeds gehuld in die sfeer.
Dit herhaalde zich nog een keer na de laatste verschijning van de Engel, alleen was die verbonden met veel meer genade en gevoelens van liefde”. Lucia herinnert zich: “De kracht van de aanwezigheid van God was zo intens, dat ze ons bijna helemaal in zich opnam en vernietigde. Ze scheen ons zelfs een hele tijd van het gebruik van onze zintuigen te beroven. In die dagen verrichten wij de materiële handelingen, alsof we door hetzelfde bovennatuurlijke wezen daartoe gebracht werden, dat ons daartoe aanzette. De vrede en het geluk dat we voelden was zo groot, maar alleen innerlijk, met de ziel volledig gericht op God”.
Lucia merkte na de eerste ontmoeting met de Engel nog het volgende op: “Niemand dacht er aan om te spreken of ook maar geheimhouding aan te bevelen. Deze drong zich vanzelf op. Ze was zo intiem, dat het niet gemakkelijk was er een enkel woord over te uiten”. De reden daarvoor is, dat bij de Engel de eigenlijke vorm van mededelen via het licht van de gaven van de Heilige Geest gaat, zodat de ziel het Goddelijk weten zonder woorden direct in haar binnenste ontvangt.
De ziel herkent dingen, kan ze echter niet onder woorden brengen. Het kost haar moeite om erover te spreken. Weliswaar heeft de Engel ook in woorden tot de kinderen gesproken, maar de grotere geestelijke genaden heeft hij hen in het diepst van de ziel medegedeeld.
2.”Ik ben de Engel van de Vrede”.
Paus Gregorius de Grote leert ons, dat de engelnamen geen betrekking hebben op het wezen van de Engel, echter veel meer op hun zending en hun dienst aan de mensen. Zo betekent ‘Michaël’: ‘Wie is als God!?’, want het is zijn opgave ons de nederigheid van het geloof te leren. ‘Rafaël’ betekent: ‘Geneesmiddel van God’, want hij werd gezonden om Tobias van zijn blindheid te genezen en om Sara te bevrijden van ’t lastig vallen door de boze geest. Hier hebben wij nu de Engel van de Vrede!
Het is dus zijn opgave om de mensen naar de vrede te leiden. Het is een soort heilige ironie, dat in Fatima het “blauwe leger” ontstond; bedenken we echter, dat hun wapens het gebed en het offer zijn en dat de rijen van deze strijdende zielen direct achter deze heilige Engel staan. Want de vrede onder de volkeren is een geschenk van God; de vrede van het hart komt door de liefdevolle onderwerping aan God; en de vrede in God komt uit een liefhebbende vereniging met Hem.
3.”Bid met mij!”
Het is voor ons niet moeilijk om in te zien, welk een voordeel de hulp van de heilige Engel bij ons gebed is. Rafaël deelde Tobias mee: “Toen u bad, heb ik uw gebed onder de aandacht van de Heilige gebracht”. In zijn commentaar over het heilig misoffer, waar de priester bidt: “Wij smeken U, almachtige God, laat deze gaven ( van het Lichaam en het Bloed van Christus) in de handen van Uw heilige Engel dragen tot op Uw altaar in den hoge…”, schrijft de H. Thomas van Aquino aan de Engel een bijzondere voorspraak toe, welke groter is dan die van de priester.
Hij zegt: “De Engel, die de Goddelijke mysteries bijwoont, brengt zowel de gebeden van het volk als ook die van de priester voor het aanschijn van God. In dezelfde tekst schrijft hij: “En daarom heet die plechtigheid ook ‘mis’ (‘missa’ is afkomstig van het Latijnse ‘mittere’ en betekent zenden), omdat de priester door de Engel gebeden aan God opdraagt, zoals het volk door de priester”.
Natuurlijk hebben de gebeden van de Engel slechts de beperkte kracht van een schepsel, want zowel het natuurlijke wezen van de Engel, alsook zijn genaden zijn begrensd en niet zoals bij God oneindig. De lofprijzingen van de Engel, laat staan die van de mensen, zouden nooit God waardig kunnen zijn. Maar dan gebeurde er het onvoorstelbare: God Zelf werd mens, de Zoon werd de Hogepriester van de toekomstige goederen. God Zelf stelt zich aan de kant van de schepselen en neemt het in Zijn gebed voor hen op. Hij heeft ons allen opgenomen in Zijn oneindig welgevallig offer van lof,dat Hij de Vader aanbiedt.
Zo heeft God echter als eerste de mens uitverkoren, doch omwille van de mens heeft Hij ook de Engel uitverkoren, opdat Hij alles in de hemel en op aarde in Christus zou kunnen verenigen. Uit liefde tot Christus en de leden van Zijn Mystieke Lichaam, verlangen de Engelen ernaar om zich bij het gebed en de aanbidding met ons te verenigen. Zo zingen de gelovigen in de byzantijnse Mis: “Meester, Heer onze God, Gij die de hemelse ordening en de heerscharen van de Engelen en Aartsengelen voor de viering van Uw lofprijzing hebt ingesteld, verleen, dat wij bij onze intocht samen met de Engelen binnentrekken, die met ons verenigd de liturgie vieren en samen met ons, de heerlijkheid van Uw goedheid bezingen”.
Naderhand staat er: “Nu verenigen de hemelse krachten zich onzichtbaar met ons in de aanbidding”. In de Romeinse ritus bidt de priester: “U, de eeuwige God loven zij zonder einde door onze Heer Jezus Christus. Laat ook onze stemmen meeklinken in dit koor en vol eerbied zeggen: Heilig, heilig, heilig…” Het gebed van de Kerk is pas volmaakt als Engel en mens met Christus in de lofprijzing van de Drieëne God verenigd zijn.
Het gebed en de twee voornaamste geboden
Wat voor een gebed leerde de Engel de kinderen van Fatima? Het is een eenvoudig gebed van aanbidding ( liefde tot God ) en voorspraak ( naastenliefde ): “Mijn God, ik geloof, ik aanbid, ik hoop en bemin U. Ik vraag U vergiffenis voor hen, die niet geloven, niet aanbidden, niet hopen en die U niet beminnen”. De werking van dit gebed kunnen we pas goed begrijpen, als we hebben ingezien, dat het ons onderricht in de vervulling van de beide voornaamste geboden, die van de liefde tot God en tot de naaste, want: “Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten”.
De H. Paulus leert evenzo: “Want de hele wet is vervat in die ene woord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf". Wanneer wij over deze waarheid en het feit, dat de kinderen dit gebed urenlang baden, goed nadenken, verwondert het ons niet, dat ze zo snel vorderingen in de deugd en in de heiligheid maakten.
Genade van God wordt ons allen aangeboden, namelijk de genade van het heroïsch streven naar heiligheid. Alles wat we hebben te doen, is de wil serieus op de liefde te richten. Een van de eenvoudigste manieren om de liefde te beoefenen, is dit gebed te bidden! “De geboden die IK u heden geef, zijn niet te zwaar voor u en zij liggen niet buiten uw bereik.
Ze zijn niet in de hemel en ge hoeft niet te zeggen: ‘Wie zal naar de hemel opvaren om ze voor ons te halen en ze ons te laten horen, zodat wij ze kunnen volbrengen?’ Neen, het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart. Gij kunt het dus volbrengen”.
De Engel geeft ons echter niet slechts een eenvoudige gebedsformule om deze beide voornaamste geboden na te komen, opdat wij alleen daartoe in staat zouden zijn. Nee, wat de Engel vurig verlangt is, dat wij neerknielen en met hem bidden. Ieder van onze Engelbewaarders verlangt, dat wij neerknielen en met hem bidden.
Als wij dit doen, kan de Heer een van Zijn mooiste beloften waarmaken: “Waar er twee of drie verenigd zijn in Mijn Naam, daar ben IK in hun midden". Dit door de Engel gegeven gebed is zo kort, dat wij het overdag vaak als schietgebed zouden kunnen bidden. Dan blijven wij verenigd met onze Engel en wandelen voor Gods aanschijn.
Eerbied bij het gebed
Dat de Engel van Fatima niet alleen neerknielde, maar ook met zijn voorhoofd de grond raakte, is een aanwijzing voor ons, met welk een grote eerbied wij ons gebed moeten verrichten, opdat het niet door de routine tot een louter lippengebed wordt. De Engel onderrichtte de kinderen: “Bid op deze wijze. De Harten van Jezus en Maria hebben aandacht voor de stem van jullie smeekbeden”.
Dit woord: “Bid op deze wijze” herinnert aan de woorden van Jezus tot zijn leerlingen, toen Hij hen het Onze Vader leerde. Zoals de H. Augustinus het uitlegt, is het “Onze Vader” niet alleen het beste van alle gebeden, het is ook het voorbeeld voor alle gebeden. Zo was het ook niet de bedoeling van de Engel, dat de kinderen zich aan een vaste gebedsformule moesten houden, veeleer echter leerde hij ze, dat de liefde tot God en tot de naasten het middelpunt van al onze gebeden moet zijn.
Daar velen zich bij het gebed snel laten ontmoedigen en zich eenzaam en verlaten voelen, moeten zij onvoorwaardelijk deze waarheid van het geloof horen, dat Jezus en Maria hen liefhebben en dat hen al het goede door het gebed wordt gegeven. Zoals de H. Alfons van Liguori ons verzekert, is de enige genade, die ons altijd en overal wordt aangeboden, de gave van het gebed, want hierdoor kunnen wij al het goede van God verkrijgen.
Daarna verdween de Engel en liet de kinderen enige maanden alleen, om te zien, of ze de ontvangen genade en hun voornemen trouw bleven. Zonder met iemand te spreken, behalve onder elkaar, zonder verdere troostende bezoeken van de Engel, bleven de kinderen trouw aan hun voornemen. Lucia constateerde: “Zijn woorden drongen zo diep door in onze geest, dat we ze nooit vergeten hebben. En sindsdien herhaalden we die worden een hele tijd, zo neergebogen, totdat we soms omvielen van vermoeidheid”. Hierdoor hebben ze heldhaftige edelmoedigheid beoefend.
Gebed van Vergiffenis (Engelbewaarder van Portugal lente 1916) Mijn God, ik geloof, aanbid, hoop en bemin U. Ik vraag U vergiffenis voor hen die niet geloven, niet aanbidden, niet hopen en U niet beminnen.
Gebed van eerherstel aan de Heilige Drieëenheid (Engelbewaarder van Portugal herfst 1916) Allerheiligste Drieëenheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, ik offer U op het kostbaar Lichaam en Bloed, Ziel en Godheid van Jezus Christus onze Heer, vertegenwoordigd in alle heilige tabernakels van de wereld, tot eerherstel van alle beledigingen, heiligschennissen en onverschilligheden waardoor Hij beledigd wordt. Door de oneindige verdiensten van het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria, bid ik om de bekering van onze zondaars.’
Gebed van offer en herstel (O.L.Vrouw 13 juni 1917)
O Jezus, dit doe ik uit liefde tot U, voor de bekering van de zondaars en om eerherstel te brengen voor de zonden tegen het Onbevlekt Hart van Maria. Het tientje-gebed (O.L.Vrouw 13 juli 1917)
Tussen de tientjes van de Rozenhoedje bidt, na het Gloria Patri: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons voor het vuur van de hel, neem in uw paradijs alle zielen op , vooral diegene die Uw Barmhartigheid het meest nodig hebben. Op de eerste zaterdag van elke maand (O.L.Vrouw 10 december 1925 aan Zr. Lucia, toen de enige van de drie zieners nog in leven)
Bezie mijn Hart met de doornen omringd die de ondankbare mensen er in duwen door hun godlasteringen en hun ondankbaarheid. U, ten minste, troost mij en zeg hen dat ik beloof ze in hun stervensuur ter hulp te komen met de nodige genaden voor de zaligheid van al degenen die de eerste zaterdag op vijf elkaar volgende maanden:
1. Hun zonden biechten en de heilige communie ontvangen 2. De Rozenkrans bidden (5 tientjes) 3. Mij gezelschap houden gedurende een kwartier en de Mysteries van de Rozenkrans overwegen. 4. Dat alles, met het inzicht de smaden die mijn Onbevlekt Hart beledigen, te herstellen
N.B.: De biecht mag geschieden in de acht dagen voor of na de eerste zaterdag. Het Rozenhoedje mag gezegd worden op alle uren van de dag. Men kan meerdere of een enkel mysterie overwegen gedurende een extra kwartier van gebed, niet te verwarren met de tijd gewoonlijk genomen om de rozenkrans hardop te bidden.
Er wordt wel eens gevraagd waarom Onze-Lieve-Vrouw gevraagd heeft voor communies van eerherstel op vijf eerste zaterdagen, in plaats van een ander getal. Onze Lieve Heer beantwoorde die vraag toen Hij verscheen aan Zr Lucia op 29 mei 1930. Hij legde uit dat het omwille van de vijf soorten delicten en godslasteringen tegen het Onbevlekt Hart van Maria was: godslasteringen tegen haar Onbevlekte Ontvangenis, tegen haar eeuwige maagdelijkheid, tegen de goddelijke en spirituele moederschap van Maria, godslasteringen met betrekking tot de afwijzing en onteren van haar beelden, en de verwaarlozing van het zaaien in de harten van kinderen de kennis en liefde van de Onbevlekte Moeder.
|