Alle dagen van de week hebben hun charme, Maar de zaterdag wil ik speciaal omarmen. Het begint al in de ochtend als je wakker wordt
Geen schreeuwend geluid van de wekker die je stoort.
Rustig je ogen open doen en je strekt je nog eens lekker uit, Dan langzaam opstaan en je bedje uit. Als eerste een bakkie koffie en daarna de computer aan, Even mn mail checken, , hoe zou het met mijn vrienden gaan?
Dan een lekker ontbijtje maken een boterhammetje met een ei, Daar hoort ook een lekker glas verse jus dorange bij.
Gewoon zon heerlijke "je hoeft niks" en "rustig aan" dag, Daarom tovert de zaterdag bij mij een brede lach!
Ze knipperen samen, ze bewegen samen Ze huilen samen, ze zien dingen samen, en ze slapen samen, Maar ze zien elkaar nooit;
.. dat is wat vriendschap is. Uw streven is uw motivatie, uw motivatie is uw geloof, Het geloof is uw vrede, uw vrede is uw doelgroep, uw doelstelling is de hemel.
Rob en Truus zijn net getrouwd, maar kunnen zich geen huwelijksreis veroorloven, dus gaan ze na de trouwerij naar het huis van Rob's ouders voor hun eerste nacht samen.
De volgende ochtend staat Henkie, Rob's kleine broertje, om half acht op en eet zijn ontbijt. Als hij naar school gaat vraagt hij zijn moeder of Rob en Truus al zijn opgestaan. Ze antwoordt: 'Nee'. Henkie vraagt: 'Wil je weten wat ik denk?' Zijn moeder antwoordt: 'Ik wil niet horen wat jij denkt! Ga maar gewoon naar school.'
Als Henkie thuis komt tussen de middag vraagt hij aan moeder: 'Zijn Rob en Truus al op?' Ze antwoordt: 'Nee.' Henkie zegt: 'Weet je wat ik denk?' Zijn moeder: 'Het maakt niet uit wat jij denkt! Eet je boterham en ga weer naar school!'
Na school komt Henkie thuis en vraagt opnieuw: 'Zijn Rob en Truus al op?' Ze antwoordt: 'Nee.' Hij vraagt: 'Weet je wat ik denk?' Zijn moeder: 'Oké, vertel me dan maar wat jij denkt'. Henkie: 'Vannacht kwam Rob in mijn kamer de vaseline halen en ik denk dat ik hem de secondenlijm heb gegeven ............
Ik heb thuis een potje Op het potje staat 'verdriet'. Ik doe er vaak verdrietjes in, want als ze klein zijn ... huil ik niet.
Steeds als er iets tegenzit Er iets gebeurt wat ik niet wil Open ik het potje, Gooi het erin heel stil.
Maar gisteren was de laatste Druppel iets te veel Van al die stukjes klein verdriet Kreeg ik een brok in mijn keel. Mijn hand begon te trillen Verdriet vloog met golven uit de pot Een traan begon te rollen, Ik voelde mij erg rot.
Een onbedaarlijk snikken deed me trillen overal, Ik zat echt tot mijn haren In het diepste diepe dal
Het was met rood omrande ogen Toen ik mijzelf weer rustig kreeg, Opgelucht keek ik naar mijn potje Het potje . Dat was leeg.
Dus zie je iemand lopen, Rode ogen en heel bedeesd Dan vraag je niets meer, Dan weet je, haar potje is pas vol geweest.
de lerares vraagt aan jefke in de klas : - welke soort vrouw zou jij later graag hebben ? - ik wil een vrouw zoals de maan. - Wow wat een keuze ! je wil dus dat ze mooi en rustig is. - Nee ik wil dat ze s avonds komt en s morgens verdwijnt.