België zit naast de greep van de koudegolf in de greep van een proces. Met de indrukwekkende titel : de moord op de kasteelheer. Het lijkt wel een roman. Ik zou nu graag een dochter willen zijn van de beroemde advocaat die de moordenaar verdedigt, want dan zat ik met mijn neus op de feiten en kwam ik alle details te weten zodat mijn roman up-to-date zou zijn. Ik hang nu af van hetgeen de media over onze hoofden strooit en daar heb ik moeite mee. Ik wil niet alle verslaggevers over één kam scheren, maar er zijn individuen bij die zich beter aan het romanschrijven zetten gezien hun fantasie zonder grenzen.
De kasteelheer is vermoord, in de hal van zijn kasteel, onder de grond gestopt, niet ver van zijn grondgebied en uiteindelijk weer opgegraven door de dienaars van de wet.
Het motief? De kasteelheer zou zich niet netjes gedragen hebben tegenover zijn nageslacht. Ik moet er geen tekening bij maken zeker? Ook hier viert de fantasie hoogtij. Een bekommerd familielid besliste de losbandige vader een kopje kleiner te maken. Zelf wilde hij zijn handen niet vuil maken dus zocht en vond hij een huurmoordenaar en wel in ons buurland Nederland.
Het vervelende van de hele zaak is dat de huurmoordenaar ondertussen al voor de hemelse rechtbank is verschenen. Ik hoop voor hem dat het hemels gerecht mild en reachtvaardig is geweest. Dat zullen we nooit weten...
Tijdens de aardse rechtspraak wordt er op aan gedrongen de opdrachtgever vrijspraak
te verlenen.
'Hij handelde onder een onbedwingbare dwang en beschermde aldus zijn kleinkinderen.'
In mijn brein, bekrompen wellicht, woekert een conclict dat mij heet van woede maakt . Waar de koudegolf geen vat op heeft.
Een onbedwingbare dwang om ons hele rechtsstelsel een kopje kleiner te maken viert hoogtij.
Veertien jaar lang begint mijn dag met het uitlaten van mijn labrador, die ik in deze koude ochtend ver van mijn bed zou willen plaatsen. Onwillig en treutelig verruil ik mijn pyjama voor wandelkledij op een koude februari-ochtend. Ik vraag me af wat de buren van mijn outfit zullen denken. Twee dikke lange broeken, drie warme truien, een vest met een idiote puntcapuchon, een totaal uit de mode kniehoge nepbontjas. Dit alles maakt van mij een vreemdsoortige figuur die over de met rijp bedekte grond, op oude afgetrapte sportschoenen van mijn kleinzoon, achter de hond aansukkelt. Een plastieken zakje voor het kakje in aanslag. De wind bijt ongenadig in mijn neus die prompt laat voelen dat ie gesnoten wil worden. Het stuk grond waarop ik loop is het dak van 'de konijnentunnel', zoals de ondergrondse pijp wordt genoemd die Antwerpen-centrum met het buitengebeuren verbindt. Onder mijn voeten raast het verkeer in een smalle tweebaanspijp. 's Morgens verdringen de auto's zich om zich in het stadsgewoel te storten, 's avonds spuwt 'de konijnenpijp' al dat 'gespuis' weer naar buiten.
Het ruikt lekker fris, naar de geur van de Schelde, van de aarde en de bevroren regen. Ik weet : in de tunnel stinkt het van jewelste. Konijnen zouden allang hun pijp breder gemaakt hebben of verhuisd zijn naar rustiger oorden. Maar waar kan een bevolking van meer dan half miljoen mensen naar toe? Bovendien Antwerpenaren zijn trots op hun stad, het historisch erfgoed, Rubens, haven, Grote Markt met Brabo, de legendarische fontein waar iedere toerist op de foto wil. Je krijgt ze met geen stok buiten. Ik heb het geprobeerd maar was na zes maanden heimwee terug. Op Antwerpen-Linkeroever waar rust en stilte heerst tussen de moderne hoge flatgebouwen boven op de tunnel. De kak is gedraaid. Op naar koffie nu.
Raak me niet aan want ik ontdooi van ijspegel tot natte zooi streel niet mijn lenden raak me niet aan het geeft ellende laat mij hangen hier in de kou voor ik smelt tot verlangen naar jou.
Raak me niet aan want ik ontdooi van ijspegel tot natte zooi.
Woedend was ze naar het meer gefietst. Tegen het rimpelloze water, de onbeweeglijke riethalmen en de onverstoorbare eenden vertelde ze haar verdriet. De vrede van de natuur kalmeerde haar. Ze keerde terug. Maar tegen welke boom had ze haar fiets geworpen? Geen fiets te zien. Wel een wandelaar die ging meezoeken en haar thuis wilde brengen. Maar hij reed dieper het bos en begon handtastelijk te worden. Niet in paniek raken, dacht ze en begon te lachen. “Jij wilt toch niet met mij vrijen, hè? Daar is niks aan! Ik ben in de veertig en heb vier bevalllingen achter de rug.” De opdringerige mond en handen vielen stil. Ruw trapte hij haar uit de wagen. Jankend liep ze terug.
De drie Gratiën. Aglaia, de godin die schoonheid en glans vertegenwoordigt, Euphrosyne de godin die vreugde weergeeft en Thalia die de godin het opbloeiend geluk symboliseert, vormen samen “De drie Gratiën. Veel kunstenaars, onder andere Peter Paul Rubens, wiens standbeeld op de Groenplaats van Antwerpen prijkt en veelvuldig door schijtende duiven wordt bevuild, was een grote bewonderaar van dit vrouwelijk trio. Hij schilderde hen in hun pure naakte weelderige schoonheid. Ook Rafaël Santi vereeuwigde hun blanke borsten en dijen. In hun sierlijk opgeheven handen rust de appel die de eerste vrouw op aarde haar partner aanbood. De drie gratiën, wie kent ze niet? Wat maar weinig mensen weten is dat er een vierde gratie bestaat. Haar naam is Peitho. Deze godin is de verleidelijke appel in het godinnenmandje. Haar drie zusters doen alle moeite om Peitho in de vergeethoek te doen belanden. Zodra Peithon verschijnt trekt zij alle mannenogen naar haar sensueel wiegende heupen en zacht schommelende borsten. Op een dag hebben de drie gratiën er schoon genoeg van. Ze kunnen het niet meer verdragen dat mannenogen zich vergelustigen in de schoonheid van Peithon en hun gratie niet opmerken. Ze scholen zich om tot wraakgodinnen. Ze broeden een gruwelijk plan uit waarin giftige appels, blinddoeken en bezemstelen een grote rol spelen. Het is maar dat U het weet wanneer U volgend bericht onder ogen krijgt: 'Bij het uitproberen van zijn drone met ingebouwde camera ziet de boerenzoon een lijk in het korenveld. De dode man is gekleed in een smoking en hij is geblinddoekt.
De schrijfopdracht van Schrijven On Line van deze week. Schrijf een verhaal van maximum 300 woorden. De laatste alinea moet de zin zijn die wij hier laten zien. Schrijf wat eraan vooraf gegaan is.
Dit kwam er uit mijn fantasie.
De drie Gratiën.
Aglaia, de godin die schoonheid en glans vertegenwoordigt, Euphrosyne de godin die vreugde weergeeft en Thalia de godin het opbloeiend geluk symboliseert, vormen samen “De drie Gratiën. Veel kunstenaars, onder andere Peter Paul Rubens, wiens standbeeld op de Groenplaats van Antwerpen prijkt en veelvuldig door schijtende duiven wordt bevuild, was een grote bewonderaar van dit vrouwelijk trio. Hij schilderde hen in hun pure naakte weelderige schoonheid. Ook Rafaël Santi vereeuwigde hun blanke borsten en dijen. In hun sierlijk opgeheven handen rust de appel die de eerste vrouw op aarde haar partner aanbood. De drie gratiën, wie kent ze niet? Wat maar weinig mensen weten is dat er een vierde gratie bestaat. Haar naam is Peitho. Deze godin is de verleidelijke appel in het godinnenmandje. Haar drie zusters doen alle moeite om Peitho in de vergeethoek te doen belanden. Zodra Peithon verschijnt trekt zij alle mannenogen naar haar sensueel wiegende heupen en zacht schommelende borsten. Op een dag hebben de drie gratiën er schoon genoeg van. Ze kunnen het niet meer verdragen dat mannenogen zich vergelustigen in de schoonheid van Peithon en hun gratie niet opmerken. Ze scholen zich om tot wraakgodinnen. Ze broeden een gruwelijk plan uit waarin giftige appels, blinddoeken en bezemstelen een grote rol spelen. Het is maar dat U het weet wanneer U volgend bericht onder ogen krijgt:
'Bij het uitproberen van zijn drone met ingebouwde camera ziet de boerenzoon een lijk in het korenveld. De dode man is gekleed in een smoking en hij is geblinddoekt. Rondom het lijk staat alle koren nog overeind, er leidt geen spoor van platgetrapte halmen naartoe.' Aglaia, de godin die schoonheid en glans vertegenwoordigt, Euphrosyne de godin die vreugde weergeeft en Thalia de godin het opbloeiend geluk symboliseert, vormen samen “De drie Gratiën. Veel kunstenaars, onder andere Peter Paul Rubens, wiens standbeeld op de Groenplaats van Antwerpen prijkt en veelvuldig door schijtende duiven wordt bevuild, was een grote bewonderaar van dit vrouwelijk trio. Hij schilderde hen in hun pure naakte weelderige schoonheid. Ook Rafaël Santi vereeuwigde hun blanke borsten en dijen. In hun sierlijk opgeheven handen rust de appel die de eerste vrouw op aarde haar partner aanbood. De drie gratiën, wie kent ze niet? Wat maar weinig mensen weten is dat er een vierde gratie bestaat. Haar naam is Peitho. Deze godin is de verleidelijke appel in het godinnenmandje. Haar drie zusters doen alle moeite om Peitho in de vergeethoek te doen belanden. Zodra Peithon verschijnt trekt zij alle mannenogen naar haar sensueel wiegende heupen en zacht schommelende borsten. Op een dag hebben de drie gratiën er schoon genoeg van. Ze kunnen het niet meer verdragen dat mannenogen zich vergelustigen in de schoonheid van Peithon en hun gratie niet opmerken. Ze scholen zich om tot wraakgodinnen. Ze broeden een gruwelijk plan uit waarin giftige appels, blinddoeken en bezemstelen een grote rol spelen. Het is maar dat U het weet wanneer U volgend bericht onder ogen krijgt:
'Bij het uitproberen van zijn drone met ingebouwde camera ziet de boerenzoon een lijk in het korenveld. De dode man is gekleed in een smoking en hij is geblinddoekt. Rondom het lijk staat alle koren nog overeind, er leidt geen spoor van platgetrapte halmen naartoe.'
LEKKER LUI 21 juni 2017 | 120w | Marijcke Cauwe | Toevoegen aan leeslijst | Aantal waarderingen 10 |
Rosa ligt in de hangmat in de schaduw van de bomen. Ze is heerlijk ontspannen. Vandaag: niets moet, alles mag. Geen ratrace, geen file, geen zorgen voor … Het is vakantie. Ze kan doen als een luie kater. Spinnen van genot. Waarom spint een kat? De wetenschap heeft er geen verklaring voor. In een kattenkop speelt het woord Xylolatrie geen enkele rol. Tot voor kort speelde het ook geen rol in Rosa’s hoofd. Nu duikt het woord af en toe op in haar soezig hoofd. Het verstoort haar tevreden stemming. Aanbidding voor een houten afgodsbeeld, zou de verklaring zijn. Rosa draait zich om in haar hangmat waardoor er een schommeling ontstaat. Nee, ze doet deze week lekker niet mee met 120W.
Het is een dikke twee jaar geleden dat ik nog een tekst geplaatst heb hier op het blog. Het inloggen lukte niet meer. Ik werd het proberen inloggen zo moe dat ik mij op andere schrijfmodules gericht heb. Toch kan ik mijn "Mijmeringen" niet vergeten en zie met behulp van een vriendelijke persoon ben ik uiteindelijk toch weer "binnen" geraakt.
We zullen proberen de draad weer op te pakken.
Zoals U kunt lezen in mijn blog dat gestart is op 23/04/2006 verloopt mijn leven niet van een leien dakje. En het houdt niet op ondanks dat er weer wat jaartjes erbij op de teller staan. Er zijn enkele verhuizen bij gekomen, maar het heimwee naar Antwerpen maakte me zo ziek dat ik op slag en stoot terug in onze stad aan de stroom ben.
Voorlopig hebben wij, de hond Chiara en poes Vondeling en ik een warm onderkomen aangeboden gekregen bij mijn jongste dochter die op de linkeroever van de Schelde woont. Op vijf minuten wandelen kan ik aan mijn geliefde rivier staan en de magnifieke sky-lijn bewonderen. Die ondertussen net zoals ik, er anders uitziet. Het verschil zit in de hoogte. De gebouwen aan de rechterkant worden steeds hoger en ik ben een beetje gekrompen. Zodra de gelegenheid zich aanbiedt ga ik op een bankje aan het water zitten. Ik lees of zit zo maar wat te zitten. Kijken naar de voorbijgangers. Of zo maar wat dromen.
Er is namelijk een groot verschil met een paar jaar terug. Trouwe labrador Chiara is een oude dame geworden met stijve gewrichten en wil niet meer wandelen. Ik mis haar gezelschap. Het is een hele aanpassing om zo maar in je eentje naar het golvende water, de drijvende wolken en de zwemmende eendjes te kijken. Enfin, het zal wel weer wennen. Ik heb me in het leven tientallen malen moeten aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dit kan er nog wel bij.
Eén van de andere schrijfmodules die ik begerig naar me toe trek is www.120W.be. Sinds enkele weken stuur ik korte stukjes in. Het verhaal mag niet meer en niet minder dan 120 woorden tellen. Er wordt één woord opgegeven dat in de tekst moet voorkomen. Ik moet zeggen het is een nieuwe uitdaging. Ik heb de neiging om meer dan 120 woorden te schrijven. In het begin dacht ik : wat kun je nu overbrengen dat de lezers plezier doet of in spanning houdt, in zo weinig woorden. Het lukt wonderwel. Iedere week is er een winnaar die een zogenaamde digitale "beker" krijgt. De lezers kunnen een hartje geven als ze teverdeb zijn over het verhaal. In de dere week was het al raak. Ik heb een "beker" gekregen voor het verhaal : Lekker lui. Het woord dat er in verweven moest worden is, schrik niet, xylolatrie. Hieronder volgt het bewuste winnende verhaal.
De laatste tijd vraag ik mezelf dikwijls af wat het in Godsnaam is dat Europa toch zo aanlokkelijk maakt. De naam van dit op één na kleinste werelddeel schijnt afkomstig te zijn uit een Assyrische taal en betekent “zonsondergang” of “westen”. Andere bronnen vermelden dat Europa een godin was uit de Griekse mythologie. Misschien vandaar het actueel fenomeen waarin Europa Griekenland uit het financiële slijk moet trekken, dit terzijde.... Zo ver ons oog reikt in de geschiedenis is Europa altijd al een lekker hapje geweest om in te bijten. In de achtste eeuw kwamen de gevreesde Vikingen/Noormannen onze contreien al plunderen. In de wereldvermaarde stripreeks “Eric de Noorman” door de cartoonist/historicus G. Kresse, geïnspireerd op de beroemdste veroveraar uit de Scandinavische landen worden de plundertochten uitvoerig beschreven Normandië in Frankrijk draagt nog steeds de naam van deze veroveraars. In Engeland zijn er hele oorlogen uitgevochten om stukken land die de Noormannen zich hadden toegeëigend, terug bij hun Koninkrijk in te lijven. Later in de geschiedenis, in 1588 om juist te zijn, onder het bewind van de Spaanse koning Filips ll, kregen we bovenop het wrede gezag van landvoogd Alva, het onwelkome bezoek van de onoverwinnelijke vloot “De Armada”. Hier betrof het niet alleen de bezittingen van de bewoners van de lage landen, al waren die rijkdommen niet te versmaden Vooral het Katholieke geloof werd de burgers door de strot geduwd. Nog later kwam Napoleon een kijkje bij ons nemen. Ook Hitler had belangstelling. Gelukkig was er de invasie in (lach niet) Normandie¨. De zee, die Europa en zeker deze lage landen zo aantrekkelijk maakt, bracht al veel hebberige, vreemde vogels. De volgende invasie is bezig......
Brussel bij hoog en laag. In zeldzame nachten gebeuren er in Brussel wel eens zaken die heel ongeloofwaardig overkomen. Niemand gelooft mij wanneer ik vertel wat ik onlangs op de avond van een mooie lentedag meemaakte. Op die bewuste avond hing er boven Brussel een nevel waarin de geuren van bloesems vochten tegen de geur van de uitlaatgassen. Zoals gewoonlijk was de stad een broeinest van activiteiten geweest. In de tunnels had het verkeer onophoudelijk zijn geronk tegen de tunnelmuren gesmeten. Op de straten en pleinen was het een komen en gaan geweest van mensen uit ontelbare culturen en milieus, druk bezig met hun daagse handel en wandel. De gevolgen van de toren van Babel duidelijk hoorbaar in een onwaarschijnlijke kakofonie van talen. In de kantoorgebouwen en fabrieken ratelden de machines en werktuigen. In het luchtruim lieten de vliegtuigen naast een witte rookpluim een wolk van luchtvervuiling achter. Door omstandigheden gedwongen leef ik in de hoofdstad van België. Gelukkig moet ik mij niet in de wriemelende mierenhoop storten en kan ik enigszins rustig op mijn appartement de dag doorbrengen. De ventilator had de hele dag zijn lied gezongen, maar hij zorgde ervoor dat de temperatuur draaglijk bleef. Ik was niet gestoord door burenruzies of lawaaierige kinderen in het trappenhuis. Kortom, behalve het gezang van de ventilator en het eenzame gefluit van een kanarie een paar huizen verderop, was het stil gebleven. Ik doe thuiswerk en ik was goed opgeschoten. De berg van paperassen was geslonken tot een normaal peil. Tevreden had ik de laptop afgesloten. De arbeid van vandaag zat er op. Het werk van de maand Maart was tot een goed einde gebracht. Ik besloot een kleine wandeling te maken, richting Kleine Zavel. In het groen dat de groenvoorziening rond het standbeeld van de Graven Egmond en van Van Hoorne heeft aangelegd staan een paar houten bankjes. Op een van die bankjes zit ik regelmatig zo maar een beetje te zitten. Te mijmeren, te dromen, och ja, ik vind daar een stukje rust en vrede. Het stadslawaai dringt niet zo door, er komen maar weinig mensen voorbij en in de zomer geven de paars bloeiende rododendrons kleur en geur aan het pleintje. Een enkele toerist neemt wel eens een foto van het standbeeld en soms houdt er aan hun granieten voeten een koppeltje halt om elkaar lieve dingen toe te fluisteren en/of een kusje te wisselen. Ik zie dat graag. Het doet me denken aan mijn eigen jonge, verliefde jaren, lang geleden.... De twee Zuid-Nederlandse graven, Egmond en Van Hoorne staan zwijgend, versteend en imponerend op hun plek. Egmond was stadhouder van Vlaanderen en Van Hoorne zijn trouwste vriend en aanhanger. Beiden staren hooghartig over het Brussels gewemel heen. Ook in hun tijd woedden er oorlogen die als achtergrond het geloof hadden. Na de Beeldenstorm, die de Nederlanden had geteisterd in 1566, een volksopstand van de Calvinisten tegen het katholieke geloof dat Alva hen met ijzeren hand door de strot duwde, weigerden deze hoge edellieden te vluchten. Zij veroordeelden heftig de Beeldenstorm waarbij de katholieke kerken en gebouwen werden geplunderd en vernield, maar ze waren ervan overtuigd een compromis te kunnen sluiten tussen Alva, de Spaanse landvoogd en de Prins van Oranje. Het liep helemaal verkeerd. In 1567 werden zij beschuldigd van hoogverraad. In 1568 werden zij op de Grote Markt in het openbaar terechtgesteld. Onthoofd. U ziet, er is nog maar weinig veranderd in deze zogenaamde “veranderende wereld” De schemering daalt over het plein. Ik besluit een eindje verder te wandelen en neem op mijn manier afscheid van het standbeeld. Ik tik met mijn hand tegen de rand van mijn hoed en kijk op naar hun gebeeldhouwde gezichten. Dan treft mij de verrassing van mijn leven. Van Hoorne geeft me een knipoog en Egmond steekt bij wijze van groet zijn sabel in de lucht. Van verbazing plof ik terug op het bankje en knijp mijn ogen stijf dicht. Wanneer ik ze weer open doe staan de twee heren heen en weer te wiebelen op hun voetstuk. Ze houden elkaar in evenwicht, juist zoals ze tijdens hun leven deden. Elkaar steunen bij hoog en laag. Zonder er bij na te denken snel ik naar de graven toe en reik ze mijn helpende handen totdat ze zwaar ademend van de geleverde inspanning voor mij staan en mij uitvoerig bedanken2 voor mijn hulp. “Beste vriend”, zegt Graaf Egmond, “wij staan hier nu al jaren op deze van God verlaten plek te staan, zeg maar, in de vergeethoek, en wij wachtten op een persoon die ons wil helpen een diepe wens van ons te vervullen. “En zie, U bent gekomen!” De graven maken een lichte buiging voor me terwijl ze zwierig hun met pluimen versierd hoofddeksel voor me afnemen. Ik weet niet goed raad met mijn houding en tik dan nog maar eens beleefd tegen de rand van mijn hoed. Na deze plechtstatige begroeting voeren de heren mij naar het bankje en zetten zij zich naast mij. Ik zit in het midden en weet niet wat te denken van deze vreemde kennismaking. “Er is ons ten oren gekomen, in de loop der jaren”, zo begint Egmond zijn verhaal, “dat zich in deze stad een standbeeld bevindt waar mensen uit alle uithoeken van de wereld naar toe komen om het te bewonderen. U begrijpt dat wij daar enigszins afgunstig op zijn. Wat heeft deze man, wij hebben begrepen dat het om een mannelijk persoon gaat, gepresteerd, dat hij wereldberoemd is geworden? Onze kennis van de taal die in de zestiende eeuw in deze contreien werd gesproken is te beperkt om er achter te komen wie of wat deze figuur voorstelt.” Manneke” verstaan wij wel, maar wat betekent “pis?”” “Het schijnt,” zo vervolgt Graaf Egmond, “dat het beeld door drommen toeristen wordt bezocht. Op hoogtijdagen ziet het zwart van het volk en kun je over de koppen lopen. Ook heb ik horen vertellen dat “het Manneke” verschillende malen per jaar wordt gewassen en nieuwe kledij krijgt. Wij, mijn vriend en ik zouden graag willen dat U ons begeleidt naar dit fenomeen. Het is een prachtige nacht om een wandeling te doen. Niemand zal ons missen. Op dit nachtelijk uur zullen de toeristen wel in hun hotel zijn. Wilt U ons dit plezier doen?” Tja, en daar zat ik dan. Hoe kun je aan twee stijve, statige, Calvinistische graven uitleggen dat “het Manneke” inderdaad een manneke is, een kleine jongen die zonder schroom een plasje staat te doen. Een manneke dat onbeschaamd zijn piemeltje aan het volk toont. Met de onschuld eigen aan een kind. Heel lang geleden was het plassende jongetje een vertederend detail van een grote fontein die in het hart van Brussel helder klaar water in het zonlicht spoot. Onderdeel van de toenmalige watervoorziening. De fontein overleefde het oorlogsgeweld van de Tachtigjarige Oorlog niet. De plassende kleuter bleef echter ongedeerd en werd min of meer tot geluksbrenger verheven. De Brusselaars aanbaden het vrolijke kind, zette het op een verhoog en zie daar “Manneken Pis” was geboren. Calvinisten stonden bekend om hun gestrengheid. Het leven was een zeer ernstige zaak en onderwerpen zoals seksualiteit waren totaal taboe. Menig totaal onwetend bruidje is zich tijdens de huwelijksnacht een bult geschrokken alhoewel de vrijpartij zich onder de lakens afspeelde, met uitgedoofde kaars op de nachttafel. Bovendien hadden de geliefden een strijd te voeren tegen ingewikkelde hansops. 2 Ik voelde me even onwetend als de angstige bruidjes. Want hoe zouden de heren hun geslacht destijds genoemd hebben? Het woord “penis” leek me te encyclopedie-achtig en het woord “lul”durfde ik niet in de mond te nemen! Ik nam het besluit de graven mee op sleeptouw te nemen en ze voor het voldongen feit te zetten. Het was niet ver lopen naar de hoek van de Stoofstraat en de Eikstraat waar het bronzen beeldje dag en nacht staat te wateren. Dan konden ze daar met eigen ogen aanschouwen waarom hele volksstammen staan te glunderen. Dat de aristocraten er niets van zouden begrijpen interesseerde mij niet, want ook ik versta de hele heisa rond dit beeldje niet. Misschien zou ik de legende kunnen vertellen hoe in 1142 de kleine, tweejarige Duke Godfrey lll van Leuven in een mand aan een boom werd gehesen om zijn soldaten aan te moedigen en vrijmoedig de vijandelijke troepen nat pieste, waardoor hij de jongste oorlogsheld ooit werd. Een andere legende vertelt hoe een voornaam Brussels magistraat zijn zoontje tijdens straatgevechten uit het oog verloor en hem drie dagen later terugvond in de zo karakteristiek plassende houding. Uit dankbaarheid schonk hij aan de stad Brussel de kleine in brons gegoten jongen. De twee graven staarden verbouwereerd naar het plassende jongetje. De maan die het schouwspel niet wilde missen was ook van de partij en liet het kind glanzen in zijn licht. Het was stil op het plein. Je kon een speld horen vallen. De stilte werd verbroken doordat de heren elkaar bulderend van het lachen op de schouder sloegen. Daarna trokken ze hun degens en daagden elkaar uit in een speels schermgebeuren waarbij hun wapens een oorverdovend lawaai maakten. Nu was ik het die als het ware versteend stond toe te kijken. Waren de heren gek geworden? Of was ik het? In ieder geval: ze schenen het een goede grap te vinden. Even plotseling als het gelach begonnen was, stopte het. De graven trokken hun gezicht weer in de strenge plooi en liepen met hun verstijfde ledematen naar de Grote Markt. Op de grote Markt was alles rustig. De gevels baadden in het maanlicht; het stadhuis stond er onbeweeglijk in zijn grandeur. Een enkele ster flonkerde in het diepzwart van de nacht. Vermoedelijk op de plaats waar hun executie had plaatsgevonden, namen de mannen hun hoofdtooi af, legden hun wapen neer en knielden op de kasseien. Hier had ooit hun bloed gevloeid, hier waren ze samen in de dood verenigd. Zij waren hooggeplaatste staatsmannen geweest. Hun einde op het schavot een lage val die niet verdiend was. Zij waren trouw aan hun principes gebleven, trouw aan het Huis van Oranje, trouw aan hun God. Voor mijn verbaasde ogen verdween hun silhouet, loste op in de inktzwarte nacht. De maan was achter de stille, wachtende gevels gekropen. Iemand trok aan de mouw van mijn mantel. Ik keek naar beneden. Een kleine, naakte jongen trok me naar zijn standplaats. Ik tilde hem op en zette hem op zijn sokkel. “De graven hebben toch nog eens goed gelachen, hè?”, zei hij. Op weg naar huis zag ik de edellieden onbeweeglijk op hun plek staan. Ik zette mij op het bankje om te bekomen van de gebeurtenissen. Ik bleef zo lang zitten tot het licht van een nieuwe dag zich aankondigde. De eerste van de volgende maand.
Sinds een paar maanden heb ik een vriendin. Het is mijn eerste grote liefde. Voor haar heb ik wel eens voorzichtig enkele andere meisjes benaderd, maar op de één of andere manier brak de kennismaking weer af. Het deed een klein beetje pijn, maar na een paar weken was mijn liefdesverdriet weggeëbd. Maar nu heb ik dus een vaste vriendin; we hebben verkering, zoals dat benoemd wordt. Ze houdt van mij en ik ben stapel op haar. Hoewel onze liefde doorgaans als kalverliefde wordt afgeschilderd, voel ik diep van binnen dat onze liefde meer is dan dat. Hoe zou zoiets moois als nu tussen mij en mijn meisje opbloeit teniet kunnen gaan? Ik heb wel gehoord en gelezen dat liefdes bloeien, groeien en vergaan, maar ik kan dat niet aannemen. Wanneer ik in haar grote, grijze ogen kijk voel ik me helemaal verloren. Ik wil niets liever dan verdrinken in die mooie ogen. Dichters en schrijvers laten geliefden dikwijls in elkaars ogen verdrinken en ik begrijp nu wat ze bedoelen. Enkele dagen geleden was ik bij haar bezoek. Haar ouders hebben mij hartelijk ontvangen. Ik voelde me direct thuis en opgenomen in het gezin. De moeder haalde enkele fotoboeken tevoorschijn en samen bekeken we foto's van nu en van het verleden. Mijn vriendinnetje was een schattige baby, een leuke kleuter en een vrolijk kind en ze was door haar moeder op alle mogelijke momenten en feesten gefotografeerd. Op één van de foto's is ze misschien een jaar of drie en ze zit naast een klein parmantig jongetje dat haar een kusje geeft. Ik bekeek de foto eens heel goed. Wat raar! Dat jongetje kwam me bekend voor. “Kijk”, zei haar moeder, “dit is de oma van dit jongetje. Mijn moeder en de oma van dit jongetje zijn al heel lang vriendinnen. Vanaf mijn kleutertijd. Ze stonden samen aan de schoolpoort en kwamen al vlug aan de praat. Spijtig genoeg is ze verhuisd naar een andere stad en zien ze elkaar iets minder dan toen. Maar hun vriendschap is er nog steeds.” Ik keek vol verbazing naar de oma van het mij bekend voorkomende jongetje. Volgens mij zag ik mijn oma als jonge vrouw. Er was geen twijfel mogelijk. Een jongere uitgave van mijn oma keek lachend naar de camera. Stilletjes legde ik mijn arm om mijn prachtig lief en gaf haar een kus, even onschuldig, teder en behoedzaam als zeventien jaar geleden. Foto's, ja, zij leggen herinneringen vast en zorgen soms voor heel speciale effecten. Ze zijn een geschenk van het leven.
Ze herinnerde zich dat toen ze thuiskwam na haar overspel ze zichzelf uitgebreid voor de spiegel had bekeken. Een naakte jonge vrouw werd haar voorgespiegeld. Gemaakt voor het liefdesspel..... Fiere borsten, platte buik en een zwart driehoekje boven lange benen vormden een niet onaardig beeld. Zacht gefluisterde complimenten ruisten nog na in haar oren. Ze had zichzelf eigenlijk nog nooit goed bekeken. Een preutse, protestante, conservatieve opvoedingen naast een geaardheid die meer intellectueel dan lichamelijk was ingesteld hadden dit verhinderd. De echtgenoot was lichamelijker ingesteld, maar achteraf bekeken, was hij een armzalige minnaar die alleen op het eigen genot gericht was. Er viel hem echter niets te verwijten; hij wist niet beter. Door het bezoek aan een huis in Brussel waar kamers verhuurd worden om vrijlustige stellen privacy te bieden, ontdekte ze dat het zwarte driehoekje een gesloten boek was geweest, alhoewel er twee baby's uit geboren waren. Ze vormden een gelukkig gezinnetje totdat de avances van een man haar het hoofd op hol brachten. Het verblijf in het rendez-vous-huis werd een teleurstelling. Ze beefde als een riet, de hele atmosfeer was ellendig. Schuldgevoelens laaiden hoog op. Ze kon zich niet laten gaan. Ondanks de negatieve ervaring, was er wel iets met haar lichaam gebeurd. Ze kroop in bed en maakte af wat de man in gang had gezet. Daarna huilde ze een badkuip vol tranen. Nadat de tranenvloed was gestopt, nam ze een douche en begon het avondeten klaar te maken. De kinderen kwamen van school; de echtgenoot kwam van zijn werk, elk vol van zijn eigen leven en welgevulde dag. Het viel niet op dat ze was stil was. Uiterlijk was er niets aan haar veranderd. Een goed observator had wellicht de sporen van tranen opgemerkt, de droefheid in haar ogen, dat haar glimlach iets krampachtigs had.
Het spel van de moordenaar - schrijfopdracht Schrijven-on-line
“Kijk Maarten, dit is de revolver die we gaan gebruiken. Ja, kijk maar eens goed. Het is een echte browning. Geleend van een vriend. Is het geen mooi ding?”
Johan legde het wapen in de trillende handen van zijn kompaan. Die keek er naar met ogen zo groot als schoteltjes, Zijn handen gingen uiteen en de browning viel kletterend op de vloer.
“Ik moet daar niets van weten,” bracht Maarten met moeite uit en hij stopte zijn handen in zijn broekzakken.
“Het zal toch moeten, jong. Kom, doe niet zo kinderachtig. Pak hem op en bekijk hem eens goed. Ik wil dat jij hem opraapt, zo kun je vast wennen aan het gevoel van het koude metaal. Allez, vooruit.”
Maarten bukte zich met tegenzin en raapte het schiettuig voorzichtig op.
“Nou, en? Wat voor gevoel krijg je nu?”
Behoedzaam liet Maarten de revolver van zijn ene hand naar de andere glijden. Het koude metaal brandde als vuur in zijn handen. Het bracht hem nog meer van zijn stuk.
“Kijk Maarten, dit is de trekker en die moet je straks overhalen. Eerst goed richten en dan pangpang. Je komt de donker gemaakte slaapkamer binnen waar mijn vrouw en ik lekker liggen te slapen. Maar ik heb een voetenbankje in de weg gezet zodat je struikelt en een schreeuw geeft. Mijn vrouw en ik worden wakker en terwijl ik naar je toeloop om je zogezegd te overmeesteren richt je de revolver op het bed......”
“Maar Maarten, ik weet niet eens dat je getrouwd bent!”
“Ach sufferd, dat had je nog niet begrepen? Ik ben toch getrouwd met Greetje.”
“Greetje, die met die grote borsten en dikke billen, ben je daarmee getrouwd? En moet ik mijn revolver op haar richten? Man, dat is toch doodzonde! Als je haar niet meer wil, ik neem ze graag van je over, hoor! Bovendien, ik ben niet van plan om voor moordenaar te spelen, hè?!”
“Maarten, kom, doe nu niet zo vervelend. Je hebt beloofd het spel mee te spelen. Ik rekende erop dat je die rol graag wou hebben. Of moet ik soms een andere acteur gaan zoeken?"
“Wat grappig mevrouw Blavatski, dat U mij wilt interviewen. Hoe weet U dat ik kan denken? En waarom hebt U een stil vermoeden dat ik er een eigen mening op na zou kunnen houden? Zie mij hier liggen, “de Oma”, voor drie dagen een zeer populaire persoon in het gastvrije Antwerpen. Mijn bed is 8 meter lang en staat deze nacht op het Theaterplein. Het heeft meer dan een uur geduurd voordat de Lilliputters mij in bed gekregen hebben. Er kwam heel wat trek-en-sleurwerk aan te pas! Ik moet zeggen: ik heb mijn rust wel verdiend na de hele dag door de stad getrokken te zijn. Ik heb minzaam geglimlacht naar de duizenden mensen en kinderen die mij wilden zien; ik heb verhalen verteld, ik heb de Schelde bewondert, alsook de Grote Markt met Brabo, die prachtige fontein, en de gezellige Groenplaats aan de voet van de sierlijke kathedraal. Kortom het was een drukke dag met veel evenementen. Nu wil ik uitrusten. U weet net zo goed als ik dat ik een houten marionet ben, zeven meter lang. In feite toch maar een pop, alhoewel ik mij kan bewegen door de scharnieren en touwen waaraan de Lilliputters trekken. Ik geef de toeschouwers de illusie dat ik leef. Mevrouw Blavatski, ik ben te oud en te moe voor Uw vragen. Eén ding wil ik kwijt. Er is altijd gezegd dat men aan het volk brood en spelen moet geven. Door dit te doen sust men de massa in slaap. Wordt er niet aan het onheil gedacht dat boven het hoofd hangt. U weet toch zelf dat de wereld op het slappe koord danst, dat zij balanceert op het scherp van de snede.! De mannen van de IS staan in gevechtshouding aan de Turkse grens. Over heel de wereld zijn ontelbaar veel mensen op de vlucht voor het oorlogsgeweld. De flora en fauna worden bedreigd door de grote machthebbers die door het uitputten van de aarde hun rijkdom vergroten. Ach, de mensen die mij gemaakt hebben, zijn vergeten tranen in mijn ogen in te bouwen......Ik ga ze sluiten. Goedenacht.
De val van Icarus - schrijfopdracht van Schrijven-on-line
Rond mij is alles blauw. De hemel waarin ik nu een vallende ster ben, is zo blauw als de peinzende ogen van mijn liefdevolle moeder. Zij heeft mij het leven gegeven en heeft het zeker altijd al geweten dat mijn jeugdige overmoed mij fataal zou worden. Maar wat is fataal? Misschien gaat er nog een hele nieuwe wereld voor mij open als mijn val ten einde komt. De oceaan onder mij die met de seconde dichterbij komt heeft meer de kleur van de ogen van mijn avontuurlijke vader. Zoals bij hem soms de lichtjes in zijn ogen beginnen te schitteren, schittert het schuim van de golvenrij die in hun wilde dans het blonde strand begroeten. Zelfs de witglanzende veren van mijn vleugels krijgen een blauwachtig schijn. De helse hitte van de zon heeft alleen maar de staartveren verschroeid. Een sliertje donkere rook kringelt achter mij aan, volgt mij naar de diepte. Ik, jong en eigenwijs, heb de waarschuwingen van mijn vader letterlijk in de wind geworpen waardoor ik nu als een herfstblad naar mijn dood zweef. Ik ben bang, natuurlijk, heel bang, maar vooral heb ik spijt dat ik deze boeiende wereld ga verlaten. Ik zie dat de wind mij naar het strand voert. De geur van het naar het zout van de zee doordrenkte zand zal het laatste zijn wat ik zal ervaren. Mijn moeder zal één van de veren in haar haar steken. Zo draagt ze mij tot we elkaar weer zullen ontmoeten.....
Verboden vrucht - opdracht schrijf over een kind in een boom
Het kind woonde aan de rand van de heide. Ieder vrij uur speelde ze met haar kameraadjes op de naar heide geurende zandgrond. Ze speelden tikkertje, verstoppertje of klommen in bomen. Hoewel ze een meisje was klom ze even soepel als de jongens de bomen in.
Op de eerste lentedagen rende ze achter de vlinders aan of lag ze lekker lui naar het spel van de vogels te kijken.
Op warme zomerdagen zwom ze in het heldere water van het ven waarop het krinkelende, winkelende waterding zijn liefde voor God schrijft.
Op mistige herfstdagen bewonderde ze het spinrag waarin de spin op haar prooi zat te wachten.
Op koude winterdagen schaatste ze op het toegevroren ven tot de zon als een rode bol achter de horizon verdween.
Haar ouders gaven haar veel vrijheid. Voor één zaak werd ze gewaarschuwd. Ja, het werd haar zelfs verboden om op bezoek te gaan bij een buurvrouw die wat verderop in het dorp woonde. Aangezien verboden vruchten altijd het lekkerst smaken ging het kind regelmatig langs bij de buurvrouw. Daar keek ze haar ogen uit op de snuisterijen die de vrouw in haar naar kruidige wierook geurende huisje had. Een grote kristallen bol stond in het midden van de tafel te pronken. Overal stonden kaarsjes te branden. Halfedelstenen zoals amethist, tijgeroog, barnsteen en roze kwarts lagen her en derwaarts tussen boeken met vreemde tekens en symbolen. De buur vrouw was heel aardig. Het meisje begreep niet waarom haar ouders deze vriendelijke vrouw “een gevaarlijke heks” noemden.
Wat het kind wel eigenaardig vond was dat “de heks” soms op de onderste tak van een grote boom zat die haar tuin en huis met zijn bladerdak beschermde. Zoiets doen volwassenen toch niet? Op haar vraag waarom buurvrouw op die tak zat kreeg ze als antwoord dat de boom haar kracht gaf.
Die middag klom het kind in een boom.
“Ik heb niets gevoeld”, zei ze.
De vrouw bekeek het kind met een onderzoekende blik.
“Je zult een gelukkige mens worden”, was haar antwoord..
Ik zit in mijn zolderkamertje en verhit een dikke stopnaald in de vlam van een kaars. Ik haal diep adem en doorboor met de verhitte naald mijn oorlel. Ik krimp ineen van de pijn. Mijn oor bloedt.
Op de tafel ligt een doosje waarin paarlen oorbellen glanzen. De oorbellen van zijn echtgenote. Sinds kort ben ik verhuisd van de kelder naar de zolder in het grote huis van mijn meester Johannes Vermeer. Ik heb zijn vertrouwen gewonnen en in plaats van wassen en vloeren schrobben, help ik hem met het prepareren van de verf waarmee hij zijn meesterwerken schildert. Alleen ik mag het trapje gebruiken om op de zolderverdieping te komen. Ik ben daar zo blij over omdat ik hier een dagboek kan bijhouden zonder het gevaar te lopen dat één van zijn huisgenoten er in kan lezen. Lief dagboek, aan jou kan ik vertellen dat ik in het geheim voor hem poseer.
Een paar dagen geleden vroeg hij mij om mijn dienstmeisjeskap af te zetten. Ik weigerde want een fatsoenlijke vrouw bedekt haar haar. Zo ben ik opgevoed. De meester is niet gewend tegen gesproken te worden. Met grote stappen komt hij op mij af en rukt de kap af. Ik heb mooi, lang, koperkleurig haar en verrast staart hij naar de krullen die over zijn handen kringelen. De spanning die al lange tijd tussen ons heerst verdiept zich, zijn ogen vernauwen, zijn ademhaling versnelt en heel even zie ik hartstocht opvlammen. Ik deins terug, voel hoe tranen mijn ogen vullen. Mijn meester, hoe graag had ik je aanraking gevoeld, maar beneden is je vrouw die een vijfde kind verwacht....
Johannes draait zich abrupt om, graait een paar vodden waarmee hij zijn penselen afdroogt en drapeert ze rond mijn hoofd. “Doe nu de oorbel in”, commandeert hij schor. Ik gehoorzaam. Ik verbijt de pijn.
Omdat mijn hobby nu eenmaal "schrijven" is, plaats ik regelmatig korte verhalen op een site die met schrijven te maken heeft, namelijk "schrijven-on-line".
Misschien zijn er op seniorennet mensen die op het seniorennet naar leuke of interessante stukjes proza op zoek zijn.... dus heb ik het plan opgevat om regelmatig een kort verhaal te plaatsen in de hoop deze personen enkele minuten leesgenot te verschaffen en wie weet zit er een "van gedachten wisselen" in .
De korte verhalen zijn gebaseerd op een wekelijkse opdracht. In onderstaand stukje was de opdracht om iets te schrijven over de invloed van geuren op het menselijk gedrag.
Sinds enkele weken ben ik een dienstmeisje. Mensen herkennen dienstmeisjes aan de witte kap die hun haar bedekt en hun gezichtjes grotendeels verbergt. Door een ongeval is mijn vader die tegelschilder was, blind geworden. Het besluit om mij van school te halen doet mijn ouders veel verdriet, maar als de honger een metgezel aan tafel wordt, worden de kinderen ingezet als kostwinner. In onze stad Delft woont een beroemde schilder, Johannes Vermeer. Zijn meesterwerken hangen nu in musea al over de wereld en zijn miljoenen waard. In de tijd dat ik in zijn huis de nederigste positie innam, was het moeilijk voor hem om zijn groeiend gezin te onderhouden en om zijn stand op te houden. De welvarende bourgeoisie lieten hun echtgenotes door hem schilderen. Het was iedere keer weer spannend of de opdrachtgever tevreden was over het resultaat en hem de beloofde daalders uitbetaalde. Eén van mijn taken is naar de markt gaan. Om goede waren in te slaan tegen een redelijke prijs. Op mijn eerste koopdag weigerde ik de mij aangeboden producten. Ik rook eraan en constateerde dat de waren niet vers waren. De man was verbaasd over mijn gedrag want de vorige dienstmeid was niet zo kieskeurig geweest. Maar hij waardeerde mijn optreden. Met een knipoog liet hij zijn zoon betere kwaliteit brengen. Een aardige, jongeman met een gulle lach, met vriendelijke ogen, maar met handen die zijn beroep verrieden. Met mijn aangeboren gevoel voor schoonheid kijk ik liever naar de handen van mijn meester wanneer hij met zijn penselen prachtige vrouwen op het doek laat verschijnen. Mijn tweede taak is het atelier schoon houden. De laatste tijd mag ik hem helpen met het mengen van de verven. Ik houd van de geur die in het atelier hangt. Het doet mij de geur van de markt vergeten...
gebaseerd op het boek en de film “Het meisje met de paarlen oorbel”
De wekelijkse opdracht luidt om over de liefde na te denken en er een stukje over te schrijven. Op 14 februari is het Valentijnsdag, dus.......
In de opdracht moet een quote van de fameuze schrijver/filosoof Paulo Coelho verwerkt worden.
Valentijnsdag is de dag van de verliefden. Door een of andere duistere reden wordt mensen soms een roze bril op de neus gezet, waardoor ze zichzelf verliezen, op wolkjes beginnen te kuieren, elkaar diep in de ogen kijken, handjes beginnen vast houden om uiteindelijk onophoudelijk te gaan strelen en te kussen. Men vertoeft in de zevende hemel. Dit melig gedoe heeft niets te maken met de Liefde die Paulo Coelo ons voorhoudt, dunkt mij.
Volgens de deskundigen op het internet, is verliefdheid een dartel spel van hormonen en zijn verliefden het slachtoffer van chemische reacties. Nog volgens het internet is Valentijnsdag vooral in het leven geroepen om anoniem de verliefdheid aan de aanbeden persoon kenbaar te maken. Slimme zakenmensen sprongen mee op de kar, want mensen die met de roze bril rondlopen zijn een prachtig doelwit om geld uit de zak te kloppen... Wanneer de fase van het “handje-vast-houden” is overgegaan naar verdere intimiteiten, naar “samen-de-toekomst-tegemoet-gaan”, ja zelfs naar “voor altijd lief-en-leed-samen-delen”, tuimelt de roze bril van de neus en staat het nieuwbakken koppel op een vreemde dag plotseling met de voeten in de barre realiteit. Men valt uit de hemel of zoals Coelho schrijft: men ontdekt dat de hel in de hemel verstopt is geweest. Het dartel spel van de hormonen heeft er voor gezorgd dat er een nageslacht mee aan de ontbijttafel zit. Al hetgeen een mens in huis heeft aan energie, financiën en broedzorg, verdwijnt in de hongerige individuen die hun aanwezigheid permanent uitschreeuwen. Ja, en dan begint het grote spel. Het spel van Liefde met een hoofdletter. Het koppel neemt zijn verantwoordelijkheid op zich en probeert de ander en het kroost gelukkig te maken. Tussen hemel en hel ligt het terrein van de Liefde. Moeilijk maar waardevol. Moeilijk om over te schrijven.
Dit stukje proza was een opdracht van "schrijvenonline.org naar aanleiding van het verdwenen vliegtuig.
Eén van de Créators zat in zijn gemakkelijke leunstoel. Voor Hem stond een welgevulde tafel. Naast Hem zat zijn beeldschone vrouw. De Créator zag er verveeld uit. Ondanks Zijn welstand scheen hij niet gelukkig te zijn. Hij knipte met de vingers en gebood zijn aansnellende bediende om het enorme flatscreen in werking te stellen.
"Laat mij de planeet zien die ik duizenden eonen geleden creëerde. Hoe is de naam ook al weer van dat kleine rondcirkelende bolletje?"
"U noemde het "de blauwe planeet", mijn Meester, ook wel "aarde".
"Juist. Ik had daar grootse plannen mee. Schiep ik ook niet een zon, een maan en miljoenen sterren en een beeld naar Mijn gelijkenis?"
"Ja Meester, U gaf hem de naam Adam en U droeg hem op de aarde met al zijn schepselen goed te verzorgen. Omdat hij zich eenzaam voelde creëerde U uit één van zijn ribben een vrouw om lief te hebben."
"Ik herinner het me", zuchtte de Créator, "Ik heb er zes dagen aan gewerkt en op de zevende dag zag ik dat het goed was en rustte ik uit. Laat mij de stand van zaken eens zien."
De aarde met al zijn wel en wee verscheen op het flatscreen.
De creator leefde op bij het zien van de prachtige natuurbeelden, bij de schoonheid van de zeven kunsten, bij het zich bewust worden van het menselijke vernuft. Hij zag ook alle wreedheid, het oorlogsgeweld, de vervuiling van de oceanen en van het luchtruim.
"Ik begrijp het niet", zei hij verontwaardigd. "Ik heb de mens het Paradijs gegeven. Er is voedsel en plaats genoeg voor iedereen. Waarom die jalouzie omtrent andermans geloof en cultuur? Waarom moeten ze zo nodig Mijn "blauwe planeet" bezoedelen? Kijk, daar raast weer zo´n vliegend voorwerp door Mijn mooie blauwe lucht."
Zijn wijsvinger priemde richting het vliegtuig. Een grote steekvlam deed het ontploffen en in zee storten.
"Sluit het scherm", brulde hij boosaardig. "Ik zal over een aantal eonen nog eens gaan zien. Misschien zijn ze dan iets wijzer geworden."
De Creator besefte niet dat Hij zelf de aanstichter was van al dat leed. Hij had een beeld geschapen naar Zijn gelijkenis!
Sinds enkele maanden ben ik opnieuw door de schrijfmicrobe gebeten. Ik doe mee aan schrijfwedstrijden en stuur ook gedichten in. Met hier en daar een klein succesje. Het zilveren koord dat we bij onze geboorte meekrijgen en dat weer wordt afgesneden wanneer we sterven was een hele tijd verstopt. De rake meppen van het noodlot hadden me lam geslagen; het zilveren koord afgesnoerd en mijn creativiteit op nul gezet.
Maar zie, ik wandel weer met mijn trouwe labrador Chiara langs de Schelde die iedere dag haar natte zoen aan Antwerpen geeft. Soms kabbelt het water zachtjes tegen de kade. Op andere dagen beukt het in hoge, woeste golven tegen "de blauwe steen" zoals de kademuur genoemd wordt in de Antwerpse volksmond. Het is de aantrekkingskracht van de Maan, de blanke schijf die ´s nachts over het werelds gebeuren schuift, die voor de wisselende getijden verantwoordelijk is. Dezelfde Maan die volgens de astrologische leer ook voor eb en vloed in ons leven zorgt. Heel stil durf ik te fluisteren dat ik in een ebtijd van mijn leven zit. Het mag ook wel nu het einde meer en meer zichtbaar wordt.
Chiara en ik, we zijn allebei een jaartje ouder en strammer geworden. De bankjes langs de Schelde worden pleisterplaatsen waar we lekker in de zon kunnen zitten uitrusten na een korte wandeling. Het water van de Schelde stroomt voorbij juist zoals het leven voorbij stroomt. Luxe autocars glijden af en aan en laten drommen toeristen op onze stad los. Ze bewonderen de hond, geven hem koekjes en in een mengelmoes van vreemde talen voeren ze een gesprekje met me. Dan merken ze de spits van de kathedraal op die haar hoge toren trots in het blauw priemt. De oh´s en ah´s beklemtonen hun bewondering en in een lange rij verdwijnen ze in het stadsgewoel.
Ik kreeg vandaag als dagkaart "De Geliefden". Een hele mooie, liefdevolle kaart die de Liefde symboliseert. Ik kon een fijne, rustige dag verwachten en zo is het ook. Het is warm vandaag. Het is bloedheet. De thermomter in mijn appartementje staat op 30°. Te warm om veel te doen; gewoon dus rusten en lief zijn voor jezelf en je medeschepselen. De rust in je leven, in deze dag dankbaar aanvaarden.
Jammer genoeg is er op het nieuws het drama met het neergeschoten vliegtuig. Een klein wrang gevoeletje wurmt zich tussen het behaaglijke. In het leven van heel veel mensen, zeker van heel veel Nederlanders is het nu storm, is het vloed, zijn er de beukende golven, zijn er de tranen. Een tranenvloed.
Laten we met z´n allen vragen om meer Liefde en Vrede in de wereld. Ik heb het al zo vaak gevraagd en ben zo dikwijls teleurgesteld, net zoals U....Maar laten we het opnieuw vragen en opnieuw proberen.
Net zoals ik zal proberen dit blog weer aan te pakken.
In mijn vorig berichtje waarin ik mijzelf de vraag stel of dit een terugkeer is op het seniorenblog, beschreef ik een beetje mijn lichamelijke toestand. Er staat iets heel eigenaardigs in dit berichtje en waarschijnlijk leest iedereen er overheen. Het gaat over de ogen, nl.: het zicht is verbeterd. Er valt meer licht in mijn ogen waardoor het zicht is verbeterd. Er wordt veel geschreven en gediscuteerd over het woord "Verlichting". Wat betekent "verlichting" nu eigenlijk. We staan zo dikwijls niet stil bij bepaalde woordspelingen. Ik heb begrepen dat verlichting optreedt na veel nadenken, na veel mediteren, na het begrijpen waarom zich bepaalde moeilijkheden voordoen. Boedha kreeg "verlichting" nadat hij zeer lange tijd onder een boom had gezeten om na te denken, om te mediteren, zeg maar. Grote spirituele leiders worden "verlichte zielen" genoemd.
De ziel groeit in liefde en wijsheid (eigenlijk opent hij zich meer en meer), terwijl wij door het leven gaan. Nu kan de mens twee kanten opgaan; ofwel verhardt hij zich en bouwt muren rond zijn diepste innerlijk ofwel begint hij steeds meer "in te zien" dat Liefde voor elkaar, voor de medemens, voor het dier en de natuur, het belangrijkste element is. Ooit heb ik geleerd dat wanneer iemand eensklaps een totale verlichting zou krijgen, (en daar nog niet klaar voor is), de persoon zou verbranden door de intensiteit van de energieën die hem zouden doorstromen. Met kleine stapjes, met kleine druppeltjes boeken we voorzichtig vooruitgang of takelen we langzaam af. Aan ons de keus! De laatste maanden begin ik nu soms "het ware gelaat" van personen te zien. De allereerste keer schrok ik geweldig. Ik begreep het ook niet. Waarom kreeg die aardige mevrouw ineens een verschrikkelijk masker en waarom veranderde het gezicht van een aardige man in een schrikwekkend gelaat. Ergens moet die uitdrukking van "zijn ware gelaat"laten zien" vandaan komen. Het moet dus nog gebeurd zijn in het verleden en nog bij mensen gebeuren. Er moeten meer mensen zijn met die ervaring....het is griezelig en tegelijk leerrijk. Spijtig dat het bij mij zo laat in het leven plaatsvindt; dit vermogen had me veel verdriet en ellende kunnen besparen....De naïviteit om iedereen aardig te vinden en van niemand kwaad te denken, de wil "to please" zou met dit vermogen nooit "te" geworden zijn! Maar het zal mijn weg wel zijn, de kosmische voorzienigheid heeft voor ieder van ons zo z´n plan..... Mijn klein zieltje heeft waarschijnlijk toch een klein stapje voorwaarts mogen doen. Door alle strijd en leed is een nieuw talent geboren. Er wordt gezegd dat grote kunstenaars "grote zielen" zijn. Zoals Rembrandt het Licht in zijn schilderwerken kon leggen was uniek; zoals Beethoven het Licht in zijn muziek kon laten klinken was een wonder, zoals Rodin zijn beelden kon belichten, uit een stuk marmer te voorschijn kon toveren, was magnifiek, en zo kun je honderden voorbeelden aanhalen.... Ik bleef hangen met mijn gedachten bij de schilder Ensor. Bekijk zijn schilderijen en je zult zien hoe hij de mensen zag! Je kunt het draaien of keren zoals je wilt: het leven is een wonder; bij iedere kromming op je weg kom je iets nieuws tegen. De levenslessen die je worden voorgeschoteld en die je meestal zelf schept met je minder goede eigenschappen, zijn eigenlijk cadeaux, maar gemakkelijk is het niet om toe te geven dat het gebrek aan liefde voor je medemens doorgaans het conflict veroorzaakt.
Lang, te lang heeft mijn seniorenblog "Marijcke´s Mijmeringen, stilte gekend. Een stilte die voortkwam uit mijn diepere zelf. Ik had geen zin meer om mij op mijn blog te uiten. Het mijmeren over het leven werd me te zwaar. Marijcke´s Mijmeringen werden te zwaarmoedig.
Zolang een blog "leuk" blijft, "oppervlakkig", vindt men het plezierig om te lezen hoe een seniorendame met haar labrador Chiara door Antwerpen dwaalt en af en toe op een rustig plekje in die drukke en bruisende stad, mijmert over wel en wee. Het wee begon echter zwaar door te wegen. Ik zette enkele zieleroerselen op mijn blog. Dat was hier en daar tegen het zere been. Je mag niet te eerlijk zijn, niet te veel zeuren en met een opgewekt masker door de dagen strompelen, terwijl je eigenlijk letterlijk en figuurlijk niet meer op je benen kunt staan...
Als spiritueellevend mens (zo probeer ik toch te leven!), weet je deksels goed dat de mens hier op aarde is om bepaalde levenslessen onder de knie te krijgen. Dat die lessen soms heel zwaar zijn, is een ferme uitdaging die je overmoedig en enthousiast aanvaardt totdat je er midden in zit en van ellende geen kanten meer op kunt. Een prachtige vluchtheuvel is dan "ziekte". Lekker "ziek" worden. Hèhè, eindelijk kijkt er eens iemand naar je. Is er een beetje bezorgdheid om je. De dokter komt, en met een beetje geluk, geeft hij of zij de juiste medicijnen die het lichaam versterken en je doen herstellen. De pijn en de teleurstellingen die zich in je hoofd en hart hebben opgestapeld, ja, die moet je zelf aanpakken. Het loslaten van negatieve ervaringen is een moeilijk en langdurig proces en juist als je denkt dat je brandschoon bent, komt de volgende dreun!
En daar ga je weer. Plat tegen de grond. In de Tarotkaarten is er een kaart die een persoon laat zien die door tien zwaarden aan de grond is genageld.Je zou denken dat de situatie hopeloos is. Dan vraagt
de maker van de Tarotkaarten dat je je zin voor details boven haalt.
Wat zijn de details? De achtergrond van de kaart is donker, zwart, grotendeels, maar als je goed kijkt, zie je dat er een licht ochtendgloren is. Het zwart van de nacht moet wijken voor de opkomende zon, voor het licht.
De hand aan de uitgestrekte arm van de vastgenagelde man heeft ook een boodschap. Zijn vingers geven het symbool van "hoop" aan.
Uit zijn steekwonden vloeit bloed. Hij kan zich laten gaan en zich laten leegbloeden of hij pakt het sprankje hoop op Licht aan. Hij sterft of krabbelt overeind. Als het "goed" is gebeurt beide. Men sterft een beetje en krabbelt dan weer overeind. Het overeind krabbelen is gebeurd. Het lichaam dat er al 75 jaren van trouwe dienst op heeft zitten, is wat gekrompen, is 20 kilo lichter geworden, de ogen zijn verbeterd, de oren verslechterd en de benen draaien elke dag een heleboel kilometers. Hat hart heeft veel leed doorstaan, maar de geest laat zich nog altijd niet verslaan. Ik begrijp nu dat bepaalde zaken gebeuren om het zieleniveau op een hoger niveau te krijgen, mijn zieleniveau, maar ook dat van de mensen rondom mij en daar kan ik nu om glimlachen; het wordt me met de dag duidelijker.....laat ze maar doen die kosmische krachten. We worden er allemaal wijzer van. Aan het einde van het leven komen we allemaal voor de troon van het Almachtige te staan en dan zal ik met het schaamrood op mijn kaken zeggen: "Heer, ik heb te veel liefgehad, te veel vertrouwd op het goede in de mens; ik was te naief en te veel van goede wil." Het woordje "te" is nooit niet goed. Een mens moet de juiste balans vinden. Ik heb ze niet gevonden en ik denk dat ik de balans nooit zal vinden. Mijn sterrenbeeld is Tweelingen, het meest naïeve teken van de dierenriem...het meest speelse; het wordt vergeleken met een vlinder die van bloem tot bloem fladdert om van de zoete nectar te genieten. Bij hevige onweersbuien en kletterende regenvlagen worden bij de vlinder de tere vleugeltjes gekwetst. Het prachtige insect wordt tegen de grond gesmakt. Zwaarden tien.
Van het ras de labrador, (mijn hond Chiara is een labrador), wordt gezegd: deze hond heeft een grote wil "to please". Wel, Chiara en ik, we zijn voor elkaar geschapen. En ook ik heb, juist zoals Chiara de neiging om terug te blaffen wanneer ik me aangevallen voel. Als ik daardoor verkeerd geleefd heb, het zij zo, hier sta ik, ik kon niet anders......met een beetje geluk komen Chiara en ik misschien samen in de hondenhemel terecht.
Voor mijn voeten ligt het nieuwe jaar, ik hoef er maar in te stappen waarom aarzel ik waarom zijn mijn voeten zwaar? De koorden van het oude jaar staan op knappen, zijn tot op de draad versleten. Waarom aarzel ik Er was een enkele dag of nacht ijl en luchtig, splinterdun en vluchtig waarin mijn ziel danste als een mug in het warme schijnsel van een vlam. Er waren veel dagen zwaar als lood en nachten ijverzuchtig waarbij de tere mug uiteindelijk omkwam in de vlam.
Er is niets meer om voor te leven! Liefde en vriendschap stierven een stille dood. Ik leerde de mensen en het leven haten en het meeste nog mezelf. Ik heb niets meer te geven.... Voor mij hoeft er niets meer!
Moet ik het oude jaar laten gaan waarin ik ben gestorven in de vlam die leven heet? Moet ik de koorden laten knappen? Ik weet: er is geen weg terug Er is alleen een moedig voorwaarts gaan Sterven en weer opstaan keer na keer!
Gisteren voor de eerste keer na mijn ziekte weer eens een grote wandeling gemaakt met hond Chiara. Met de tram naar Wilrijk gereden en dan door de parken gekuierd. Eigenlijk wilde ik de bloeiende rhododendrons in de parken gaan bewonderen, maar helaas, ze waren al zo goed als uitgebloeid. In de mooiste maand van het jaar, de Meimaand ziek liggen te zijn, is wel het domste wat een mens kan doen, maar ja, je hebt het niet voor het zeggen, hè? Het was heerlijk koel en stil in het Nachtegalenpark en het grote beeld van David stond er nog steeds in zijn volle glorie te pronken. De prachtige treurbeuk van 180 jaar oud stond er ook heel mooi te zijn. En in de vijver zwommen zwanen, ganzen en eenden. Hun verenpracht glansde in de zon. De rozen bloeiden en geurden. Hun pracht deed mij de teleurstelling van de uitgebloeide rhodendrons vergeten... In het Middelheimpark wachtte mij een tweede teleurstelling. Mijn lievelingsbeeld van "De Boogschutter" was van zijn sokkel gehaald. Ietwat beteuterd staarde ik naar de lege plek. Had ik daar zo´n grote wandeling gemaakt om de bloeiende rhodendrons te zien en tevens mijn "Boogschutter" te begroeten : het viel allemaal een beetje tegen. Maar, heel vreemd en ook toch wel symbolisch.....ik liep een laantje in dat ik anders altijd oversla in de haast om "De Boogschutter" te groeten, (een mens is toch zo´n gewoontedier), en kom ik me daar op dat pad toch mooie zaken tegen! Beelden die ik nog nooit gezien had. Zodat ik achteraf blij was dat mijn bezoek anders was verlopen dan ik gepland had. Het leven zit inderdaad vol verrassingen en vol wijze levenslessen.....zoals: durf van je pad af te wijken, verleg je horizon, sta open voor nieuwe inzichten en veranderingen, maar uit haast of gewoonte of angst, blijf je in je eigen tredmolentje rondlopen. Bij het beeld van het paard Pegasus die naar de hemel wilde vliegen en waarbij de Zon zijn vleugels verbrandde ging ik op een bankje zitten mijmeren over die drang van Pegasus. Naar de hemel willen vliegen.... Had ik dat ook niet enkele malen uit een zekere overmoed in mijn leven gedaan? En was ik ook niet hard tegen de grond gesmakt? In feite was ik verder geraakt dan Pegasus. Een paar maal ben ik inderdaad in de zevende hemel geweest. En heeft de Zon mijn vleugels verbrand? Geschroeid zeker! Maar verbrand? Nee. Ik stond op van mijn bankje en liep naar Pegasus toe. Mijn hand streelde de sokkel en ik voelde de warmte van de zon die er in opgeslagen lag. Hoog boven mij sprong het paard de hemel tegemoet. Een sprong in brons en steen. Gevangen in de tijd. De val is nog niet zichtbaar.... Een groep sterren draagt de naam Pegasus. Zijn naam is voor altijd verbonden met de sterren in de hemel. Uit dankbaarheid voor zijn moed. Het is niet omdat een sprong wel eens verkeerd uitvalt, dat een mens de sprong niet mag wagen. Dat je dan af en toe wel eens tegen de grond smakt moet je erbij nemen. Het is duizend maal ge-Zon-der dan bang en angstig door het leven gaan. Dan mist een mens veel kansen.... Dankbaar en tevreden ging ik terug naar huis. Dankbaar om de herwonnen levenskracht en tevreden over de inzichten die ik mocht krijgen.
Lang gedacht dat ik nooit meer mijn Mijmeringen zou neerschrijven. Het creatieve vuurtje dat in mij brandde was gedoofd, dacht ik, en zie een klein vonkje schijnt toch nog te overleven. Dit is geen leuke, aangename blog meer met mooie en grappige verhalen over een seniorendame die samen met haar labrador van het leven geniet op haar manier. Een vrouw die dacht: "Ik ben nu min of meer in mijn "goede, oude dag" beland en we maken er alle dagen het beste van!" De grote romantische dromen die we in onze jeugd droomden, dat hoefde niet meer. Een mens komt er achter dat romantiek een luchtspiegeling is, een fata morgana in de woestijn van het leven. Het hete zand van de woestijn brandt op de huid, de droogte voert de dorst naar ongekende wanhoop en en de honger naar geluk en vrede laat de ingewanden ineenschrompelen. Toch strompelt een mens verder....de overlevingsdrang is sterk. Zo ook het optimisme dat bij iedere negatieve ervaring toch weer parmantig zijn kop opsteekt. Het leven is vanaf mijn geboorte moeilijk geweest, maar mijn optimisme sleurde mij overal doorheen. Bij problemen stampte ik met mijn voeten op de grond en zei: "Jullie daarboven, jullie krijgen mij er niet onder!" Vanaf mijn prille begin wist ik dat ik hier op aarde niet thuis hoorde: ik wilde terug naar "huis", hoewel ik helemaal niet snapte wat ik daarmee bedoelde. "Zij", mijn huisgenoten hadden mij naar de aarde verbannen, zo voelde ik het aan. Ik kreeg nog de boodschap mee: "Je moet de cirkel sluiten." Een boodschap van de gidsen, boodschap die ik nog steeds niet helemaal begrepen heb..... Ik had nog nooit van gidsen gehoord. Waar zou ik het gehoord moeten hebben? Met ouder worden ben ik veel gaan begrijpen..... Ik heb dus een relatie met "gidsen".
Ik had ooit eens een fijne vriendin, ja, ook vriendschap verdwijnt soms ineens uit je leven, zelfs voor vriendschapsrelatie zijn wij mensen dikwijls te bekrompen en te kleinzielig, en deze vriendin zei tegen mij: "Misschien is het wel de bedoeling dat je er eens "onder gaat!" Wel het leven heeft mij verschillende malen laten kopje duikelen. Soms had ik het goed, soms heel goed, en dan ineens kwam er een bliksemschicht en gooide mijn veilig kaartenhuisje inéén. Weg liefde, weg zekerheden, weg veilige woning, weg centen. Verschillende malen ben ik in dat zwarte gat geduikeld. En kijk, ik kwam er altijd weer door. Beschadigd, met veel builen en blutsen, maar "ze krijgen mij er niet onder, wat denken ze wel!" Uit iedere crisis kwam ik sterker uit, zo dacht ik toch.... En nu op mijn oude dag, zouden "ze" me toch wel met rust laten, zeker? Nee dus! Deze crisis in mijn 74e levensjaar heeft mij dus inderdaad "ten onder doen gaan". De jeugd is vervlogen, de volwassenheid is vergaan, het élan verzwonden en met de veerkracht is het als met de spieren en botten, het is niet meer hetzelfde... Om kort te gaan, ik ben flink ziek geweest. Drie weken lang een hoofd waar een smidse in was beland en een keel waarin een monster zich te goed deed. En dan ligt een mens daar. Alleen, want sinds 1995 kan ik met geen enkele man nog een relatie aangaan. Af en toe wel eens geprobeerd, maar na enkele teleurstellingen kom je er wel achter dat ze je "te vreemd" vinden, te "moeilijk", te "onafhankelijk", niet "slaafs" genoeg, dat je liefde en begrip boven seksualiteit stelt en dat de man juist dat seksuele beest in zich nog eens wil uitleven, maar daar helaas niet in slaagt en jou als vrouw de schuld geeft van zijn impotentie en frustraties. Niet erg, een mens kan volmaakt tevreden zijn met zichzelf. Dat is uiteindeijk de bedoeling van het leven. Maar ja, je bent ziek en dan verlang je wel eens naar een begrijpende partner die je handje vasthoudt en een glaasje water voor je haalt. En de hond uitlaat....3 keer per dag. Je overdenkt je leven en denkt: tja, ik heb er niet zo veel van terecht gebracht.....ik heb geen huis meer, geen geld meer, geen vleugelpiano meer waar ik me zo heerlijk op kon uitleven, geen mooie meubelen meer, geen tuin meer vol bloeiende rozen, geen veilig toekomstbeeld meer; alles is mij afgenomen.Het beeld van een dakloze vrouw loert om de hoek. En waar is iedereen nu die ik met zoveel liefde tegemoet ben getreden? Wat heb ik verkeerd gedaan? Waar is het fout gegaan? Waarom is mijn hand die ik liefdevol naar iedereen uitstrekte, altijd weggeslagen? Waarom wordt bij een familiale begrafenis de deur van de koffietafel voor mijn neus gesloten? Waarom wordt er bij het huwelijk van mijn kleinzoon geen enkele foto van mij en het bruidspaar gemaakt en wel met de andere grootouders? Waarom krijgt iemand tranen in zijn ogen wanneer er een kind een nacht niet naar huis komt en wordt mij met één klap een dochter en kleinkind ontnomen? Ik ben destijds naar een oogarts moeten gaan omdat ik niets meer zag van het schreien. Ik was blind. Gelukkig gaan zo´n dingen over.... Waarom doen (schoon) familieleden mij altijd verdriet? Waarom doen zo veel mensen mij verdriet aan? De waslijst van verdrietigheden is oneindig. Ben ik dan zo een onmens? OK. Ik geef toe dat wanneer men mij te veel tergt, ik ook goed kan uithalen. Ik ben geen engel. Maar moet ik mij dan helemaal laten vertrappelen? Mijn zonen en hun geliefden vinden mij geen onmens, gelukkig, en zijn heel goed voor mij geweest. De hond werd uitgelaten,er werd naar de apotheek gegaan, ik werd naar de dokter begeleid en kreeg lekkere hapjes die ik helaas niet altijd kon binnenhouden. In hun ogen las ik begrip, liefde en bezorgheid. Dat zijn dus lichtpuntjes waardoor je niet helemaal de dieperik in gaat! Ik belandde in de hel deze afgelopen weken. Weer overviel mij het gevoel: Heer, neem mij weg van deze aarde. Laat mij naar huis gaan! Ik pas hier niet! Alles wat ik doe of zeg valt in verkeerde aarde. Hoewel ik alleen maar liefde geef en vraag... In mijn hoofd klopte gedurig de hamerslagen van de smidse en in mijn keel vrat het monster alle woorden op die ik zo graag zou willen uiten. Waarom heb ik zo´n moeite met de intermenselijke relaties? In het diepste van de hel kwam ik ze tegen: mijn Engel en mijn Duivel. We voerden diepzinnige gesprekken. Soms was het een mooi gebeuren, soms moest ik naar het toilet rennen om over te geven. Wat een gal kwam eruit! En toen kreeg ik een mooi visioen. Mijn Engel en mijn Duivel gaven elkaar een hand. De Duivel gaf mij een knipoogje van verstandhouding. Hij werd eerder een jonge schelm dan een duivel op bokkenpoten. De Engel glimlachte. Hem had ik al eerder ontmoet. In zijn ogen las ik oneindige liefde.... Om de Engel in mijzelf te laten groeien is er tegenstand nodig; daar zal onze jonge schelm dan wel voor zorgen. Hij vermomt zich in vele gedaanten....Alles in het leven is gebaseerd op evenwicht. Op Yin en Yang. Ook in mijn ziel is het Yin en Yang. In mijn geweten, in mijn Zijn. Het is aan mij om het te herkennen en ook in de duivelsstreken het goede te vinden.... En nu weet ik het: Er is eigenlijk maar één relatie echt belangrijk. De relatie tussen jezelf en het Goddelijke. Laat de mensen je maar kleineren; laat de mensen je maar niet begrijpen! Laat ze je uitgestrekte hand maar wegslaan, laat ze je liefde voor hen maar in de wind slaan! Als de relatie tussen jezelf en je ziel maar in orde is. Dan doet er niets meer toe. Mijn ziel, mijn engel en mijn duivel, we hebben elkaar ontmoet daar in de hellepijn. We hebben elkaar omarmd. Ik begin te genezen....ik ga weer liefhebben, onvoorwaardelijk....dan voel ik me goed en gezond.....laat de schelm maar komen! Ik lach hem vierkant uit! Hieronder een "tekening" van mijn schelm die ik vandaag maakte....
Het is maar triestig weer op deze paasdagen. Het is droevig om naar buiten te kijken en de gehaaste marktgangers onder hun paraplu te zien lopen. Het is droevig om naar binnen te kijken naar de marktplaats die mijn hart is. De regen valt op mijn hoofd terwijl ik de hond vlug uitlaat en de regen valt in mijn hart wanneer ik troosteloos door het park loop. De krokussen liggen geknakt en verdord in het natte gras en ik kan het niet nalaten om deze bloemen te vergelijken met de bloemen die ooit in mijn hart bloeiden en ook geknakt werden. Mijn zoon Frank die gebrandmerkt werd als brandstichter van zijn eigen zaak, is op 29 maart bij de politie in Brussel geweest om een test met de leugendetector te ondergaan. Grote vreugde alom toen bleek dat de tests hem vrijstelden van schuld. Maar ja, ons leven is wel geknakt door deze brandstichting. De pers en de televisie was er rap bij om hem in het nieuws te brengen toen hij onder verdenking werd gesteld. Met de boeien om werd hij een paar uur in de bak gezet; hij werd geïntimideerd, vernederd en behandeld als een crimineel. Op het nieuws werd gezegd: de man is vrijgelaten wegens bewijs. Ja, ga daar maar eens tegenaan! De financiele kantoren legden beslag op de rekeningen, kredieten werden teniet gedaan, borgsommen werden geblokkeerd en de leveranciers waren plotseling niet meer thuis! Dat er nu op het nieuws zou komen dat een mens onschuldig wordt bevonden; daarin heeft de media geen interesse. Dat is geen sensatie! Het heeft een vol jaar geduurd. Intussen moet mijn zoon wel overleven zonder een inkomen en werden we met met de nek aangekeken.... en wanneer mijn spaarcentjes vrijkomen, dat zal nog lang duren, want er is brand gesticht en wie is de dader? De zaak blijft dus aanslepen. En wanneer er geen dader wordt gevonden? Wat dan? Ik zal waarschijnlijk al als as in de wind spelen alvorens de financiele kant van de zaak rond is! Ach, het is niet eerste onrecht dat mij is aangedaan. Dat bedoel ik als ik schrijf dat de bloemen in mijn hart een stille dood zijn gestorven. Ondanks mijn moeilijke start in het leven doordat mijn ouders al scheidden in mijn eerste levensjaar en ik dus mijn moeder nooit gekend heb, ondanks dat mijn vader mij dumpte als veertienjarig meisje bij zijn zuster en niet meer naar mij omkeek, ondanks dat een slechte vrouw mijn man na 35 jaar samenzijn verleidde in zijn penopauze, ondanks veel financiele zorgen, ondanks de ontelbare problemen met de opgroeiende en volwassen kinderen en schoonkinderen, waar ik alleen voor sta, ondanks het verlies van mijn tweede partner door zijn dood, ondanks vadertje staat die mij onschuldig van fraude beschuldigde en mij gedwongen heeft mijn huis te verkopen, ondanks de ruzie met mijn enige zuster die mij voor hoer uitschold na het publiceren van mijn kleine roman, ondanks een heleboel andere onaangename voorvallen, ondanks dit alles bleef ik geloven in een betere toekomst, in de goedheid van de meeste mensen, bleef ik overeind met optimisme en een lach. Maar het gekonkel en negatief gedoe van mensen houdt maar niet op. Ik ben het moe. Ik moet eerlijk zeggen dat af en toe het Scheldewater lonkt.... Mijn hond Chiara houdt mij nog hier. Wat zal er met haar gebeuren wanneer ik er voor kies uit dit leven te stappen? De "goedheid" van de mensen kennende zal dat niet fameus zijn! Het asiel en dan na een tijdje "het spuitje". Ik wens mezelf en U allen een zalig Pasen toe; vrolijk kan ik het niet noemen, dat is blijkbaar verleden tijd. Voor mij en zoals ik begrepen heb: voor heel veel mensen, zeker voor de mensen die van goede wil zijn, maar die door de roofdieren onder ons opgegeten worden. Ik heb een bijverdienste gevonden die mij er bovenop zou kunnen helpen.. Ik ben benieuwd of men mij gaat uitbetalen! Ik vertrouw niets of niemand niet meer. De bloemen zijn geknakt. Een voor één. Hopelijk zal het lentezonnetje, als dat nog komt, een paar nieuwe scheutjes doen groeien, want mensen, wat is het moeilijk om met al die geknakte bloemen te leven.
Het gaat ondertussen al weer een beetje beter met me. Mijn smeekbede om de kracht te vinden om mijn (vermoeide) schouders weer onder het leven te kunnen zetten is min of meer verhoord. Sommige mensen stuurden mij hele mooie kracht-en-hoopgevende mailtjes; een vriendelijke dame bood mij aan om wanneer het nodig was mij met haar auto ergens af te zetten, en mijn twee schoondochtertjes zetten hun hart, huis en keuken open om mij een heerlijke maaltijd voor te schotelen, met toestemming en goedkeuring van mijn zonen. Een andere dame bood me een verdienste aan en een schouder om op uit te huilen plus een fikse wandeling die me veel goed heeft gedaan. Lieve mensen allemaal, bedankt! Mijn oudste dochter toonde belangstelling en dat is al veel want zij is van mening dat mijn penibele toestand mijn eigen schuld is. Ik ben te toegevend geweest tegenover de hele wereld, tegenover haar vader en vooral tegenover haar broer....en ik kan niet anders doen dan haar gelijk geven. Diezelfde broer en zijn vriendin Claudia hebben destijds wel zijn volledig ontredderde moeder, jongste zus en jongere broer incluis, in huis genomen na een totaal onverwachte scheiding, financiëel geruïneerd door haar echtgenoot en zijn maitresse. Diezelfde broer heeft zijn moeder ook bijgestaan toen ze genoodzaakt was om haar huis te verkopen. Hij heeft haar enkele jaren van vreugde en vrijheid gegeven door samen met haar in een een mobilehome te reizen en te wonen. Hij was mijn privé-chauffeur, mijn maatje, mijn vriend, die´s avonds met mij scrabbelde en hij leerde mij om de materie gedeeltelijk los te laten, om van de vrijheid te genieten..... Het leven van de drie andere kinderen werd dusdanig niet al te veel verstoord; hun moeder zat niet alleen te treuren. Alles in het leven heeft zijn prijs, zowel de goede zaken die gebeuren als de minder leuke zaken.....
En ja, ik heb inderdaad ooit eens 10.000 Euro geleend aan een vriendin in moeilijkheden en heb daar tot nu toe nog niets van terug gezien; ik heb mijn kinderen destijds geld gegeven, tesamen een som van 2.000.000 oude francs met de woorden: "dan hoeven jullie niet te wachten tot ik dood ben", en ik heb reizen en cadeaux geschonken aan familie, vriendinnen en kennissen. Ik heb royaal geleefd en een stuk van de wereld gezien: Italië, Spanje, Frankrijk, Turkijke, Thailand, Rusland, Indonesië enz. Ik bezat een mooi eigen huisje aan de Schelde en een paar jaar later een mooi huis in Wilrijk waarin mijn vleugel stond te pronken en dat ik helemaal naar mijn smaak had ingericht. Mijn huis en mijn geldbeugel stonden altijd open voor mijn kinderen en schoonkinderen (en kleinkinderen) als zij in moeilijke tijden zaten. Jaren lang. Ik heb in feite niets te klagen. Het was een heerlijke tijd en ik voelde mij geweldig omdat ik mijn kinderen kon helpen, omdat ik zoveel mensen een plezier kon doen, al was het maar tracteren op een etentje of een koffie. Af en toe op een groot feest! In die tijd wist ik niet dat het noodlot in de vorm van een belastingambtenaar boven mijn onschuldig hoofd hing. Anders had ik misschien als een wolf boven op mijn centen gaan zitten en iedereen weggegrauwd. Ik had wel ooit eens een voorspellende droom. Ik was een klein, wit hondje dat in een kring vervaarlijke bloedhonden stond. Met een kluif in mijn bek. Ik rende in het rond om met mijn kluif de cirkel te doorbreken, maar geraakte er niet uit.....Badend in het zweet werd ik wakker en een mens denkt dan: och, gelukkig, het was maar een droom! Maar zoals U ziet: soms komen dromen uit! Ik heb natuurlijk nog andere, domme dingen gedaan, naïef en goedgelovig trad ik de wereld tegemoet. En sorry, het gaat niet over. Mijn overleden vriend zei eens: Marijntje, een mens wordt geboren met bruine, grijze of blauwe ogen en die veranderen niet tijdens zijn levensloop en ook het karakter verandert niet.... Ik denk dat ik hem gelijk zal moeten geven....destijds was ik van mening dat dat wèl kon. Maar hij heeft gelijk: in grote crississen komt de ware aard boven... Ik treed dus nog altijd naïef en goedgelovig de wereld tegemoet en zal die wereld ook wel zo verlaten... Naast mijn naïviteit bezit ik ook grote en gevoelige tenen en wanneer daar op getrapt wordt, kan ik zeer emotioneel reageren. Soms denk ik: nou, dat heb ik toch maar goed bijgeschaafd, ik kan mijn verdriet en boosheid al goed relativeren, maar zoals hierboven aangehaald: in grote crisissen komt die emotionaliteit toch in alle heftigheid boven. Onlangs heb ik me in een overemotionele bui bemoeid met de opvoeding van mijn jongste kleinzoon. Jano, de grootste schat van mijn leven. Ik vond dat zijn bestaan in te woelig water was gekomen en heb dat gezegd. Het resultaat: Jano wordt van mij weggehouden. In vroeger tijden was ik een gelukkige Oma gedurende het crocusverlof. Nu werd er geen beroep op mij gedaan. Het ergste vind ik nog dat ook Jano hieronder zal lijden... Iemand van zijn opvoeders maakte een grote, onherstelbare opvoedingsfout, het is een te erge fout om hier in het openbaar over te schrijven. In mijn naïviteit wilde ik mijn kleinzoon en zijn moeder beschermen voor groter onheil....Maar ook mijn dochter zal aan de lijve moeten ondervinden dat mensen inderdaad niet veranderen.... Ondertussen zijn Jano en zijn Oma echter wel de dupe van de historie! Het conflict werd veroorzaakt door mijn te grote emotionaliteit tengevolge van mijn ongelukkige financiële situatie. Deze pijn bovenop de financiële kwestie maakte mij zo wanhopig. De financiële problemen zijn nog niet opgelost, maar ik heb wel een bijverdienste gevonden en kan dus voorlopig in mijn appartementje blijven wonen. Ook de zaken richting mijn zoon leveren weer een straaltje hoop op.... Het zal krabbelen zijn om overeind te blijven en het valt niet mee om op mijn leeftijd nog centen te moeten verdienen, maar zolang ik de kracht krijg en gezond blijf, zal ik proberen ondanks alles te genieten van de komende lente. Er gebeuren erger dingen in de wereld. Je hoeft maar naar het nieuws te kijken. Ik wens iedereen in mijn nabije omgeving en eigenlijk iedereen in moeilijkheden de kracht toe om het leven toch positief te blijven benaderen.
Mijn dagkaart uit de Tarotkaarten voor vandaag is een hoofdkaart, nl. Kracht. Vanuit de spirituele wereld wordt mij kracht toegewenst om door mijn beproevingen te komen. De kaart laat een vrouw zien die met haar blote handen de muil van een leeuw sluit. Zij is in het wit gekleed, de kleur van de zuiverheid. De kleur wit symboliseert dat de vrouw zonder begeren is naar wereldse zaken. Haar kleed wordt opgesmukt door bloemen en ook in het haar zijn bloemen aanwezig. De leeuw, het ego van de mens, is getemd. Zijn ogen zijn gesloten, zijn staart hangt tussen zijn poten en zijn tong likt de hand die zijn muil sluit. Een totale overgave van het "ik" aan de hogere machten. Boven het hoofd van de vrouw is de lemniscaat aanwezig. De lemniscaat symboliseert "het eeuwige leven", de kringloop van het bestaan. Aan de lemniscaat is geen begin en geen einde... De hoofdkleur van de kaart is een schitterend "geel", de kleur van de vreugde. Het romeinse cijfer van de kaart is VIII, en ook de lemniscaat is in feite een 8 die op zijn zijde ligt. Het cijfer acht is verbonden met het dierenriemteken van de schorpioen, het teken van transformatie. In de verte is een kleine berg te zien. De berg is beklommen, de moeilijkheden lijken overwonnen te zijn. Vreugde vinden in de moeilijkheden, vreugde vinden in het aanvaarden en verwerken van verdriet en tegenslag! Het is verschrikkelijk moeilijk, eigenlijk onmenselijk. Beseffen dat verdriet en tegenslag overwonnen kunnen worden en dat de strijd hem of haar tot een sterkere persoonlijkheid kan transformeren, is een harde noot om te kraken. Veel mensen bijten er dan ook inderdaad hun tanden op kapot. Zij vluchten bijv. in de drank, in de criminaliteit of in een (geeste)ziekte. Er zijn veel vluchtwegen: zelfdoding is de laatste en als ik de media mag geloven, zijn er in ons land dagelijk een zevental zelfdodingen. Verdriet en pijn kunnen inderdaad zo´n zielepijn geven, dat men de rust en de vergetelheid in de dood zoekt. Ik ben er af en toe heel dicht bij geweest.....de gedachte aan mijn kinderen en kleinkinderen gaf me de kracht om door te gaan....Een mens doet dat zijn kinderen niet aan!
Toen ik ongeveer 35 jaar geleden kennis maakte met de spiritualiteit van het leven, was ik ontzettend gelukkig met die ontdekking. Eindelijk had ik de zin van het leven gevonden. Vol enthousiasme stortte ik mij op de spirituele lectuur en na enige tijd kwam de mooie leer van de astrologie in mijn leven. Ik leerde mijn eigen horoscoop tekenen en enigszins begrijpen. Tja, erg fameus zag mijn hemelkaart niet uit! Veel moeilijke aspecten tussen de planeten onderling en de Zon conjunct Mars geplaatst in het 12e veld van de horoscoop. Mijn leraar in de astrologie bekeek mijn hemelkaart en floot eens tussen zijn tanden. "Veel geheime vijandschap in je leven, meisje", zei hij, "veel zaken leren loslaten, maar wel een kans tot een boeiend spiritueel leven. Ik wens je veel moed en succes toe. De beproevingen zullen steeds sterker worden. Spiritueel leven is geen gemakkelijke weg. Het is het smalle pad waar in de Bijbel gewag van wordt gemaakt." Ik glunderde inwendig. Och, moeilijkheden? Die waren er al heel mijn leven geweest. Vanaf het prille begin geen moeder, later ook geen vader meer, kinderjaren in een weeshuis en in een huwelijk beland op veel te jonge leeftijd met een zeer leuke man die zich ontpopte tot een behoorlijke rebel en geen verantwoordelijkheidsgevoel had tegenover zijn gezin. Dat het leven inderdaad geen lachertje was had ik al lang en breed ondervonden. Verschillende malen had het noodlot toegeslagen in de vorm van financiële tegenslag, maar dat had me gehard en altijd opnieuw was ik eruit geraakt met hard werken en hopen op betere tijden. Bovendien had ik een grote liefde voor mijn gezin, mijn vier kinderen en gek genoeg ook voor mijn wispelturige man. "Als zij maar gelukkig zijn", zei ik dikwijls, "dan ben ik het ook!" Een mooi spiritueel leven leek mij dus een boeiende uitdaging.
Af en toe ontmoet ik een jonge mens die ook nog maar net in het spirituele aspect van het leven is beland. Ook zij zijn de hemel te rijk. "Wat zou ik graag zoals U horoscopen kunnen lezen. Wat zou ik graag zoals U de Tarotkaarten kunnen leggen. Wat zou ik graag net zoals U in contact kunnen komen met mijn gidsen." Als rijpere vrouw bekijk ik dan zo´n jeugdige enthousiasteling en vraag ik me af of die man of vrouw wel precies begrijpt hoe zwaar en lang het smalle pad is. Zal hij bezwijken bij de eerste de beste beproeving en terug de brede paden van het bestaan opzoeken? Of zal hij begrijpen dat er geen weg terug is? Het vraagt soms te veel van je krachten!
Ik, die dacht dat alle beproevingen achter de rug zouden zijn na alles wat ik heb meegemaakt, moet bekennen dat ik aan het einde van mijn krachten ben! En zie, ik trek vandaag de kaart "De Kracht."
De nieuw opgestarte zaak van mijn zoon is een puinhoop geworden. De omringende buren klaagden over overlast en met een zeer lange arm der wet hebben zij de zaak lam gelegd. Geen werk, geen inkomsten. Wel het ene procesverbaal na het andere. Begrijpen deze buren wel hoe ver en groot de gevolgen van hun handelingen zijn? De moeder van de zoon heeft haar laatste euro´s in de zaak gestoken in de hoop eindelijk iets van succes en welvaart in zijn leven te brengen. Geheime vijandschappen, jaja, het klopt wel, hè? Na een zeer onrechtvaardig proces van Vadertje Staat tegen mijn persoontje en dat ik gewonnen heb, dacht ik mijn laatste en grootste vijand overwonnen te hebben. Ik stond er nog, beroofd van een zekere welvaart, maar nog met veel goede moed. Ik vond een klein geluk in een klein appartement en in mijn dagelijkse wandelingen in Antwerpen met mijn labrador. Maar zelfs dat lijkt me niet gegund! Met veel moeite hebben we deze maand de huur van mijn appartementje bijeengeschraapt. Of het volgende maand zal lukken is een groot vraagteken. Binnenkort loopt ondergetekende tussen de daklozen, want mijn klein pensioen heb ik nodig voor voedsel, licht en warmte.
Leven is liefhebben en behulpzaam zijn. Toch schijnt dat een verkeerde manier van leven te zijn.... Ooit had ik een redelijk goede financiële situatie. Mijn mooi, groot huis was bevolkt met familie en vrienden. Met veel liefde heb ik gegeven en gegeven......aan mijn kinderen, mijn schoonkinderen, mijn kleinkinderen, mijn vriendinnen en vrienden. Ik gaf feesten voor mijn verjaardag waar meer dan 50 mensen kwamen, ik gaf geschenken, ik gaf aan goede doelen, ik had een Plan Forrester-adoptiekind, ik nam vriendinnen mee op reis, alles op mijn kosten. Ik gaf graag, ik deelde graag. Ik was er gelukkig mee..... Nu is het heel stil en eenzaam rond mij....een enkeling niet te na gesproken die mij moreel en anders steunen... Er wordt van mij verwacht dat ik mijn goed humeur bewaar, mijn kalmte en mijn begrip voor andermans problemen die soms oh zo nietig zijn.... Ik ben 73 jaar en af en toe besluipt mij een zekere moeheid en gelatenheid. Ik voel me als Job op zijn mesthoop; alleen de zweren ontbreken me nog. Mijn grootste schat, mijn gezondheid, heb ik tot nu toe mogen behouden. Hopenlijk blijft dat zo! God geve mij KRACHT!
Nadat de hemel ietwat was opgeklaard na het winnen van mijn proces, waardoor het zwaard van Damocles meer dan 5 lange, bange jaren boven mijn hoofd had gehangen, kon ik weer een normaal leven gaan leiden. Maar ja, wat is normaal en was ik nog normaal? Komt iemand ongeschonden uit te veel onrechtvaardigheden en te diep verdriet? Een mens doet ijverig zijn best de draad van het normale leven weer op te pikken, maar constateert dat er een ander ik geboren is, minder naïef en kinderlijk. Sommige mensen worden zo geboren en staan daardoor sterker in het leven. Of ze er gelukkiger mee zijn is een andere kwestie.....
Met verwondering bekeek ik mijn eigen ik; een ik dat voor zijn eigen mening durfde uit te komen, weliswaar soms heel onhandig, en niet altijd, maar het lukte af en toe.
Het leven als een halve zigeunerin in de mobilehome had zijn sporen achtergelaten. Ik had van een zekere vrijheid geproefd. Het was zalig om op de kade van Antwerpen geparkeerd te staan en de zon in de golven van de Schelde te zien verdwijnen onder een gordijn van schitterende kleuren. Het was zalig om wakker te worden door het getjilp van de vogels in het groen van een bos en met het zicht op een vijver vol bloeiende witte/lila waterlelies. Het was zalig om ´s avonds tussen gelijkgestemde zielen te zitten en van gedachten te wisselen over de politiek, de kunst, het nieuws van de dag en te smullen van een geïmproviseerde barbecue. Het was zalig om door de buurlanden te reizen. Om in een Zwitsers blauw meer te zwemmen. Om met die grote Moby door kleine, pittoreske Italiaanse stadjes te manoeuvreren en af en toe met de Mobyneus voor een te nauwe doorgang te staan in de Franse, middeleeuwse dorpjes.
Minder zalig waren de momenten als de arm der wet zich liet zien. Op de kaden in Antwerpen kreeg ik de ene boete na de ander. Ik heb ze gelukkig niet moeten betalen, want ze weten, geloof ik, zelf niet wat daar wel en wat daar niet mag parkeren. Enfin, destijds, misschien zijn er nu betere aanwijzingen.
Zoals U weet wandel ik veel met mijn hond. Ook langs de Schelde en tot mijn verbazing zie ik regelmatig een overtreder in de vorm van een mobilhome aan de Scheldeboord staan. Ook hierin moet je weer een beetje geluk hebben. Maar kom. Hier werden we weggejaagd, daar werden we vermaand om verder te rijden. En soms bleef het gewoon stil en werden we gerust gelaten.
Nu ja, de Moby is wel erg lang, meer dan 11 meter en dan hing er soms nog een kleine caravan achter. In de haarspeldbochten stond doorgaans het hele verkeer stil totdat wij onze draai genomen hadden. Hier en daar bleef er ook wel eens een stuk van de Moby achter, aan de reling van een brug, aan de gevel van een hoekhuis of door een grote hobbel in een landweg waar we eigenlijk niet hadden moeten zijn. We ontmoetten aardige mensen en we ontmoetten onaardige mensen. Het is overal hetzelfde.
In het begin treurde ik om het verlies van mijn huis, mijn meubelen, mijn vleugelpiano, mijn rozen in de tuin en mijn gerieflijke slaapkamer. Maar door de nieuwe ervaringen, werd dit verdriet grotendeels goedgemaakt. Ook ontdekte ik dat ik meer tijd had voor mezelf, om te lezen en te wandelen. Het grote huis had ook veel onderhoud nodig gehad. En om de tuin netjes te houden, ja, daar stak ook veel tijd in. Ik zei troostend tegen mezelf dat nu de hele wereld mijn tuin was en genoot inderdaad van elke bloeiende boom en bloem die we voorbijreden.
Toch kreeg het verlangen naar een normaal bestaan de overhand en ik besloot een klein appartementje in het hart van Antwerpen te huren. Ik woon daar nu nog en ik vind het best gezellig. De Moby werd eigenlijk een te luxueuze investering en op een dag bood zich een koper aan. Wat de man bezield heeft om mijn Moby over te kopen, weet ik tot op vandaag niet, maar ik merkte al vlug dat hij de financiële afspraak niet nakwam. U weet, ik, naïef nog altijd een beetje en te goed van vertrouwen werd voor de zoveelste keer belogen en bedrogen. De Moby die ik met lede ogen had zien vertrekken, was na enige tijd verdwenen met de Noorderzon en naar mijn Euro´s kon ik fluiten. De telefoon van de Mobyman was buiten gebruik en het adres werd niet meer door hem bewoond.
Ik verwerkte de zoveelste opdoffer en probeerde te vergeten dat Moby waarschijnlijk in het Zuiden van Frankrijk of Spanje stond met een zeer tevreden man erin die mij er zo lekker had ingeluisd!
Laat het nu gebeuren dat mijn oudste zoon toevallig langs een garage rijdt in een deel van België waar hij nou niet zo dikwijls rondrijdt. En wat ziet hij? Juist. De Moby. In een andere kleur geverfd, in een afschuwelijk geel en zwart stond hij eenzaam te zijn op de werf van een garagist. Achtergelaten met een grote onbetaalde rekening en voor een groot deel leeggeroofd van zijn technische attributen. Om kort te gaan. Moby is naar hier gesleept, naar de camping en wacht nu geduldig op de lente. Dan gaan we hem opknappen en hopelijk kan ik er dan nog jaren van genieten.
Wie weet ga ik mijn appartementje verlaten en mij weer in de Moby nestelen. Eens de vrijheid geproefd is het moeilijk weer normaal te leven. We zullen wel zien. Ik ben al zo dikwijls verhuisd, al meer dan 25 maal! Ik zal wel ondervinden wat de kosmos voor mij nog in petto heeft. Er gebeuren momenteel rare dingen. Maar dat had ik al gezien in mijn horoscoop. De planeet Uranus pendelt heen en weer over mijn MC, het tiende huis, de plaats in de maatschappij.
Het was een allereigenaardigste witte Kerst en ik kan het weten, want alle dagen ploeterde ik, of beter gezegd schuifelde ik voorzichtig over de bevroren sneeuw van camping Vogelzang in Antwerpen.
Trouwe lezers van dit blog zullen zich herinneren hoe ik schreef over mijn eenzame nachten op de lugubere parking in Sint Niklaas. Daar waarden ´s nachts spoken rond en scharrelden er ratten in de vuilniscontainer ..dit alles beschenen door af en toe een grote, volle maan en door het schamele licht dat uit de vensters viel van een dichtbijstaande fabriek met nachtarbeiders die sloofden om hun huis te kunnen afbetalen, hun autootje te kunnen laten rondrijden en hun gezin te onderhouden. Een hele klus als je beseft dat meer dan 50% van hun loon wordt afgehouden aan belastingen en andere sociale voorzieningen die onder andere hoge hotelrekeningen voor asielzoekers inhouden ..
In die tijden bleef ik discreet in mijn ontboezemingen, maar er is weer één en ander in mijn ziel veranderd en ik heb besloten om mijn computerpen scherper te maken. Zoals een bekende Vlaamse zanger ooit zong: Laat de deurwaarders maar komen, alles is al afgenomen, zo zal ik nu ook mijn computerliedje zingen, want bij mij is ook alles afgenomen ..alles, behalve mijn kinderen ..
Jaren geleden ging mijn poetsvrouw met mijn echtgenoot aan de haal; zonder een franc bleef ik achter met de zorg en aandacht voor 4 kinderen, waarvan er nog 2 onder mijn hoede. Ik overleefde. Vraag niet hoe! Ik vond een nieuwe liefde, maar de dood rukte hem weg. Ik erfde, maar moest daarvan 80% aan de fiscus afstaan, alhoewel zij niet jarenlang dag en nacht aan zijn ziekbed gekluisterd waren geweest, en hij niet in hun armen was gestorven.
Enkele tijd later werd ik beschuldigd van fraude en gingen de advocaten met de overgebleven 20% aan de haal. Ik werd onschuldig bevonden, maar ik had ondertussen wel mijn huis moeten verkopen om de facturen van de rechtszaak te vereffenen. De Belgische staat liet mij achter als een geplukte kip. Nog niet eens een verontschuldiging .Ik overleefde. Vraag niet hoe!
Eén ding had ik echter mogen behouden. Dat was mijn mobilehome Moby Dick. Met mijn oudste zoon heb ik daar heel mooie reizen mee gemaakt en ik heb er enkele jaren in gewoond. De laatste 3 jaar op die lugubere parking in Sint Niklaas.
Mijn zoon had daar een skatepark/inlinepark uitgebouwd. Het werd een groot succes en enkele maanden mochten we ons gelukkig prijzen. Een lief vrouwtje kwam in zijn leven en alles leek perfect. Tja, en toen sloeg het noodlot voor de zoveelste keer ongenadig toe. Tijdens laswerken brak er brand uit. Ik wil U de akelige details onthouden, maar weet wel dat toen ik het bericht van de brand hoorde op de radio en de zwarte rookpluim zag die boven Sint Niklaas hing, ik duizend doodsangsten heb uitgestaan omtrent het lot van mijn zoon. Ik kreeg hem maar niet aan de telefoon en dat was natuurlijk normaal, want ook die was in de vlammen opgegaan. Gelukkig was hij ongedeerd en het moment dat ik hem zwartberoet en met betraande ogen ongedeerd bij een buurman vond, zal ik nooit vergeten.
Alsof de misère nog niet groot genoeg was, werd mijn zoon van brandstichting beschuldigd en werd hij zelfs in de boeien gestoken en heeft hij enkele uren in de cel gezeten. ´s Avonds op de televisie werd gezegd dat hij was vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs! Ja, dat breekt een carrière wel, hè?! Geen kat die nog in hem geloofde en de financiële afdeling sloot de rangen .. Dit drama speelde zich af in februari van 2009. We overleefden, maar vraag niet hoe! De geschiedenis is nog niet ten einde; eind januari van dit jaar moet mijn zoon aan de leugendetector .Zou de branddeskundige die moedwillige brandstichting in de schoenen van mijn zoon schuift ook aan de leugendetector gelegd kunnen worden?
Ondertussen overleven we dus op de camping Vogelzang. Hier is niets lugubers te bespeuren. Integendeel, bontgevederde eksters en glanzendzwarte kraaien scharrelen levendig tussen de sneeuw in de hoop iets eetsbaars te vinden. Ik strooi het oud brood en de kaaskorstjes, waar ze heftige duels voor leveren. En ja, in het dierenrijk zijn ook de brutaalsten weg met de grootste brokken, juist zoals in het mensdom. De vogels houden mij een spiegel voor.
Als vrijwilligers houden we de camping open en eerlijk gezegd: het is er goed. De mensen die op de camping komen, zijn doorgaans in vakantiestemming en vooral in de afgelopen warme zomermaanden, heerste er een opgewekte stemming.
Maar, en nu komt het: mijn zoon is geboren onder het teken van de moedige, onverschrokken en avontuurlijke RAM; hij is al weer bezig een nieuw skatepark uit de grond te stampen. Zonder één eurocent, want we zitten aan de grond. Een geplukte kip en een gebraden haantje, maar wel met een groot optimisme, een gedurfd plan, een niet klein te krijgen werklust en met de wetenschap: dit moet lukken!!! Mijn zoon gelooft rotsvast in zijn horoscoop die vanaf nu prachtige zaken voorspelt. En ja, iedereen werkt mee. De nieuwe huisbaas, de sponsors, de jongeren die hun afgebrand skatepark weer uit de as zien herrijzen, de burgervader van de gemeente. Allemaal geloven ze in de man die mijn zoon is. Juist zoals Obama, de moedige, gekleurde president van de Verenigde Staten zegt hij: Yes, we can!
Obama heeft het voor elkaar gekregen dat in zijn land, de rijken iets van hun bezit gaan afstaan aan de minder bedeelden: er komt een beter gezondheidssysteem, waardoor er miljoenen mensen een beter leven zullen kunnen leiden Na veel tegenkanting heeft hij toch zijn zin kunnen doordrijven. Het begin van een betere wereld? Laten we het hopen!
Ik ben geen moedige man; ik ben een seniorendame die door het lot en het leven bijna klein gekregen is maar ik heb een nieuwjaarswens geschreven in de vorm van een simpel gedichtje. Op mijn manier zeg ik: yes, we can!
Kerstekind
Ik wilde zo graag het kerstekind vinden in de kerststal naast de kathedraal.
Ik zou het in de hoogte steken
zodat iedereen het goed kon zien .
Zie hoe zijn schoon oogskens blinken,
zie hoe het met zijn voetekens trapt
En zo guitig naar ons lacht.
Het kind zou ons gelukkig maken.
Helaas, ik kon het kerstekind niet vinden
in de kerststal naast de kathedraal.
Ik kan niets in de hoogte steken,
ik kan helemaal niets laten zien.
Toch gaan wij een glaasje drinken,
want ik heb het eindelijk gesnapt:
in het jaar dat op ons wacht
gaan wij elkaar gelukkig maken!
Marijcke Cauwe 21 december 2009 op de camping Vogelzang in de Moby.
Voor de ingewijden onder ons: we hebben de Moby teruggevonden. Is dat geen mooi eindejaarsgeschenk? In mijn volgende mijmering zal ik beschrijven hoe dit gebeurde.
Hoe klein onze wereld geworden is, kun je lezen in dit blogberichtje. In een vorig artikel vertelde ik U over mijn kortstondige loopbaan als mode-schrijfster. Laat nu die bewuste mijnheer, de opdrachtgever, toevallig op dit blogje terecht komen! Ik moet zeggen: deze man heeft mij weer hoop gegeven in de goedheid van de "homo sapiens", oftewel "de mens". We zijn niet met ons allen een hopeloos geval. Want soms denk ik dat wel eens. Mensen doen elkaar dingen aan die heel erg kunnen zijn. En als ik eerlijk ben met mezelf moet ik bekennen dat ook ik af en toe de bal goed mis sla. Doorgaans gebeurt het onbewust; soms bewust. Dan is het duiveltje in mij de baas en voer ik uit wat dit heerschap in mijn oren blaast. Toen ik een groot aantal jaren geleden tot het besef kwam dat ik een lid van de grote mensen-familie was en bovendien behept was met alle gebreken vandien, schaamde ik mij diep om tot die familie te behoren. Ik wilde er zelfs geen deel meer van uitmaken. Maar ja, hoe kom je van die bol af? Je kunt er niet van af springen! Toen ik jong was en mensen mij diep gekwetst hadden, had ik wel eens het verlangen om het leven de rug toe te keren. Gelukkig was het instinct tot overleven groter en ploeterde ik maar door. En juist zoals bij iedereen leerde het leven mij dat hoogtepunten en dieptepunten elkaar afwisselen. En dat het leven grotendeels beleefd wordt tussen die twee punten in. Ook leerde ik me erbij neer te leggen dat ik inderdaad een doorsnee mens ben met een aantal goede en een aantal minder goede eigenschappen. Het is op een gegeven moment tot mij doorgedrongen dat ik de kunst moest beoefenen om de goede eigenschappen aan te scherpen en de minder goede karaktertrekken geen kans meer te geven....Ach ja, en op de ene dag lukt het al wat beter dan op de andere. Soms denk ik wel dat ik maar de enige mens op aarde ben die zijn best doet; mijn gemaakte fouten beken en probeert goed te maken wat verprutst werd.... Mensen maken fouten, dat is menselijk, maar wanneer er op gewezen wordt, worden ze doorgaans furieus en wentelen hun fouten af op de anderen en zo loopt de hele boel in het honderd. Een klein voorval kan dan uitgroeien tot een catastrofe. Konden we dit met z´n allen maar eens inzien. De wereld zou er veel beter uitzien. Vandaag heb ik dan een man ontmoet per mail die zijn fout kan erkennen en openlijk zijn excuses aanbiedt! Heerlijk toch! Mijn dag kan niet meer stuk.Er is nog een klein wondertje aan verbonden, maar dat houden we tussen ons....deze mijnheer en ik, mijn gewezen opdrachtgever. Een tweede mode-artikeltje wil ik U niet onthouden. Als het ergens een kleine glimlach oplevert, zal ik zo tevreden zijn.....U moet er wel aan denken dat dit artikeltje geschreven werd toen het volop zomer was.
De vrouw en de mode.
Een jonge vrouw wordt wel eens vergeleken met een bloem in de knop, een roos in de knop. Beeldschoon, vol geheimen en vol beloften. Nog wat stijfjes en onhandig koestert zij zich in de eerste zonnestralen van de mannelijke belangstelling. Vol verwondering heeft ze meegemaakt hoe haar kinderlijfje veranderde. De aankoop van haar eerste bh met bijpassend slipje is waarschijnlijk het eerste modeattribuut dat ze zich zal aanschaffen. Onzeker en ietwat schuw treedt zij de wereld van de volwassenen binnen en daarmee ook de wereld van de mode. Soms luistert ze nog naar haar moeder, maar meestal zet ze zelf de eerste wankele schreden op het modepad. Alleen, of samen met een troep giechelende vriendinnen .
Het modepad is zoals een pad door de bergen en dalen, het kronkelt langs lage velden of door hoge bossen. De weg is lang, er komt geen eind aan .Het is bezaaid met valkuilen, greppels en struikgewas. Met af en toe een vredig plekje om uit te rusten. Soms lijkt de einder in zicht te komen, maar iedere keer verschijnt er weer een nieuw vergezicht. Moeizaam zoekt het jonge meisje zich een weg naar de volwassenheid en ja hoor, zo rond haar 30e levensjaar heeft de bloemknop zich tot een mooie, geurende roos ontwikkeld die trots haar kelkblaadjes ontvouwt en haar omgeving betovert door haar schoonheid. En zij doet wat de natuur haar gebiedt, zij verleidt. Zij geniet van haar vrouwelijkheid. De mode die aan haar zijde huppelt is haar partner in de verleidingsdans.
Met alle mogelijke middelen probeert zij de mannelijke belangstelling te trekken. Bewust of onbewust, iedere vrouw in de bloei van haar leven, zal haar vrouwelijkheid onderstrepen. Het instinct tot vrucht dragen, drijft haar voort. En de man .ach ja, die is altijd op jacht naar veroveringen. Zijn instinct drijft hem naar de vrouw. Hij wil zaaien; hij wil planten. Hij is eeuwig en altijd op zoek naar de meest begeerlijke vrouw, naar de ideale vrouw, naar de mooiste vrouw. Het is zijn taak om de bloemen te bevruchten.
Het schijnt te zijn dat vrouwen met brede heupen en volle borsten het meest vruchtbaar zijn. Het mannelijk oog valt dus het meeste op dat type vrouw.
Wat is het dus heerlijk om nu in deze tijd vrouw te zijn, want het is in de mode om de meest vrouwelijke rondingen te tonen. De warme zomerdagen vragen om diep uitgesneden decolletés. De lingeriemode is nog nooit zo luxueus en verfijnd geweest. Er wordt gegoocheld met de cupmaten! Heeft een vrouw een iets te zware boezem. Er zijn bh´s te koop die de borsten een maatje kleiner maken en de push-ups toveren bij de minderbedeelden een weelderig boezem te voorschijn.
De mode is deze zomer hypervrouwelijk. Het straatbeeld is gevuld met elegante geklede vrouwen. Meer en meer verschijnen er vrouwen in een lang, modieus kleed, in felle kleuren. Hun ruisende rokken laten geen man onberoerd ..
De meer sportief aangelegde vrouw heeft het broekpak min of meer vaarwel gezegd. Zij paradeert in een kort rokje of shirt en toont haar lange, gebruinde benen en ook daarheen richt zich met welbehagen het mannelijk oog .
De taille die in vroeger jaren hardvochtig door korsetten werd ingesnoerd tot de zogenaamde wespentaille, mag vrij onbelemmerd het dag licht zien. Een piercing in de navel, is de kers op de taart ..
De modeattributen maken de vrouw mooi, zo mooi. Denk maar eens aan de modieuze zonnebrillen, de hooggehakte schoentjes, de extravagante sieraden, de ragfijne pantys, de chique handtasjes, de geraffineerde make-upartikelen en zeker mogen de kap-en schoonheidssalons niet vergeten worden waar de eerste grijze haartjes en de eerste fijne rimpeltjes gecamoufleerd worden, waardoor de vrouw zich nog heel lang, heel jong kan voelen.
Inderdaad, schoonheid en jeugd zijn in de mode. Het wordt soms wel eens een beetje te veel overroepen .
Ware schoonheid zit van binnen. Dat is waar, maar het is zomer!!!
Over enkele weken blaast de herfstwind weer over al die modieuze hoofden. De dagen worden korter, de lange, donkere avonden brengen melancholie en dwingen tot introspectie. Weemoed hangt in de lucht.
Misschien brengt de wintermode een vleugje vreugde teweeg?
Ter gelegenheid van Allerzielen maakte ik een gedicht. De Gazet van Antwerpen kondigde aan dat men een speciale bijlage ging maken om op het eerste Novemberweekend waarin de meeste Belgen hun overledenen gedenken, te publiceren. Ik stuurde het gedicht in en jawel, het werd gepubliceerd. Na een heel leven vergeefs geprobeerd te hebben om als schrijfster door het leven te gaan, lukt het me vreemd genoeg wel met het dichten. Dichteres worden, die ambitie had ik niet. Maar het is wel leuk. Ik zeg er geen "neen" tegen... Vroeger maakte ik ook gedichten, maar ik liet ze altijd in de prullenmand verdwijnen. Ik schaamde mij erover. Ik wilde niet in mijn kaarten laten kijken - lees in mijn ziel kijken - die gevoelige kant hield ik angstvallig verborgen. Marijcke was de flinke vrouw die een moeilijk huwelijk tot een goed einde trachtte te brengen; die haar 4 kinderen zo goed en zo kwaad mogelijk opvoedde; die nooit moe mocht zijn, niet ziek, niet zwak, niet verlangend naar de schoonheid van het leven. Zij moest voetbal gaan waarderen en de Tour de France volgen en het Philomonisch Orkest waarvan zij de muziek, de dirigent en muzikanten zo bewonderde, werd genadeloos in de vergeetput van haar ziel geworpen. Op het dieptepunt van haar leven stond zij tot in haar enkels in de hondenstrond-en pies in een dierenasiel waar zij de koten schuurde, gaf ze de honden meer eten dan veroorloofd was en probeerde ze zoveel mogelijk het dierenleed te verzachten wanneer zij met de dierenarts moest beslissen welke hond een spuitje kreeg en welke gespaard kon worden. Na 4 uur hard werken ging ze met een paar schamele centen naar huis. Maar, ze kon onderweg aardappelen, vlees en groenten kopen voor haar gezin. Gelukkig werd zij goede maatjes met de beheerder van het asiel en mocht ze na enige tijd het bureauwerk gaan doen en hondjes en katjes verkopen aan de bezoekers...Het zware werk ging over in andere handen. Toen was er ´s avonds geen tijd om over het leven te mijmeren. Na de dagtaak had ze maar één verlangen: gaan slapen en hopen op een beter leven. Het beter leven kwam. In mijn roman "De oude man", kun je dit lezen. Hier ga ik er liever verder niet op in.. Maar het leven bleef meppen en dreunen uitdelen. Meermalen lag ik uitgeteld op de vloer, maar een innerlijke kracht duwde mij weer overeind. En zo strompelde ik verder. Maar zie, nu heb ik tijd om te lezen, te schrijven, te mijmeren en te dichten. Ik heb een mooie oude dag. Gek genoeg voel ik me alle dagen jonger worden. Zelfs mijn zicht is verbeterd. De oogarts stond versteld. Mijn geheim? Dat vertel ik misschien nog wel eens. Nu volgt hier het gedicht
ALLERZIELEN
Ik weet het, mijn lief, je bentdaarniet, tussen het gras van de weide. Toch sta ik hier met een pot chrysanten omdat ik je even groeten wou.
Ik weet nog, mijn lief, hoe het was, de wind speelde met je as en voerde je tot hoog in de bomen. Ik keek je na, mijn ogen droog, mijn hart gebed in tranen. In mij zoveel verdriet omdat we moesten scheiden.
Soms denk ik, in een stil moment, dat ik je voel dat je dicht bij me bent, soms kom je in mijn dromen.
Weet jij het nu, mijn lief, is er een leven na dit leven? Is er een hemel? Is er een God? Wat is het doel? Wat is het lot? Gaanwij elkaar weer tegenkomen? Kun je mijantwoord geven? Ik zit zo vol met vragen ..
Ach, mijn lief, we zijn niet meer alleen, er zijn mensen om ons heen. Kijk hoe ze met gevoel hun vele bloemen dragen.
De weide wordteen bloemtapijt.
Ik kijk toe , mijn ogen droog, Mijn hart gebed in tranen. Straks, thuis,zal ik deemoedig knielen instille, stille eenzaamheid voor jou en alle zielen.
Enige tijd geleden was ik weer eens het slachtoffer van mijn naïeviteit. Eerst was ik een beetje boos en ontgoocheld, maar nu achteraf kan ik er toch wel om lachen! Tussen mijn berichtjes was een mail van de Koopjeskrant. Ik opende dit en zag op een gegeven ogenblik een leuke advertentie voor een bijverdienste. Aangezien mijn pensioentje maar heel bescheiden is en ik af en toe graag mijn kinderen, mijn kleinkinderen en mezelf op iets extra´s wil trakteren, dacht ik er goed aan te doen eens te solliciteren, want het was op mijn terrein, nl. kleine stukjes proza schrijven. Ik moest beginnen met een origineel stukje over mode te schrijven. Nu ben ik niet zo modebewust, maar ik dacht dat dat me wel zou lukken. En ja, ik kreeg de job. Ik zou 10 Euro per artikel verdienen en er werd gevraagd om zo´n 2 à 3 stukjes per week te schrijven. Ik wreef mijn handen over elkaar. Dit ging leuk en spannend worden. Ik vond het een uitdaging en het zakcentje zou goed van pas komen. Dus ik aan het werk. Ik kreeg verschillende opdrachten en schreef met veel ijver en plezier mijn artikeltjes. Wel, ik kreeg veel complimentjes van mijn opdrachtgever; hij was tevreden en ik mocht mijn gegevens, zoals naam, adres en bankrekening opgeven. Het e-mailadres waar ik de proza naar toe moest sturen, zag er betrouwbaar uit. Tot nu toe heb ik natuurlijk nog geen Euro gezien en na een vijftal opdrachten viel de correspondentie stil! Ik ben ergens ook een geweldige keikop; ik heb nooit een mailtje gestuurd met de vraag waarom die persoon mij zo voor de gek heeft gehouden! Ik vermoed dat het een student mode is geweest, die voor zijn eind-examen zat en op die manier een goede beurt heeft gemaakt, want het zijn ècht mooie en waardevolle artikeltjes. Ik ga ze hier op mijn blog Mijmeringen zetten. Geen mijmeringen dus over mijn wandelingen door Antwerpen, maar wandelingen door modeland. Wie weet heeft er nu toch iemand plezier in!
De eerste en meest belangrijke mode-ontwerpster in de geschiedenis van de mensheid is ongetwijfeld Eva. In een ver, ver verleden wandelde zij vredig met haar partnerin het wonderschone Paradijs.Eva en Adam waren naakt, maar het deerde hen niet. Ze waren onschuldig en volmaakt gelukkig totdat Eva in de door de slang aangeboden zure appel beet en erger, ook Adam verleidde tot een beet in die verboden vrucht.
Plotseling besefte Eva dat zij iets om het lijf moest hebben! Of zou hetAdam zijn geweest die hun beider naaktheid wilde bedekken?Dit raadsel zalongetwijfeld nooit opgelost worden. Feit is dat de modehaar intrede deed.
Hun oog viel op de bladeren van een vijgenboom en hup, het eerste kledingstuk sierde het menselijk lichaam.
Ondanks dit gebaar, werd het ongehoorzame paar onverbiddelijk uit het Paradijs verjaagd. Weg was de onschuld; verdwenenhet geluksgevoel ..
Sindsdien jagen hun nakomelingen tevergeefs het geluk na. Tot op de dag van vandaag zijn zijonophoudelijk op zoek naar de paradijselijke toestand van onschuld, vrede, schoonheid en harmonie. In alle mogelijke vormen probeert de mensDe Hof van Eden naar zich toe te halen.
In zijn kleding, in zijn kapsel,in zijn bezittingen, in zijn leef, denk- en geloofswereld.
Iedere cultuur heeft/had zo zijn mode-ontwerpers/ontwerpsters.
Elke samenlevingbrengt nog steeds, de eigen creatieve persoonlijkheden voort.Mannen en vrouwendie diep van binnen naar de teloorgegane schoonheid en harmoniezoeken en net dat tikkeltje extrascheppingsdrang bezitten ommet die kunstzinnige kracht aan het werk te gaan.
Over hetwel een wee van Eva en Adam na hun verjaging uit het Paradijs wordt in het Bijbelboek Genesisnietsmeer vermeld.Waarschijnlijk is,dat het vijgenblad verdorde en op de lange duur niet meer de nodige bescherming tegen de hitte van de zonnestralen bood of tegen de koude van de noordenwind.
Met het vernuft, eigen aan de mens, werd de kledij aangepast aan de behoeften en aan het klimaat.
De creatieve mens ontwierp kledingstukken, hoeden, schoenen, sieraden, gebruiksvoorwerpen, maar ook gebouwen om in te schuilen wanneer het donker werd en een veilige beschutting tegen de steeds wisselende weersomstandigheden.
De kudde, de grote kudde, keek toe, zag dat het goed was en maakte gretig gebruik van de artikelen die hen een tijdelijk geluksgevoel gaven.Schafte één van hen zich eenhoed van stro aan om zich tegen de zonnestralen te beschermen, dan volgde al vlug de rest. Het gevoel van comfort gaf een klein geluksgevoel.
Het verschijnselmode , ooit door Eva geschapen, of door Adam?beheerst de gehele wereld. De wereldeconomie dankt grotendeels zijn bestaan aan het vijgenblad! Van vijgenblad tot jeans. Van strohoed tot een hoed van Coco Chanel. Van sandalen gemaakt uit lapjes leer tot Nike´s. Van stukjes beril tot een bril van Armani! En ga zo maar door ..
Ode aan de mode!Dank zij haar ervaart de mens een kort en vluchtig geluksgevoel.
Natuurlijk schuilt achter de mode-facade een harde zakenwereld. Maar zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Ying en Yang. Goed en slecht. Zoet en bitter!
Aan ons, de kudde, is de keuze in hoeverre wij ons in de mode willen verliezen.
Het is koud en nat buiten, maar niet gelukkig niet te koud. Je kunt wel aan alles merken dat de herfst weer in het land is. In het stadspark vallen de kastanjes voor je voeten neer en ijverige tuinmannen proberen de toevloed van herfstbladeren op te ruimen. Wat een geduld dat die mannen hebben.... Ik doe mijn wandeling rond de vijver en samen met mijn labrador Chiara geniet ik van het milde weer; van de kruidige geur die onder de bomen hangt en van een dun herstzonnetje dat de herfstkleuren in het water doet weerspiegelen. Het is stil in het park. De vogels kwetteren niet meer zo uitbundig als in de lente en de zomer en de kinderen zijn terug naar school of naar de onthaalmoeders. Een eenzame, oudere man zit op een bankje en leest de krant. Een enkele jonge moeder haast zich door het park. Ze duwt driftig de kinderwagen over de beslijkte wandelpaden. Ze heeft kennelijk haast. Dat doet mij aan vroeger denken. Ik had ook altijd haast.... Nu, als seniorendame, kan ik op mijn dooie gemakje door het park wandelen. Mijn kinderen hebben hun eigen leven en ik sta aan de kant en kijk toe. Zo veel mogelijk zwijgend, al is dat af en toe moeilijk. Ik zie hoe ze worstelen met dezelfde problemen die ik had toen ik jonger was en ik zou niet graag in hun schoenen willen staan,want de problemen zijn er niet gemakkelijker op geworden... Het lijkt me dat het leven vroeger toch iets rustiger was. Zonder al die moderne communicatiemiddelen. Dat wil niet zeggen dat ik er niet van geniet. Televisie kijken doe ik graag. Af en toe een mooie film meepikken of een interessant programma. De GSM, tja, het heeft zo zijn voordelen, hè? En ook zijn nadelen. Het is zoals met alles en iedereen: aan alles en iedereen zijn twee kanten. Zo ook met het ouder worden. Het is natuurlijk niet leuk om stilaan te merken dat het lichaam verandert, dat de huid verandert, dat de jaren sporen achterlaten. Dat die prachtige machine, die toch ons lichaam is, hier en daar mankementen begint te vertonen en dat het ´s morgens uit bed komen, met steeds meer gesteun en gekreun begeleidt wordt. Als ik mezelf ´s morgens bezig hoor, moet ik wel eens lachen. Gelukkig leef ik alleen en kan ik me dus heerlijk uitleven. Dat is dan weer één van de voordelen van het alleen-zijn. Gelukkig is na een minuut of tien en na een kopje thee, dit gejammer over en wanneer ik zoals vanmorgen door het park kuier, marcheert alles weer prima. Ok, de uiterlijke zintuigen zijn ook wat minder van kwaliteit geworden, maar de innerlijke zintuigen werken op volle toeren. Geuren en kleuren worden mooier en mooier met de jaren. En het mijmeren....menslief, wat een uren om te mogen mijmeren. Gewoon over het hek leunen en naar de in de vijver spetterende eenden kijken. Naar het gehuppel van de tamme konijntjes die het stadpark (over)bevolken! Naar die ene dikke gans die over het natte gras waggelt. Naar een groep van haar soortgenoten die in V-vorm luidgakkend naar warmere landen trekken en naar een eerste spin die haar glanzend web in de zon hangt te drogen. Ik heb daar ooit eens een gedicht over gemaakt, over die spin en haar web. Ik laat het hier volgen: Herfst Wees stil, mijn haastig hart, want de herfst is gekomen. Zijn vaardige vingers verven de blaren der bomen tot opvlammend goud, geel en diepdonkerrood. Nog even blijven ze leven. Dan vallen ze neer. Ze zijn dood. Wees stil, mijn haastig hart want de herfst en zijn makkers de wind en de regen, razen over weiden akkers. Zij kneuzen de bloem die de zomer ons bood. Nog even blijven ze leven. Dan bloeien ze uit. Ze zijn dood. Wees stil, mijn haastig hart want de herfst en zijn knechten zijn tussen de struiken hun wreedglanzend web aan het vlechten dat insecten stiekem tot uitrusten noodt. Nog even blijven ze leven. Dan hangen ze stil. Ze zijn dood. Wees stil, mijn haastig hart want de herfst van je leven is gekomen.... verstoren zijn makkers en knechten je mooie dromen, vermalen zijn al je illusies tot scherven en schroot. Nog even blijven ze leven. Dan sterven ze zacht. Ze zijn dood. Maar, luister, mijn haastig hart, als die herfst is gekomen verven zijn vaardige vingers je diepste dromen opnieuw van groen tot goudgeel en diepdonkerrood. Eeuwig zullen dromen leven, eeuwig zal de stormwind razen, zal de schoonheid van een bloem de mens verbazen. Een nieuw en glanzend web wordt weer geweven.... Kom tot rust, mijn haastig hart leg terzij je angst en smart. Er is geen dood. Er is de kringloop van het leven.
Het is een eeuwigheid geleden dat ik nog aan mijn "Mijmeringen" gewerkt heb. Dit heeft verschillende redenen. Ten eerste is het zo dat commentaar op hetgeen je schrijft en doet niet achterwege blijft. Ik heb het er als persoon nogal moeilijk mee om te ervaren dat sommige mensen alles, maar dan ook alles wat je doet afkeuren. Eén van mijn diepste ontgoochelingen op dit gebied dateert uit mijn jeugd tijdens het eerste of tweede leerjaar. Ik hield enorm veel van het vak tekenen en kon goed overweg met mijn potlood en kleurstiften. Ik was een doodnormale leerlinge. Ik kon goed leren maar was wat speels en mijn concentratievermogen was licht afgeleid. Ik kon heerlijk wegdromen.....Maar in de tekenles was ik er goed bij en ik kreeg dan ook goede punten. Ik was apentrots op mijn tekeningen. Op een dag kwam een klasgenootje mijn schoolbank voorbij. Het was een jongen. Zijn naam ben ik vergeten. Ik ging naar het gemengd onderwijs, een gemeenteschool in Schiedam. Dit stadje ligt vlak naast Rotterdam, waar ik geboren ben. Door het bombardement van Mei 1940 was mijn ouderlijk huis van de kaart geveegd en verbleef ik in het weeshuis van Schiedam. Aan mijn verblijf in dit tehuis, zijn alleen maar goede herinneringen verbonden. Ik was te jong om de situatie te begrijpen en iets in mijn karakter zorgt ervoor dat ik me in iedere situatie aanpas en er het beste van maak. De directeur van het weeshuis had een zoontje van mijn leeftijd die de bijnaam "Muis" had en Muis was mijn beste speelkameraadje. We hebben samen uren doorgebracht op de knieën van zijn vader die ons voorlas uit prachtige boeken waar een speciale geur uit opsteeg. Een geur die ik af en toe nog wel eens opsnuif en die mij dan direct naar mijn kinderjaren terugvoert. De boeken waren kleurig geïllustreerd en tijdens de tekenles op school probeerde ik iets van die mooie prenten in mijn tekeningen te leggen. De jongen die mijn lessenaar voorbijliep, kraste ineens onverwachts met zijn potlood over mijn werkstuk. Zo driftig dat het papier scheurde en de tekening verknoeid was. Verbaasd en ontzet staarde ik naar mijn beschadigd tekenblad. Ik begreep er niets van! Waarom deed die jongen dat? Ik deed dat toch niet bij hem? Ik had hem toch niets misdaan? Natuurlijk, er waren al meer onaangename zaken in mijn leventje gebeurd, maar niets heeft mij zo geraakt als dit voorval. Waarschijnlijk was de jongen jaloers geweest en had hij er op die manier voor gezorgd dat zijn tekening betere punten zou krijgen. Ik maakte op een harde manier kennis met het begrip jaloezie. Gelukkig heb ik er zelf weinig last van. Het moet heel erg zijn wanneer je met deze karaktereigenschap moet leven. Het vergalt je levenskwaliteit, maar wat erger is, je vergalt er ook het leven van je medemens mee. Ik ben nu op een leeftijd gekomen dat die jaloezie mij geen al te diepe wonden meer kan toebrengen. Het fenomeens blijft me echter verwonden en verwonderen. Ik heb ook geleerd dat niet iedere mens met fantasie en creativiteit gezegend is. Integendeel, dat er personen zijn die zeer stevig met de beide voeten op de grond staan. Persoonlijk vind ik het prachtig dat er allerlei typen van mensen zijn. Hierdoor wordt het bestaan van ieder van ons kleurrijk en afwaisselend. Samen vormen we een bont en levendig tapijt. Jaloezie en negatieve kritiek verlammen mij nog altijd enigszins. Mijn creativiteit rond het mijmeren op mijn blog en andere activiteiten valt stil. De tijd heelt alle wonden, zegt men. Ik ben van mening dat deze uitspraak niet helemaal waar is. Dit gezegde is vast uitgevonden door iemand met de pootjes stevig op de grond, want bij gevoelige mensen blijven de littekens trekken. De laatste tijd bekruipt me het gevoel verder te gaan met mijn blog, ondanks kritiek en negatieve opmerkingen. Er is zo veel te vertellen. Er is weer zo veel gebeurd.... En de reacties van de mensen die met plezier mijn Mijmeringen lazen, komen misschien terug. Eigenlijk moeten wij ons verbinden met personen die positiviteit en warmte uitstralen en de rest aan onze laars lappen... Maar ik kan nu begrijpen waarom sommige "bloggers" het opgeven! Op de foto boven aan deze "Mijmering" staat een schilderij van mij afgebeeld. Gelukkig heeft niemand hier een kras over kunnen geven..... Ik heb dit schilderij gebruikt voor de omslag van mijn eerste roman. Tot slot een klein gedichtje dat ik onlangs maakte:
Ik ben als het ranke riet, ik beef bij iedere tegenwind maar breken doe ik niet! Het duurt alleen een tijdje voor ik mijn evenwicht weer vind! Nog een mooie maand oktober toegewenst!
Hèhe, de feestdagen zijn achter de rug. Met veel plezier heb ik begin December de kerstversiering aangebracht en vandaag heb ik weer met veel plezier alles terug opgeborgen; tot volgend jaar. We hebben alle lekkere eetmalen achter de rug. Heel veel kussen uitgedeeld en ontvangen met natuurlijk hier en daar een cadeautje. De kleinzoon, heeft zijn Nieuwjaarsbrief mooi voorgelezen en als alles uitkomt wat daarin staat geschreven, dan ga ik een heel goed 2009 tegemoet. De jaarlijkse verkoudheid is ook weer overwonnen en dank zij een heerlijke hoestdrank is de hoest verdwenen. Maar heb ik veel geslapen door één of ander slaapverwekkend ingrediënt in die hoestsiroop. Wel, het was buiten bitter koud, dus dat kwam goed uit. De wandelingen met de hond werden wat ingekort. Ziek of niet ziek, ik moest ermee de vrieskou in. Toch waren er ook enkele fijne wandelingen door het besneeuwde stadspark. Met een zakje brood en graan hielp ik de konijntjes, de eenden en de ene gans en de ene kip met maar anderhalve poot door de kou heen. Gelukkig heb ik gezien dat er veel eten werd gestrooid...ik was niet de enige die ongehoorzaam was, want het mag eigenlijk niet.... Ik ben blij dat er nog rebellen zijn in de wereld! Toen er op het ijs van de stadsvijver ijspret mocht worden beleefd kwam natuurlijk de kleinzoon met slee en die heeft zich geweldig goed geamuseerd, terwijl ik aan de kant stond te bibberen en min of meer in een ijspilaar veranderde. Gelukkig scheen de zon, maar toen die begon te verdwijnen, en mijn neus er bijna afvroor, trokken we huiswaarts, zeer tegen de zin van mijn twee kornuiten. Chiara, mijn labrador had eerst een paar minuten als een gek aan de rand van de ijsvloer staan blaffen. Ze durfde geen poot op het ijs te zetten, maar even later trok ze fier de slee en genoot ze net zo hard als de kleinzoon. Vandaag hebben de hond en ik een eerste grote wandeling gemaakt, na de periode van de feestelijkheden, na de bittere kou, na de griep. Met de tram waren we binnen het kwartier een heel eind buiten Antwerpen. Het nieuwe park op de Linkeroever lag er mooi, winters en verlaten bij. Aan de oevers van de vijvers en de waterlopen lagen nog grote stukken ijs. Chiara gleed regelmatig uit en belandde dan met een plons in het water, waardoor ik iedere keer moest lachen. Ze vond het heerlijk. Op een gegeven moment kwam ze met een grote tak aandraven. Haar geliefkoosd spelletje is om die tak te gaan halen en ik probeer die dan zo ver mogelijk weg te gooien. Een tiental minuten is die tak het belangrijkste voorwerp op aarde. Ik gooi uit allemacht en zij rent door en over alles om haar buit terug te vinden. Plotseling laat ze de tak liggen en komt met een ander exemplaar naar me toe. Dan begint het spelletje opnieuw. Tot ze op een gegeven moment alle interesse voor de tak verliest en driftig in het zand begint te graven of uitgebreid aan een of ander bosje gras begint te snuffelen. Ik vergeleek onwillekeurig het hondengedrag met het gedrag van een man met de vrouw. De man doet ook alle moeite van de wereld om de uitverkoren vrouw te behagen, achter na te rennen,haar te koesteren en snel terug te halen wanneer ze eens een stapje in de wereld probeert te zetten.Tot er een nieuw exemplaar opduikt en zijn hormonen hem dwingen achter die andere, verleidelijke buit aan te rennen.Tot dan ook weer zijn interesse verflauwt en hij plotseling zijn vrienden en hobbies veel interessanter vindt! Achteloos wordt de tak achtergelaten; achteloos wordt de vrouw aan de kant gezet.... Moest er een man zijn die dit blogje leest: dit slaat natuurlijk niet op U; U bent natuurlijk de uitzondering die de regel bevestigd!
Opnieuw staan we voor een nieuw jaar! Zijn er werkelijk 12 maanden vergleden? 52 weken, 366 dagen? Hoeveel uren zijn dat wel? Is het nodig dat ik al die uren tel? Misschien alleen de uren die ik als een kostbaar pand bewaar, diep in mijn hart gedragen.... uren van geluk en vrede die er waren, zomaar, zonder reden! Of de uren die ik deelde met een ander mens soms in liefde, soms in vriendschap, met een handdruk, soms een zoen. In ons ogen lag dan vaak de wens tot wat meer geluk en beterschap!
Die uren zou ik nog eens willen overdoen!
Of tellen ook de uren waarin ik de duivels heb bestreden die niet van mijn zijde weken? De uren van het zuchten en het klagen, van het aandacht vragen, het verdoezelen van gebreken, het ontbreken van de rede.....
Is het werkelijk al een jaar geleden dat ik alles beter wilde doen?
Kom, ik geef mezelf en U een zoen en beloof zoals verleden jaar alle dagen toch mijn best te doen!
Wanneer ik de deur van mijn klein en warm appartementje achter mij dicht doe, begint het juist te hagelen. Ik heb veel zin om terug naar binnen te gaan en mij weer achter de laptop te nestelen. Chiara, mijn labrador, moet echter nodig haar blaas en andere organen ledigen, zodat ik er dan maar in spring. De hond hapt blij en speels naar de koude winterbolletjes. Haar speelsheid en jeugdigheid sporen mij aan om het stadpark in te duiken. De herfst, die mooie herfst, is al weer verleden tijd. Het park ligt er nat en troosteloos bij. Verleden week was het nog een schilderij. Ik verwonderde mij erover dat ik de enige bezoekster was van dit openluchtmuseum. Hier zouden drummen mensen moeten staan om met open mond van verbazing naar het kleurenpalet te kijken dat gratis werd aangeboden. Maar nee, hoor. De mensen hebben het veel te druk met andere dingen om tijd te maken dit natuurschoon te bewonderen! Spijtig voor hen, want wat missen ze veel! In de vijver paradeert een eenzame zwaan. Die is sinds kort daar aangeland. Ik ben benieuwd of er kameraden bij komen. Een paar weken geleden heeft de Joodse gemeenschap vissen in de vijver laten plaatsen. Zij stonden toen in groepjes aan de waterkant te buigen en te knikken, al biddend aan hun God of het water hun zonden mocht meenemen. Ik begrijp niets van dit ritueel, ik weet er ook niet veel van, maar ik vind het toch een veel mooier ritueel dan het biechtgebeuren. Om in een donker, slecht verlucht, klein houten hokje in één of andere kerk, je zondigheid aan een priester te vertellen, lijkt me toch minder zuiverend dan die zonden door het rimpelende vijverwater te laten meevoeren..... Ooit woonde ik hier in Antwerpen in een buurt waar veel Joden wonen en ik keek mijn ogen uit op hun wonderlijke wereld. Een buurvrouwtje kreeg nog al vlug een aantal kindertjes en soms hielp ik haar met de kinderwagen van haar klein bordesje te dragen. Ze had een horrelvoet en was lichtelijk gehandicapt. Ze bedankte me dan altijd vriendelijk. Op een dag was haar zoontje van kleutertje tot jongetje gebombardeerd. Zijn hoofdje was kaalgeschoren, er zat een klein kappeltje op en langs zijn oortjes bengelden twee lange, donkere pijpenkrullen. Het was schattig om te zien, maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik vroeg aan de moeder waarom haar zoontje zo was uitgedost. Ze keek me verbaasd aan en antwoordde: "als God zegt dat dit zo hoort te geschieden, is het niet aan de mens om daar vragen over te stellen!" Ik stond perplex. Ik ben namelijk een wandelend vraagteken en wil juist graag het naadje van de kous weten. Op een dag was het moedertje haar huissleutel vergeten en omdat haar Godsdienst haar verbied om op feestdagen electrisch getinte voorwerpen aan te raken, vroeg ze mij of ik even wilde aanbellen.... De vraag: "waarom mag U op deze dag niet op de belknop drukken?", brandde natuurlijk op mijn lippen. Maar ja, de kans was groot dat ik hetzelfde antwoord zou krijgen, dus zweeg ik maar en belde voor haar aan. Vanmorgen liep ik dus in het park en ik hoorde het vertrouwde geroep van weleer. Iemand van de Joodse gemeenschap had zijn sleutel vergeten en dan maar roepen naar de familieleden in de hoop dat de deur van binnenuit wordt geopend. Ik kén dat geroep maar al te goed! Op zon-en feestdagen is het een plezier naar hen te kijken. Ze kleden zich altijd heel mooi; een beetje ouderwets, maar het heeft wel iets. In grote getale trekken ze dan naar het stadspark en keuvelen met elkaar. De echtelieden hebben veel kinderen, want ieder gezin hoopt dat "de Messias" in hun gezin geboren zal worden....Tja, hoop doet leven, nietwaar? In de dagen van het laatste warme herfstzonnetje, kwamen ook hun "oudjes" buiten. Op het grasplein, dichtbij de zandbak waarin de jeugd ravotte, een heleboel blinkende rolstoelen. Netjes op een rij. Tot op de laatste dag worden hun ouderen netjes aangekleed. Prachtig gepoetste schoenen op de treeplankjes die onder lekkere, warme plaids uitpiepen. Daarboven knikkebollende hoofden; de mannen getooid met baarden en hoeden; de vrouwen geschminkt en nog altijd met pruik. In de tijd dat ik tussen hen leefde en naar de kapper ging, zag ik dikwijls tot mijn afgrijzen, dat de dames kaal werden geschoren en dan met pruik op de kapperszaak verlieten. Ook voor dat geloof, en ja, U begrijpt het al, bij mij weer die vraag van: "waarom?" Ik wandelde de rolstoelen voorbij. Blij dat ik fit ben en nog kan genieten van de herfstgeuren-en kleuren. Blij dat mijn hoofd nooit werd kaalgeschoren en blij dat ik voorbehoedsmiddelen heb kunnen gebruiken. In ons gezin is de Messias uiteraard ook niet geboren. Maar binnenkort is het December en dan komen er toch enkele belangrijke feestdagen. Sinterklaas laat ik dit jaar voorbijgaan. Mijn koopkracht is fel verminderd en mijn kleinkinderen hebben hun geloof aan die eerbiedwaardige persoon verloren. Op 21 december zal ik heel blij zijn. Dan is het korten van de dagen afgelopen en zal het licht iedere dag een beetje meer weerkeren. Dat is Kerstmis: het vieren van het Licht dat weer terugkomt. De zon die alle dagen weer aan kracht zal toenemen. In de Christelijke leer heeft men daar de geboorte van het kindeke Jezus aan toegevoegd. Dan viert men Kerstmis met alle toeters en bellen die de mens maar kan bedenken. Met gebraden kalkoenen, (de arme beesten!), met champagne en een groots vuurwerk aan de Schelde. Wellicht vraagt er dan ergens een klein Joods meisje: "Moeder, waarom vieren zij feest en wij niet?"
De sporthal kwam mij voor als een geweldig grote mierenhoop die morgenochtend voor het krieken van de dag zijn werkmieren eruit zou werpen en door het berglandschap laat krioelen tot de volgende mierenhoop ergens in dit verdomd uitgestrekte land waar overdag de zon je huid verbrandt en ´s nachts je tenen, vingers en neus bevriezen.
Waar in plaats van gezellige tavernes en café´s, eenzame fonteinen als vijfsterrenhotels worden begroet en omarmd en waar enkele perziken als avondmaal worden verorberd als ware het gebraden duifjes en malse kippenbouten recht van het spit.
De sporthal bevond zich in een buitenwijk van Arzua, een kleine stad gelegen tussen Saria en Santiago de Compostella. Zo´n 60 kilometer van ons einddoel verwijderd. We waren naar de sporthal gestuurd door de beheerders van de refugio (gratis herberg voor pelgrims), die in het centrum van de stad gevestigd was, maar helaas totaal volzet.
Na een voettocht van plus/minus 8 uur door de brandende hitte en met benen zo zwaar als lood, waren we de koele ruimte van een refugio binnengestrompeld. Een matras was alles wat we nodig hadden. De matras hoefde niet op een bed te liggen. Op de grond was prima. Lakens hoefde niet meer en wanneer de douches geen warm water meer konden produceren, was dat ook al lang geen probleem meer.
Het sanitair mocht buiten zijn, het wc-papier op en het mechanisme om water door te spoelen hoefde niet meer te werken! Een gewone, harde, kale, liefst een niet al te vuile matras betekende voor ons nu de zevende hemel.
Maar juist zoals er een dikke 2000 jaar geleden in Betlehem geen plaats meer in de herberg was, werden we onverbiddellijk de deur gewezen. Terug de blakerende zon in. De zevende hemel zou de harde vloer van de sporthal worden die op enkele kilometers afstand gelegen was.
Kreunend legden we die laatste ellenlange kilometers af om een uur later tussen de vele honderden uitgeputte pelgrims te tuimelen. Boven ons hoofd wiegden de trapezes en de turnringen lichtjes heen en weer door het tumult onder hen. In de doelen die her en derwaarts opgesteld stonden, lagen mensen genoeglijk met hun vermoeid lijf tegen de doelpalen gevleid. Zo hadden ze nog een steuntje in de rug. In de doelnetten hing een bontgekleurde en interessante was. Damesslipjes en bustehouders hadden zich verbroederd met lange, warme mannen-onderbroeken en kletsnatte sokken. De typische geur van slechtgedroogd wasgoed hing rond de goals die op betere dagen omwolkt worden door sukses en handgeklap. Zelfs het a-hoe-geroep van een gemiste doelschop zou er beter bij passen. Maar enfin, met natte sokken loopt niemand graag. De eigenaars van de sokken keken triomphantelijk naar het neerdruppelend nat en verheugden zich op de volgende dag wanneer ze zich op droge, propere kousenvoeten over de Spaanse wegen mochten bewegen. Alles is tenslotte relatief. Hoe properder de kousen, des te minder blaren.
Een doorsnee rugzak weegt ongeveer tussen de 10 en 12 kilo. In dit martelwerktuig dat onophoudelijk zijn aanwezigheid nadrukkelijk laat voelen, steekt een heel arsenaal, zoals een zakmes, een compas, een zaklamp (plus reservebatterijen), een vork en een lepel, toiletgerief, een rol toiletpapier, wegenkaarten, regenkledij, een extra paar laarzen, een dikke trui, een (liefst volle) drinkbus, en nog zoveel andere nuttige attributen, waardoor er nog maar weinig plaats over is om genoeg sokken mee te sleuren. Gelukkig had ik me die luxe wèl gepermitteerd. Frieda en ik hebben allebei het geluk gekend om zonder één enkele blaar onze tocht te volbrengen. Behalve onze rug en schouders die murm waren van onze rugzak, hadden we een prima conditie. We hebben heel veel pelgrims zien hinken, strompelen en inéénstuiken om uiteindelijk op te geven.
In hun jeugdig enthousiasme stouwden sommige jonge pelgrims te veel kilometers per dag in hun kuiten. Met het gevolg dat ze op een gegeven moment "met de pootjes" opmhoog lagen. Wij, "oudjes", deden het wat rustiger aan, zo´n 8 à 10 kilometer per dag.
Maar deze nacht was ik aan het eindpunt van mijn latijn gekomen. Er kon geen kilometer meer bij.
Bij het eerste ochtendgloren begon het gefriemel en geritsel aan de rug-en slaapzakken. De mierenhoop kwam tot leven. Rond half vijf vertrokken de eerste pelgrims. De deuren van de sporthal gingen wijd open en het pelgrimspad lag weer te wenken. In het Spaanse landschap is men gewend aan deze ondoorbroken stroom van voortsjokkende mensen van allerlei pluimage. Uit alle hoeken van de wereld komen de pelgrims aangewaaid om in de barokke kathedraal van Santiago de Heilige Jacobus te begroeten. In de kathedraal zouden zijn laatste resten bewaard zijn. Priesters houden trouw de wacht bij deze kostbare botjes en nemen de biecht af van de boetvaardige pelgrim. Ik heb ondervonden dat deze biechtvaders in het tijdperk van voor de val van de toren van Babel zijn bleven steken. Alleen Spaanssprekende zondaars werden in de biechtstoelen toegelaten.
Vandaag dacht ik aan mijn avontuur van enkele jaren geleden, nl. mijn voettocht naar Santiago De Compostella. Omdat er dezer dagen weinig inspiratie is, leek het mij een leuk idée om onderstaand fragment op mijn blogje te plaatsen. Ik hoop dat ik U enkele minuten leesgenot kan schenken. Want daar gaat het toch om, hè?
"Fragmenten uit een pelgrimstocht"
Wat bezielt een 65-jarige vrouw om samen met een vriendin een deel van een pelgrimstocht te gaan lopen? Dat vroeg ik me af toen ik op een koude nacht op een nog koudere vloer van een enorme sporthal mezelf moeizaam vanmijn linkerzijde op mijn rechterzijde draaide. Eigenlijk had het totaal geen nut. Beide zijden waren even pijnlijk. Het liggen op de rug was geen haar beter. Om nog maar te zwijgen van "het op de buik" liggen". Ik was geradbraakt. Desporthal die als overnachtingsoord voor de toevloed van pelgrims diende, was bomvol. Van alle kanten kwam een luidgesnurk naar me toe. Hier en daar werd er gefluisterd, gehoest en met plastieken zakken geritseld. De deuren naar de wc´skletterden onophoudelijk open en dicht. Het geruis van de toiletten deed me denken aan de waterval van Coo. Een groepje mensen had de hele avond en een stuk van de nacht naar een draagbaar televisie-toestel gekeken. Eindelijk verstomde het lawaai, maar plotseling kwam de groep op het lumineuze idée om op min of meer gedempte toon een paar top-hits ten gehore te brengen. Een langdurig en irriterend gesis vanuit een tiental slaapzakken maakte gelukkig een eind aan het song-festival. Het gesjor aan de ritssluitingen van tassen en rugzakken werd met de minuut minder waardoor hetgesmak van verliefde paartjes beter hoorbaar werd.
Ik klopte voorzichtig mijn hoofdkussen, bestaande uit een buideltasje, een brillenkoker en een fototoestel, op, en ik dachtmet heimwee aan mijn heerlijk zachte bed in Antwerpen dat leeg en doelloos op me stond te wachten. Voor ik in slaap viel, jawel, ik viel in slaap, nam ik het koene besluit om de volgende ochtend voor het laatst mijn tedunne slaapzak op te rollen en mijn te zware rugzak op mijn vermoeide en pijnlijke schouders te hijsen. Ik had ergenoeg van!
Morgen neem ik een taxi naar het dichtstbijzijnde station en met mijn Visakaart in de hand zouden alle deuren voor me opengaan. De brede deuren van hotels met warm water en zalige badkuipen en de smalle deuren van de treincoupé´s. Ook die van de TGV (HTS) met zijn restauratiewagon en ondrinkbare koffie waar ik liters van naar binnen zou slurpen. Zelfs de morsige deur van het toilet op de trein dat toch af en toe een propere wc-bril lmaat zien en waar een heus kraantje is met min of meer helder water om mijn handen te wassen. Dat ik met mijn voet het mechanisme van dit fonkelende waterding in gang zou moeten trappen, leek me een zaligheid evenals het zicht op de rails die als bliksemschichten onder wc-pot zouden wegflitsen en waar alle ongerechtigheden tussen het bloeiende onkruid zouden worden geslingerd.
Tijdens de afgelopen dagen en nachten waren de sanitaire voorzieningen dusdanig geweest dat het bezoek aan het toilet op de trein een ware weldaad zou worden voor mijn lichaam en mijn geest. Om jezelf terug te vinden in het holst van de nacht tussen vochtige netels en het griezelig oehoe-geroep van een op-jacht-zijnde uil is één van de vele verrassingen die je te wachten staan in het pelgrimsgebeuren. Je leert ermee leven, maar leuk is anders!
Het voedsel dat je tot je neemt zorgt voor een bijkomende verrassing. Je spijsvertering is willoos overgeleverd aan het temperament van de Spaanse voedselindustrie.
Wanneer ik morgen zou vertrekken, letterlijk en figuurlijk met de noorderzon, zou dat natuurlijk wel jammer zijn voor mijn vriendin. Frieda zou haar wandelmaatje moeten missen. Maar ja, Frieda is een pak jonger dan ik en......ze bezit een hoofdkussen van normale proporties. Ook beschikt ze over een steviger slaapzak. Haar licht gesnurk maakt me een beetje kwaad.
Voordat we aan ons pelgrimsavontuur begonnen, hadden "routinées" ons verteld dat je op een zekere dag "één" wordt met je rugzak. Of die rugzak nu 10, 12 of 15 kilo weegt. Slimme Frieda had deze informatie goed in haar oren geknoopt. Ze stapte in Antwerpen op de trein die ons via Brussel naar Bordeaux zou brengen, met een kanjer van ruim 14 kilo. Ik had deze onzin, eigenwijs als ik ben, niet als een waarheid onderkend. Mijn rugzak was een pak lichter uitgevallen. Frieda kon nu van de warmte en zachtheid van haarslaapzak en hoofdkussen genieten, terwijl ik lag te kreunen van de ellende. Het "één-worden" met de rugzak was ons nog niet overkomen, maar het "één-worden" met een fototoestel als hoofdkussen zat er volgens mij helemaal niet in. Ik zou natuurlijk kwaad op mezelf moeten zijn, maar ja, ik ben ook maar een mens, dus richtte mijn kwaadheid zich naar mijn vriendin. Bovendien, Frieda maakte veel vlugger en beter kontakt met medepelgrims. In een mengelmoes van Vlaams, Frans en Engels, doorspekt met 2 woorden Spaans, sprak ze iedereen aan. En ze kreeg nog antwoord ook!
Ik vond de specimen die aan deze waanzinnige pelgrimage deelnamen, doorgaans nogal vreemde vogels. Mij leken ze goed gek of goed high. De pelgrimgangers waren dat geen van beide, maar ze waren wel aangestoken door het pelgrimvirus. Een virus dat tot nu toe vrolijk en wel aan mij voorbijging en zich uiteindelijk aan mij openbaarde als een soort heimwee naar Santiago de Compostella toen ik weer veilig en wel in mijn oude, vertrouwde, rustige leventje in
Dag Bloggers, Vandaag is het zondag, dus gaan we even een marktje doen hier om de hoek. Het is geen koud weer, maar een lichte mist hangt over de marktkramen. En een felle wind die af en toe eens zijn koude adem laat voelen doet de tentzeilen klapperen. Het is ongewoon druk. Ik vermoed dat alle mensen hetzelfde denken: "Nu het weer nog niet te koud en te nat is, gaan we gezellig een marktje doen!" Chiara, mijn labradorteefje, dat anders de volgzaamheid zelve is, is vandaag uit haar humeur. Ze is erg eigenzinnig en wil aandacht van iedere voorbijganger. Ik word haar getrek beu en breng haar naar huis. Aan een mevrouw waar ik bijna elke week groenten en fruit koop, doe ik mijn beklag. "Gaat ze misschien haar regels krijgen?", is haar intelligente vraag en ja, ze heeft misschien gelijk. Chiara is een èchte vrouw, voor en tijdens haar menstruatie, is ze inderdaad altijd erg lastig..... Waarom heeft de natuur dat zo ingebouwd bij de vrouwelijke schepsels? Is dat nou nodig? Ik ben gelukkig die afschuwelijke en onvoorspelbare "rotbuien" voorbij en ook de menopauze is "afgewerkt". Ouder worden is inderdaad niet leuk. Maar dit is toch één van de fijne kantjes: dat die hormoonhuishouding zo goed als op nonactief staat. Een vrouw moet wel door dit alles heenspartelen en ja, omdat ze doorgaans niet alleen leeft, wordt één en ander wel op de omgeving uitgewerkt. Ik denk dat die natuuruitbarstingen voor veel echtscheidingen zorgen! Volgens heel wijze mensen heeft alles wat in ons leven gebeurt, een zin en een doel. Tja, daar moet een mens zich dan maar bij neerleggen. Met Chiara is het gemakkelijk, ik geef haar het dagelijkse potje vlees met rijst en stuur haar naar haar nest. Verongelukt staart afwisselend over de rand van het nest naar mij en naar buiten. Ik trek me er niets van aan en ga terug naar de markt en met een mooie bloeiende flamingoplant in een glanzende, kopen pot kom ik weer thuis. De kopen pot kocht ik goedkoop op de sjacherbeurs hier ook aan het Theaterplein. Het was er warm en erg druk. Zou de crisis daar voor tussen zitten? Iedereen begint meer en meer op de Eurootjes te letten, behalve het stadsbestuur, want die gaan maar door met hun vernieuwingen. Persoonlijk vind ik het Theaterplein er niet op vooruitgegaan. De doorzichtige luifel (hoezo doorzichtig, ik zie alleen maar ijzerwerk), kan ik geen sukses vinden en de enorm lelijke trappen die bij een brand of andere ramp het publiek veilig naar beneden en naar buiten moeten loodsen, zijn monsters. En volgens mij helemaal niet veilig. Met deuren die stevig op slot zitten. Zou in een panieksitauatie er iemand aan denken om de hekken te openen en hoeveel tijd steekt daarin? Hoe lang gaat dat duren? Ondertussen vallen de mensen al als vliegen over de te lage ballustrades... Maar ja, ik ben geen expert van een peperduur architectenbureau uit Italië! Ik mag me eigenlijk geen bedenkingen maken! Ik vraag me trouwens af waarom er geen beroep gedaan is op een belgisch architectenbureau. Hier bij ons zijn er toch zeker ook knappe koppen tussen het jonge, aanstormende leger van de nieuwe architectengeneratie! Ik denk dat die belgische jongeren meer voeling hebben met wat bij ons in België functioneel is. Op de begane grond zijn er verder behoorlijk hoge traptreden, en alles in lelijk grijs/grauw beton (in de gazet lees ik "zwart beton"; nou ja, ik ben zeker een beetje kleurenblind. Alle weken tuimelen er mensen af. Vrouwen en mannen gaan de naar de markt om naar de uitgestalde koopwaren te kijken en niet om op te passen voor onverwachte hoogteverschillen. Als armtierige oplossing staan er nu hier en daar, bij de gevaarlijkste traptreden, lelijke bakken met wat armtierig groen erin. Het plein zelf is zo duur, dat er waarschijnlijk niets meer van het budget overblijft om iets originelers aan te bieden! In de gazet verscheen onlangs een artikel waarin er op onze domheid werd gewezen. De hoge traptreden zijn bedoeld om op te zitten, niet om er af te tuimelen. Fijn aanbod van het stadsbestuur. Koude, lelijke, betonnen traptreden waardoor de blaasonstekingen en reuma-aanvallen hoogtij kunnen vieren. Temeer daar de hoekige randen van ijzer zijn. Nou ja, ik vraag het je! Zitten ze ook op dit soort zetels in de vergaderzaal op "het schoon verdiep"? Nogal wiedes dat daar dan af en toe geklungeld wordt. Ik durf niet te schrijven "altijd", dat zou te scherp zijn. Enfin, voorlopig zitten ze daar "op fluweel" tot de volgende verkiezingen. Ik heb nog een laatste hoop in verband met het Theaterplein. Hopenlijk komen er houten bankjes op zonnige plekjes (houden jullie je daar aub eens mee bezig, hè?! Hoeveel bankjes verkeerd staan, daar heb je geen idée van! Op tochtige plaatsen, in de schaduw of met de zonzijde in de rug!), en......als kers op de taart, waar blijven de vuilbakken? Er is op heel dat Theaterplein geen enkele vuilbak te bespeuren en ik kan het weten want met "het kakje in het zakje", moet ik verdomd ver gaan voor ik me ervan kan verlossen.
Hongerige martktbezoekers smullen van hotdogs, frieten, en stukjes gebakken vis en hup al die vettige verpakkingen vliegen tegen de grond! Hoe krijgen ze in Antwerpen in hemelsnaam "het vuil van de straat" als ze te lamlendig zijn om overvloedig voor vuilbakken te zorgen? Desnoods voorlopig, want ik begrijp best dat het Theaterplein nog niet AF is en dat die vuilbakken er op het LAATST wel zullen komen! Maar ja, dat peperdure project, hè?! Zouden ze dan toch op de Eurootjes beginnen te passen? Het zijn tenslotte onze belasting-eurootjes, nietwaar. Vergeten jullie dat daar niet op het stadhuis? De volgende verkiezingen komen eraan, hoor! Denk aan het fluwelen zitje. Goh, wat ben ik scherp vandaag. Toch last van mijn hormonen? Mmmm, het zal de wind zijn, die maakt dier (en mens) onrustig.
Het is alweer een tijdje geleden dat ik hier heb zitten "mijmeren". Niet dat ik ondertussen heb stilgezeten met mijn mijmeringen, maar ik kreeg ze niet op papier, in dit geval, niet op het scherm. Er was veel te mijmeren. Ik denk dat ik redelijk "open" ben in mijn gemijmer, maar bij sommige zaken heb ik het gevoel dat er niet over gepraat mag worden. Sommige zaken liggen te gevoelig.... Wel wil ik kwijt dat het leven in de Moby verleden tijd is. Iemand anders rijdt er nu met mijn "schat". Ik wil hierover ook niet te veel details loslaten, maar pijn doet het wel, hoor! In heel Vlaanderen geen mens (lees man!) te vinden die met mij in het avontuur wilde trekken en aangezien mijn zoon Frank, die mijn chauffeur en technieker was, het nu te druk heeft om nog met zijn oude moeder op te trekken, zit ik weer braafjes op een appartementje, als een vogeltje in een kooi. Maar ik klaag niet, ik woon er graag, maak urenlange wandelingen met mijn hond Chiara en probeer mij weer op het schrijven en dichten toe te leggen. Maar het was precies of ik "droog" stond. Er kwam geen letter op het scherm. Wellicht was ik voor de zoveelste keer teleurgesteld in de mensen en moest ik dit even verwerken. Geen enkel verwijt naar mijn zoon toe, hoor! Het is prachtig geweest en ik ben hem zeer dankbaar voor die drie aangename en avontuurlijke jaren. Er zijn mensen die het met minder aandacht en liefde moeten stellen...ik hoor en zie ze genoeg tijdens mijn consulten door de jaren heen. Sommige mensen, vooral veel vrouwen, krijgen niets van het leven. Geen man, geen kinderen, geen avontuur....Ik heb veel gekregen, veel liefde, veel aandacht, veel verrassingen, zowel mooie als moeilijke... Veel seniorenmannen willen maar enkele dingen heb ik ondervonden: dat is praten over seks en het proberen te doen; (ze zijn gek op de Viagrapil en ik gruw daarvan!); ze houden van veel eten en kweken zodoende dikke, onsmakelijke buikjes en een veel te hoog cholesterolgehalte. Verder zitten de heren op leeftijd liefst voor de televisie! Ze friemelen graag onhandig aan je lijf in plaats van aan de knopjes in de mobilhome. Tja, dan heb ik wel andere verlangens.... De leuke mannen die wel graag avonturieren zijn blijkbaar allemaal bezet en ik heb ondervonden dat wanneer de vrouw met het getal zeventig te maken krijgt, zij precies een besmettelijke ziekte heeft opgelopen. Alsof er geen frisse, aantrekkelijke Oma´s zijn!
Maar geen gezeur; het was een mooie tijd, de mobilhome-tijd en aan alle mooie liedjes komt nu eenmaal een einde. Ik ben in de herfst van mijn leven en daarom volgend gedicht:
HERFST
Wees stil, mijn haastig hart, want de herfst is gekomen. Zijn vaardige vingers verven de blaren der bomen tot opvlammend goud, geel en diep donkerrood. Nog even blijven ze leven. Dan vallen ze neer. Ze zijn dood.
Wees stil, mijn haastig hart, want de herfst en zijn makkers, de wind en de regen, razen over weiden en akkers. Zij kneuzen de bloemen die de zomer bood. Nog even blijven ze leven. Dan bloeien ze uit. Ze zijn dood.
Wees stil, mijn haastig hart, want de herfst en zijn knechten zijn tussen de struiken hun wreedglanzend web aan het vlechten dat insecten stiekem tot uitrusten noodt. Nog even blijven ze leven. Dan sterven ze stil. Ze zijn dood.
Maar: Luister, mijn haastig hart, wanneer jouw herfst is gekomen verven zijn vaardige vingers de diepste dromen opnieuw van groen tot goudgeel en diepdonkerrood. Eeuwig zullen dromen leven, eeuwig zal de stormwind razen eeuwig zal de schoonheid van bloem en blad de mens verbazen. Wordt weer een nieuw en glanzend web geweven...
Kom tot rust, mijn haastig hart, leg terzij je angst en smart. Er is geen dood. Het is de kringloop van het leven.
Ooit heeft men tegen mij eens gezegd dat de Kalmthoutse Heide op zijn mooist is op 15 Augustus. Tja, op die dag word ik gevierd voor Moederkensdag en dat laat ik mij voor niets ontnemen. Maar in mijn achterhoofd zat wel het plan om zo vlug mogelijk een keer naar die heerlijke, paarsgevlamde vlakte te gaan. Verleden week ben ik dus inderdaad per trein naar Kalmthout gespoord, samen met labrador Chiara. Als seniorendame mag ik voor 4 Euro mee en voor de hond moest ik 3,80 Euro betalen. Mijn kleinzoon, die een paar dagen later de treintickets vond, merkte terecht op, dat kinderen onder de 12 jaar gratis meemogen en waarom er voor Chiara betaald moest worden, want ze is toch nog maar 3 jaar oud! Een vraag die ik eens zal voorleggen aan de bestuurders van de NMBS. Het werd een prachtige dag. De heide bloeide volop; het paarse geweld was overweldigend aanwezig. Er waren niet veel wandelaars. Tja, het was dan ook een gewone werkdag.... Enkele oudere koppels genoten van de stralende nazomerse dag, een mijnheer sjokte langzaam voort met allerlei fotografisch apparatuur en ja, enkele personen waren ook hun hond aan het uitlaten. Chiara had het geweldig naar haar zin. Dit was nog eens wat anders dan vasthangen aan de leiband in het Stadspark! Ik had een gazet en een boek meegenomen en af en toe zette ik mij op een zacht zandheuveltje of bankje, maar lezen deed ik niet veel. De natuur was te mooi. Het eerste ven dat ik tegenkwam stond droog. Gek, hier hadden mijn kinderen en ik nog op geschaatst. Ik weet nog goed hoe ik aan de kinderen wilde laten zien hoe goed ik kon schaatsen, maar ik viel direct plat op mijn buik. Het deed geweldig veel pijn en sindsdien heb ik me niet meer aan het schaatsen gewaagd. En nogmaals, hoe gek, in de winters van mijn schooljaren schaatste ik naar school. Maar ja, dat is al een hele tijd geleden, in Schiedam, een klein stadje vlak naast Rotterdam. Ik kon de hele weg naar school via bevroren grachten en sloten afleggen. Ook zijn de winters niet meer zo koud, denk ik. We kregen wel eens ijs-vrij. Dan was het te koud in het klaslokaal. Tja, en dan maar genieten van de ijspret, hè! En ´s avonds afzien van de pijnlijke wintervingers-en tenen. Maar onze wangen gloeiden en onze ogen schitterden. Het tweede ven lag te eveneens te schitteren, in de zon. De kleur was mooi donkergroen/blauw en het duurde niet lang of Chiara verstoorde de rust door haar geplons in het koele water. Een voorbijwandelende mijnheer vertelde mij dat daar 80,-- Euro boete op stond. Dus haastte ik mij om de kletsnatte hond af te leiden door zijn balletje terug over de heide te gooien. Ze keek nog eens om naar het verfrissende bad, met een diep verlangen in haar ogen, maar toch rende ze even later uitgelaten achter haar balletje aan. Er mag eigenlijk niet veel meer, hè? Zowel voor hond als voor mens zijn er te veel reglementen en beperkingen. Ik weet het, wetten en reglementen houden de structuur van een samenleving bijeen. Maar in een samenleving waar iedere dag 7 mensen zelfmoord plegen, lijkt er mijns inziens toch het één en ander fout te lopen.... En in die' zogenaamde perfecte samenleving wordt er gevochten om een bagatel, wordt er gemoord om een MP3-speler, worden er iedere dag mensen en kinderen gedood en verminkt door het moordend verkeer en zijn de gevangenissen tot de nok gevuld. In die zogenaamde perfecte samenleving zijn de ziekenhuizen tot op het laatste bed bezet en de psychiatrische instellingen zijn overbevolkt. Tja.... Ik durf niet meer buiten zonder mijn hond nadat ik verschillende malen overvallen ben geweest. Oudere, alleenstaande dames zijn een heerlijk object om aan te vallen en te beroven. Die zogenaamde straatcriminaliteit valt wel mee? Ja, voor jonge mensen en en mannen in de bloei van hun leven. Die personen durven de straatbendes niet aan te vallen. Ik moet op mijn tanden bijten wanneer er een ijverige, jonge agent mij vriendelijk vraagt of ik plastiek zakjes bij me heb voor de kakjes. Ik denk dan: man, daar een paar meters verderop, wordt er gemoord, gedealed, verkracht en gestolen dat het een lieve lust is, en jij wordt opgeleid tot parkwachter/opzichter om hondendrollen te bekeuren. Ik vermoed dat die jonge man ook wel andere dromen had toen hij zich liet inschrijven om politie-agent te worden. Hij kan er ook niets aan doen dat dit zijn job geworden is! Enfin, na urenlang op de heide te hebben rondgedwaald liep ik terug naar het stationneke van Kalmthout. Tevreden, moe en zondoorstoven. Vlak bij het station bevindt zich het Arboretum met een zeer gezellig terrasje. De rozen rondom geurden en de kleine pizza die ik bestelde smaakte lekker. Chiara kreeg een kom fris water en wonder oh wonder, de hond mocht mee wandelen in het arboretum. Met de belofte haar kort aan de lijn te houden. Dat was niet moeilijk, want ze was net zo moe als ik. Loom slenterden we door de uitgestrekte, mooi aangelegde siertuin. Er stonden veel grote potten gevuld met rode en oranje gekleurde Oost-Indische kers. Met heel veel interessante weetjes zowel op culinair gebied als op het vlak van de geneeskunde zijn dit heel nuttige bloemen/blaren en zaden. Ik ben blij te weten dat ik er met de hond mag wandelen, want er zijn dikwijls speciale wandelingen te doen, zoals bijv. de toverhazelaars die in de winter bloeien en die ik prachtig vind. En zo moedig om in de barre koude winterdagen tot bloei te komen.... Natuurlijk vertrok ik naar huis met een plant in mijn armen. Ze staat nu in mijn living te pronken. Een herinnering aan een mooie dag op de heide. Wij leerden vroeger op school een liedje zingen: Op de grote, stille heide, dwaalt de herder eenzaam rond, wijl de witgewolde kudde trouw bewaakt wordt door de hond, en al dwalend ginds en her, denkt de herder: ach, hoe ver, hoe ver is mijn heide, mijn hei-ei-de. Pure romantiek. Ik heb er nog altijd "last" van. Mijn kleindochter is fan van "Tokio Hotel", dat is andere kost, hoor! Niks romantisch aan! Van een verlegen, blond kind veranderde zij eensklaps in een puber met zwartgeverfd haar, met haarstukjes er boven op en een gifgroen lint ergens tussen al dat haar gefriemeld. Zwartomrande oogleden in een bleek snoetje en alhoewel ze op loopafstand van de heide woont, zet ze daar geen zwartgeschoeid voetje..... Tja, het is een andere tijd.
Zondag 15 juni 2008 tot en met woensdag 15 oktober 2008
Tijd:
Dagelijks van 10 tot 17 uur.
Plaats:
Arboretum Kalmthout, Kalmthout
Prijs:
Inbegrepen in het toegangskaartje tot de arboretumtuin.
In de zomermaanden toont Arboretum Kalmthout de ongekende variatie aan Oostindische kers in één van haar plantentheaters: de wereld van Capucine.
Voor sommigen is het een te gewoon plantje, maar vergis je niet. De laatste jaren kende een rijke oogst aan nieuwe vormen met bijzondere bloemen, compacte groeiwijze en eigenzinnige bladeren. Deze zonnekloppers uit Zuid-Amerika laten je verbazen, er is niets te min aan deze veelzijdige bloem. Alle delen van de plant zijn eetbaar en menig zomerslaatje wordt gekleurd met de prachtige warm gekleurde bloempjes van de Oostindische kers.
De Capucine is voor menig tuinliefhebber niet echt 'hot', maar met dit levend overzicht willen we het tegendeel bewijzen.
Tijdens één van deze laatste zomerdagen ben ik eens met de tram naar Mortsel gereden en zijn de hond en ik in Fort IV aan de wandel geweest. Het was prachtig weer. Het zonnetje scheen lekker en het was er adembenemend mooi. Zo weer iets heel anders dan het afgeborstelde stadspark, wat zeker zijn charmes heeft, maar in het Fort is de min of meer ongebreidelde natuur nog aanwezig. Er moeten daar vroeger korenvelden geweest zijn, want er was een schat aan veldbloemen, zoals witte margrieten, rode klaprozen en blauwe korenbloemen. Het bestaat dus nog, ongerepte natuur. Op een kwartiertje rijden met de tram vanuit het centrum van Antwerpen.
Er waren maar weinig wandelaars. Een enkele hondenliefhebber die er ook met zijn beestje genoot. Er was een jonge man die stokken voor zijn hond in het water smeet en op mijn verzoek mocht Chiara mee zwemmen. Ik waagde mij niet aan de rand van het water, want de helling naar beneden was diep, steil en glibberig. Het werd een plezierig kwartiertje; moe maar tevreden liep er een kletsnatte Chiara naast me. Dat was nog eens wat anders dan haar voorzichtig pootjebaden in de fontein op de Lange Wapper.
Het fort lag er maar verlaten bij. Overblijfsel van de oorlog. Ik heb onlangs vernomen dat mijn grootvader daar nog gelegerd zou zijn geweest en sindsdien ben ik geïnteresseerd in de geschiedenis van dit Fort. En al speurende naar die geschiedenis, word ik ondertussen ook een stukje wijzer over de geschiedenis van Antwerpen.
De bijnaam van de inwoners van Antwerpen kent iedereen: de Sinjorenstad staat bekend om zijn Sinjoren.
Sinjoren komt eigenlijk van het Spaanse woord señor, want Antwerpen was vroeger één van de meest Spaans aandoende steden. Het was de schrijver Brederode die de inwoners van Antwerpen spottend "señoren" noemde, omdat ze zich zo kleurrijk in de Spaanse stijl kleedden en zich net zo arrogant gedroegen als de Spanjaarden die ooit onze Lage Landen bezetten. Antwerpen werd door de Spanjaarden gezien als een ketterbolwerk. Er leefden lutheranen, wederdopers en calvinisten. Regelmatig werden er ketters verbrand.
Enkele belangrijke gebouwen zoals het stadhuis, de beurs, de kathedraal , de kerk Carolus Borromeus en het Rubenshuis zijn stille getuigen van deze Spaanse overheersing. De kathedraal, "De Vrouwe Cerck", is de grootste gotische kathedraal van De Nederlanden. Met de bouw werd begonnen in 1352 en pas na 170 jaar, in 1521 was het kunstwerk eindelijk afgewerkt. De Antwerpse beurs is waarschijnlijkste de oudste beurs van de wereld en het stadhuis is één van de mooiste gebouwen van de Lage Landen. De eerste steen van dit statige renaissancegebouw werd gelegd in 1561 en het was 4 jaar later al af.
De Lage Landen waren in die tijd een samenraapsel van zelfstandige gewesten die onder Karel de Vijfde een eenheid probeerde te worden. Natuurlijk moest dit gebied ook verdedigd kunnen worden tegen de altijd aanwezige vijandelijke troepen van de omringende landen. Daarom besloot men een vesting te bouwen: de zogenaamde Spaanse Omwalling.
Men begon er aan in 1542 en het waren vooral de vrouwen die het zware werk moesten doen. Zij kregen 2 stuivers per dag om de aarde aan te dragen. Ook toen al werden de vrouwen onderbetaald. De Spaanse omwalling lag waar nu "de Leien" zijn.
Enfin, ik sla nu een paar eeuwen over en ik beland in 1830. Belgie werd onafhankelijk en men besliste enkele jaren later dat er een nieuwe en betere verdedigingsgordel rond Antwerpen moest komen. De bouw van de Fortengordel begon. De afstand tussen de acht forten bedroeg ongeveer 2000 meter en zij lagen enkele kilometers verder van de Spaanse Omwalling. Tussen deze Fortengordel en de Grote Omwalling bevond zich het Verschanst Kamp waarin het Belgisch veldleger veilig kon bivakkeren. De forten moesten verhinderen dat Antwerpen onmogelijk gebombardeerd kon worden. In 1859 werd het plan goedgekeurd. Jaja, hadden die heren de vijand even onderschat!
Op 4 augustus 1914 vielen de Duitsers België binnen en bleken de Forten niet bestand tegen het brute oorlogsgeweld. Op 8 oktober werden de forten totaal vernietigd. Noch de betonconstructies, noch de pantserkoepels waren bestand tegen het zware artillerievuur waarover de Duitsers beschikten. Fort 4 kreeg een voltreffer en in paniek vluchtte het garnizoen naar veiliger oorden.
Aan zijn lot overgelaten moest Antwerpen op 10 oktober capituleren.
Ik zat op een bankje tegenover de poorten van het Fort, tussen de witte margrieten, de rode klaprozen en de blauwe margrieten. Te mijmeren. Mijn grootvader moet het overleefd hebben, anders had ik hier nu niet gezeten.
De dag na het onweerwas ik al weer aan de wandel met de hond. Tja, het leven gaat door en de hond en ik hadden een frisse neus nodig. Het regende zachtjes en het gezellig marktgedoe van het afgelopen weekend was precies een fata morgana geweest.
Antwerpen bood na het oorverdovende onweer een troosteloze, desolate aanblik.Verdwenen de marktdrukte, de overvolle terrasjes, de mensen die zich koesterden in het zonnetje en/of heerlijk genoten van een hapje en snapje.
Hetfelle onweerhadgisteren al de hele dag in de lucht gehangen terwijlik een lange wandeling op Linkeroever maakte, langs het Galgenweel. Er waren maar weinig wandelaars op de been. Op het water van het Galgenweel dobberde geen zeilboten en op enkele fanatieke zonnenkloppers na, waren de grasvelden zo goed als leeg. Men kon het naderend onheil als het ware op zachte voetjes voelenaansluipen. En ja, om plus/minus 23 uur brak de hel los. Het weerlicht was niet van de lucht; knetterende blikseminslagen rondom. Een trillende Chiara drukte zich tegen mijn toch ook lichtelijk trillende benen aan en zo zaten we samen op de rand van het bed. Onder het bed kruipen gaat niet, anders hadden we het zeker gedaan.
Omdat het straatbeeld zo´n troosteloze aanblik vertoonde, ging ik voor de ochtendwandeling met de hond het Stadspark in. Maar mensen toch, het park dat de laatste maanden zo mooi was geworden, zo goed onderhouden werd, leek niet meer op het park van gisteren. Prachtige, grote bomen lagen neergebliksemd en als luciferhoutjes tegen de grond geslingerd. Afgerukte takken alom. Wat een ravage. Ook de grote, wilde kastanjeboom voor het politiebureau aan de Van Eycklei was slachtoffer geworden van het tomeloze natuurgeweld dat vannacht over het park had geraasd.
Ik hoop dat de persoon van het schoon verdiep die deze blog leest, ook dit maal weer mijn mijmeringen zal lezen en er misschien voor kan zorgen dat daar een nieuwe, groene muur van bomen wordt geplant. Een mens zou in het park moeten kunnen vertoeven zonder eraan herinnerd te worden dat daar buiten het park, de boze wereld vlakbij op de loer ligt. Men zou alleen het groen van de struiken en bomen moeten kunnen zien, de blauwe lucht met witte wolken en de vijver met eenden en die ene gans;met tussen het struikgewas een eenzame kip die daar, Joost mag weten hoe,al enkele winters heeft overleefd en overal op de gazons ravottende konijntjes die, Joost mag weten, waar vandaan komen en kweken als de konijnen!
Op zaterdagavond 26/07/08 nam ik een besluit. Of het een goed of een slecht besluit was, laat ik in het midden. Een mens weet pas achteraf of zijn besluit het juiste is. Men merkt dat aan de gevolgen. Laten we zeggen dat ik een kloek besluit nam.
Morgenochtend, bij het krieken van de nieuwe dag, een zondag dus, zou ik de vensters van mijn woonkamer wijd open zetten. Niet om met volle teugen van het daglicht te drinken, maar om bepaalde zaken op straat te zwieren, zoals een televisietoestel, een dvd-speler, een videoapparaat, een play-station nummer 2, een laptop met muis, webcam en ubsstick en een stuk of zes afstandbedieningsapparaten, enkele modems en wie weet, in mijn overmoedige bui ook nog eens even een afgedankt gsm-toestel en een gsm-toestel in gebruik. Heel die moderne apparatuur staakt voor de zoveelste keer. Ik had er genoeg van!
Weg met al die ingewikkelde rommel. Ik heb boekenkasten vol met interessante romans die ik op mijn oude dag nog eens allemaal wilde herlezen; stapels boeken over astrologie, pendelen, kaartleggen en nog veel meer van die interessante, esoterische gerichte lectuur. Verder bezit ik prachtige boeken over schilderkunst, muziek, architectuur en niet te vergeten is er een schat aan informatie hoe mooi de wereld wel is! Enkele gedichtenbundels prijken zij aan zij met de 7 Harry Potterboeken. En de stadsbibliotheek van Antwerpen, om van te smullen, is niet ver af! Ik word weer een fervente lezer!
Omdat ik geleerd heb dat een mens beter eerst een nachtje gaat slapen alvorens het besluit definitief uit te voeren, ging ik naar bed alwaar ik een gevecht aanving tegen de opkomende tranen. Op mijn leeftijd moet je alle moeite van de wereld doen om die wereld een opgeruimd en zo een rimpelloos mogelijk gezicht te vertonen, een paar opgezwollen ogen kunnen daarin gemist worden; dus slikte ik mijn tranen in.
De zondag breekt aan. De modems flikkeren nog altijd naar hartelust van rood tot groen en omgekeerd.
Voor de rest blijft de hele mikmak zwijgen. Het scherm van de laptop blijft inktzwart; het scherm van de televisie flikkert sneeuw. Ik haal diep adem. Ik open de vensters. Ik haal nog eens diep adem.
Vanuit de Vogelenmarkt klinkt er geroezemoes. Vroege vogels lopen al met hun selder, wortelen en bloemen naar huis. Mijn maag knort en ik denk aan het heerlijk bruine broodje dat daar op één van de kleurrijke kramen op mij ligt te wachten. Toch maar eerst even een marktje doen?
Onder de nieuwe, immens grote luifel heerst een gezellige drukte. Verscheidene euro´s verhuizen van eigenaar een half uurtje later zit ik tevreden te smikkelen. Een grote bos heerlijk geurende rozen staat naast mijn bord. Het broodje smaakt me.
We zijn ondertussen een week later. Het heeft vannacht geweldig geonweerd.
De laptop is nog bij de Fnac. Het is wachten op goed of slecht nieuws. Harde schijf naar de vaantjes of niet?
kZal maar vast gaan sparen!
Verder ben ik inderdaad aan het lezen geslagen. Over Lucrezia Borgia en haar beruchte familie. In de 15e eeuw. Hoe ze toen leefden zonder al onze moderne spullen. Toen was het ook al één en ander, hoor! Familie, Thuis, The bold and the beautyful zijn er niks bij!
Lucrezia was de dochter van een eerzuchtige kardinaal die er van droomde ooit tot Paus gekozen te worden. Haar moeder was één van de vele minnaressen van deze kerkelijke hoogheid die het celibaat hoog in het vaandel droeg tijdens zijn openbaar leven, maar ditzelfde celibaat deftig aan zijn laars lapte wanneer hij zijn kardinaalhoed op het nachttafeltje zette. Jaja.
Dan heb ik ook nog een stukje gelezen in "Het Vonnis", een biografie over het leven van Hildegard Knef, ooit een beroemde, Duitse filmster, die zich duidelijk niet zo goed voelde in haar overigens mooi vel. Na het verslag van de zoveelste operatie, heb ik die kommer en kwel maar naar de Kringloopwinkel gebracht. Ik werd ziek van haar ziektes en ik besef dat mijn zorgen momenteel maar heel onbenullig zijn.
De play-station is naar mijn kleinzoon verhuisd (op zijn verzoek). Het televisietoestel heeft zijn moeder (mijn dochter), weer aan de praat gekregen. De andere apparaten volharden nog in den boze. Maar ja, het nieuws kan ik straks weer bekijken. Er zal wel het één en ander over het onweer te vertellen zijn.
Redelijk veel wordt mij gevraagd hoe dat nou precies zit met die Ascendant in de astrologie. Bijna iedereen kent naast zijn zonneteken, ook zijn ascendantsteken, maar men begrijpt het verschil niet goed en men weet ook niet goed waar die Ascendant vandaan komt. In heel eenvoudige woorden tracht ik hieronder dit begrip duidelijk te maken. Veel plezier ermee en als er nog vragen zijn, laat maar weten, hoor!
De Ascendant.
De aarde waar wij op leven, heeft een plaats in het heelal.
Rond de aarde is o.a. een gordel van sterren ontstaan waarin de Maan en de planeten bewegen. Deze gordel of riem, de dierenriem, wordt door astrologen in 12 energievelden verdeeld; de zogenaamde 12 dierenriemtekens. Ieder veld heeft een speciale energie, heeft een specifieke uitwerking op het leven op aarde.
De aarde zelf is ook in beweging en draait in 24 uur om haar as.
Zo komt het dat iedere plaats op aarde om de 2 uur (plus/minus), een ander dierenriemteken aan de horizon verschijnt, want er zijn 12 dierenriemtekens.
De Zon dringt met zijn energie, zonnestralen genaamd, door tot op de aarde en brengt alles tot leven.
Het jaargetijde doet de kracht van de Zon afnemen of toenemen. Het is natuurlijk niet zo dat de stralen van de Zon minder "sterk" zijn, maar door de seizoenswisseling (andere stand van de aarde tegenover de Zon), kan de aarde de Zonne-energie tijdelijk minder goed "opvangen".
In de zomermaanden staat de Zon het hoogst aan de hemel en geeft dus de meeste energie.
In de wintermaanden komen de zonnestralen minder krachtig over.
De 12 dierenriemtekens zijn onderverdeeld in 4 seizoenen.
De lentetekens zijn Ram, Stier en Tweelingen.
De zomertekens zijn Kreeft, Leeuw en Maagd.
De herfsttekens zijn Weegschaal, Schorpioen en Boogschutter.
De wintertekens zijn Steenbok, Waterman en Vissen.
Naarmate het seizoen wordt een nieuw mensenkind geboren in één van deze tekens. Men zegt dan bijv.dat de baby geboren is met de Zon in Maagd, of met de Zon in Vissen of met de Zon in Kreeft.
Tegelijkertijd komt op het tijdstip van geboorte, samen met de zonne-energie vanuit een bepaald dierenriemteken, ook de energie naar de jonggeborene vanuit het dierenriemteken dat op het tijdstip van geboorte aan de horizon verschijnt (opkomen/rijzen/ascendre). De zonne-energie bepaalt voor een groot deel het geestelijk karakter van de nieuwe mens; de energie vanuit de Ascendant bepaalt grotendeels het lichamelijke zijn. De behoeften en vorm van het lichaam. Deze twee gegevens vormen samen het gedragspatroon.
Een lichaamsbehoefte is bijv. de behoefte aan sport, of de behoefte aan huiselijkheid, de behoefte aan veel eten, de behoefte aan stilte, de behoefte om muziek te maken of te beluisteren, de behoefte aan rust of slaap, de behoefte aan drukte en beweging, en zo zijn er nog veel meer...... Een enkele maal vallen zonneteken, de geestelijke behoeften en Ascendantsteken, de lichamelijke behoeften, samen. Men kan bijv. Zon in Waterman (behoefte aan vrijheid, gelijkheid en broederschap)hebben en Ascendant Waterman (behoefte aan vrijheid, gelijkheid en broederschap) erbij krijgen;maar doorgaans is er een verschil tussen de energie van het Zonneteken en de energie van het Ascendantsteken. Dan begint het interpreteren/uitleggen/samenvatten van de astroloog hoe die twee verschillende energieën het leven en lot van de nieuwgeborene zullen beïnvloeden. Sommige energieën kunnen goed met elkaar overweg; anderen staan min of meer neutraal tegenover elkaar en anderen zijn elkaar vijandig gezind omdat ze allebei een totaal andere inhoud vertegenwoordigen.
Als voorbeeld: de ziel kan meditatieve behoeften hebben en het lichaam wil sporten. Dan krijgt men een verstrooide tennisspeelster of een voetballer die af en toe "afwezig" rondloopt en ja, dat loopt doorgaans niet zo goed af....
Om te beginnen zijn er6 extraverte tekens en 6 introverte tekens. De 6 extraverte tekens zijn mannelijk van aard, d.w.z. naar de buitenwereld gericht,en de 6 introverte tekens zijn vrouwelijk, d.w.z. meer naar het innerlijk leven gericht. De 6 mannelijke tekens zijn actief en handelend; de vrouwelijke tekens zijn meer afwachtend.
De 6 mannelijke tekens zijn: Ram, Tweelingen, Leeuw, Weegschaal, Boogschutter en Waterman.
De 6 vrouwelijke dierenriemtekens zijn: Stier, Kreeft, Maagd, Schorpioen, Steenbok en Vissen.
In onze maatschappij is het een pluspunt om als man de Zon in een mannelijk dierenriemteken te hebben en liefst ook een mannelijk Ascendantsteken en voor de vrouw is het beter om de Zon in een vrouwelijk dierenriemteken te hebben en een vrouwelijk Ascendantsteken. Anderzijds kan kan een vermenging van de mannelijke en de vrouwelijke juist voor hele speciale effecten zorgen die zowel het positieve als het minder positieve in een karakter kunnen benadrukken.
Om een zekere beeldspraak te gebruiken kan men in een horoscoop de Zon de burcht noemen en de Ascendant de toegangsbrug/ophaalbrug tot de burcht. In de burcht zijn verschillende zalen. In de grootste en belangrijkste zaal heerst de Zon. In totaal zijn er 12 zalen. In één van die zalen of huizen staat de Zon; dit is natuurlijk de belangrijkste zaal. In deze zaal heerst het geestelijke leven. De energie van de Zon is verbonden met wilskracht en levensmoed.
De toegangsbrug (het lichaam/het gedrag), wordt aan de buitenwereld getoond; de zalen liggen verscholen in de burcht en worden goed bewaakt.
De Ascendant of toegangsbrug wordt ook wel het Eerste Huis genoemd en de andere zalen zijn de 11 huizen van de horoscoop. Iedere zaal wordt beheerst door de energie van een dierenriemteken en in sommige zalen kan men ook één of meerdere planeten aantreffen. De zaal waarin de Maan geplaatst is, is natuurlijk ook een belangrijke zaal, want haar energie bezorgt de mens zijn emotioneel leven. Ook in de eerste zaal of Ascendant kunnen de Zon, Maan of één of meerdere planeten zich bevinden tijdens de geboorte. Sommige zalen zijn leeg, sommige zalen worden bewoond door de hemellichamen. In sommige horoscopen staan de hemellichamen op een kluitje; in anderen zijn de hemellichamen verspreid over alle huizen. Iedere horoscoop geeft een uniek persoon aan. Zelfs voor twee-of drielingen.
Zeer belangrijk:Inieder horoscoopthema schuilt een zielenniveau. Dit zielenniveau bestuurt de inhoud van de geboorte-horoscoop. Een hooggestemde ziel gebruikt de krachten op een andere manier dan een minder hooggestemde ziel ..
Dit is het moeilijkste onderdeel van de astrologie. Hier moet de intuïtie van de astroloog om de hoek komen kijken om het zieleniveau enigszins te bepalen.....
Bij het verstrijken der jaren bewegen de planeten zich, ieder op zijn eigen tempo, door de geboorte-horoscoop. Sommige planeten wandelen naar het volgende huis, anderen blijven er levenslang in wonen; een enkele maal kan een planeet terugwandelen (retrograde lopen). Sommige planeten blijven levenslang in hetzelfde dierenriemtekenen in dezelfde zaal staan, anderen gaan naar het volgende dierenriemteken en/of huis, en bij het ouder worden,naar nog een volgend dierenriemteken of huis. De retrogradeplaneten kunnen naar een voorgaand dierenriemteken terugwandelen of naar een voorgaande zaal. Deze veranderingen zorgen voor een verandering in het totaal karakterbeeld en voorwijzigingen tijdens de levensreis. Hieruit is de zogenaamde voorspellende astrologie ontstaan ..
De hond en ik zijn juist terug van een wandeling door het Stadspark van Antwerpen. Chiara heeft de nodige pieskes en kakskes gedaan en ik heb ondertussen mijn batterijen opgeladen aan al dat weelderig groen. De kastanjebomen hebben hun kaarsjes al weer gedoofd en ze zijn nu beladen met kleine, groene, stekelige balletjes, die in de herfst als roodbruine kastanjes voor mijn voeten zullen vallen. Wat is de natuur toch vrijgevig en overvloedig en mooi! En wat is het prachtig om in de seniorenleeftijd te zijn om van al dat natuurschoon op je gemak te kunnen genieten. Vandaag zijn het de bloesems van de jasmijn die de show stelen. Door hun witte schoonheid en hun bedwelmende geur.
Verleden jaar heb ik hier in mijn blog "Mijmeringen" nog behoorlijk gesakkerd op het gemeentebestuur van Antwerpen omdat het Stadspark er zo desolaat bijlag. Geen water in de vijver. Dus ook geen ganzen meer. Ik zie ze zo graag, die ganzen. En ja, hoor! Sinds gisteren waggelt er weer zo´n wit gevogelte in het park en vandaag zwom ze sierlijk, bijna als een zwaan, in het midden van de vijver.
Het water in de vijver staat nog niet hoog, maar het oogt al heel wat beter dan de afgelopen jaren. IJverige werklui hebben in het vroege voorjaar het slib aan de zijkanten uitgegraven, enfin, hun graafmachines deden dat!, en de natuur doet verder de rest. Hopenlijk komen er ook weer zwanen in het nu zo verzorgde Stadspark!
In het nieuwe park dat men op Linkeroever aan het scheppen is, zag ik verleden week ook al de eerste zwaan majestieus over het water glijden. Misschien telt hier ook het spreekwoord: als er een schaap (zwaan) over de dam is, volgen er meer.......
Antwerpen bezit een schilderachtig mooi stadhuis. Als de Antwerpenaar over de mensen spreken die in het stadhuis werken, spreken ze over "die van het Schoon Verdiep".
Er moet daar iemand op dat "Schoon Verdiep" mijn blog lezen, want mijn geklaag over het Stadspark is precies niet in dovemansoren gevallen. Er zijn nieuwe banken geplaatst.
De vuilnisbakken zijn vernieuwd; de voetpaden zijn gerestaureerd en de omgeving van het standbeeld voor de gesneuvelden heeft een heel ander uitzicht dan een jaar of twee geleden.
Toen werd het misbruikt als opslagplaats voor het gerief van de werken aan de nieuwe tunnels en voor de heraanleg van een heleboel straten daar in de buurt. Het zag er verschrikkelijk uit! Maar nu is het er vredig. Ook daar staan bankjes op een mooi aangelegd plein aan de voeten van het standbeeld waarop Koning Albert 1, gezeten op een gigantisch paard zijn soldaten tot vechten aanspoort, terwijl de gesneuvelden door vrouwengestalten worden betreurd. Een oorlogsbeeld op een vredig plein. Als mens moet je toch maar leven tussen al die contrasten....
Ik heb een brochure over het Stadspark en daarin heb ik gelezen dat het Stadspark vroeger veel en veel groter was. Koning Auto, die momenteel (gelukkig) weer gedregadeerd wordt, beheerste ooit het denken en plannen van "die van het Schoon Verdiep" waardoor o.a. het Stadspark veel van zijn pluimen verloor. De leien werden "omgetoverd" tot de De Rubenslei, de Quinten Matsijslei en de Van Eijcklei waarop bouwheren hun gang konden gaan en de flats als paddenstoelen uit de grond werden gestampt.
De geschiedenis toont aan hoe het park verschillende eeuwen een versterkte en vooruitgeschoven post was in de verdedigingsgordel rond de haven. Het was ook een lusttuin voor de middenstand die toen nog geen enkele openbare tuin had. Door de lusttuin liep een zuivere (!) watergracht met gras begroeide kanten die beplant was door hoge populieren en geknotte wilgen. Waar nu de Kievitsstraat en drukke Plantin en Moretuslei bezet worden door haastige chauffeurs van auto´s en bussen, zwommen destijds ganzen, zwanen en eenden en waarschijnlijk waren er ook veel kievitten. Onvoorstelbaar eigenlijk!
De Kievitsstraat heette vroeger Nonnenstraat, want de geboorte van het Stadspark is te danken aan de komst van Vrouwe Beatrix van Everingen die in 1279 met een stuk of vier nonnen op de plaats van het huidige stadspark neerstreek. Zij mocht van de toenmalige Deken van het Antwerps kapittel, Edius van Wijneghem, (bekende naam, hè?) daar op die grond een klooster stichten: het zogenaamde "Sint-Margrietendal", dat door de Antwerpenaars al vlug werd herdoopt in "Ternonnen".
Vrouwe Beatrix en haar nonnen zijn achterhaald door de moderne tijden. Geen teer klokgelui meer voor de vespers, maar toeterende claxons en gierende banden.
Toen ik midden in het leven stond met een druk gezin en een heleboel plichten, verzuchtte ik wel eens: "Oh, ik wilde dat ik naar een klooster kon vluchten; ik wou dat ik non geworden was."
Misschien heb ik een dikke 700 jaar geleden ook naar de kastanjebomen van het Stadspark gekeken en de bedwelmende geur van de jasmijn ingeademd. Misschien heb ik toen de zwanen en ganzen op de gracht bewonderd en was ik in een vorig leven Vrouwe Beatrix of één van haar nonnen. Je weet maar nooit! Een mens mag toch dromen, hè?
Het is al weer een tijdje geleden dat ik nog een mijmering heb geschreven. Ik kan het niet verklaren. Misschien zit de verhuis er tussen; de veranderingen die zo´n verandering van woonst met zich meebrengt; een ander levensritme, en dan natuurlijk de lente; het mooie terrasjesweer ..
De computertoestanden zijn een beetje op de achtergrond geschoven. Het echte leven dringt zich op boven het virtuele leven en toch ik mis het contact met het blog-gebeuren. Ik mis de groetjes en het opbeurende commentaar van mijn trouwe blogbezoekers.
Terwijl ik dwaal door de zonovergoten straten in Antwerpen, door de bloesemende parken en geniet van een plaatsje in de zon op een gezellig terrasje, verlang ik ernaar om mijn klein leventje, mijn eigen klein alledaags leventje met mijn bloggers te delen, maar wanneer ik de prachtige volzinnen die door mijn hoofd en hart schieten in het bloesemende park of op dat heerlijke terrasje, aan de toetsen van mijn laptop wil toevertrouwen, weigeren mijn hersenen en mijn vingers.
De muzen hebben mij verlaten; de inspiratie is in rook opgegaan; Mercurius met zijn gevleugelde helm en voeten vliegt mij voorbij. Mercurius, de planeet van de communicatie, de planeet van het gesproken en geschreven woord; de planeet van het dierenriemteken Tweelingen die toevallig redelijk sterk staat in mijn horoscoop, laat mij in de steek.
Ik ben bovendien aan het (leg)puzzelen geslagen. Duizend stukjes die allemaal op de juiste plaats moeten worden gelegd. Dan zou het beroemdste schilderij ter wereld, namelijk De Nachtwacht op mijn puzzelmat moeten verschijnen. Bij het laatste bezoek van mijn kleinzoon mocht hij van mij in een speelgoedwinkel een bouwdoos uitzoeken. Aangezien zijn pappa helikopterpiloot is, was het niet verwonderlijk dat er een helikopter in spé over de toonbank zoefde. Terwijl de kleinzoon zich verlustigde tussen de voor hèm interessante bouwdozen, snuffelde ik tussen de puzzels. Een hele tijd geleden puzzelde ik veel. Ik werd er rustig van en kon tegelijkertijd nadenken over een bepaalde horoscoop die op dat moment moest worden uitgelegd. Eigenlijk puzzelde ik destijds aan 2 stuks tegelijk; een puzzel die onder mijn handen groeide en een puzzel die in mijn hoofd groeide.
Toen ik mijn huis moest verkopen, geplaagd door een gruwelijk proces, verdween mijn lust tot puzzelen (en nog voor een heleboel ander dingen!). Bovendien waren er in de Moby en in mijn hart geen plekjes om in alle rust met die dingen bezig te zijn.
Ik heb het proces gewonnen; blijf wel achter als een geplukte kip, want advocaten vragen eisen geweldige sommen maar ja, zo heeft iedere mens zijn problemen, nietwaar?
Ik kreeg enkele maanden geleden een boeiend boek onder mijn ogen dat over het leven van de wereldberoemde, Hollandse schilder Rembrandt van Rijn gaat. Dat leven is nu ook niet bepaald over rozen gegaan. Saskia, zijn echtgenote, de vrouw waar Rembrandt ontzettend veel van hield, is veel te jong gestorven. Ze kon het leven aan de zijde van die geweldige man niet aan! Maar ook het feit dat verscheidene van hun kinderen kort na hun geboorte, overleden, speelde een grote rol in haar levensmoeheid
Behalve al die persoonlijke tragedies, kende Rembrandt ook grote armoede. Zijn schildertalent werd door velen geroemd, maar door nog veel meer jaloerse lieden verguisd. Men begreep niet altijd zijn werk. Zijn relatie met Hendrikje Stoffels waar hij na het overlijden van Saskia, mee samen leefde, (foei toch in die preutse tijden!), deed hem veel klanten verliezen. Uit respect en liefde voor de nagedachtenis aan zijn eerste vrouw, wilde hij niet opnieuw huwen. Hendrikje accepteerde en begreep deze beslissing
Zijn schilderijen zijn nu fortuinen waard en zeker het beroemde doek De Nachtwacht.
De mannen van de nachtelijke schutters begrepen het schilderij ook niet. Ze eisten hun geld terug en het schilderij verdween op zolder.
Er staat namelijk een vrouw tussen al dat mannelijk geweld. Een vrouwelijke dwerg. Zij is de helderste, meest verlichte gestalte op het schilderij en trekt alle aandacht naar zich toe. Dat namen de schutters niet! Bovendien hangt er een dode haan aan haar middel, waarmee zij symboliseert dat zij de mannelijke arrogantie (het haantjesgedrag) aan haar laars lapt. Tja, Rembrandt, waarom deed je zo´n dingen? Om mee te draaien in de maatschappij weet je toch dat een mens moet horen, zien en zwijgen? Allemaal zaken waar de planeet Mercurius veel mee te maken heeft. Als ik er goed over nadenk, vermoed ik dat dit gegeven, het horen, zien en zwijgen momenteel ook in mijn leven een grote rol speelt. Die Mercurius toch; speels vliegt hij boven mijn hoofd. Ik krijg hem maar moeilijk te pakken .
Als jong meisje heb ik De Nachtwacht bezocht in het Rijksmuseum van Amsterdam. Ik vond het schilderij groot, imposant, mooi van kleur, maar ik heb destijds niet begrepen waarom het doek zo beroemd is. Ik was eerlijk gezegd een beetje teleurgesteld in mijn verwachtingen!
Na een heel mensenleven, zit ik als seniorendame aan De Nachtwacht te puzzelen. Er gaat geen tweede puzzel meer door mijn gedachten. Wel een heleboel andere zaken; zaken die een jong meisje niet begrijpt en dat is maar goed ook!
Hèhè, de verhuis is achter de rug. Het leven begint weer zo´n beetje zijn normale gang te gaan. Mijn nieuwe woonst is op het eerste verdiep en heel gezellig.Ik geniet ervan om alles naar mijn zin een plaatsje te geven. Chiara, mijn trouwe viervoeter heeft een geweldige plek gekregen. Ze ligt in haar nest voor het venster en ze vindt het daar zo goed dat ze ´s nachts niet meer stiekem op het voeteneinde van mijn bed kruipt. Vanuit het venster hebben we zicht op de Vogelmarkt; door de Nederlandse bezoekers Vogeltjesmarkt genoemd en erg gewaardeerd! Veel vogeltjes zijn er niet meer. Een kraam of vijf misschien waar onze kleine gevederde vriendjes zitten te pronken in de meest bonte kleuren en waar een paar kippen, eenden en een enkele haan mistroostig op een nieuwe eigenaar zitten te wachten. De jonge hondjes en poezen mogen niet meer op de markt verhandeld worden, maar er zijn enkele dierenwinkels in de buurt en ja, ik zie ieder weekend toch hoe zo´n klein diertje in de armen wordt genomen, geknuffeld en gekocht. Ik hoop dan altijd maar dat het nieuwe tehuis een goed tehuis zal zijn, want het schattig puppyke wordt niet vanzelf proper en gehoorzaam. Daar komt veel werk en geduld bij kijken. Ik woon nu nog dichter bij het Centrum en bijna dagelijks flaneer ik over de Meir en Keyzerlei. Het is daar altijd een gezellige bedoening. Antwerpen is jarenlang een grote bouwwerf geweest, maar uiteindelijk mag het resultaat gezien worden en zijn de verhoopte bezoekers, zoals kooplustige mensen en kooplustige toeristen aanwezig. Het is niet direct mijn grootste hobby om in een kooplustige massa rond te kuieren, maar het weer is zo slecht dat ik de parken vermijd en mij veilig op de trottoirs voortbeweeg. Zodra Chiara ook maar een plasje water of een hoopje modder ziet, trekt ze mij daar met alle macht naar toe. Ze moet en ze zal zich in de nattigheid wentelen!
Het is spijtig dat we niet in het park kunnen wandelen, want de natuur is haar lentekleed aan het aantrekken. De treurwilgen vind ik het mooist nu. Teergroene sliertjesversieren de takken en maken van iedere boom een schilderij. De tulpenbomen dragen hun bloesems, maar door het slechte weer komen de witroze bloemen niet tot hun volle schoonheid.
De Paasbloemen trokken zich nergens wat van aan. Die bloeiden geel/brutaal overal waar je maar keek. In de tuinen, in de parken, op de vensterbanken en ze kleurden de Vogeltjesmarkt geel!
Enkele jaren geleden maakte ik een gedichtje over de Paasbloem in mijn kleine stadstuin van 5 meter op 7. Die tuin heb ik nu niet meer, maar het gedicht nog wel. Het is nog steeds actueel en dat is heel erg .
Op www.vijftigplusser.nl - weblog - Antwerpse handjes, geef ik schriftelijk les in astrologie. Omdat er wellicht tussen de lezers en lezeressen van Mijn mijmeringen personen kunnen zijn die daar interesse voor hebben, geef ik hierbij de zevende les door. De vorige 6 lessen kunt U dan vinden in de "Antwerpse handjes". De zevende les is als volgt:
Deze avond en ook de vorige avonden en nachten is de Maan, toch hier in Antwerpen boven mijn Mechelse Pleintje, een heldere lichtschijf tussen de vele pinkelende sterren. Voor de kenners en leergierigen onder U, zij schrijdt door het dierenriemteken van de fiere Leeuw. Ik schrijf inderdaad schrijdt, want het dierenriemteken Leeuw is nu eenmaal van koninklijke bloede. De Leeuw is de Koning der dieren en heel veel beroemde en invloedrijke mensen hebben doorgaans een grote dosis Leeuw in hun horoscoop staan, dus in hun karakter en . in hun lot!
Voor de goede orde even dit: men verlieze niet uit het oog dat Leeuw vanuit mannelijk standpunt moet worden bekeken (ook voor de dames). De Leeuw is de leider van de groep en wenst gehoorzaamd te worden. Hij duldt het wel dat de welpjes met zijn manen en staart spelen en dat zijn echtgenote zich verleidelijk opstelt tegenover hem, maar er mag niet met hem gesold worden. Dan brult hij, en bijt hij letterlijk iedereen van zich af.
Majestueus ligt hij op enige afstand van de groep, liefst op een hoger gelegen plekje (zijn troon) en met zijn goudgele ogen speurt hij de omgeving af. Hij bewaakt zijn kudde en als het moet verscheurd hij met zijn geweldige tanden en klauwen zijn vijanden.Laat men hem in zijn rust en waardigheid, dan is hij de De Koning. Zo, nu weet U een beetje hoe je een persoon met Leeuw in zijn horoscoop moet bekijken . Niet mee sollen dus!
De leeuwin heeft een heel andere taak. Zij gaat op jacht en zorgt voor de welpjes. Dit principe valt in de leer van de astrologie meer onder het dierenriemteken van de immerzorgende Kreeft.
Nu we toch bezig zijn over mannelijk en vrouwelijk: er zijn 6 mannelijke tekens en 6 vrouwelijke tekens. De mannelijke tekens zijn extravert; de vrouwelijke tekens introvert. Ofwel anders gezegd: mannelijk is aanvallend en vrouwelijk is afwachtend.
Iedere mens heeft deze 2 X 6 tekens in zijn horoscoop staan.
Ram is extravert Tweelingen is extravert Leeuw is extravert Stier is introvert Kreeft is introvert Maagd is introvert
Weegschaal is extravert Boogschutter is extravert Waterman is extravert Schorpioen is introvert Steenbok is introvert Vissen is introvert
Het gaat dus om en om. Mannelijk, vrouwelijk, enz. Ram mannelijk, Stier vrouwelijk, Tweelingen mannelijk enz. Het is voor een man een pluspunt wanneer hij de Zon in een mannelijk teken heeft staan en voor de vrouw een pluspunt wanneer zij de Zon in een vrouwelijk teken heeft staan! Zo, nu kunt U zien hoe een astroloog begint met het interpreteren van een geboortekaart of horoscoop. De eerste conclusie kan gemaakt worden ..maar niet te vlug reageren op dit gegeven, want de gehele horoscoop-inhoud geeft de doorslag van het mannelijke of vrouwelijke principe.
Om nog even bij de dierenriemtekens van de mannelijke Leeuw en vrouwelijke Kreeft stil te blijven staan: U begrijpt nu hopelijk dat het voor een vrouw met de Zon in Leeuw veel moeilijker zal zijn om een leidinggevende plaats in onze maatschappij te bemachtigen dan voor een mannelijke Leeuw en dat het voor een gevoelige man met de Zon in Kreeft ook niet gemakkelijk is om zijn plekje te vinden in die harde mannenwereld. Stilaan zijn we bij de planeten beland, zoals ik U had beloofd. We noemen de Zon en de Maan voor de gemakkelijkheid ook planeten, hoewel we goed weten dat de Zon een ster is en de Maan een wel zeer bijzonder hemellichaam.
De Zon is de kern van de horoscoop, de kern van het totaal karakterbeeld. Zijn energie doet alle andere krachten in de horoscoop werken. De Zon symboliseert de Wil. Ik wil leven als een Weegschaal. Ik wil leven als een Waterman. Ik wil leven als een Vissenpersoon. Een mens kan niet anders. Een Ram kan niet leven zoals een Kreeft wil leven en een Schorpioen kan niet leven als een Tweelingen. De aard van de beestjes is te verschillend. Dat moeten we accepteren. Het heeft te maken met de seizoenen. U begrijpt dat de nuttige Maagd (zij heeft een korenaar in haar hand), die in de tijd van het oogsten wordt geboren, een heel andere zonne-energie meekrijgt dan de ietwat stroeve Steenbok die in de donkere dagen voor Kerstmis wordt geboren. De Stier van de bloeiende Meimaand is een andere energie dan die van de Schorpioen in de slachtmaand.
Hier is nog veel meer over te vertellen natuurlijk, maar ik raad U aan daar eens zelf over na te denken wat betreft de andere dierenriemtekens en .er is heel mooie literatuur over in de boekwinkels met enig gehalte.
Over de Zon en de Maan en de andere planeten hoop ik U nog veel te vertellen, maar genoeg voor deze les nu. Oh, nog dit: de Zon is de Wil. En de Maan? Dat is ons verlangen .Ons verlangen waar maken met onze wil, dat is de kunst in het leven. Bijv. ik verlang ernaar om een horoscoop te kunnen interpreteren; tja, dan moet ik wel mijn Wil pakken, want met het verlangen alleen kom ik er niet! Een goede samenwerking tussen Zon en Maan is dus een pluspunt. Hoe is de verhouding tussen de Zon en de Maan? Gunstig, niet zo gunstig? Is er wel een verhouding tussen die twee hemellichamen in mijn horoscoop? Je kunt nu misschien voorzichtig een tweede voorlopige conclusie trekken met je eigen horoscoop, of van die van een ander! Puzzelen maar! Vragen mag je altijd op me afvuren!!!
Mijmeringen over de Koningin van zwaarden - Tarotkaart
De Koningin van Staven.
Hé, kijk, dat is nou nog eens leuk! Er kwamen heel veel reacties binnen in mijn mailbox over het stukje proza Zwaarden VI.
En het verzoek om hiermee verder te gaan. Dank jullie wel voor het enthousiasme. Ik zal mijn best doen om zoveel mogelijk mijn bevindingen met de dagkaarten met U te delen, maar er zijn wel eens dagen dat ik het te druk heb om achter de pc te kruipen .
Enkele mensen wensten mij een betere dagkaart toe en ja, het heeft geholpen, hoor!
Ik trok vandaag de Koningin van Staven.
Ik ben dus weer op mijn troon geklauterd.
In mijn vorig stukje schreef ik dat er 4 elementen gebruikt worden in de Tarotkaarten, nl. het vuur van de staven; de munten van de aardse materie; de lucht van de snijdende zwaarden (een snijdend woord); en het water dat in en uit de bokalen vloeit, zoals onze emoties vloeien.
De Koningin van Staven heeft dus met een hernieuwde energie te maken. Vanuit mijn triestige zitje in het bootje dat door het lot (de man) werd voortgeduwd naar onbekende verten, ben ik opgeveerd en heb ik mijn vreugdig, geel Koninginnenkleed aangetrokken.
De staaf in mijn hand laat zien dat ik weer in actie wil schieten. Maar nu, vandaag, nog niet. Ik wil nog even genieten van mijn zitje op de troon. De troon biedt vastigheid aan mijn rug. Ik voel me al wat zekerder worden en de dansende leeuwen met opgeheven staarten laten zien dat mijn leeuwenmoed grotendeels is teruggekeerd. Nog niet helemaal, want er zijn nog twee versteende leeuwen die mijn troon van beton ondersteunen. Eén van de leeuwen lijkt goed op weg te zijn om zich uit het beton te bevrijden. Het getal 3 is in de verte aanwezig in de vorm van 3 piramiden. Het getal 3 verwijst naar de harmonie van de driehoek. De andere leeuw loenst naar boven met een blik van: zal ik haar nu gehoorzamen of niet? Zijn omgeving is nog grijs.
Of loenst hij naar de mooie zonnebloem in mijn hand?
Zonnebloemen hebben de goede gewoonte om zich naar de zon te keren. Ze zijn dan ook het symbool voor vreugde, zonnigheid en levenslust. Als een scepter houdt de Koningin deze prachtige bloem in haar hand. Links en rechts van haar hoofd zijn ook nog 2 zonnebloemen afgebeeld. Samen vormen ze een magische drie-eenheid. Harmonie.
De 4 leeuwen wijzen indirect naar het getal 4. Conflicten. Conflicten zijn er om op te lossen. Ze zit daar stevig, de Koningin. Triomfantelijk, maar ernstig blikt ze haar toekomst tegemoet! De kroon op haar hoofd is mooi, maar bescheiden, ze is er zich van bewust dat ze nog een hele weg heeft af te leggen voor ze tot De Keizerin gekroond zal worden.
Een kleine, witte cape beschermt haar schouders. Het begin van zuiverheid. De wil om haar zuiverheid te vergroten zit verscholen in het kleinood waarmee haar cape bijeengehouden wordt. Men ziet het symbool voor het dierenriemteken van de Ram. Ram, het eerste dierenriemteken, onschuldig, kinderlijk, maar vurig enthousiast om het goede te doen, ook al weer gevat in de driehoek van de halsuitsnijding.
Maar ja, wie zit er aan haar voet met het rode schoentje dat onder haar Koninginnekleed uitpiept? Een zwarte kat met een rood tongetje. Rood, de kleur van de begeerte en de hartstocht.
De zwarte kat beheerst de gehele kaart. Haar zwiepende staart en felle ogen laten zien dat ze in de aanval zal gaan! Ze zal voor obstakels zorgen.
De Koningin kijkt in de verte. Straks staat ze op en gaat ze aan het werk, gaat ze haar dozen voor de verhuis inpakken. Hopelijk laat de zwarte kat haar niet struikelen.
Vandaag, 13 februari 2008 heb ik nou eens nergens zin in! Is het vermoeidheid in een zekere vorm? Misschien is het dat wel .Het was gisteren zo´n prachtige dag, maar ook drukke dag!
Als je wakker wordt en je ziet dat het zonlicht de gevels van de huizen aan de overkant kleurt, geeft dat een heel ander gevoel dan zoals vandaag, het buiten grijs en mistig is!
Na een eerste kopje thee (tas thee, zeggen ze hier in Antwerpen), begon ik iets op te fleuren en ging ik toch maar de straat op, want Chiara, mijn labrador, moet nu eenmaal haar pieske en kakje doen. Ze deed flink haar best. Tot 3 maal toe moest ik mijn rugzak van mijn rug laten glijden en er een plastiek zakje uitwurmen.Een verschrikkelijke job, die poepzakjes vullen en dan op zoek naar een een vuilbak .. ..het is ook een fulltime job, wantin de ene straat staan 10 vuilbakken en in de andere straat vind je er geen enkele! ´t Is soms lang zoeken.
Op de kaden aangekomen voelde ik dat er een ferme, koude wind blies en dat ik niet dik genoeg was aangekleed. Overmoedig geworden door dewarme lentedagen waren er geenhandschoenen in de rugzak, noch sjaal, noch muts. De riem van de hond sneed in mijn koude vingers; kortom de wandeling was niet aangenaam. Het water van de Schelde zag er vervaarlijk grauw en gruwelijk uit en de oever aan de overkant, waar het strand van Sint Anneke is, en waar gisteren de eerste bikini´s te zien waren, bleef grotendeels onzichtbaar door de dikke mist. Een grote aak voer traag en geluidloos voorbij, op weg naar de sluizen. Het gekef van het scheepshondje werd gedempt door de nevelslierten en bereikte nauwelijks mijn oren. Er was geen mens te zien, geen andere hondenliefhebbers, geen kat, geen meeuw.
Ik gaf het op en ging naar huis. Maar ja, huis, dat is deze dagen ook weer zoiets. Ik ga aan het einde van de maand verhuizen en de helft van mijn bezittingen (voornamelijk boeken en prullaria), staat in dozen. Mijn thuis is kaal en leeg.
Om ietwat sfeer te creëren steek ik een kaarsje aan en doe iets wat ik (bijna) dagelijks doe.
Ik trek een kaart uit de Tarot-kaarten. De zogenaamde dagkaart.Iedere mens die zich op een dag voor de Tarotkaarten begint te interesseren, trekt dagelijks een kaart en probeert uit te vinden wat die dagkaart te vertellen heeft.
Ik hoop op de Ridder op zijn witte paard.De ridder zal mijn eenzaamheid verdrijven .
Ik hoop op de Hogepriesteres. De Hogepriesteres (wijze vrouw), in mijzelf, zal mij wijs en tevreden stemmen.
Ik hoop op de Magiër. De tovenaar komt voorbij en tovert mijn leven om tot een sprookje.
Ik hoop op Het rad van fortuin. Ik krijg het nieuws dat ik de Lotto gewonnen heb!
Enfin, ik hoop op een goede kaart en ik trek ..: de kaart van de Zwaarden Zes.
In de leer van de Tarotkaarten heb je de 4 elementen. De staven of stokken symboliseren het vuur van de actie; de munten of pentakels symboliseren de materie, geld, of de talenten die men heeft om materie te verkrijgen; de zwaarden symboliseren lucht, de lucht die men inademt waardoor er zuurstof naar de hersenen wordt gestuurd en de mens kan denken/praten en tenslotte de bekers die de emoties/gevoelens symboliseren.
Mijn dagkaart, Zwaarden Zes heeft dus met mijn denkpatroon van vandaag te maken.
Op de kaart zie je een vrouw die samen met een kindje in een bootje zit dat door een man wordt voortgeduwd. De vrouw zit triestig ineengedoken . Zes zwaarden begeleiden haar op de overtocht. In de verte zie je land met kleine boompjes.Slecht ziet het er niet uit!
Maar ook niet vrolijk. De kleuren van de kaart zijn grijs en grijsblauw. Zelfs de bladeren van de bomen zijn maar flets, heel licht blauwgroen.
De vrouw doet niets met haar denkvermogen- - ze zit daar maar - - de 6 zwaarden staan los en roerloos naast en voor haar.
Waar vaart ze naartoe? Naar een veilige overkant? Naar een onveilige overkant?
De 6 VI-- symboliseert het dierenriemteken van de Maagd.
Maagd - Nuttig zijn, werken, dienstbaarheid, aanpakken je boeltje, je Karma, je lot, je levensopdracht!
Gisteren kon je dartelen in de zon. Vandaag is het dozen inpakken, jewerk doen. Er is nog zo veel te doen. Maar mensen, ik heb er geen zin in. Ik heb nou eens nergens zin in! Ja, mijn dagkaart is wel duidelijk, hè? Geen zin om in te pakken, geen zin om te verhuizen, geen zin om de nieuwe levensles aan te pakken, geen zin om naar de overkant te varen. Hopenlijk trek ik morgen een kaart die wat meer enthousiasme uitstraalt!
Met het mooie lenteweer van de laatste dagen kan het natuurlijk niet anders zijn dan dat ik met de hond weer urenlang door de straten en parken van Antwerpen heb gekuierd. Eén van mijn lievelingsplekjes is Het Steen, het oeroude kasteel aan de Schelde, waar in vroeger tijden de VIP´s van de middeleeuwen woonden. In een nis boven de grote ingangsboog van het kasteel is een figuur gemetseld, onherkenbaar geworden door de hete, geselende adem van de eeuwen. Het zou om een beeld van Semini gaan, de god van de vruchtbaarheid. Ik hoorde zojuist op het nieuws van de televisie dat er te veel sex in de media zou zijn. Nou ja, de tijden zijn wel veranderd, maar de mens niet. In die tijd had men andere middelen om sex onder de aandacht van de mensen te brengen, want Semini zou daar wijdbeens en met opgeheven "je weet wel" met zijn klokkenspel hebben staan pronken. Men heeft mij verteld dat wanneer destijds een jonge vrouw geen kindje kon krijgen, zij maar door de poort moest wandelen, onder deze figuur even moest blijven staan en hups ze was zwanger....Tja, ze hebben ons altijd al veel wijs gemaakt....dit kon er nog wel bij! Ik vermoed echter dat ofwel de kasteelheer eventjes bijsprong om de dame uit de nood te helpen, ofwel zijn soldaten die zich daar op wacht gruwelijk stonden te vervelen..... Gelukkig kan ik onder de poort doorwandelen zonder grote gevolgen. Het moederschap en alles wat daar rondhangt, is voor mij verleden tijd. Eens zal het voltooid verleden tijd zijn, maar daar denken we nu niet aan. Bovendien hebben de Jezuïten in de 17e eeuw in een bijzonder preutse bui, het beeldje tot eneuch misvormd. Semini hangt zich nu al eeuwenlang klokkenloos in de ingangsboog te schamen, maar geniet vandaag evenzeer als ik van de lentezon. De hemel boven Het Steen is eindeloos blauw en de Schelde stroomt in zilveren golfjes langs de kaden. De Schelde. Er is toch iets vreemds aan de hand met die rivier. Juist daar waar de stad en de Schelde elkaar raken lopen ze een stukje evenwijdig aan elkaar. Vanop de wandelterrassen kun je goed zien hoe de rivier zich naar de oever buigt en zich vervolgens weer van de oever afbuigt. Het is alsof de Schelde een natte zoen neerlegt aan de voeten van de kathedraal en zich dan gepikeerd afwendt omdat hij zijn klokkenspel wel laat zien en horen, maar verder roerloos blijft onder haar zachte aanraking.
Je kunt er in Antwerpen niet naast kijken. Overal kom je de mooie affiches tegen met de blote borsten van Delila. Een vermoeide Samson ligt met zijn hoofd in haar schoot zijn roes uit te slapen, terwijl één of ander onguur persoon zeven (!) lokken uit zijn haardos knipt, waardoor zijn kracht verdwijnt. Dit wereldberoemde schilderij van Rubens is tot 10 februari te bewonderen in het Museum Rockoxhuis te Antwerpen. De schilder Rubens kennen we allemaal. Nicolaas Rockox was in de eerste helft van de 17e eeuw burgemeester van Antwerpen en is minder bekend. Hij was bevriend met Rubens en het beroemde schilderij van Samson en Delila hing boven de schouw in zijn kunstkamer. Hij was er erg trots op. Samson en Delila was de blikvanger van zijn kunstkamer, van zijn hele collectie. Hoe het allemaal precies in zijn werk is gegaan, weet ik niet, maar op de één of andere manier is dit werk van Rubens nu het "eigendom?" van The National Gallery in Londen en wordt het eventjes aan ons "geleend" ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van het Museum Rockoxhuis. Het warmrode kleed van Delila waarop de donkergelokte Samson zijn hoofd heeft gelegd, is zo onweerstaanbaar van kleur, dat we, mijn vriendin en ik, er naar toe moesten. We wilden het schilderij met eigen ogen zien in al zijn pracht en praal. De volle, ronde, blote borsten met de stevige tepels van de weelderige Delila namen we erbij! (Jaloers?) En op een zondagnamiddag stonden we er dan. Met respect en bewondering opblikkend naar het prachtige kunstwerk, dat, zoals weleer boven de schouw te pronken hing. En inderdaad, in het rood van het rode kleed kon je je verdrinken; in de schoonheid van het hele schilderij trouwens! Die arme Samson toch, ondanks zijn machtig gespierd mannenlichaam geveld door de listen van een vrouw! Ik ben zo´n type mens dat wanneer ik ècht geinteresseerd ben in iets, me erin wil verdiepen en direct zocht ik thuisgekomen in de Bijbel het verhaal van Samson en Delila op. Ik ben opgegroeid in Nederland en naar een school gegaan die de naam droeg : "School met de Bijbel". Ik ben dus een beetje vertrouwd met de Bijbelse verhalen, maar ja, de details ontschieten je. Ik vond Samson en Delila onder het hoofdstuk Richteren. En wat ik las vond ik zo verbijsterend dat ik het U niet wil onthouden. Ook toen was het oorlog, er is niet veel veranderd dus tot nu toe... De Israëlieten waren ongehoorzaam geweest aan God; zij aanbaden afgoden en werden onder meer 40 jaar geknecht door de Filistijnen. In die tijd leefde Samson. Hij is 20 jaar Richter geweest over Israël. God hielp de Richters om het volk goed en wijs te leiden. Samson had de gelofte van de Nazireërs afgelegd. Dat hield in nooit wijn of sterke drank te drinken en nooit zijn haren te laten knippen. Samson was een doorn in het oog van de Filistijnen. Hij was zo wijs en sterk dat al hun aanvallen om de rijkdommen en schatten van de Israëlieten te roven, mislukten. Delila was de tweede echtgenote van Samson en weer moet ik schrijven, ik weet niet waarom, maar Delila verraadde haar echtgenoot. Was hij geen goede echtgenoot voor haar? Was hij haar wellicht ontrouw? Schonk hij haar te weinig aandacht? Gaf hij haar te weinig zilverlingen om "het huishouden" te doen? In ieder geval, de vorsten van de Filistijnen boden haar elk 1100 zilverstukken in ruil voor haar man en Delila zwichtte voor het vele geld. We weten het, een vrouw kan sluw zijn en met haar sexualiteit heeft ze een machtig wapen. Delila zit daar niet voor niets met haar blote borsten.... Ook lezen we dat Samson zijn roes uitsliep. Zij moet hem dronken hebben gevoerd. Wie is er nu het "zwakke" geslacht? En kijk om je heen! We mogen nu niet meer zo weelderig geschapen zijn als Delila, maar de borsten zijn nog net zo prominent in ons dagelijks leven aanwezig als in de tijd van de Richteren. En hoe zal het met het huidige liefdespaar Nicolas Sarkozy en Carla Bruni aflopen? Ik ben benieuwd!
Soms zet het leven je in een eigenaardige situatie, ongewild, ongevraagd, soms zo´n bizarre situatie.
Zo was ik enkele tijd geleden met mijn kleinkind aan de wandel. In Antwerpen uiteraard. Hier vlak bij waar ik woon staat een prachtige kerk, de Sint Joriskerk. In tegenstelling tot de kathedraal, die maar één toren heeft, maar wat voor één, en wier schoonheid natuurlijk de Sint Joriskerk overtreft, heeft de Sint Joriskerk, twee witte torens die naar de hemel reiken, maar het interieur van deze, in feite zeer oude kerk, is wat donker en somber. Waar een kerk gebouwd is, vindt men doorgaans ook een ziekenhuis met kapel, een klooster en een soort begijnhofje.En dat is hier dus allemaal. Over het hofje wil ik het hebben. Het heet Het Elzenveld en ik vind het persoonlijk één van de mooiste plekjes van Antwerpen. Temidden van het stadsgewoel heerst daar rust en vrede. Er zullen vroeger hoogstwaarschijnlijk elzen gestaan hebben, vandaar de naam Het Elzenveld, maar nu staan er nog maar twee bomen. Maar wat voor bomen! De ene is volgens mijn fantasie een mannelijke boom. Als een fallus staat hij rechtovereind, stoer, streng, krachtig, puntig. Hij is bijna even hoog als de torens van de Sint Joriskerk en steekt hoog boven de daken van de kapel en daken van de huizen rond het hofje uit. Zijn groei is niet te stuiten. Naast hem groeit zijn partner, een vrouwelijke boom met een brede, grillige schoot. Zij uit zich in de breedte en haar bladerdak heeft schuilhoekjes en herbergt vele vogelnesten. Tegen de gevel van één van de huisjes van het vroegere klooster staat een bankje. Ik zit graag op het bankje, zeker in de lente en de zomer, want de zon richt haar stralen juist naar dat plekje. Ik kijk naar de bomen en ik mijmer hoe ik mij verstop in het dikke bladerdak van de vrouwelijke boom om stillekens uit te huilen over het verdriet dat haar partner mij aandeed in mijn leven, en geloof mij, dat helpt. Meestal loop ik glimlachend door het mooi smeedijzeren hek weer de vermoeiende buitenwereld tegemoet. Soms is het hek gesloten. Ik begrijp dat want er staan ook twee prachtige beeldhouwwerken op het kleine gazon met de twee bomen. Beelden van de Poolse kunstenaar Szukalski. Het zijn net spoken; het zijn lege, witte gewaden die een menselijke vorm aangenomen hebben. Ik heb ze al verscheidene malen gefotografeerd. Spijtig genoeg kan ik dat niet ´s nachts doen vanwege het gesloten hek. Maar ik lig op de loer; ooit zal het me lukken. Ooit zullen ze toch wel eens vergeten de poort te sluiten. En alle avonden ga ik de hond uitlaten . Op die bewuste dag toen ik dus in die bizarre situatie belandde, stond ik met mijn kleinzoon voor het hek en liet hem van op afstand de beelden zien. Nu is het zo dat een paar straten verder een heel mooie winkel gelegen is, juist naast de Bourla-schouwburg, ook een schitterend gebouw. Boven de winkel zijn enkele étages en ..op het dak staan 2 beelden van Szukalski te pronken. ´s Avonds verlicht door spots. Indrukwekkend en spookachtig mooi. Ik vraag me af hoeveel Antwerpenaars ze zien staan! Enfin, ik zie ze. Als je met een hond wandelt en het dier snuffelt aan één of andere lantaarnpaal, moet je stilhouden en ach ja, dan laat een mens zijn blik zo wel eens langs de gevels en daken dwalen. Een hondenuitlaatmens ziet veel meer dan de doorsnee haastige voetganger!
Ik zeg tegen mijn kleinzoon: Een beetje verderop staan er nog twee van die spookbeelden op het dak van een winkelgebouw. We zullen daar naar toegaan. Natuurlijk zijn dat geen èchte; dat zijn copies. Wie heeft er nu zoveel geld om kunstwerken op z´n dak te zetten? Een dame die achter mij staat, ook met een kleinkind aan haar hand, tikt mij op de schouder. Pardon, mevrouw, zegt ze, die beelden van Szukalski op het dak van die winkel zijn ècht, hoor! Dat zijn geen copies! En ik kan het weten, want ze zijn van mij! Ik ben de eigenares van dat winkelpand en de beelden.
Ik kleur tot aan mijn haarwortels en totaal overrompeld bied ik haar mijn excuses aan, die ze genadig hoofdknikkend aanneemt. Ja, soms kom je the high society tegen.
Na een fel griepje lopen we weer kwiek en energiek door Antwerpen. De Grote Markt lag er deze morgen proper bij, maar ook wat kaal! Weggetoverd was de grote kerstboom; alleen nog wat groene dennennaalden tussen de groeven van de kasseien, verraadden dat er tijdens de kersttijd een pracht van een kerstboom heeft gestaan. Weg de muziek-lawaaierige ijsbaan, weg de lichtjes van de stralende A´s op de gevels, weg de gezellige, maar drukke kerstmarkt, weg de lachende en winkelende menigte. Tijdens de kerst-en nieuwjaarsdagen kon je er op de koppen lopen. Het zag zwart van het volk. De burgervader en zijn schepenen zullen tevreden zijn. Antwerpen is, na al zijn veranderingswerken, weer gezellig geworden en trekt duizenden koopjesjagers aan. De afgebrande en hernieuwde Stadszaal is een pareltje van koopdesign geworden en de Meir en Keyzerlei waren sfeervol verlicht.
Maar deze ochtend hing er een weldoende stilte boven de vergulde beelden op de oude gevels, slechts af en toe verbroken door het zachte klappen van de grote vlaggen die aan het stadhuis wapperden. Het heeft hard geregend en het was juist alsof de hele markt een grondige poetsbeurt had ondergaan. De kleine man aan de top van de fontein Brabo stond roerloos en nog altijd op het punt de afgehakte reuzenhand in de Schelde te werpen. Er was zelfs geen toerist te zien. De Grote Markt lag verlaten, maar ze was majestieus schoon en prachtig (in mijn ogen!).
Met mijn sjaal van Antwerpen ( een nieuwjaarscadeau van het Antwerpse beleid), rond mijn pas genezen hoofd gewikkeld liep ik door naar de kaden en zoals altijd genoot ik weer van de aanblik van de Schelde. Door de wind waren er toch wel grote, grauwe golven en hongerige, schreeuwende meeuwen vochten om mijn broodkruimels. Ik waagde mij niet al te dicht bij het water. Als je daar in zou vallen! Je moet er niet aan denken.
Dit doet me denken aan de vrouw die daar enkele weken geleden is ingesprongen. Ze werd gelukkig gered, maar het schijnt dat ze het verleden jaar ook heeft gedaan. Hoe radeloos moet een mens zijn wanneer je er voor kiest in die koude watermassa te springen!
Ik zie voor mijn geestesoog (tévé-nieuwsbeelden), ook de radeloze moeder van een jonge man die hier verleden jaar de verdrinkingsdood heeft gevonden. De moeder weet nog altijd niet of haar zoon er per ongeluk in het water terecht gekomen is, of dat hij ertoe werd gedwongen. Dat moet vreselijk zijn...
Er liggen momenteel enkele grote zeeschepen aangemeerd en alle hens aan dek waren ijverig bezig die zeekastelen te onderhouden. Schuren, poetsen, verven, boren, mensen, wat was men druk aan het werk!
Gelukkig de mens die normaal en tevreden zijn werk mag en kan doen. Ook hier aan de kaden zag alles er vredig en opgepoetst uit.
Tja, de wintermaanden december en januari zijn moeilijke maanden voor mensen met verdriet en pijn. Aan de ene kant de feestelijkheden van Kerstmis, de terugkeer van het licht dat door de christelijke leer aan de geboorte van het Christuskind is gekoppeld en inderdaad aan veel mensen licht in hun leven biedt; het feest van de geboorte van een nieuw jaar, jaar 2008, en aan de andere kant de korte dagen met weinig licht en met lange piekernachten, met koude en eenzaamheid en treurige regenvlagen. In de astrologie noemt men dit de tijd van Steenbok, d.w.z. van inkeer, van introspectie, van weemoed om wat voorbij is. Tijd van angst voor de pijn en het verdriet, voor de ernstige kanten van het leven, voor de stilte, voor de plicht en de hardheid. Een tijd om bij jezelf stil te staan; je eigen innerlijk te poetsen. Vandaar de tijd ook van griepjes en verkoudheden, dit zijn reinigingsziekten, zowel lichamelijk als geestelijk. Je wordt gedwongen je stil te houden, je eetlust verdwijnt zodat de darmen gereinigd kunnen worden; oud zeer wordt herkauwd tijdens de uren dat je ziek en krachteloos in je bed ligt en al je viezigheden snuit je weg in je zakdoek.
Opgepoetst loop ik door een opgepoetst Antwerpen, de nieuwe energie tegemoet, die van de Waterman. Uit zijn kruik schenkt de Waterman nieuw leven uit over ons. 21 januari is niet ver meer!
Voor alle mensen die dit lezen: nog een gelukkig nieuw jaar toegewenst met veel vreugde, zon en mooie dagen. Ik ben deze eerste Januari-dag natuurlijk weer aan de wandel geweest en het viel me op hoe stil het in de stad was. Het was aangenaam weer, windstil, grijs, maar droog. Ik woon in het centrum van Antwerpen; op een tiental minuutjes van de Groenplaats en de Kathedraal, in een gezellige, drukke winkelstraat. De stilte was gewoon een beetje griezelig. Alle winkels gesloten; geen auto´s en bijna geen mensen op straat. Ik kon mijn eigen voetstappen horen...De enkele mensen die ik tegen kwam, liepen ook hun hond uit te laten! Als ik geen vast doel heb, volg ik de hond en vandaag leidde Chiara mij naar de Scheldekaden. Ook daar was het heel rustig. Dit in tegenstelling met gisteravond waar ter gelegenheid van het Nieuwe Jaar een fantastisch vuurwerk werd afgeschoten. Op de trappen naar het Zuiderterras lagen bergen confetti en overal slingerden er lege champagneflessen naast de volgepropte vuilnisbakken. Je kon zien dat het feest was geweest. Ook ik was bij het feest. En ook ik heb champagne gedronken en ook ik heb genoten van het vuurwerk. Met drie van de vier kinderen en twee schoonkinderen om me heen, voelde ik me de koning te rijk. Het laatste cadeau van 2007 was een gezellige avond tussen de kinderen en met een heerlijk maal dat door mijn schoondochter op tafel werd getoverd! In de vroege uurtjes reden de kinderen me naar huis. Het huis was eenzaam en leeg. Een groot verschil met vroeger.... Het is in deze dagen dat een mens zich laat verleiden om in gedachten terug naar het verleden te gaan, vol nostalgie over wat voorbij is en nooit meer terug zal komen. Dan zitten de traantjes wel eens hoog en is het hart heel klein. Maar er zijn andere dingen in vervanging gekomen zoals de wandelingen met Chiara door de stad, het dwalen door de parken, het kuieren langs de Schelde, een museumbezoek met een vriendin, een theaterbezoek met zoon en schoondochter, een kleinkindbezoek met een ontroerende Nieuwjaarsbrief, een straal zonlicht die het gouden uurwerk van de kathedraal doet oplichten, een serene wandeling door een ingeslapen Antwerpen op Nieuwjaarsdag. Meer moet dat niet zijn!
Een tijdje geleden volgde ik een cursus in "het schrijven van proza". Eén van de opdrachten was: schrijf over Uw geboortehuis, Uw geboortestad, Uw geboortekaartje, hoe Uw ouders Uw geboorte hebben ervaren, om kort te gaan: vertel daar eens iets over. Tja, ik zat met mijn handen in mijn haar....Ik weet daar namelijk niets over. Kort na mijn geboorte werd Rotterdam gebombardeerd en belandde ik in het weeshuis. Ik heb dan maar onderstaand verhaaltje gefantaseerd en omdat ik nou eenmaal niet altijd over Antwerpen, over mijn hond Chiara en mijn seniorenwereldje wil leuteren, laat ik U hieronder mijn geboorteverhaal lezen, in de hoop dat het U bevalt en een prettig leesmoment bezorgt.
Op mijn geboorte-acte staat geschreven in een sierlijk handschrift dat ik in Rotterdam geboren ben. Er staat zelfs een datum en uur op. Iemand moet dus ooit naar de burgelijke stand gegaan zijn om dit min of meer heuglijke feit te melden. Ik weet niet welke grappenmaker hiervoor verantwoordelijk is, want ik ben helemaal niet in Rotterdam geboren! Ik ben zoals de nederlandse dichter Jacques Perk schreef "geboren uit zonnegloren en een ziedende zee". Plotseling was ik er. Op het schuim van de zee dreef mijn schelp van parelmoer mij naar het strand waar de Grieken en de Romeinen mij stonden op te wachten. Zij spraken verschillende talen, maar eensgezind roemden ze mijn schoonheid. De Grieken noemden mij Aphrodite en de Romeinen noemden mij Venus. Hun begerige ogen gleden over mijn lichaam dat gelukkig grotendeels bedekt werd door mijn lange haren. Maar af en toe speelde er een licht briesje door mijn haar waardoor mijn vormen werden onthuld. Vormen die verriedden dat vruchtbaarheid en zinnelijkheid mij niet onbekend waren. Mijn vader, de Italiaanse schilder Sandro Botticelli ontfermde zich over mij en bedekte mij met zijn mantel der liefde. Sindsdien noemen ze mij "de godin van de liefde". Eigenlijk ben ik al veel vroeger geboren, een andere schilder, Michelangelo, was daar getuige van. U kunt deze geboorte bewonderen in de Sixtijnse Kapel in Rome. Daar op de zoldering van die prachtige kapel ziet U hoe God met een lichte aanraking van Zijn wijsvinger Adam tot leven brengt. Een Adam met armen en benen, met een hoofd, een borst, met een....; enfin, met alle attributen die een man nodig heeft... Mij ziet U nog niet, ik ben nog verborgen. Maar niet lang daarna, toen Adam zich in het Paradijs begon te vervelen, schiep Hij mij uit één van Adams ribben; uit een rib dicht bij zijn hart.... Hij gaf mij de naam Eva, maar soms noemen ze mij ook Sneeuwwitje, Doornroosje of Assepoester. In de meer moderne sprookjes noemen ze mij Lady Di, Prinses Mathilde of Prinses Maxima, maar ook Madonna, Pamela Anderson, Dolly Parton of Evita Peron. Ontelbare malen ben ik al geboren. Soms lag ik ineens in het vondelingenluikje van de kleine Kapel op de Handschoenmarkt van Antwerpen; soms bracht een ooievaar mij in een koninklijk paleis en soms vond een boerin mij in een rode of groene kool. Eén keer zelfs dreef ik op de bladeren van een Lotusbloem. Over heel de wereld vindt men mijn beeltenis. In Kopenhagen kijk ik uit over de Oostzee; daar noemt men mij "de zeemeermin". In New York licht ik ieder schip dat binnenvaart bij met mijn lichtende fakkel; daar noemen ze mij "Het Vrijheidsbeeld". In Parijs, in het Louvre, ben ik te bewonderen als "De Venus van Milo" en in Antwerpen kijk ik uit over de Schelde onder de naam van "Minerva". Voor Beethoven was ik "Elise"; ik was Wagners "Brünhilde" en "Norma" van Bellini; "Gretchen" voor Faust en "Josephine de Berauharnais" voor Napoleon. Van mijn talloze geboorten vindt U geen geboortekaartje. De muzen dragen mij naar het hart van een verlangende man; de schikgodinnen fluisteren mijn naam in zijn oor en de wind vertelt deze naam aan wie het maar wil horen - mijn naam is vrouw....
Gisteren met pak en zak en hond in Brugge aangekomen. In de trein had ik het al zien hangen; loodzware, donkergrijze wolken met daarin het volgende pakje nat. Dus op het stationsplein van Brugge kregen we de volle laag. Zo in de regen, met haastige en verkleumde medemensen rond mij, die net zo ijverig op zoek waren naar hun bus als ik, zag Brugge er net zo naargeestig uit als welk andere stad of gemeente in België, bleef er niet veel over van "Die Scone". Ik weet niet of dat U ook overkomt maar iedere keer wanneer ik aan de buschauffeur (in dit geval een chauffeuse), ga vragen of hij of zij mij wil waarschuwen wanneer ik moet uitstappen, wordt dit vergeten!! Ik moet erbij voegen dat zo´n buschauffeur/chauffeuse wel andere dingen aan zijn of haar hoofd heeft met dat tomeloze verkeer waar men zich door moet wurmen. En dan nog eens slecht zicht met die gutsende regen waartegen zelfs de grote ruitenwissers van zo´n bus niet tegenop kunnen! Enfin, drie haltes te ver werd ik op eigen verzoek, ik dacht bepaalde zaken te herkennen, ("Mevrouw, ben ik er nog niet?"), op het trottoir gekwakt met pak, zak en hond en sukkelde ik als in een schilderij van Breughel door smalle, kronkelende straatjes, langs pittoreske huizekes waarin binnen de gezellige warmte en droogte van een klein Brugs huiskamertje, hier en daar een kaarsje stond te branden of een kerstboom stond te pronken. Weer weet ik niet of U dat ook overkomt maar ik werd verschillende malen de verkeerde kanten opgestuurd door bereidwillige mensen die op mijn verzoek mij de weg wilden wijzen, maar uiteindelijk kwam ik een paar herkenningspunten tegen van mijn vorig bezoek aan "Die Scone" en vond ik de met kersttakken versierde voordeur van mijn toevluchtsoord. Het sterkte mij nogmaals in mijn gedachten dat een mens nu eenmaal zèlf zijn kar moet trekken om in dit leven ergens te geraken....
In de Gazet van Antwerpen van gisteren, 9 November 2007, las ik een artikel waardoor ik mij diep gekwetst voel. Ik heb gereageerd met een brief naar de redactie te sturen. Dat luchtte mijn hart op, maar of ze het zullen publiceren, dat is nog af te wachten. Waarschijnlijk hebben enkelen onder U het betreffende artikel ook gelezen en wellicht bent U ook gekwetst. Ik neem mij regelmatig voor om mij niet meer zo druk te maken en in de sfeer van de zogenaamde "heilige onverschilligheid" te blijven zweven, wat geen onaangename gemoedsheidstoestand is, maar het vuur diep in mij blijft smeulen en breekt af en toe baan. Ik daalde dus uit mijn "hogere sferen" neer om de krant te lezen, want hoe je het ook draait of keert, de regeringscrisis is iets wat een mens niet onverschillig laat. Het is een veel spannender soap dan "Thuis" of "Familie" of "Sara". Al die gepijnigde gezichten, die moedeloze blikken, die afhangende schouders en zure glimlachjes voor de genadeloze flitsende camara´s, is prachtig beeldmateriaal voor een film met als tite: Sterren zakken door het ijs! Terug nu naar het krantenartikel. Geschreven door de journalist Gunter Willekens, waarin geriater Lucien De Cock de senioren als een dievenbende afschildert. Wij, senioren, wij gaan op het criminele vlak omdat ons pensioen doorgaans te klein is en "we toch niets meer te verliezen hebben!" Ik vind dit een nogal krasse uitspraak. Ik heb aan de krant geschreven dat ik nog een heleboel te verliezen heb, o.a. mijn zelfrespect, en het respect en de liefde van mijn kinderen en kleinkinderen. Stel je voor dat mijn dochter aan mijn kleinzoon van 10 jaar zou moeten zeggen: "Wij gaan Oma vandaag bezoeken. Ze zit wel even in de gevangenis. Omdat Oma´s pensioen wat aan de kleine kant is heeft ze hier en daar wat gestolen. Je Oma is een dievegge. Vertel het morgen niet aan je schoolkameraadjes, hoor!" Wat die kleine natuurlijk wèl doet, want een kind is in die zaken doodeerlijk. Door dit artikel te lezen, ben ik me ervan bewust geworden dat ik ondanks mijn seniorenstatuut nog heel veel bezittingen heb die ik zou kunnen verliezen. Dat is dan weer een groot pluspunt aan de hele zaak. Ten eerste het respect en de liefde van mijn kinderschare: van onschatbare waarde, dus niet te verliezen! Het respect en de liefde van mijn vrienden-en klantenkring. Niet te verliezen, zeg! Ik ben gezond van lijf en leden en volgens mijn kinderen ook nog bij mijn volle verstand. Ik zou dat niet graag verliezen. Ik heb een blanco strafblad; liever ook niet verliezen. Ik heb stemrecht en heb dus onrechtstreeks meegewerkt aan de regeringscrisis. Mijn stem telt mee; wil ik ook niet verliezen, hoor! Ondanks de soap van het moment. Er kan best nog iets moois uit Yve Leterme´s hoed getoverd worden.... Ik wandel dagelijks met mijn labrador Chiara door de straten van Antwerpen en heel dikwijls loop ik ook door de Begijnenstraat langs de grauwe, triestige muren van de Antwerpse gevangenis. Er is een klein, smerig, slecht onderhouden perkje groen naast de ingangspoort. Chiara heeft daar altijd veel tijd voor nodig om het te doorsnuffelen. Dan kijk ik wel eens omhoog en zie de kleine getraliede raampjes, de camara´s op het dak, de met prikkeldraad omwonden omheining en dan zucht ik eens diep. Ik heb medelijden met de mens die daarin opgesloten zit. OK. Die mens zal dat verdiend hebben! Er zijn inderdaad zeer ongure individuen op deze wereld met een zwaar lot, een zwaar karma. Het is beter voor ons dat de maatschappij optreedt en hen voor korte of langere tijd achter slot en grendel zet. Mij valt het me helemaal niet moeilijk om aan de verlokkingen van de consumptiemaatschappij weerstand te bieden. Wat moet ik met al die spullen? Met al die materie? Met al die luxe? Met al dat exotische eten en al die frisdranken? Ik heb iets wat onbetaalbaar is: mijn vrijheid , mijn grote, blije vrijheid, mijn grootste schat, mijn grootste rijkdom. Ik sta op wanneer ik wil, ik ga naar bed wanneer ik wil, ik eet een lekkere, bruine boterham wanneer ik wil, of ik eet niet als ik niet wil, ik ga de straat op, in regen en wind, of in zonneschijn, ik loop langs de Schelde met mijn haren wapperend in de wind of met een potsierlijke, oude hoed op. Hier en daar staat een fonteintje met fris drinkwater. Wie doet me wat?!!Wie houdt me tegen? Mensen, ik bezit mijn vrijheid. Misschien komt er een tijd dat ik als senior minder valide ben en dat ik dan wat minder hoog van de toren zal blazen! Maar vandaag heb ik mijn vrijheid, en ik had ze gisteren en eergisteren en de dagen daarvoor en misschien, als God het wil, morgen ook en overmorgen en de dagen nadien. Zou ik die mooie vrijheid willen verliezen? Dat Godsgeschenk? Mijnheer Lucien De Cock: een senior heeft nog heel veel te verliezen, hoor!!!!!
Het hebben van een huisdier heeft zo zijn voor-en nadelen. Vanmorgen na het wakker worden in een warm zalig bed, ondervond ik voornamelijk één van de nadelen. Ik keek de verregende, troosteloze straat in, zag de natte straatstenen, zag de regendruppels langs het vensterglas naar beneden glijden en ik zag een aantal mensen voorbijlopen, diep weggedoken tussen hun mantel en paraplu. Oeioei, dat zag er niet plezierig uit en ik huiverde bij de gedachte er straks ook zo bij te lopen! Maar ja, twee reebokbruine, smekende hondenogen bleven me onafgebroken aanstaren. Mijn trouw huisdier moest nodig naar buiten om haar plas en kakje te doen. Zuchtend kleedde ik mij aan, zette een potsierlijke, oude hoed op, want ik haat een paraplu, en waagde me naar buiten. De trouwe hondenogen begonnen te stralen en een vrolijke staartkwispel sloeg tegen de tafelpoten en ander huishoudelijk meubilair. Tot mijn vreugde en verwondering begon er toen juist een klein waterig zonnetje te schijnen. Mijn humeur werd er al beter op! Koud was het niet en Antwerpen gaf vandaag een rustige aanblik. Weinig verkeer, weinig lawaai. Een sfeervolle herfstdag. Wanneer ik een vast doel heb om naar toe te gaan, volgt Chiara, mij gehoorzaam en gewillig. Als ik niet ècht een doel heb, mag zij haar zin doen en dus was zij vandaag mijn geleidehond. Zachtjes leidde ze mij richting stadspark en ik vond dat een goed idée. Heel even dacht ik eraan om de tram te nemen naar het Schoonselhof en bloemen te gaan zetten op de strooiweide. Allerzielen komt eraan, hè? Maar ik bedacht me en volgde mijn huisdier dus naar het stadspark. En ach mensen, wat was het er mooi. De bomen in herfstkleuren, de wandelpaden bezaaid met de afgewaaide bladeren die een kleurijk tapijt onder mijn voeten vormden, een lichtblauwe hemel en een zonnetje dat al die kleuren nog eens zo mooi maakte. Ik wilde een foto maken vanal dat schoons, maar ik besefte dat die schoonheid niet "te pakken" is. Je moet ze voelen, ruiken, horen, en er in onder gaan. Ik stond onder een hoge boom die gouden takken had en hoe hoger ik keek des te groener werden zijn naalden die scherp afstaken tegen het blauw van de hemel. Ik begreep dat zoiets niet te fotograferen is en dat het maar een eenmalig moment van gelukkig zijn is. Je één voelen met de natuur. Ik dacht aan mijn kleinkinderen die op school waren, aan mijn kinderen die aan het werk waren, en aan alle kinderen en mensen die nu opgeslorpt werden door het moordende ritme van de moderne maatschappij. Als opgejaagde konijnen razen de jongere mensen door het leven. Hen wordt geen rust gegund...Presteren, presteren, geld verdienen en liefst direct weer consumeren opdat de grote bazen nog rijker en machtiger zouden kunnen worden. Hola, kun jij er niet tegen? Heb je van dit alles een maagzweer gekregen, een tumor of een ferme depressie? Geen nood, U valt uit de boot, U krijgt een kleine uitkering, net genoeg om te overleven en een ander neemt Uw plaats vlijtig in! Tot ie er ook bij neervalt! U krijgt Uw brood en spelen, zoals de misplaatste missverkiezingen, de leugenachtige voetbal en gedrogeerde wielerkoersen, en de lotto die U ooit eens gaat winnen en U waarschijnlijk gelukkig gaat maken! Maar Uw buikje is doorgaans (te)goed gevuld en Uw hersenen worden gebrainstormed door de media en perslui die op hun beurt ook weer hun oren naar de "grote bazen" laten hangen! Als Senioren sta je aan de kant. Je kijkt er naar en voelt je machteloos, sprakenloos, troostenloos, wezenloos. Niemand neemt je aux sereus, je weet er niets van, je moet niet zo gek doen, je bent oud en versleten, aftands, uitgeteld, misschien al een beetje Alzheimer? Maar er was vanmorgen dat ene moment van gelukkig zijn, en dat neemt niemand me meer af. Is het niet heerlijk een senioren te zijn?
Ik heb van verschillende kanten de vraag gekregen wat de c-spot is en ja, je kunt natuurlijk niet alles weten, hè? Ik heb het verschijnsel van de c-spot ook nog maar pas ontdekt. Er is dus een zekere professor uit het oude Tsjecho-Slowakije in het land die de c-spot meer bekendheid wil geven. De c-spot is een plek in je lichaam die de cultuur-antenne van je wezen is. Als nieuwsgierige Tweelingenpersoon ging ik natuurlijk ook op onderzoek uit en na het beantwoorden van enkele vragen kwam ik mijn c-spot te weten. Het plekje ligt dus in mijn gehoorgang, bij de buis van Eustachias en omstreken zoals de nek, enzo. Er wordt mij aangeraden wanneer ik muziek beluister mee te wiegen en vooral mijn hoofd te laten meedeinen op het ritme en de klanken. Toevallig of niet, enkele dagen geleden ging ik met een vriendin naar een middagconcert waar een violiste en een pianist hun muzikale talenten met ons wilden delen. Melodieën van Beethoven Prokofieff en Paganini verwenden mijn gehoorgang. Het was mooi, maar er liepen geen koude rillingen over mijn rug en dat gebeurt soms. Prachtig en bangelijk tegelijk! Het publiek was zeer defitg en ik had me ook netjes opgedoft. Ik durfde daar echt niet mee te wiegen, hoor. Maar op de bruiloft van mijn kleinzoon heb ik me lekker uitgeleefd op de dansvloer..... Bij het lied "Ne me quite pas" van Jacques Brel lopen wel de rillingen langs mijn rug! Dan moet ik mijn zakdoek gereed houden en gek.....dat tranengedoe had ik al voor dit chanson voor mij wel een hele hele speciale betekenis kreeg. Een paar jaar geleden ging ik nogal veel op reis; ik was alleen komen te staan; ik had wat centjes geërfd (waarvan de belastingen 80% opeiste), en ging iets van de wereld zien. Ik reisde o.a. naar Thailand, Rusland, China, Turkijke, Italië, Zwitserland en ook naar het verre Indonesië en het rare is dat ik veel vergeten ben van al die indrukken, van al dat natuurschoon, van al die tempels, van de wandeling op de Chinese muur, maar bepaalde momenten, muziekmomenten staan in mijn geheugen gegrift. Zo was er een ochtend op Bali dat er ´s morgens vroeg orgelmuziek van Bach over de bebloesemde tuinen werd gestrooid....moment om nooit te vergeten! Ondanks mijn zeer kleine muzikale aanleg, schijnt het me toch veel te doen. Wel iets om over te mijmeren, die c-spot. Tussen haakjes mijn g-spot, die heb ik nog nooit gevonden! Toen die spot werd uitgedeeld was ik waarschijnlijk niet aanwezig, maar enfin, ik heb in ieder geval ergens een spot en daar zal ik dan maar tevreden mee zijn.
Mijn oudste dochter is niet helemaal tevreden over mijn blog (en waarschijnlijk ook niet over nog een paar zaken die met mij te maken hebben, maar daar ga ik niet over uitweiden ). Want... tot nu toe heb ik nog niets over haar en haar leven geschreven! Mijn oudste dochter woont aan de Schelde, in een klein dorpje en ik vrees dat daar iedereen iedereen kent. Dus bekroop mij altijd een zekere gène om haar te vernoemen. Ze schijnt er echter geen bezwaar tegen te hebben om aan de openbaarheid prijs te geven dat ze "een eigenaardige moeder" heeft, die kaartlegt, horoscopen trekt en af en toe met "gidsen" babbelt. Geef toe, dat zijn hoogst eigenaardige praktijken. Ik wed dat ze liever een moeder heeft die zich met meer aardse zaken bezighoudt zoals bijv. tuinieren, koken of naaien. Wel, tuinieren heb ik veel en graag gedaan, maar zodra onze tuin mooi begon te worden en de door mij geplante boompjes bomen werden, verhuisden we, keer op keer. Dan wordt het animo om opnieuw te gaan beginnen, steeds minder.... Koken, wel, ik heb het mijn heel huwelijksleven, en dat is 30 jaar, graag gedaan. Maar nu er niemand meer is om voor te koken, ben ik af en toe te belabberd om mijn eigen potje te koken en stel ik mij tevreden met voornamelijk veel brood te eten. Naaien, daar heb ik altijd een broertje dood aan gehad. Maar mijn schoonmoeder maakte voor mij de mooiste jurken en toen ik midden in de kleine kinderen zat, deed zij graag het nodige verstelwerk. Toen mijn oudste dochter nog een baby en kleuter was, heb ik wel kleertjes voor haar gebreid en gehaakt. Dat deed ik graag, maar ja, wat is dat lang geleden en wat is de wereld waarin wij leven fel veranderd! Er was geen televisie, geen Internet, geen stress; ´s avonds las ik een boek, of ik liet de breinaalden rinkelen terwijl mijn echtgenoot zich bezig hield met platendraaien op een gammele pick-up, waarvan de naald constant versleet en dus valse muziek produceerde. In die tijd leerde ik mij nog beter afsluiten van de buitenwereld, een bezigheid waarmee ik me al bezig hield in mijn kinderjaren, want ik vond die buitenwereld maar niks! Met het resultaat dat ik nu alles twee keer moet vragen.... Het rare is dat ik vandaag per computer mijn c-spot heb ontdekt. Ik val onder het type "de gulle luisteraar!" Daar snap ik dus niets van. Ik kan wel goed luisteren wanneer mensen mij hun verhaal komen doen, het is het belangrijkste onderdeel van mijn hobby, en ik denk dat men daarom graag bij mij het hart komt uitstorten... Meestal is het erg stil bij mij in de Moby of in mijn klein winkeltje in het centrum van Antwerpen. Als ik naar muziek luister is het naar klassieke muziek,rustige, niet te moeilijke klassiek muziek. Ik hou van Wagner, van Von Beethoven, van Mozart, maar het meest hou ik van de stilte. Of van het ritselen van de blaadjes aan de bomen, van het kabbelen van het Scheldewater, het gesnater van een paar overvliegende eenden, het gesnor van een klein katje tegen mijn borst of het geruststellende gesnurk van Chiara, mijn te dikke labrador. Maar....mijn c-spot zit in mijn buis van Eustachius, de gehoorgang dus. Ik zal aan die mijnheer die de c-spot in België introduceert toch eens raad moeten vragen. Ooit had ik een vleugelpiano en een paar jaar geleden volgde ik muziekles aan het conservatorium (ik trachtte een jeugddroom te verwezenlijken, nl. leren pianospelen!). Ik was helaas een regelrechte ramp voor de heel geduldige muzieklerares, en voor mezelf. Ik moest mezelf bekennen dat mijn gehoor en aanleg voor ritme, waardeloos bleken te zijn. Met veel moeite sleepte ik me door het eerste jaar. Het bespelen van de pianotoetsen was geen enkel probleem, dat ging vanzelf en spelenderwijze, maar daar red je het niet mee. Ritme en gehoor zijn veel belangrijker. De piano staat nu bij mijn dochter te pronken; zij is muzikaal, evenals mijn schoonzoon. En op 22 september jl. was ik erbij toen hun zoon, mijn kleinzoon, en zijn lieftallige bruid, op de tonen van de Bruiloftsmars de trouwzaal binnenschreden en ja, mijn toen nog onbekende c-spot deed zijn werk. De koude rillingen liepen over mijn rug!
Vandaag is het al weer 1 oktober, de niet-zomer is voorbijgevlogen en de herfst doet zijn intrede. Ik hou wel van de herfst met zijn kleurenpracht en prikkelende geuren. Het regent pijpenstelen. De regen maakt blaasjes op het water van de Leie. Het water dat gisteren in het zonlicht schitterde en dat het waterpeil deed stijgen in de sluis van Evergem. Tja, wat ik daar deed? Varen natuurlijk. Het was jaren geleden dat ik nog (mee)gevaren had. Ik was grotendeels vergeten hoe kalmerend dat is. Niet vergeten ben ik de zenuwtoestanden die het binnen-en buitenvaren van een sluis geeft! Ik ben een zeer onhandig type en slaagde er destijds wonderwel in om de koorden elegant ver naast de aanlegpalen te gooien, om over een punaise te struikelen zodat ik te laat op de juiste plaats kwam en meer van die soort stommiteiten, tot grote ergernis van mijn toemalige schipper die vloekend en tierend het bootje trachtte aan te meren. Eénmaal viel ons bootje zonder brandstof op een nogal diep en breed water. Langs het water was een hoge dijk waar wandelaars genoten van een heerlijke rustige zomerdag. Hun rust werd verstoord door ons hulpgeroep en toen ze begrepen hadden dat we stuurloos en hulpeloos op het water dobberden, boden ze aan om ons met een toegeworpen koord naar de kant te trekken. De schipper hield de boot min of meer in bedwang en ik ijverde mij om een lang, dik koord naar de oever te werpen. Na drie, vier proberen lukte het mij om het koord tot op de oever te gooien. De hulpvaardige wandelaars pakten het koord en wilden ons naar de kant trekken, maar oeioei, helaas, ik was vergeten het touw aan de boot vast te binden. Verbluft keken de wandelaars naar het uiteinde van het touw in hun handen. Ik was vuurrood van schaamt om mijn stommiteit en de schipper paars van woede. Het is allemaal goed gekomen. De schipper is aan wal kunnen klimmen en kwam na een uurtje terug met een normale kleur en een bidonnetje benzine. Een andere keer hadden we motorpech en weer dobberden we hulpeloos en stuurloos op het water. Een zeer groot water; de Westerschelde, of de Oosterschelde, dat weet ik niet meer! In ieder gerval, het was beangstigend, hoor! Er kwam een grote rijnaak voorbij die hulpvaardig een koord naar ons dobberende 7 meter lange(korte) bootje wierp. Ditmaal was ik alert genoeg om het stevig vast te grijpen en ik bond het koord aan de reling van ons dobberende scheepje. Gelukkig, we waren gered. We zouden nog op tijd en voor donker bij de sluis zijn.. Maar, helaas, na enkele mnuten hoorden we "knap" en werd de hele reling van de boot gerukt. Statig voer de aak verder met in zijn kielzog een koord met een afgerukt, nietige relingske. Ja, toen ben ik toch wel even bang geweest. Mijn twee jongste kinderen waren mee. Ik ben een goede zwemster, maar twee kinderen in een groot, woelig water met stroming, veilig naar de overkant brengen, dat zou me niet lukken!!! Het angstzweet brak me uit, maar hoera, een redelijk grote plezierboot hielp ons uit de nood en bracht ons veilig naar het haventje. Dit en nog veel meer, zowel mooie als angstige voorvallen spookten door mijn hoofd toen ik afgelopen zondag voet aan boord van een 15 meter lange tjalk zette. Maar het werd een heerlijke dag; de zon scheen; op de groene bermen zaten vissers rustig naar hun dobber te kijken, groepen snaterende eenden vergezelden ons en Chiara, mijn labrador, zat gezellig naast mij naar de golfjes te kijken. Het aanmeren ging vanzelf; deze schipper had alles onder controle en ik gooide het touw zoals het moest. Niks struikelen, niks onhandig! Ik ben als wijn, ik word beter met de jaren!
Vandaag is er gelukkig niets speciaals gebeurd. Een gewone dag van het gewone leven in een ongewone stad, want dat is Antwerpen toch wel! Een paar keer met de hond gaan wandelen en op de Meir, bij de fontein Lange Wapper, heb ik even stilgestaan om de hond te laten genieten van het bruisende fonteinwater. Er is altijd wel een Japanner of Chinees met het fototoestel in aanslag om de capriolen van Chiara vast te leggen. Met een kletsnatte hond naar de kantkloswinkel gegaan om een kaartje met daarop de kathedraal in kant, te kopen. Mijn familie is dol op die mooie kaartjes. De mevrouw in de winkel keek zuinig naar mijn nat huisdier, maar Chiara gedroeg zich voorbeeldig en bleef netjes op de mat zitten. Ik zou naar het bosgrondje kunnen gaan, maar het weer is niet je dat en ik vind het rondslenteren in het oude stadscentrum van de stad aan de stroom best gezellig. Afgelopen zondag was het Monumentendag, het zonnetje scheen en samen met een vriendin heb ik een paar mooie interieurs gezien. Het thema was wonen en ja, we hebben prachtige woningen mogen bekijken; van binnen en van buiten. Sinds ik mijn woning heb verkocht en in een mobilehome woon, heb ik het soms best moeilijk. De hang naar een "gewoon nestje" blijft, maar de vrijheid die het leven in de Moby biedt, is zo aantrekkelijk, dat ik er nog niet toe kan komen mijn vrijbuitersleventje op te geven. Bovendien heb ik veel meer vrije tijd. Een huis onderhouden vraagt veel tijd en energie. Maar ja, een huis is ook een statussymbool, hè? Op astrologisch vlak is een mens dan in het dierenriemteken van de Steenbok aanbeland. De behoefte aan respect, aan zekerheid en degelijkheid. Streng voor zichzelf en voor anderen. Eindelijk, eindelijk is een mens aangekomen in het teken Steenbok; dat geef je toch niet zo gauw op! In Ram begint een mens aan het avontuur dat "leven" heet; in Stier beseft hij dat er gewerkt moet worden voor het dagelijks broodje (en de rest); in Tweelingen leert hij dat iedere mens anders in elkaar steekt; in Kreeft ervaart hij emoties, zeker familiale emoties; in Leeuw wordt hij een persoonlijkheid die graag de lakens uitdeelt; in Maagd wordt hij weer nederig en beseft hij dat het leven geven en nemen is; in Weegschaal tracht hij met een partner op te trekken; in Schorpioen verbijt hij zijn tranen omdat alles niet gaat zoals hij wil; in Boogschutter ziet hij eindelijk in dat het leven een groot raadsel is en in Steenbok is hij zover dat hij zich "settelt", er zich bij neerlegt dat het leven geen "lolletje" is en daar zit ie dan. Hij onderhoudt het gazon en zij doet de was en de plas. Ben je alleen achtergebleven, wel dan doe je het allemaal alleen... Het verlangen naar verandering onderdrukt men vanwege de omgeving, de buren, de familie, om de goede naam te behouden. Het teken Waterman = vrijheid, gelijkheid, broederschap, tja, dat zijn mooie woorden. Maar zou jij de deur van je mooie villa openzetten om je "broeder" binnen te laten? In principe moeten wij allemaal, hier in ons landje onze bezittingen delen met de broeders en zusters die het met minder moeten stellen. Ik vraag mij af of onze ministers dat ook doen? Zetten zij hun voordeur wijd open? Eten zij er een boterham minder om? Hebben zij angst voor een piepklein pensioen dat dikwijls veel kleiner is dan de som die een "broeder of zuster" ontvangt? Er zijn grote zielen die vrijwillig afstand doen van hun teveel. Je schijnt er gelukkiger mee te worden. Bij mij was het "het lot" dat mij heeft gedwongen de materiële wereld grotendeels achter mij te laten. Schoorvoetend ben ik het teken Waterman binnengegaan; het moest! De beloningen zijn o.a. de momenten in het bosje, als de ochtendnevels zich door de sparren boren en de vijver tot een sprookjesvijver omtoveren. Ik ben in die stralen gaan staan en heb er mijn handen aan gewarmd, in de hoop dat de warmte tot in mijn hart zou komen en.... het lukte. Grootse ogenblikken in de energie van de vrije Waterman; diezelfde grootse ogenblikken wanneer ik met een kletsnatte hond door de straten van Antwerpen dwaal. Gelukkig, tot het heimwee naar het vroegere leven toeslaat. In de energie van het volgende en laatste dierenriemteken, dat van de ootmoedige Vissen moet een mens alles loslaten; zijn aardse bezittingen, zijn familie, zijn ideeën, zijn hond, zijn bosgrondje, zijn zonnestralen, zijn verleden, zijn heimwee. In het teken van de Vissen gaat de mens terug op in de kosmische energie. Hij wordt een stofje in de ochtendnevel. Nee, laat mij dan voorlopig nog maar even strompelen in het teken Waterman; het zal wel wennen zeker?
Hier ben ik dan weer met een nieuwe mijmering. Wel een tijdje geleden dat ik nog in de gelegenheid was om met mijn blogje bezig te zijn. Maar ja, er gebeurt van alles. Ik ben ondertussen verhuisd met de Moby naar een mooi stukje bosgrond. Het is een zeer romantische plek. Er is een vijver waarin kleine kikkertjes dartelen en enkele waterlelies zorgen voor mooie schilderachtige plaatjes. Jammer genoeg bloeien ze niet, maar wellicht komt dat nog. Om de Moby op de grond te krijgen kwam er wel heel wat zwoegen en vloeken aan te pas. Enkele boompjes moesten het veld ruimen en met pijn in het hart zag ik ook een paar rhododendronstruiken tegen de vlakte gaan. Gelukkig zijn er genoeg bomen en struiken over en ik verheug me al volgende zomer wanneer de rgododendrons in bloei zullen staan. Enkele struiken hebben een tweede bloei. Mooi paars. Achter het bos beginnen de velden. Er stond mooi, mals, goud koren en er was een modderig aardappelveld. De boeren hebben er ondertussen hard gewerkt, want het koren is gedorst en de aardappelen zijn gerooid. Daarna heeft het er enkele dagen behoorlijk naar mest gestonken, maar nu liggen de velden er mooi geploegd en ge-egd bij. Klaar voor de volgende oogst. Wat is onze moeder aarde toch geduldig om iedere keer weer haar vruchtbare grond aan te bieden aan die altijd hongerige en hebberige mens! Het leven op het grondje is een totaal ander leven dan mijn leventje in Antwerpen. Zo zit ik heel alleen in de natuur te mijmeren aan een vijver en wip, zo wandel ik over de Meir in een multiculturele bevolking. Ik vind beide werelden boeiend, maar de rust en stilte in het bosje zijn weldoend. Antwerpen is zo druk; het verkeer is overweldigend; iedereen heeft haast en de ambulances en politiewagens laten de hele dag hun schrijnende sirenes loeien. Tja, ik woon vlak bij een ziekenhuis en dan kun je niets anders verwachten. In een grootstad gebeuren er alle dagen ongelukken. Ach, in het bosje is er ook een ongeluk gebeurd. In het oude, vermolmde hek had zich een heel klein vogeltje een nestje gemaakt. Toen we op een dag aankwamen met het lawaai van ronkende motoren, een blaffende hond en kwetterende mensen, vloog het diertje angstig weg. We onderzochten voorzichtig het nestje en we zagen drie, kleine gele bekjes die wijdopengesperd op voedsel zaten te wachten. Na een paar dagen was het nestje leeg. We zagen het moedertje af en toe nog wel eens heen en weer fladderen. Heeft ze haar kinderen verhuisd? Is er iets anders gebeurd? We weten het niet. Feit is dat het nestje op een gegeven moment leeg was. Zou een vogelmoeder net als een kattenmoeder haar jongen in hun nek grijpen om ze naar een veiliger plek te brengen? Ik heb daar nog nooit van gehoord, dus ik vrees dat onze komst ongewild een klein drama heeft veroorzaakt. Tja....het leven heeft harde kanten zowel voor de mens als het dier. Ik heb het daar moeilijk mee en ik zou heel graag willen dat ik er iets aan kon veranderen. Maar ik moet toegeven: ik ben een kleine mens; ik heb geen macht om nare zaken om te buigen naar mooi, en de "grote mensen" met macht blijken alleen maar aan de buitenkant aardig te zijn. "God is met ons", roept Bush iedere keer uit. Ik vraag me af of die man ´s nachts kan slapen. Hij heeft wel wat meer op zijn geweten dan een leeg vogelnestje.... Maar ja, het is zijn lot, en zijn leven, misschien wil hij het ook allemaal anders. Wat schreef Shakespear ook al weer? "Het leven is een schouwtoneel en ieder speelt zijn rol."
Dit is natuurlijk een idiote titel voor een mijmering, maar zo voelt het aan nu mijn boek "De oude man" vorm en kleur heeft gekregen. Het was een heel speciale ervaring om mijn roman voor de eerste keer in mijn handen te kunnen vasthouden. Eindelijk, na zoveel jaren, is het zover: er is een boek te koop dat ik geschreven heb. Als heel jong meisje droomde ik daar al van! Maar ja, dat jong meisje werd verliefd, trouwde en kreeg nogal vlug een aantal kinderen. Ik nam mijn taak als echtgenote en moeder zeer serieus op. Het moest allemaal perfect in orde zijn. Huis proper, kinderen proper, echtgenoot entertainen en niet onbelangrijk,een familiaal en sociaal vangnet dat een mens ook proper hoort te onderhouden... Veel verhuisd wegens de werkzaamheden van het gezinshoofd, geprobeerd zelf een carrière op te bouwen om wat meer centjes in de huishoudkas te krijgen en eindelijk zo rond de 40 jaar wat tijd krijgen om ´s avonds met een vriendin één keer in de 14 dagen naar een cursus te gaan. De vriendin was in aanraking gekomen met iemand die haar horoscoop was komen uitleggen en ze had het zo prachtig gevonden dat ze mij voorstelde om samen een cursus astrologie te gaan volgen. Ik vond alles best: een cursus bloemschikken, potten bakken, koken of borduren was voor mij ook goed geweest. Als ik er maar eens een avondje "uit" kon zijn! Het werd dus astrologie en na een paar lessen nogal lacherig en schaapachtig zitten zitten, begon ik er lol in te krijgen. Ik geloofde er totaal niet in, maar langzamerhand begon ik te ontdekken dat één en ander wel klopte. Ik begon de mensen rondom mij beter te observeren, herkende bepaalde karaktertrekken van de dierenriemtekens en begon mezelf ook beter te kennen en....te waarderen. Ik ontdekte mijn sterke punten (de zwakke punten waren al dikwijls onder mijn neus gewreven!), en ik kreeg stilaan meer respect voor mijn eigen zijn. Ik had tijdens mijn turbulente jeugd en jonge-vrouw-jaren, een groot minderwaardigheidcomplex ontwikkeld en begon in te zien dat dat helemaal niet nodig was. Kortom, ik bloeide open, zeker ook door de vriendschap van de medeleerlingen en oh, hoe zalig, met de mannelijke leerlingen kon ik gewoon praten zonder dat er een zoekende hand op mijn dijen werd gelegd of in mijn bloesje verdween... Na enkele jaren stond ik zelf voor de klas en gaf ik mijn astrologische kennis door; ik gaf voordrachten en maakte horoscopen. Kortom, ik was geheel onverwacht een astrologe geworden. Rare wending van het lot. Van het één kwam wel het ander; ik maakte kennis met de Tarotkaarten; ik kreeg kontakt met mijn "gidsen"; het paranormale slokte mij op en mijn drang tot schrijven werd naar de achtergrond gedrongen. Ik was zo gelukkig dat ik niet inzag dat mijn echtgenoot niet meer gelukkig was en ja, natuurlijk, er kwam een scheiding van. Ik viel in een diep zwart gat en al mijn ativiteiten waren op slag verdwenen. Een tweede partner hielp me weer op de been. Hij is trouwens de hoofdfiguur in mijn roman "De oude man", maar ik werd nooit meer dezelfde levensluchtige, zotte, dolle griet van vroeger. De oude man is overleden. Zijn leven was heel boeiend en ik heb boeiende dingen met hem meegemaakt en nu eindelijk, 12 jaar na zijn dood, heb ik een deel van dit boeiende leven op papier gezet. Door dit boek is hij weer een klein beetje levend geworden en ik heb het gevoel dat ik eindelijk mijn jeugddroom heb waargemaakt. Ik heb mijn ei gelegd en ik voel me er ongelooflijk goed bij. Ik heb al verscheidene reacties gekregen; men vindt het boek goed, mooi, spannend zelfs. Mijn oudste dochter had maar één opmerking: "Mamma, ik had zin in meer, ik wilde dat je boek uitgebreider was; ik blijf op mijn honger zitten!" Wel, als dat geen mooi compliment is!
Hallo seniorenblogland, Mijn eerste roman is onlangs verschenen bij www.boekscout.nl. Ik ben apentrots en hierbij schrijf ik het begin van mijn boek "De oude man". Van de uitgeverij mag ik 3 bladzijden aan de openbaarheid prijs geven; dus mag U nog een stukje verwachten en dan hoop ik dat ik Uw interesse voor mijn werkje heb gewekt. U kunt het bij boekscout bestellen of bij mij, dus mailen maar.......: -D
Hoofdstuk 1.
13 Oktober 1988. Antwerpen.
Een oude man staat voor het venster van zijn woning. Ongeduldig tokkelt hij met zijn vingers tegen het glas. Hij verwacht bezoek. Bij iedere tram die schuin tegenover zijn deur stopt, kijkt hij nauwlettend naar alle personen die inenuitstappen. Hij is een stipte man en het aangekondigde bezoek is al ruim 20 minuten te laat. Ze had aan de telefoon gezegd dat ze met de trein van 13u30 zou komen en dan ongeveer om 14uur bij hem zou kunnen zijn. Ze zou toch nog wel komen? Vrouwen zijn wispelturige wezens. Dat weet hij uit ervaring, want in zijn lang en bewogen leven speelden vrouwen een grote rol. Hij kon niet leven zonder een vrouw om lief te hebben en hij kan het nog niet. Daarom heeft hij onlangs een contactadvertentie geplaatst. Er kwamen wel enkele reacties, maar zijn hoge leeftijd wordt een steeds groter obstakel. Deze vrouw heeft naar zijn leeftijd niet gevraagd......maar ze komt wel te laat en dat ergert hem. In de jaren die voor hem liggen zal ze nog dikwijls te laat komen en het zal hem blijven ergeren, maar dat weet hij nu nog niet.
Een niet onaardige vrouw haast zich door de stad. Ze is te laat en ze weet het. Ze had natuurlijk een trein vroeger moeten nemen, maar ja, ze had vanmorgen haar bezoek aan die oude, onbekende man nog willen afbellen. Op het laatste nippertje heeft ze besloten dat ze dat toch niet kon doen. De man heeft zich waarschijnlijk al heel de week verheugd op haar komst. Hij had haar gezegd dat hij wist wat eenzaamheid betekende. In feite heeft het geen nut om naar deze afspraak te gaan. Maar hij had er zo op aangedrongen dat ze zou komen. Zeker toen ze op zijn vraag van welke muziek ze hield, ze haar pas ontloken liefde voor de muziek van Wagner opbiechtte. Ze heeft altijd gedacht dat ze niet muzikaal aangelegd is. Ze is een boekenwurm. Altijd geweest. Ze herinnert zich nog hoe dedirecteur van het weeshuis waar ze de eerste jaren van haar leven verbleef, haar op schoot tilde. Zij op de ene knie, en zijn zoontje, die haar speelkameraadje was, op de andere knie. Zo las hij hen voor uit mooie, grote boeken. Ze ruikt nog de fijne geur die uit de boeken opsteeg. Waarschijnlijk heeft de directeur van het weeshuis haar de liefde voor boeken bijgebracht. Marion houdt ook van de stilte. Haar man niet. Voor hem begint de dag met het aanzetten van de radio en meestal valt hij ´s avonds in slaap terwijl hij nog naar de muziek luistert. Hij houdt vooral van Amerikaanse songs. Sommige nummers kan ze wel waarderen, maar meestal vindt ze het maar lawaai. Ze heeft dikwijls gedacht dat er iets aan haar oren mankeerde, want die deden zo pijn van binnen bij het geschetter van de trompetten of bij het einde van zo´n song. Dan doen de zanger of zangeres en het orkest hun best om zoveel mogelijk decibels te produceren. Soms was er wel eens een brokje klassieke muziek in haar leven gekomen. Dan luisterde ze en was er een onbestemd verlangen om daar meer van te weten te komen. Maar ze werd er door omgeving om uitgelachen. En zoals met zoveel andere verlangens verborg ze ook dit verlangen. Ze legde het voorzichtig op debodem van haar ziel.
Met een paar vriendinnen was ze onlangs toevallig naar de opera gegaan. Wagner´s vijf uur durende Parsifal. Ze heeft lang niet alles begrepen, maar de muziek en het thema hadden haar diep beroerd. Haar vriendinnen hadden geklaagd over het lange stilzitten, maar Marion heeft van iedere minuut en iedere noot genoten. De stem aan de telefoon had wel jeugdig en vrolijk geklonken. Heel energiek ook. Gek eigenlijk, want hij had verteld dat hij meer dan vijftig jaar getrouwd was geweest en dat hij nu al een aantal jaren weduwnaar was. Dan moet hij minstens rond de zeventig zijn! Zelf is ze ook zo jong niet meer. Begin vijftig. Tot voor enkele maanden heeft ze daar niet bij stilgestaan. Als je gelukkig en gezond bent en druk bezig, denk je daar zo niet aan.
Na een tijdje afwezig te zijn geweest, ach ja, een mens heeft het af en toe te druk om z´n blogboek bij te houden, wil ik vanavond toch even mijn vreugde met mijn blogvrienden delen. Sinds enkele dagen staat mijn boek(je) : "De oude man" te koop op www.boekscout.nl. Het boek ziet er mooi uit. De buitenkant, kaft, in profesionele kringen wordt dit "de cover", genoemd, heb ik zelf geschilderd in een ijverige, artistieke bui (dat overvalt me soms). En nu maar hopen dat veel er veel mensen plezier aan beleven. Het plezier van het lezen. Zelf heb ik heel mijn leven heel veel boeken verslonden en het geeft een prettig gevoel om nu eindelijk eens terug te kunnen doen. En natuurlijk, ook ik heb een ego dat gestreeld wil worden (bij tijd en wijle toch!), dus ik hoop ook dat het boek in goed aarde valt.. Het kan net zo goed zijn dat het uitgeven van mijn boek een flop wordt en mijn ego voor de zoveelste keer gekwetst wordt. Dat zal ik dan maar rustig afwachten. Op dit ogenblik ben ik er erg blij mee..... De eerste bestellingen druppelen binnen en de volgende dagen/weken zullen best wel spannend worden/zijn. Ik houd U wel op de hoogte van het wel en wee van mijn schrijfstersdebuut in dit blogje. De Moby staat nog steeds in het groen van Linkeroever en het is hier echt gezellig. Mijn kleinzoon Jano is voor een paar dagen op bezoek. We hebben uren lang gewandeld (Jano op de fiets) en de hond en ik te poot. Met het gevolg dat zowel hond als Oma vanavond niet meer uit de voeten kunnen! Over enkele minuten ga ik met Jano "mens erger je niet" spelen. Dat is voor het moment zijn liefste spelletje. En ook voor mij is de titel van dat spelletje van toepassing. Ik denk erover om die spreuk boven mijn bed te hangen.
Het moest er van komen; het feest op de camping begint naar zijn einde toe te gaan. Dinsdag word ik uit het Paradijs verdreven. De reden waarom ik verjaagd word, is me niet helemaal duidelijk. Het woord reglement, duikt steeds weer op en gedane beloften worden niet meer herinnerd. Mijn buurtjes hier op de camping vinden het spijtig dat ik moet vertrekken. Ze begrijpen er ook niets van! Heel veel mensen mogen er 6 maanden blijven en ik moet weg na één maand. Nieuwe reglementen, en daar moet ik het mee doen. "U staat op de weg." Ik ga kijken en zie mijn wielen op het groene gras staan. "Vanwege de brandveiligheid. Er moet een meter vrij zijn tussen U en Uw buurman." Ik haal het lintmeter boven en meet aan voor-en achterkant meer dan een meter. Ik zie wel dat de koorden van buurman´s zonnetent eigenlijk op "mijn" terein staan en dat auto van de andere buur op ongeveer een halve meter ipv een meter tussen ons twee kampen staat te rusten. Nou ja, enfin, begrijpen wie kan begrijpen.... Normaal moest ik op 2e Pinksterdag de camping verlaten met mijn staart tussen mijn poten, maar via een "lange arm" heb ik toch toestemming gekregen het Pinksterweekend te blijven staan. Gelukkig maar, want in mijn enthousiasme en om mijn vakantie-geluk met familieleden te delen, had ik mijn zuster en haar echtgenoot uitgenodigd. Deze mensen wonen ten zuiden van Rotterdam, in de gemeente Kethel/Schiedam en we hebben de laatste jaren met ons drietjes heel veel gefietst en gewandeld in die prachtige, landelijke omgeving. Ik was dus blij om aan hun de mooie kant van Antwerpen Linkeroever te laten zien. De weergoden waren met ons, want het regende niet en af en toe liet een flauw zonnetje het Scheldewater schitteren en werd de skyline van Antwerpen Rechteroever helder belicht. We wandelden een heel eind langs de Schelde, over de grote, groene ligweide en langs de jachthaven met zijn vele grote en kleine plezierboten. En natuurlijk, hoe kan het anders, genoten we van een terrasje aan de Wandeldijk waar 's avonds nog een gezellige jaarmarkt was. En ´s avonds voor het slapen gaan hebben we urenlang gebabbeld over de grote en kleine gebeurtenissen in ons leven. Levens die zo verschillend zijn en ieder op zijn beurt boeiend. Zij, een gezellig keuvelend, lang getrouwd echtpaar en ik de rebelse, gescheiden vrouw. Zij in een keurige flat op de negende verdieping van een flatgebouw, ik in een rijdend huisje, dat van her naar der wordt gestuurd. Eerst stond ik met de Moby op de kaaien in de buurt van het museum "Antwerpen miniatuur". De gemeente Antwerpen die jarenlang een gedoogbeleid had gevoerd omtrent de mobilhome-wereld, stond op een gegeven op zijn achterse poten en dreef iedereen van de kaaien met verkeersborden waar niemand iets van snapte, maar weg moesten we. Enfin, ik belandde hier en daar in het Vlaamse land, maar ondervind dat er iedere keer een kink in de kabel komt en ik weer het hazenpad moet kiezen. Zo ook nu weer, maar ik laat het niet aan mijn hart komen. De vrijheid is toch erg leuk. En ik ontmoet op deze manier heel veel mensen met allerlei andere achtergronden en iedereen heeft zo zijn belevenissen te vertellen. Mijn twee naaste buurtjes/echtparen hier op de camping hebben me al uitgenodigd om veel bij hen op bezoek te komen. "Je wordt wel door "de reglementen" weggejaagd, maar ze kunnen ons niet verbieden jou en je hond hier op ons plekje uit te nodigen! In plaats van blij te zijn dat ze zo´n nette dame met zo´n mooie mobilehome op hun camping hebben, komt er misschien weer zo´n tentje met luidruchtige (soms dronkenlui) naast ons staan. Dat doet me denken aan een voorval van enkele dagen geleden. Ik liep samen met de hond naar de toiletten/douches en kwam voorbij ruziënde mensen. Nou ja, dat gebeurt overal, niet leuk, maar ja, het is een menselijk gebeuren. Maar wat niet dikwijls gebeurt, enfin, toch niet in mijn leven, is, dat één van de ruziënde mannen een revolver richtte op een duidelijk bange man. In een flits besloot ik om niets of niemand gezien te hebben en liep ik uiterlijk rustig verder tot om de hoek waar de toiletten zijn. Ik riep de schoonmaker van dienst en vertelde hem mijn wedervaren en hij beloofde mij om het aan de receptie te melden. Ik vond het een nare ervaring en die avond en nacht, ik was alleen, heb ik écht niet goed geslapen. Je ziet alle dagen geweld op de televisie en je leest het in de krant, maar als het zo dichtbij je komt, is dat een schokkend iets. Het is een beeld dat ik nooit meer zal vergeten. Het is op mijn netvlies gebrand. Ook de angst op het gezicht van de bedreigde man zal ik niet vlug vergeten. Het leven hier op de camping gaat zijn gewone gang. Het is er vredig en stil. De vakantiegangers genieten van de natuur, de zon (als die al schijnt), ze doen een barbecuetje, rijden het gras af rond hun tent of caravan en lezen uitgebreid hun krantje of ze doen lange of korte schoonheidsslaapjes. Natuurlijk zou ik liever nog dat beloofde maandje blijven staan, maar aan de andere kant..... Misschien heeft het één met het ander te maken?
Het feest van het kamperen op de linkeroever van Antwerpen gaat maar door. De zon is af en toe wel even verdwenen. Een weldoende regen maakt de dorre grasweiden rond de camping weer fris groen. De lente met al zijn geuren en kleuren wordt er nog mooier door. Alleen is het ´s avonds nog stiller geworden. De mensen blijven in hun camper, mobilehome of tent en het geroezemoes van feestvierende en van barbecuesmullende mensen is niet meer te horen. Wel is er afgelopen weekend juist naast de wieken van de molen een nieuwe club geopend. Het schijnt dat het lidgeld 2500 Euro is en dat geeft de clubleden blijkbaar de toelating om tot diep in de nacht een enorm kabaal te maken! Soms begrijpt een mens de hersenkronkels niet die de leden van het gemeentebestuur het besluit lieten nemen om toestemming te geven een oase van rust aan de Scheldeboord, te doen verstoren door een oorverdovend lawaai van muziek, knetterende auto´s en schreeuwende mensen.... Ik kan er met mijn pet niet bij! Tijdens de dagen en het week-end voorafgaandelijk aan de opening, werd er koortsachtig gewerkt. Het getimmer en geklop was nog redelijk, maar de graafmachines, daar kon een mens niet naast luisteren. Er verscheen een zwembad, een parking, een verhoogd terras en tot slot kleurige parasols. In een minimum van tijd was de klus geklaard en dan moet je weten dat bij mij om de hoek, in het centrum van Antwerpen, enkele tunnels en trappen er nog even desolaat en onafgemaakt bijliggen als verleden zomer. Begrijpe wie begrijpen kan! OK. Ik zit een beetje te zeuren. Maar het viel vandaag dan ook allemaal een beetje tegen. In het Provinciehuis uren staan, lees moeten, aanschuiven voor een nieuwe electronische identiteitskaart, die ons allemaal wordt aangesmeerd! De computer was namelijk uitgevallen, en toen ik eindelijk thuis kwam stond ik tot mijn enkels in het water. De slang van de wasmachine was gesprongen. En maar dweilen, jongens. Met rugpijn terug naar de Moby, niet meer te voet, daar had ik de energie niet meer voor, maar met het openbaar vervoer. Tja, en degenen die regelmatig van het openbaar vervoer gebruik maken, weten dat dit gebruik doorgaans een grote portie ergernis met zich meebrengt.... Ik denk dat ik te voet vlugger op de camping was geraakt. Ondanks alles vind ik het nog steeds een feest om hier zo in het groen te kunnen bivakkeren... Het regent gestaag, maar zachtjes, de parasols op het verhoogde terras onder de wieken van de molen, staan ingeklapt, ze zien er verlept uit. Er heerst stilte. Het zwembad ligt er verlaten bij. Moet ik nu hopen op de terugkeer van de zon of dat het nog even blijft regenen? Ik weet het ècht niet.
Het zomert nog altijd op Antwerpen linkeroever en over geheel België. De weergoden zijn ons gunstig gestemd! De rust hier is nog niet verstoord; alleen de tromroffelende man op de kaaien aan de overkant laat zich af en toe eens horen. Vreemde man eigenlijk, die met het tromgeroffel. Ik heb hem verschillende malen bezig gezien toen ik met de Moby voor enkele weken op de kaaien stond, alvorens door boze politiemensen te worden weggejaagd. Men heeft me destijds ook enkele boetes toegezonden, maar tot nu toe heb ik ze niet betaald en word ik er ook niet aan herinnerd. Ach ja, die agenten deden ook alleen maar hun job! Het gemeentebestuur wist niet precies raad met de parkerende mobilehomes en ze weet het nog niet.....iedereen heeft een ander verhaal. Ik vraag me af welk verhaal de tromroffelende man over het Scheldewater wil laten klinken. Het is in ieder geval heftig en ritmisch, vast en zeker een liefdesverhaal. Een vreemde man alleszins om op die manier bezig te zijn. Maar ja, ze noemen mij ook een vreemde vrouw, een "rare", schreef één van mijn seniorenblogvrienden. En vertrouwde hij me toe: "ik ben een beetje bang van astrologen en kaartlegsters!" Die angst voor het onbekende is normaal. In de middeleeuwen werden mensen zoals ik op de brandstapel gezet. Weg ermee! Vooral de machtshebbers en de kerkdienaars waren zeer ijverig met "de heksen" te martelen en te doden. Ik begrijp volkomen waarom, hoor! Als een mens zich begint te verdiepen in de zogenaamde paranormale zaken, wordt hij slimmer. Hij wordt als het ware wakker uit een diepe hypnotische slaap die door de machtshebbers over de kleine mens is uitgesproken.. Zo heeft hij niet in de gaten dat hij zich uit de naad werkt om kerk en staat nog rijker en machtiger te maken! Tegenwoordig mag een mens een autootje hebben en af en toe op vakantie gaan, maar de luxueuze boot op de oceaan is voor hen! Evenals de kastelen, de kaviaar, de champagne en de diamanten. De angst voor de paranormaal begaafde mensen wordt er nog steeds ingestampt en toch, U zult het vreemd vinden, ook de hogere klasse vindt af en toe de weg naar een astroloog of kaartlegster... Ik liep vanmorgen langs de vele boten in de jachthaven. Tjokvol is dat haventje. Ik begon mij af te vragen waarom er maar zo weinig mensen waren die met hun boot het ruime sop kozen. Zo´n boot kopen en onderhouden is een dure grap. Ook het liggeld is niet voor de poes! Ach ja, dacht ik toen, achter iedere boot zit een verhaal. Van mensen, van hun handel en wandel, hun doen en laten. Wie weet wat een ontroerende en spannende verhalen er achter iedere mast steken. Een klein vonkje van mijn eens zo grote ambitie om journaliste te worden, deed zich gevoelen. Graag zou ik willen uitzoeken wie de eigenaars zijn en waarom ze op zo´n mooie dagen niet op hun boot zitten te genieten. Maar ik doe het lekker niet. Vandaag geniet ik van mijn vrijheid, van de zon, en van mijn zwemmende Chiara (hij plonste toch wel ineens tussen de boten en de eenden het jachthavenwater in). Voorlopig heb ik van mijn clienteel genoeg verhalen gehoord en mijn eigen levensverhaal, mensen, ik heb er mijn handen aan vol! Straks koop ik een trommel en laat mijn verhaal ook over de Schelde roffelen, maar nee, ik neem in gedachten liever een duif en laat ze in stilte wegvliegen. Ik ga eens zien of ik een witte vredesduif kan vinden...ergens moet hij op me wachten. Niet?
De laatste keer schreef ik in mijn mijmeringen dat er weer zo veel gebeurd was. Eén van die gebeurtenissen is dat ik de lugubere parking heb verlaten. Vraag me niet waarom. De reden kan ik U niet vertellen, maar soms is de werkelijkheid nog èchter dan in de grootste fantasie.
Holderdebolder gingen we op pad om een nieuwe stek te zoeken.
Voorlopig staat de Moby voor 2 maanden op de linkeroever in Antwerpen. Het is gelukkig prachtig weer. De zon schijnt vrolijk over het Scheldewater waarin Chiara zwemt als ware ze een vis. Ze wordt maar niet moe om de stokken die ik in het water gooi, driftig achterna te zwemmen en weer voor mijn voeten te leggen. Aan haar smekende ogen die om nog, nog, bedelen, kan ik niet weerstaan. Zo houdt ze me wel een tijdje bezig.
Ik luier, geniet van de zon en de aanstormende zomer, die veel te vroeg ons land binnenvalt.
Het groen in de bomen zie je groeien terwijl je ernaar kijkt en de kaarsjes in de kastanjebomen geuren, geuren .. Een mens wordt er dronken van!
Het is hier heel rustig. Af en toe stoomt een boot met veel lawaai voorbij en staat er iemand op de kaaien aan de overkant op een trom te roffelen. Verkeer is hier maar weinig.
Merels, kraaien en eksters komen de broodkruimels voor mijn Mobydeur oppikken, soms voor de neus van een paar brutale eenden die zich aan land wagen. De beestenbende maakt dan ook lawaai, maar dat klinkt me als muziek in de oren!
Ik ben al een paar keer naar het centrum van Antwerpen gewandeld. Ik doe er juist drie kwartier over. De kathedraal begeleidt mijn stappen met ieder kwartier van zich te laten horen. Het is goed om zo langs de Scheldeboord te kuieren in de vroege ochtend. Aan de overkant ligt Antwerpen nog in ochtendnevels te sluimeren, denk ik, totdat ik uit de voetgangerstunnel stap en zie dat er wel degelijk al leven in de brouwerij is.
Chiara trippelt mee en trekt me als eerste de lift van de St.Annatunnel in. Tot ongenoegen soms van de fietsers die ze brutaal voorsteekt. De hond vindt het blijkbaar prachtig om door de tunnel te lopen. Ze heeft wel de vervelende gewoonte om regelmatig in de tunnel haar grote boodschap te doen. Dan moet ik in de weer met wc-papier en plastiek zakjes. Ik stel me dan zo voor dat ergens, in het bureau met de camerabewaking van de tunnel, mensen zitten te ginnegappen om mijn onhandig gestuntel.
In Antwerpen aangekomen, op de Vaartplaats, trekt Chiara me ook weer als eerste buiten, maar voor de rest loopt ze heel netjes naast me en is zeer gehoorzaam.
Ik vind het een aangename verandering en ik ben nieuwsgierig waar ik straks terechtkom met mijn Moby, want dit liedje is te mooi om waar te zijn. Totale vrijheid, de Schelde in al zijn pracht, het silhouet van Antwerpen, de kathedraal met zijn uurwerk van goudschittering en zijn beierende klanken die samen met het golvende water naar me toe deinen, de kastanjebomen in volle bloei, merels en eenden voor mijn deur, Chiara´s snuit terwijl ze zwemt, met natte snorharen waardoor ze op een otter lijkt, zon, veel zon en stilte, veel stilte. Kan een mens nog meer verlangen?
Het is al weer een tijdje geleden dat ik nog toevoegde aan mijn blog. Maar ja, er gebeurt ook weer zo veel!
Ten eerste ben ik bezig met de taaie voorbereidingen van mijn boek: De oude man. Schrijven is een toffe bezigheid en toen ik hoorde dat er een uitgeverij bereid was om het boek uit te geven, was ik natuurlijk heel opgetogen en tevreden. Zoals aan alle dingen zijn er aan het uitgeven van een boek ook negatieve kanten, zoals o.a. de typefouten opsnorren en wegwerken.
Ik schrok me een bult toen ik mijn schrijfsels in de door de uitgeverij gemailde format had "geplakt". Het krioelde van de rode streepjes die mij er op wezen dat er een fout was!
Na uren zwoegen verdwenen stilaan de "rode lichtjes" en verschenen en grijze en groene onderlijningen. Nu mocht ik zelf kiezen of ik die ook wilde laten verdwijnen. Deze onderlijningen gaven geen fouten aan, maar wezen op eventuele verkeerde zinswendingen, enfin, hetgeen de zoekmachine "verkeerde zinswijzingen" vond. Nu moest ik brainstormen of ik de zin wilde veranderen of dat ik "toevoegen" moest aanstippen. Dat gaf mij toch wel een heleboel kopzorgen....
Ondertussen was het Pasen geworden, met alle familiale, maar toch wel aangename verplichtingen. Ook al wil een mens zich creatief bezig houden, je blijft moeder, grootmoeder, vriendin en familielid. Dan blijft de laptop dus gesloten en houden we ons bezig met familie en het paasgebeuren.
De tweede week van het paasverlof, zijn we weer naar onze boer Jan in Dalfsen gereisd.
Op zijn groot boerenerf stond ons huis op wielen veilig, en vlak bij een prachtig bosgebied.
We waren verleden jaar in November ook al bij boer Jan geweest. Toen was het bos doordrongen van een kruidige paddenstoelengeur, plukten we pollen donkergroen mos en raapten we herfstbladeren en dennenappels op om tot mooie kunststukjes te verwerken.
Nu hing er een sprookjesachtige lentestemming tussen het nieuwe, tere groen. In November was het er doodstil; nu kwinkeleerden de vogels dat het een lieve lust was!
Op de boerderij was het ook duidelijk dat er een nieuwe lente was gekomen. Er stonden veel pasgeboren kalfjes in de stal en op een ochtend vroeg werd ik door Brigitte gewekt met de vraag of ik een kalfje geboren wilde zien worden. Natuurlijk wilde ik dat. Haastig scoot ik mijn kleren aan en rende naar de koeienstal. De hoefjes van het kalfje staken al uit het moederlijf toen ik aankwam. Moeder koe gaf geen kik. Haar vriendinnen stonden rond haar en keken toe.
Later legde boer Jan mij uit dat "het kudde-gevoel" heel belangrijk is voor een ontspannen bevalling.
Op school leer je dat een koe een kuddebeest is en je slikt dat als zoete koek; iets begrepen van wat dat kudde-gevoel inhoudt, heb ik nu van boer Jan geleerd!
Even later kwam het kalfje dampend en vlot uit het moederlijf. Moeder koe mocht haar kind schoonlikken en ging even later alsof er niets gebeurd was met haar zusters de wei in.
Het kalf ging naar een box. Daar heb ik het als stadsmens wel even moeilijk mee gehad!
Met meer respect dan vroeger drink ik nu mijn beker melk.
Boer Jan legde mij uit dat het kalfje speciale voeding kreeg; de melk die eigenlijk voor hem bestemd was, gaat naar de mens.Tja.
Het was een mooi, groot kalf. De ogen van boer Jan schitterden toen hij zei: "Ik ben vandaag een gelukkige boer! Het is een prachtbeestje en de bevalling is goed verlopen.En ook moeder koe stelt het goed!"
Voor we weer naar Antwerpen vertrokken, ben ik nog even de "kinderkamer" binnengegaan om afscheid van het diertje te nemen. Het stond parmantig op zijn ranke pootjes en slobberde met veel genoegen van het brouwsel dat aan zijn boxje hing. Ik hoop dat het een mooi koeienleven tegemoet gaat!
In ieder geval is boer Jan een man met een hart voor zijn dieren, dat zie je zo!
Als we wegrijden plagen we hem: "Zorg goed voor je 50 vrouwen, hè!"
Hij blijft ons nog lang nawuiven, want ja, zo´n leven op een afgelegen boerderij kan wel eens stil zijn!
Zover ik begrepen heb hebben zijn kinderen geen zin om de boerenstiel van hun vader voort te zetten. Zij studeren, zitten achter de computer en dromen van een andere toekomst.
In mijn stadstuin van vijf meter op zeven bloeit deze dagen het nieuwe leven in de vorm van een gele narcis. Door de wind wiegt hij zacht heen en weer. Het lijkt een lieve groet, keer op keer. De lente doet goed! In mijn stadstuin van vijf meter op zeven probeer ik ondanks alles, verder te leven, alsof er niets aan de hand is!
In mijn living van vijf meter op zeven staar ik deze dagen naar het beven van een land onder oorlogsgeweld! Mijn tévé braakt gruwelbeelden uit; spuwt ze ruw en brutaal in mijn leven... Ik zit verwezen. Raketten scheren rakelings langs mijn wezen. Clusterbommen tintelen op mijn huid. Een weerloos mens tussen machtshebbers gekneld.
In mijn stadstuin van vijf meter op zeven geeft de gele bloem kleur aan mijn leven. Een vlam van hoop in dit dom bestaan waarin mensen doden om geld en macht. Niets geleerd van het verleden.... Pasen wordt verwacht. Een nieuwe lente, een nieuw geluid, liefst vrede.... In mijn stadstuin heb ik stil gebeden: Laat alstublieft in Irak de narcis der vrede ontstaan!
Mijmeringen over één jaar bloggen bij SeniorenNet.be
Hallo lieve bloggers en blogsters,
Volgende week dinsdag, 27 maart a.s. is het precies een jaar geleden dat ik de bloggerswereld indook! En ik heb het me niet betreurd. Het is een leuke bezigheid en de groetjes die we onderling uitwisselen zijn hartverwarmend. In de eerste plaats wil ik hierbij nog eens alle mensen bedanken die mijn blogje bezocht hebben en mij soms mooie complimenten gaven! Dat gaf de moed om door te gaan. Volgende week verwacht ik ook de 5000ste bezoeker en ik denk dat dit best een sukses mag zijn. Het doet me plezier dat de blogsters en bloggers mijn schrijfsels graag lezen en waarderen. Door dit actief bezig zijn met op de computer te schrijven, heb ik een manuscript van een boek dat ik in verloren, maar mooie uurtjes geschreven heb, voltooid, en naar een uitgever gezonden. En laat het nu uitgegeven worden! Ik ben ècht blij dat het manuscript "mooi en boeiend" is bevonden en in boekvorm wordt gegoten. Het boek draagt de titel: De oude man. In "De oude man" wordt grotendeels het levenspad beschreven van een man wiens leven sterk wordt beïnvloed door de 2 wereldoorlogen. Liefde, lust, sexualiteit, oorlogen, verdriet en pijn, spelen zich af tegen de achtergrond van 2 grote havensteden, nl. Antwerpen en Rotterdam. Ach, liefde, lust, pijn en verdriet, het zijn zaken waar iedere mens mee wordt geconfronteerd, maar zij brengen de oude man aan het einde van zijn leven in een onverwachte crisis. Niets in het felbewogen leven van deze man bracht hem van zijn stuk. Hij bleef overeind met een grenzenloze taaiheid. In Antwerpen geboren als kind van duitse, hoogbeschaafde joden, ziet hij zijn familie uitgemoord worden, ziet hij het door zijn vader gestichte en door hem grootgemaakte bedrijf in puin vallen. In de eerste wereldoorlog vluchten zijn ouders naar Rotterdam. In de tweede wereldoorlog vlucht hij zelf als volwassen man met vrouw en kind naar Amerika. Zijn grootste liefde echter, namelijk zijn liefde voor de kathedraal van Antwerpen, en voor gans Antwerpen, drijft hem terug naar zijn geboorteland. In de laatste 7 jaar van zijn bewogen leven, beleeft hij een mooie romance met een vrouw die zich bezig houdt met astrologie en andere paranormale activiteiten. Zij boeit hem mateloos totdat hij ontdekt dat...
Tja, het frappante einde, ga ik hier niet verklappen, hè!
De uitgeverij heeft mij verzocht om hen een aantal E-mail-adressen toe te sturen naar wie zij een E-mail mogen sturen waarin "De oude man" gepromoot wordt. Deze E-mail is louter en alleen op te vatten als reclame voor hun uitgeverij en mijn boek wordt in het zonnetje gezet. Het is zeker geen aankoop-verplichting!
Ik zou het prettig vinden moesten er onder mijn blogvriendinnen en blogvrienden enkelen zijn die mij hun E-mail-adres zouden willen doorgeven. Daarvoor alvast mijn beste dank.
Tot slot wens ik hierbij aan iedereen een prettig week-end. Ik zit in mijn studioke in Antwerpen te schrijven en niet op mijn lugubere parking in de Moby en..... nu ga ik een paar boekwinkels bezoeken om mijn boek te promoten! Leuk!
Hoe wijzer een mens wordt, des te zwijgzamer wordt hij. Het gekibbel en geroddel verstomt. Men heeft uiteindelijk begrepen dat vrede en harmonie slechts worden bereikt door tolerantie en begrip voor elkanders anders zijn. Na het dierenriemteken van de wijsgeworden Boogschutter kan de mens in de energie van het volgende teken komen, het tiende teken van de sterke Steenbok. Vermaard om de onbuigzaamheid, de degelijkheid, het plichtsbesef, de ambitie om een nuttig lid van de maatschappij te worden. Hier wordt de mens eindelijk een beetje volwassen. Er is begrepen dat het leven geen "lolletje" is en dat, wanneer men iets wil bereiken in het leven, kinderachtige fratsen en zielig-doen overboord dienen te worden geworpen. Een gevoel van eenzaamheid breekt door. Weinig mensen kunnen nog maar volgen. Vrienden worden zeldzamer, want men wordt als saai en degelijk beschouwd. Het teken Steenbok is een teken van inwijding. De berg naar Mens worden is beklommen. Op ranke pootjes staat daar het dier de Steenbok, op eenzame hoogte, de grote kudde blijft achter in de vallei waar het goed grazen is, waar het gouden kalf kan worden aanbeden. Het principe van de Steenbok is onafscheidelijk verbonden met de begrippen degelijkheid, vasthoudendheid, stiptheid, correctheid. Kortom, men vindt daar een streven naar volmaaktheid. Om door die en met die volmaakte eigenschappen de berg te beklimmen tot aan de hoogste, soms onbereikbare top. Een alpinist heeft hoogstwaarschijnlijk een grote dosis avontuurlijkheid in zijn karakter (Boogschutter!), maar zonder de hierboven omschreven eigenschappen zou hij binnen de kortste keren in een ravijn storten. Het avontuurlijke moet samengebundeld worden met de kundigheid van het dier de steenbok zoals het met zijn talenten kan overleven in zijn natuurlijke omgeving: de hoge en gevaarlijke bergen. Dit dier is trouwens niet voor niets als symbool gekozen voor het dierenriemteken Steenbok, juist zoals alle andere astrologische figuren voor hun specifieke eigenschappen gekozen zijn, zoals bijv. de Ram en de Stier en de Schorpioen. Het menselijk gedrag wordt min of meer vergeleken met de uitingsmogelijkheden van deze dieren. Het verschil tussen de mens en het dier is dat de mens de uitingsmogelijkheden heeft van èn de schorpioen èn de leeuw èn de steenbok om er maar enkele te noemen en dat het dier daar niet toe in staat is. Zoals een kameleon bliksemsnel kan veranderen van kleur, al naargelang zijn omgeving, kan de mens bliksemsnel veranderen in zijn gedragspatroon. Krijgt een mens in een bepaalde situatie zijn prooi (lees zin) niet, dan kan hij gaan brullen als een leeuw, gaan stampvoeten als een stier en....achter onze rug om een behoorlijke steek onder water geven (schorpioen). Daarbij kan hij tegelijkertijd het liefste snoetje trekken van de reine maagd en de charmes ten toon stellen van de harmoniezoekende weegschaal. Om de berg van het leven te beklimmen, om triomfantelijk boven op de top te mogen staan zwaaien met de overwinnaarsvlag, gesymboliseerd (meestal) door een sjieke villa, een dikke auto, een borst overladen door eretekens, en met minstens een welgevulde (ministers)-portefeuille in de begerige hand, hanteert de ambtitieuze mens doorgaans ijverig de eigenschappen van het stug-omhoog klimmend steenbokje. Voorzichtig, diplomatisch, iedereen opzijduwend, uitgekiend tot op de milimeter, benut dit dier met zijn behendige, dunne pootjes iedere richel, iedere oneffenheid van de te beklimmen berg. Geen tijd om nog te spelen in het Tweelingen-principe of om met "de Boogschutters en Stieren" te genieten van de goede dingen des levens. En.....hij hangt weer, maar nu aan de status, de verplichtingen, de zorgen, aan de wetten, en uiteindelijk aan de machtshebbers die hem naar hun hand hebben kunnen zetten!
In mijn mijmeringen over de Tarotkaart nummer 12 die als titel "de gehangene" draagt, ben ik blijven "hangen" bij het Weegschaal-principe dat onafwendbaar wordt opgevolgd door het zeer intens voelende teken van de Schorpioen. In het teken Weegschaal is de mens overtuigd van zijn gelijk: zo moet de vrede, de harmonie en de schoonheid eruit zien en zo moet een mens dus leven. In het teken Weegschaal gaat de mens met schade en schande ontdekken dat het heel moeilijk is om de eigen vrede te vinden te bewaren, want wat blijkt nu? Soms, of eerlijk gezegd "meestal" heeft de medemens een andere kijk op de dingen en andere idealen over schoonheid, harmonie en vrede. De innerlijke vrede en harmonie in jezelf kan dus eigenlijk alleen maar gevonden worden door "het botsend" contact met de andere mens. Keer op keer wordt het Weegschaal-principe teleurgesteld in zijn vrede-brengende missie. Integendeel, het brengt meermaals twist teweeg! De bemoeienissen van Weegschaal worden niet op prijs gesteld. De andere mens beleeft immers vrede en harmonie op een heel andere wijze. "Dat kan niet zijn", zegt het Weegschaal-principe. "Luister nu eens even goed naar mijn woorden. Ik wil geen ruzie maken, maar ik vind toch dat....." en de discussie is op gang! Het achtste teken, het geduchte teken van de vechtlustige, moedige Schorpioen verschijnt ten tonele. Scherpe woorden en scherpe wapens worden in het strijdtoneel geworpen. Ieder wil zijn gelijk halen. In één klap wordt soms een heel bouwwerk van goede bedoelingen vernietigd en vriendschappen gaan roemloos ten onder! Aan beide kanten lopen de emoties hoog op. Het achtste teken is de draak met duizend koppen. Iedere kop sist en blaast, verschroeit de tegenstander. Het achtste teken is dan ook verbonden met de dood. Met het einde. Het teken Schorpioen is in onze horoscoop geplaatst om te verschroeien hetgeen de mens in de weg staat. Hetgeen hem hindert. Hetgeen belemmert. Met de kracht van het dierenriem teken de Ram vecht de mens zich een weg door het leven. Open en eerlijk, naïef, en stoot daarbij soms zijn kop. Denk aan de stormrammen uit vroeger tijden waarmee men bij weerstand de stadspoorten openbeukten. Met de kracht van het teken Schorpioen gaat de mens een stapje verder. Hier is geen naïviteit meer te bespeuren. Bij tegenwerking worden we sluw, slinks, wraakzuchtig en jaloers. Het is de scherpschutter van de dierenriem. Judas die Christus verloochent voor 20 zilverlingen en zich daarna uit wanhoop en spijt van het leven berooft. Op het schilderij van Leonardo Da Vinci: "Het Laatste Avondmaal", zit Judas als enige persoon in de schaduw. Eén hand omklemt de geldbuidel, de andere hand stoot het zoutvat om. Tussen haakjes, zout zuivert! En toch is ook de Judasfiguur noodzakelijk in het Christusverhaal! Zonder Judas´ tussenkomst zou "De Verrijzenis" niet kunnen plaatsvinden.In het dagelijk bestaan heeft de energie van het teken Schorpioen wel degelijk een zeer waardevolle functie. Het is als het mes van de chirurg die het kankergezwel wegsnijdt, waardoor de gezonde cellen weer kunnen ademen. Zoals na een fikse onweersbui de atmosfeer weer gezuiverd is! Ook in ons leven verschijnt af en toe een soort "Judasfiguur". Pijnlijk, zulke ontmoetingen, maar door de pijn heen kunnen we leren, groeien en tot meer bewustzijn komen. We herrijzen ook op een zekere manier... De mens haalt opgelucht adem. Schorpioen zuivert en geneest. Een nieuw begin is mogelijk. Na de strijd, na de woordenwisseling, na het conflict, kan weer worden gepraat, gecommuniceerd, maar dan wel op een hoger niveau. Het niveau van de Boogschutter, want dit teken volgt het teken Schorpioen op in de dierenriem. Het negende teken van de dierenriem is verbonden met wijsheid, met verkregen inzichten. Op de tekening van het symbool Boogschutter staat doorgaans een centauer afgebeeld. Half mens, half paard. De mens die zijn lagere instincten tracht de teugels aan te doen, te beteugelen. Boogschutter is halfweg in die opdracht. In het teken Boogschutter leert de mens zwijgen over zijn opvattingen en het is daarom dat zo veel "Boogschuttertypes" grote praats hebben! Tegenstrijdig? Jazeker. Totdat begrepen wordt dat woorden losgebroken paarden zijn die nooit meer in de stal kunnen terugkeren. Spreken is zilver; zwijgen goud!
In deel 2 van de gehangene was ik ge-eindigd met te schrijven dat we weer terug bij kaart 12, "de gehangene" waren aangekomen! Men ziet de lichtkrans rond zijn hoofd. Men ziet de serene uitdrukking op zijn gelaat. De gehangene heeft zijn vrede, rust en harmonie bereikt. Hij berust erin dat niet alles gaat zoals hij wil en dat niet iedereen hetzelfde behoeft te denken over het leven, de liefde, de politiek, de religies en alle ander grote vraagstukken van het bestaan hier op aarde. Deze berusting geeft hem rust en hij laat zich gewillig hangen in zijn bepaalde situatie. Nu zult U waarschijnlijk zeggen: "hé daar, Marijcke Cauwe, hier klopt iets niet! Het teken Weegschaal, het teken van de vrede, is het zevende teken van de dierenriem en ineens in grote sprongen bent U bij nummer 12 belandt. Hoe zit het met de dierenriemtekens tussen de cijfers 7 en 12? Slaat U die zo maar over? Ach lieve mensen, ik wou dat dat kon! Wat zou het leven dan gemakkelijk zijn! Maar U weet toch dat wij mensen ongelooflijk eigenwijs(Ram) zijn; ongelooflijk koppig(Stier); ongelooflijk dualistisch(Tweelingen); ongelooflijk over-emotioneel(Kreeft); ongelooflijk hoogmoedig(Leeuw); en ongelooflijk kritisch(Maagd)! De werking van de dierenriem is volmaakt; de mens, helaas, kan de energieën van de dierenriem nog niet aan! De volgende 6 dierenriemtekens stuwen de mens naar deze volmaaktheid; als hij wil.... En kijk hoe mooi de dierenriemtekens en de Tarotkaarten samenwerken: na kaart 12 "de gehangene" volgt kaart 13 en wie staat op kaart 13 afgebeeld? Juist, de man met de zeis, Pietje de dood! En welk dierenriemteken volgt het teken Weegschaal op? Inderdaad het teken Schorpioen dat verbonden is met dood, transformatie en wederopstanding.... De man met de zeis komt verschillende malen op zijn wit paard in ons leven voorbij; verschillende malen in ons leven worden we de grond ingeboord en moeten we de kracht vinden om weer op te staan. Zodra er een zekere rust in ons leven is gekomen, komt dat gevreesd heerschap voorbij en snijdt het touw door waarmee we aan de boom hangen. Met een harde plof komen we weer terug in de realiteit en worden we voortgestuwd, naar verdere ervaringen, naar verdere groei. Willen of niet, vooruit.... Personen met een zeer sterke wil, verzetten zich tegen deze transformatie. Hoe sterker de wil, des te meer verzet tegen de stuwende krachten die de mens in nieuwe situaties voert. Iedere ziekte is een verzet, zelfs een klein griepje laat zien dat er eens in de binnenkamers van het hart gekeken moet worden en er wellicht grote schoonmaak moet worden gehouden. Bij ziekte krijgt een mens de tijd om stil te staan bij de dingen en eens goed na te denken.... Stel, een relatie eindigt. Een persoon waar je je sterk mee verbonden voelt, heeft ineens geen interesse meer voor jou! Dat is een klap voor het ego! Dat kan een geliefde zijn, maar ook een kind, een ouder, een vriend of vriendin, je baas, je collega, enz. Vooral bij een geliefde die het bij jou niet meer ziet zitten, kan dit gebeuren mensen zo hard kwetsen dat ze nog liever onder de trein springen dan verder te leven... Door de energie die door het dierenriemteken van de Schorpioen naar de aarde vloeit, wordt een mens gekwetst in het diepste van zijn gevoelens en kwetst hij op zijn manier eveneens zijn medemens. Soms bewust, soms onbewust! Soms is een mens zo gekwetst dat hij op wraak zint, tja, dat zal niet goed aflopen, niet voor degene op wie de wraakoefening gericht is, maar nog minder voor de mens die vol wrok en haat loopt en zijn schorpioenensteken op de medemens loslaat. Het is de bedoeling dat een mens van verdriet en tegenslagen inzichten krijgt, wijsheid krijgt, tot bezinning komt en zich zal afvragen: waar is het verkeerd gegaan? waar moet ik iets veranderen? hoe kan ik mijn wrok laten verdwijnen en weer rust krijgen? Door zich deze vragen te stellen schuifelt voorzichtig het volgende dierenriemteken, dat van de enthousiaste Boogschutter stilletjes de binnenkamers binnen. Het groeiproces is begonnen. In zijn enthousiasme kan de mens in de Boogschutter-fase wel eens overdrijven en luidruchtig worden en heel betweterig doen. Zijn pas ontdekte wijsheid wil ie letterlijk van de daken schreeuwen....maar de bedoeling is goed; haat en wrok verdwijnen en het glimpje wijsheid dat in de binnenkamers is ontstoken, laat hem vergeven wat hem is aangedaan. Het begin van de Liefde met een hoofdletter..... Het dierenriemteken Boogschutter heeft als symbool een mens die op een paard zit en daarmee vergroeid is. Hij is nog steeds een dier, levend met instincten van een dier, maar het mens-zijn steekt de kop op, het intellect overwint der lagere instincten. Zijn pijl is naar de hemel gericht. De Boogschutter is een ware hemelbestormer. En met zijn opgedane kennis gaat hij de mensheid opvoeden, in een heerlijk enthousiasme.
Er is het één en ander aan de hand op onze leuke SeniorenNet.be/blog in verband met het project levensdromen. Ik wil me niet mengen in de hatelijke toestanden, tussen de verschrikkelijke verwijten die heen en weer vliegen, maar ik zou er wel gebruik van willen maken om MIJN levensdroom meer ruchtbaarheid te geven via mijn blogje. Mijn levensdroom heeft niets te maken met hebberigheid, valsheid, egoïsme en wat voor vieze woorden er nog aan vuil kunnen worden gemaakt! Mijn droom heeft te maken met ons allemaal en wel met onze gezondheidszorg. Ik houd in mijn droom een pleidooi om de kloof tussen de exacte wetenschappers (de artsen bijv.), en de paranormale genezers te dichten. Eigenaardig dat zeer egoïstisch-getinte dromen zoals het verkrijgen van een of ander voorwerp, of het verlangen om de lotto te winnen, het glorierijk winnen van mijn droom. Eigenaardig dat over de honderd mensen mijn droom lezen en er slechts een tiental hun stem geven! Is iedereen in België dan lichamelijk en geestelijk zo gezond? Hoe kan het dan dat de ziekenhuizen en de psychiatrische instellingen zo bomvol zitten met zieke mensen? Is het dan niet waar dat bijna iedere geneesheer overwerkt is door een te groot aantal patiënten? Heb ik het dan verkeerd gehoord dat je urenlang in de wachtzaal van de doktoren moet wachten? Dat je soms wekenlang op een bepaalde afspraak moet wachten alvorens je aan de beurt bent met je pijnen? Is het niet waar dat het zelfmoordcijfer in België één van de hoogste ter wereld is? En dan nog niet te spreken van de zelfmoordpogingen! En raar, als ik praat met mensen, en zeker met senioren, is iedereen steen en been aan het klagen over zijn gezondheid! Ik begrijp hier niets van! Een hondertal mensen lezen de droom over een betere gezondheidszorg en slechts 9 mensen geven hun stem, nogmaals hier begrijp ik niets van. Ik weet dat heel veel mensen paranormale personen bezoeken om advies te krijgen omtrent hun gezondheid, omtrent hun psychologische problemen. Ze zijn bij geweest, vanaf de nederige toiletdame tot aan de hooghartige politieker en niet allen bij mij....ook bij mijn collega´s.... Verder besef ik dat er zich charlatans bevinden tussen de zogenaamde paranormale genezers, maar die charlatans vind je in alle beroepen, ook tussen de bakkers, de advocaten, de bankdirecteuren, de schrijnwerkers, de pedicures en de kappers, om maar een paar beroepen op te sommen! Een paranormaal begaafde mens die onder begeleiding van een officiële arts zijn talenten zou kunnen aanwenden, zou dat geen enorme vooruitgang kunnen brengen in de gezondheidssector? Ik heb het genoegen gehad om 2 maal een juist advies te kunnen geven, op astrologische basiskennis, aan een erkende arts die bij bepaalde ziektesymptomen met zijn handen in het haar zat! Hij bezat die open geest om mij te aanhoren en zag het welzijn van zijn patiënt in. Samen vonden wij de oplossing en konden de zieke mens helpen en daar gaat het toch om!? Daarom, ga naar mijn levensdroom, lees hem en als U achter het idée staat, geef dan Uw stem en vertel deze droom aan zoveel mogelijk mensen opdat ook zij zouden kunnen stemmen op hun gezondheidszorg van de toekomst! Warme dank voor Uw moeite! SeniorenNet.be/blogs/levensdromen/handen ineenslaan - bij OVERIGE (volgende 20!).
Het griepvirus had mij in zijn greep. Ik, de sterke, dynamische en optimistische vrouw lag als een stuk wrakhout in mijn Moby en niets interesseerde mij nog. Bovendien goot het alle dagen. Het verbaast me nog dat het dak van mijn mobilehome niet is bezweken onder al die regen-en windvlagen. De onophoudelijke regenbuien striemden mijn kleine venstertje, mijn klein uitzicht op de wereld van de lugubere parking. Af en toe scheerde er eens een eenzame meeuw voorbij om een lekker hapje uit de overvolle container te pikken. Op mijn goede dagen werk ik geduldig mee om die container vol te krijgen. In ruil voor mijn standplaats, een zwijgende overeenkomst tussen de uitbaters van de evenementenhal en ik. In mijn jongere jaren heb ik in een asiel gewerkt, heb ik strond geraapt en hondenkotten uitgemest, in overall en lieslaarzen gekleed. Daar liep ik dan, ik met mijn grote dromen van een beroemde schrijfster te worden, of een beroemde actrice of een vermaarde journaliste. Met de centjes die ik in dat asiel verdiende kon ik mijn gezin ´s avonds een warme maaltijd voorzetten en daar was ik heus wel trots op. Trots op mijn carrière was ik echter helemaal niet. Enfin, er is een spreuk van Leonardo da Vinci die als volgt luidt: de mens hoort te weten dat slechte tijden en goede tijden elkaar afwisselen en alleen die mens verdient achting die ook de slechte tijden in berusting aanvaardt! Daar hield ik mij dan ook maar aan vast en na enkele jaren had ik de leiding over het asiel en hoefde ik mijn lieslaarzen niet meer aan te trekken. Tegelijkertijd kreeg ik de bevoegdheid om samen met de dierenarts te beslissen over dood en leven van de aan mijn zorgen toevertrouwde dieren. En dat viel niet mee! Het asiel was in die tijd door mijn toedoen, vol, te vol! Overvol! Ik kon het moeilijk over mijn hart verkrijgen een dier ter dood te veroordelen. En dan nog wel een doorgaans onschuldig dier.... Op een dag was een dobberman binnengebracht. Een prachtige hond. Hij zou gebeten hebben.. Stokstijf stond het dier midden in zijn kooi. Hij plaste niet, hij kakte niet, hij at niet, hij dronk niet! Dat is verschrikkelijk om aan te zien. Kleine pekineesjes doen dat ook. Als ze worden binnengebracht kruipen ze in het meegebrachte nest en komen er niet meer uit. Na enkele dagen liggen ze dood. Als hoofdverantwoordelijke van het asiel werd "het gevaarlijke beest" aan mijn zorgen toevertrouwd. Iedere dag schoof ik haastig en schuw een pot voedsel en een pot vers water naar binnen. Knip van de deur, deur open op een kier, potten eruit en potten erin en opgelucht verdergaan met het werk omdat er niet naar mij gebeten was! Tussen haakjes, er zijn wel wat littekens op mijn handen en armen....maar die zijn van andere sukkelaars! Na een dag of vijf kwam de dierenarts, een vrouwelijke dierenarts en zij had het er net zo moeilijk mee als ik, dus, veel honden werden er niet gedood tijdens ons bewind. We waren het er wel over eens; dit dier moest uit zijn lijden worden verlost! Een hond met de reputatie van "een bijter" te zijn, kun je moeilijk aan andere mensen toevertrouwen. En het was wel een heel grote hond met een blik in zijn ogen.... Om kort te gaan, we spraken af, ik zou hem bij zijn halsketting pakken en naar de afraastering van zijn kot trachten te trekken; de dierenarts zou dan door de opening van de afraastering haar dodelijke spuit in zijn prachtig hondenlijf duwen. Ik vergaarde al mijn moed bijeen, ging het kot binnen en nam hem bij de halsketting. Het dier volgde mij als een lammetje en, voor we het beseften deed het dodelijk gif zijn werk. De volgende ochtend gaf ik mijn ontslag..... Er dienden zich betere tijden aan; er dienden zich weer moeilijke tijden aan. Mijn leven verloopt in een golfslag. Eb en vloed. Ik heb armoede gekend, ik heb rijkdom gekend en nu zit ik in het midden daarvan en geloof mij, dat is de beste plaats voor....mij! Het leven heeft mij weer in zo´n situatie geplaatst dat ik heel nederig werk doe, maar, ik ben wel ondertussen een seniorendame die met tram 7 rijdt als U begrijpt wat ik bedoel. Ik vul dus een container met bergen sigarettenpeuken die ik verzamel met ze letterlijk uit de rubberen matten te peuteren en met veel verve zwier ik lege frisdrankblikjes en lege waterflesjes in de altijd overvolle container die in een hoekje op de lugubere parking staat. Ik veeg, ik dweil, ik wring mij in alle bochten om onder bepaalde toestellen te kruipen, want de sportende jeugd vindt het blijkbaar prettig om het lege colablikje zo ver mogelijk onder het toestel te kieperen. Hond Chiara vindt het prachtig, rent als een bezetene achter de lege flessen aan en zo amuseren we ons kostelijk....als het mooi weer is en het griepvirus mij niet te grazen neemt! En soms bekruipt mij het gevoel: tja, waar zijn je grote dromen naar toe? Ok, ik heb toneel gespeeld, zelfs in de buurt van Yvonne Lex, Anton Peters, Senne Rouffaer en Jeanine Bisschops uit Thuis. Ik was begonnen als souffleuse en begon kleine rolletjes te krijgen totdat er een kink in de kabel kwam. Ik heb een diploma van journaliste behaald in een schriftelijke cursus en ik ben even als zodanig aan het werk geweest en ja, ik heb veel geschreven, vooral horoscopen uitgeschreven en ja, ik heb een kleine naam in de wereld van het paranormale en ja, ik heb 4 kinderen grootgebracht (en ze niet klein gekregen!), en ja, ik was echtgenote en huisvrouw en ergens een duizendpoot. Tot er weer die spreekwoordelijke kink in de kabel kwam. Dus doe ik eigenlijk weer heel nederig werk en ik denk aan Leonardo da Vinci en hoop op betere tijden.
Angst, jij monster met wel honderd monden, dat mij ontelbaar malen heeft verslonden en weer onwillig uitgebraakt, levenslang omknel je mij, maar ook vertel je mij dat wij karmisch zijn verbonden, dat je dicht bij mij moet zijn!
Angst, jij monster met je honderd monden, dat mij ontelbaar malen diep verwondde mij tot een weerloos wezen maakt levenslang vergezel je mij maar ook vertel je mij dat ik je ooit zal doorgronden, dat wij vrienden zullen zijn!
Angst, voor jouw wondende monden die als hongerende honden zich haakten in mijn vel vluchtte ik in werk en spel jouw omhelzing was mij tot een hel en ik....ik wenste in het paradijs te zijn!
Angst, steeds heb je mij teruggevonden uitgeput, moegestreden, vastgebonden aan jouw zijn dat bitter smaakt, levenslang kwel je mij maar ook vertel je mij dat onze strijd in vrede uit kan monden!
Angst, naar jouw hongerende honden, heb ik onlangs Liefde toegezonden, vertrouwensvol heb ik hen aangeraakt en zie, wat mij een leven lang beknelde en jij me reeds honderd maal voorspelde viel van mij af, was weg, verzwonden!
Een vreemde kaart. Een beangstigende kaart. En toch,...als men goed kijkt, valt alle angst en bevreemding weg. Want de gehangene, een machteloze en weerloze mens, straalt een boven aardse sereniteit uit. Een stralenkrans omringt zijn hoofd. Het is een moeilijk te vatten kaart, een moeilijk te vatten situatie. Hoe kan een mens in zo´n benarde situatie nog sereniteit en vrede uitstralen?
Laat ik beginnen met eerst even te zeggen dat deze Tarotkaart het cijfer 12 draagt.
Het cijfer 12 is een zeer speciaal getal. Astrologisch gezien bewandelt de mens een 12-delig pad: een pad dat de mens door de 12 dierenriemtekens doet gaan.
In het eerste teken, dat van de vurige en aanvallende Ram, begint de jonge mens aan een nieuw leven, aan een nieuwe reïncarnatie, aan nieuwe ervaringen; staat hij voor nieuwe uitdagingen.
Vol vuur en vlam bijt hij in het leven als ware het een heerlijke appel, de appel uit het verhaal van Adam en Eva!
Hij stoot daarbij herhaaldelijk zijn hoofd, zowel letterlijk als figuurlijk. Personen met het dierenriemteken Ram benadrukt in hun persoonlijke geboorte-horoscoop, kunnen be-amen dat hun hoofd hun zwakke plek is en doorgaans met enkele littekens gesierd is. Volhouden is echter de boodschap en daar houdt het teken Ram niet zo van. Hij begint graag aan iets nieuws zodra de uitdaging overwonnen is. Geen nood echter, hij heeft zijn doel bereikt en anderen zullen zijn pionierswerk voortzetten. Dat zijn dan doorgaans de mensen die het dierenriemteken van de Stier sterk in hun horoscoop hebben staan! Iniatief nemen is niet hun favouriete bezigheid, maar als ze eenmaal ergens hun brede schouders onder gezet hebben, gaan ze traag en gestaag verder en kunnen zij de vruchten plukken van hun noeste arbeid.
Het derde teken, dat van de lustige, speelse en contactvaardige Tweelingen zorgt ervoor dat de mens communiceert met de wereld rondom hem. Hij leert lopen, grijpen, bgrijpen, praten, rekenen, berekenen....en wordt de vrolijke verkoper van het produkt waar Ram het idée voor had en waar de Stier zich voorin het zweet heeft gewerkt.
Door zijn contactvaardigheid wordt hij spelenderwijze een lid van de grote mensenfamilie.
In het vierde teken, dat van de emotionele Kreeft, neemt het mensenkind op een andere manier deel aan het menselijk geheel, aan de menselijke familie. In het dierenriemteken van de Kreeft ontdekt de mens dat hij lid is van één speciale familie, zijn familie.
Hij ervaart de vreugde om "er bij te horen", maar ook het verdriet wanneer de familie hem niet zo in de armen sluit...
Een paar jaar later ontdekt hij dat hij ook vaderlandsliefde kent (de één wat meer dan de ander),en nog later, misschien, kan hij dan gaan inzien dat de gehele mensheid op een zekere manier één grote familie is. Zijn zorg en bekommernis breidt zich uit naar alle mensen. In het Kreeftteken leert de mens lachen en huilen, kortom hij ondergaat emoties. Sommige kontakten geven hem vreugde, anderen stellen hem teleur en stemmen hem verdrietig.
In het vijfde teken, dat van de warmhartige en trotse Leeuw, wordt de wilskracht aangewakkerd. De creativiteit wordt geboren. Het verlangen om als mens mee te scheppen aan die wondere wereld. Men wil bewonderd worden om hetgeen men als mens is, om hetgeen hij kan. De bakker bakt het brood; de metser voegt stenen tot huizen; de architect tekent het bouwplan, de dokter geneest; de secretaresse telefoneert; de bloemist kweekt bloemen; de schrijver schrijft een roman. Ieder doet zijn best op zijn manier, met zijn aangeboren talenten, met zijn creativiteit. In het machtige Leeuwteken wordt de mens verliefd op de uitstraling van een ander en uiteindelijk scheppen man en vrouw samen een nieuw mensenkind. Het vijfde teken is dus een zeer belangrijk teken en is tevens zeer sterk verbonden met het zesde teken, dat van de ijverige en werkzame Maagd. De taaie stuwkracht van het dierenriemteken van de Maagd zal de creativiteit tot volle bloei voeren. Er dient wel gewerkt te worden en er moet goed gewerkt worden! Secuur en precies. Dat is het stokpaardje van de ijverige en kritische Maagd. Die baby in de wieg is dan wel een heel mooie creativiteit, maar vanzelf wordt ie niet groot...
In iedere horoscoop volgen de dierenriemtekens elkaar trouw op en het past geheel perfect in elkaar.
Door kennis te nemen van de eigen persoonlijke geboorte-horoscoop kan men zien waar het soms hapert in die keten. Welk dierenriemteken legt te weinig gewichtin de schaal, of welk dierenriemteken overdrijft.....waar liggen de angsten, de beperkingen, de minderwaardigheidscomplexen.
De werking van de 12 dierenriemtekens is volmaakt; de mens moet ze in balans zien te krijgen tijdens de voortgang van zijn leven.
In het zevende dierenriemteken, dat van de harmonie-en vrede zoekende Weegschaal probeert men inderdaad vrede te vinden. In het eigen innerlijk, en in de communicatie met de medemens en de wereld. Hier ontstaat het verlangen om in, door, en met schoonheid te leven. Want wat is schoonheid anders dan harmonie in kleur, vorm of gedachte? Het teken Weegschaal is een verwarrend teken. Het schept juist
veel strijd en oorlog omdat dikwijls uit het oog wordt verloren dat schoonheid voor ieder mens een andere vorm, kleur of betekenis heeft. In het teken Weegschaal aangekomen zoekt de mens wel degelijk de eigen harmonie en die kan men niet bereiken door de eigen harmonie aan een ander op te dringen...
De eerste 6 dierenriemtekens staan op zichzelf. Ik doe - Ram - ik heb - Stier - ik communiceer - Tweelingen - ik voel emoties - Kreeft - ik eis belangstelling - Leeuw - ik verzorg - Maagd.
Iedere mens wordt met deze instincten geboren.
Het principe van de Weegschaal nu brengt voor de eerste keer verwarring in de communicatie tussen de mensen onderling.
Het symbool van het teken Weegschaal laat 2 schalen zien. In de ene schaal lig "ik" en in de andere schaal ligt "de ander". Twee inhouden. Het verschil tussen ik en de ander steekt zijn kop op en daarmee wordt de strijd geboren.
Iedere ik heeft een ander idée van harmonie, schoonheid en vrede en iedere inhoud wil zijn gelijk halen; tracht de ander te overtroeven van zijn gelijk.
Voor de ene mens is een rode roos het summum van schoonheid; voor de ander een witte roos.De éen houdt van een modern interieur, de ander is wèg van antiek. De éen vindt het zalig om in de bergen te wandelen, de ander ligt liever rustig aan zee te zonnebaden en een derde vindt zijn rust en harmonie met thuis te zitten en een goed boek te lezen.
De kleine, grote generaal Napoleon Bonaparte had de Zon (natuurlijk!) in het teken van de leidinggevende Leeuw staan en nog wel in het tiende huis van zijn horoscoop. Hij was voorbestemd een groot leider te worden alhoewel hij klein van gestalte was. Het tiende huis van de horoscoop is dat gedeelte van de horoscoop waarin men kan zien of iemand eventueel geboren is om beroemd, bekend of berucht te worden! Het dierenriemteken Weegschaal sierde zijn Ascendant. Dit teken was dus eveneens benadrukt in zijn karakter/leven. Veel beroemde politiekers en veldheren hebben trouwens het teken Weegschaal benadrukt in hun horoscoop. Napoleon voerde vele oorlogen. Zijn doel? Eén groot verenigd Europa (waar hebben we dit al meer gehoord?). Een Europa waar alle mensen in vrede zouden kunnen leven onder zijn heerschappij wel te verstaan! Zoals hij het zich droomde. Voor zijn ideaal van de vrede en de harmonie zijn vele soldaten gesneuveld, zijn vele onderdanen gedood,verminkt, gemarteld! En zolang wij mensen niet tot het diepere inzicht kunnen komen om de vrede en harmonie in onszelf te zoeken, en ons zo weinig mogelijk met de levenswandel van de ander te bemoeien, zullen er ruzies ontstaan, misverstanden en ja, ook oorlogen! Wij zien het alle dagen op het wereldnieuws op ons televisietoestel..... Zodra de mens tot inzicht is gekomen dat harmonie en vrede zeer persoonlijke eigenschappen zijn, zullen we milder worden tegenover de medemens en de medemens met meer respect, liefde en begrip tegemoettreden. Dan begint er inderdaad een lichtpunt van vrede in ons bestaan te komen dat we kunnen laten groeien. Dan pas kan vrede tussen ons en de medemens groeien. En hier zijn we dan beland bij het begin van dit stukje proza over de Tarotkaart "De gehangene"
Sinds vele jaren houd ik mij bezig met het bestuderen van de mooie leer van de astrologie en de mysterieuze Tarotkaarten.Voor een bepaald tijdschrift schreef ik enkele artikels over dit onderwerp en mijn rubriek noemde: DE HEKSENKETEL.
Op verzoek van een heel goede vriendin, verschijnt er vandaag één van die schrijfsels in mijn blog. Hopenlijk doe ik er haar en nog een paar andere mensen een plezier mee om mijn tot nu toe bijeen gesprokkelde kennis van de Tarotkaarten door te geven. Neergeschreven op mijn eigen wijze......
Ik zou willen beginnen met één van de mooiste kaarten van de Tarot, nl. Het Rad van Fortuin. Natuurlijk zou ik moeten beginnen met de eerste kaart, maar omdat ik nu eenmaal eigenwijs in elkaar zit, sla ik ik een aantal kaarten over en zal over hun inhoud op een andere dag schrijven....
U zult bemerken dat er in de beschrijving een zekere intro is naar de eerste kaarten en een zekere uitleg waarom ik bij kaart 10 begin.
Het Rad van Fortuin - kaart nummer 10 van de grote Arcana van de oer-oude Tarotkaarten, voorspelt zoals zijn naam zegt: fortuin, geluk, gezondheid en voorspoed. Wat wil een mens nog meer?
Telkens wanneer deze kaart op de proppen komt, valt als het ware een straaltje zonlicht in mijn hart en op de tafel waarop de kaarten-uitlegging gebeurt.
Alhoewel ik heel graag in mijn heksenketel roer, dat wil zeggen met de hulpmiddelen bezig ben om de stem van mijn intuïtie beter te kunnen verstaan, is de taak om een moderne "heks" te zijn, dikwijls heel moeilijk. Want wanneer komt een mens mij vragen om met de pollepel in de mijn heksenketel te roeren? Niet wanneer hij dansend van geluk door het leven gaat en ook niet wanneer hij het groot lot gewonnen heeft! Nog minder wanneer hij op de vleugels van de liefde zweeft. Nee, een mens komt bij mij wanneer hij zodanig door de mangel van het leven wordt gehaald dat ie het even niet meer ziet zitten!
Dan is zijn laatste uitweg: de waarzegster, de kaartlegster, de astrologe, de zieneres in de kristallen bol! Zij moet al de problemen oplossen; zij moet de zielepijn wegtoveren; zij moet het lot verlichten!
U begrijpt: ik aanhoor veel kommer en kwel, en hopenlijk begrijpt U ook dat het een onmogelijke taak is om al die kommer en kwel om te toveren in fortuin, geluk, gezondheid en voorspoed!
Toen ik zo´n 30 jaar geleden mijn eerste wankele pasjes zette op het paranormale pad en de eerste beginselen van het trekken van een horoscoop onder de knie trachtte te krijgen, was het echt mijn verlangen niet om "mensen te helpen".
Woorden die ik zo dikwijls hoor bij dromers en de pseudo-paragnosten.
Ik moet eerlijk bekennen : ik dacht alleen aan mezelf. Ik was nieuwsgierig, leergierig en ik was gefascineerd door die geheel nieuwe wereld die voor mij open ging door het volgen van mijn eerste astrologische cursus. Maar bovenal vond ik het plezierig om één keer in de veertien dagen een avondje "uit" te zijn; om de dagelijkse zorgen even te kunnen vergeten en mij te verdiepen in de dieperliggende betekenis van de dierenriemtekens. Geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om iets met die astrologische kennis te gaan doen. Maar ja, het lot beslist doorgaans heel anders. Het dreef mij stilletjes maar vastberaden naar een zeker doel. Grillig en onontkoombaar is het lot van iedere mens....
Zeker voor de mens die de brede weg van de grote kudde verlaat en op het smalle pad belandt. In het begin is het smalle pad even kleurrijk en beloftevol als "the starway to heaven". Men loopt op roze wolkjes, men wordt "high" zonder gebruik van drugs en de hele wereld lacht je toe. De astrologische symbolen zoals de Zon, de Maan en de planeten, de pendel, de kristallen bol, de kaarten, de I Tsing, de Runenstenen, enz. worden tot speelgoed gedegradeerd en met het Ouij-bord wordt tot diep in de nacht gefeest!
Gelukkig is er tussen de 72 kaarten van de Tarot, de kaart met de naam "Gematigheid".
Deze kaart toont een Engel : ik noem hem "de Engel van geduld en verdraagzaamheid".
Verdraagzaamheid om de fouten die gemaakt worden waardoor telkens opnieuw van het smalle pad wordt afgeweken, en het eindeloze geduld van de Engel die er over waakt dat we maar heel langzaam vorderingen kunnen maken. Bij een te snelle voortgang zouden we struikelen en in de afgrond storten die op de eerste Tarotkaart afgebeeld wordt. Die eerste Tarotkaart draagt het cijfer 0 en draagt de titel: De Zot.
De overmoedige, vrolijke zotte, jonge mens die opgewekt zijn eerste schreden op het smalle pad zet met als attributen een witte roos, het symbool voor de onschuldige, reine Liefde voor zijn medemens, en aan zijn achteloos over de schouder geworpen stok bungelt een piepklein knapzakje waarin hij zijn ervaringen met die Liefde gestoken heeft.
Tijdens de zoektocht van De Zot wordt de stok hem tot stut en steun, tot staf. Dezelfde staf die ook nog steeds bij Sinterklaas gevonden wordt. En wanneer ik aan de overleden Paus Paulus denk, zie ik hem in mijn gedachten over het Sint Pietersplein wankelen, zich vastklemmend aan zijn staf waaraan de gekruisigde Christus was bevestigd.
De gekruisigde Christus, welk een triestig symbool, gelukkig is de mens die de Tarotkaarten leert kennen waarin de mens zich van zijn "kruis" leert bevrijden.....
Maar een te snelle voortgang op het smalle pad kan ons lichaam en zeker onze geest niet verwerken. Personen die te snel en te intens willen gaan, komen dikwijls in de psychiatrie terecht....
Om kort te gaan, de Engel van Gematigdheid heeft mij waarschijnlijk goed geholpen. Traag maar zeker leerde ik omgaan met de ingrediënten die in de heksenketel drijven en nog steeds, iedere dag, ieder uur, leer ik bij en ik ben tot de slotsom gekomen dat heel mijn leerschool heeft geleid tot een verhoogde graad van intuïtie. Misschien beweer ik over enige tijd weer wat anders, want het leerproces gaat maar door en wie weet welke deuren er nog open gaan...
Of men nu de pendel gebruikt, of de astrologische symbolen, of de kaarten, of welk hulpmiddel dan ook (vroeger was er ook nog het beroemde "koffiedikkijken"), het heeft allemaal tot doel de intuïtie te verhogen. De intuïtie die een mens nodig heeft om de juiste beslissingen te nemen, om de juiste levenswijze te kiezen. De intuïtie om te voelen wat op een zeker moment "goed" is voor de verdere levenswandel en....eventueel voor de levenswandel van de persoon die om raad komt vragen.
Gewapend met deze intuïtie kan de mens "Het Rad van Fortuin" beklimmen. Kaart 10. Een prachtige kaart; boordevol symboliek.
De duivel is voorlopig overwonnen; hij hangt onder het rad. En ook de giftige slang die door zijn verradelijke invloed ooit Adam en Eva uit het Paradijs verjaagde, kronkelt in een neerwaartse spiraal, de duivel achterna. Een mens zal nooit helemaal van deze lastige heerschappen verlost worden, want zij horen bij het leven; zij nestelen zich in elke mens.
De kunst is echter om "die duiveltjes in ons", zodanig te temmen dat zij ons in het beklimmen van het rad van fortuin niet meer kunnen belemmeren in zijn wenteling naar het fortuin, naar het geluk!
Wanneer de mens in zijn dagdagelijks doen en laten, worstelend op het smalle pad, zo ver is geraakt dat de inhoud van kaart 10, het Rad van Fortuin dus, zijn plaats kan innemen, dan wordt het karakter, dat tenslotte is samengesteld uit de 12 dierenriemtekens-energieën, positief beïnvloedt en kan geluk, voorspoed, gezondheid en fortuin zijn deel worden.
In de linkerhoek van de kaart "Het Rad van Fortuin", ziet men het symbool van het dierenriemteken "de Waterman" in zijn hoogste uiting van zijn, nl. als een engel van wijsheid met als leuze: vrijheid, gelijkheid en broederschap.
In het kindelijk stadium is "Waterman" de rebel, de revolutionair, de excentriekeling, de alles-beter-weter. Na veel vallen en opstaan begrijpt "Waterman" dat zijn intelligentie gebruikt moet worden om de medemens een beter leven te schenken door zijn kruik met ideeën, lees "levenswater", voorzichtig en met tact, over de medemens te laten vloeien.
In de rechterbovenhoek van deze kaart ziet men het symbool voor het dierenriemteken Schorpioen, in de vorm van een adelaar, die hoog boven het gekwetter/geroddel/gedoe van de mensen en dieren op eenzame hoogte zweeft. Begiftigd met een scherpe blik en met mededogen.
In het kinderlijk stadium is de Schorpioen een giftig, bijtend spinnekopje die de fouten en tekortkomingen bij andere mensen drastisch te lijf gaat, maar zichzelf volmaakt vindt. Volwassen geworden door de ervaringen op het smalle levenspad heeft hij zichzelf "een doodsteek" gegeven, d.w.z. heeft zijn eigen kleinheid ingezien en is als adelaar herboren. Hij bemoeit zich nergens meer mee, tenzij men om zijn moed en doorzettingsvermogen smeekt.
In de hoek links onderaan kaart 10 vindt men het goedmoedige, maar zeer materialistisch getinte dierenriemteken van de Stier. Hij ook heeft vleugels gekregen.
In iedere mens woont de angst voor gebrek aan comfort. Er wordt dus (te) veel aandacht geschonken aan het verzamelen van bezittingen, zoals voedsel; aan beschutting, zoals een huis, aan geld, een flinke spaarsom. In het kinderlijke stadium van het Stierprincipe kan deze angst vele vormen aannemen, totdat de mens beseft, dat wanneer hij voldoende heeft om gewoon en goed te leven, en het te veel hebben van van alles en nog wat,alleen maar meer zorgen met zich meebrengt en niet het grote geluk, gaat dit dierenriemteken andere zaken verzamelen, zoals kennis, en rechtschapenheid om de aardse bezittingen eerlijk te verdelen onder alle mensen, want er is genoeg voor iedereen....dan schenkt hij zijn geduld en trouw aan ieder die hem dat vraagt.
In de rechterbenedenhoek vindt men het symbool voor de creatieve, fiere en krachtige energie van het dierenriemteken van de Leeuw. In het kinderlijk stadium gebruikt de Leeuw zijn fierheid en kracht om zichzelf in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen. De meeste Leeuwgetinte personen mogen inderdaad een tijdje op de troon plaats nemen, maar ook zij zullen ondervinden dat ze tezijner tijd door jalouzie en afgunst van hun troon gestoten worden. Of....door de jongere generatie en dat is helemaal heel pijnlijk.
In zijn gerijpte zijn behoudt dit dier zijn creativiteit, zijn fierheid en kracht, maar stelt die talenten tevens ter beschikking om de medemens te steunen en te beschermen.
Ook de Leeuw heeft vleugels gekregen en leest in het boek van de wijsheid.
Grappig detail is wel dat de Waterman en de Adelaar op de wolken zitten; zij hebben de problemen onder zich geplaatst; de Stier en Leeuw blijven op de grond, voor de wolken door hun behulpzaamheid en betrokkenheid, maar ze worden er niet meer door aangetast.
De sfinx, die deze 4 dierenriemtekens in één wezen weerspiegelt, zit rustig op het rad. Het zwaard, het symbool voor het denkvermogen, is aanwezig. Men ziet dat de sfinx het op de juiste manier zal hanteren; d.w.z. wanneer nodig. Het verstand, gevormd, ja gekneed door de 4 vaste dierenriemtekens zal Het Rad van Fortuin laten draaien zoals hij het wil en noch de duivel, noch de slang kunnen hem negatief doen denken en/of handelen. Hij is Meester van elke situatie.
Wanneer dus deze kaart op tafel komt, weet ik dat het probleem waarmee geworsteld wordt, overwonnen zal worden. Het vleugje zonlicht waar de zoekende en door problemen geplaagde mens naar smacht, komt naderbij.
Niet ik, de kaartlegster, zal het probleem oplossen, de worstelende mens tegenover mij zal het zelf doen. Hij is er rijp voor! Ik geef hem of haar alleentje maar een duwtje in de rug, in de goede richting.
De wind en de regen hebben het leven in hun greep; zij trekken mij over de streep van haasten, lopen, rennen en vliegen tot stilstand en rust naar een wiegen in mezelf.
Zo-even stond ik roerloos naast een grote regenplas zonder hoed, zonder jas of das zonder haasten, lopen, rennen, vliegen koos ik heel bewust mee te wiegen met mezelf.
De wind streek door mijn haar en de regen streelde mijn huid Ik was hun prooi, hun zachte buit zonder haasten, lopen, rennen, vliegen werd ik stil gekust bij het wiegen in mezelf.
De wolken vol van regen wegen zwaar op de daken zij en ik, we wachten zonder haasten, lopen, rennen, vliegen op het stil ontwaken van de zon die ergens ligt te wiegen in een bed van rozen. Ik vluchtte terug de Moby in en ik lachte naar mijn spiegelbeeld waarin ik stond te blozen.
Ik ben Cauwe Marijcke
Ik ben een vrouw en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is dichteres, schrijfster, astrologe, medium.
Ik ben geboren op 10/06/1936 en ben nu dus 88 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: astrologie beoefenen, met de tarotkaarten bezig zijn, lezen en studeren vooral over de kunst en psychologie, wandelen met de hond, veel in de natuur zijn en natuurlijk....interesse hebben en tijd maken voor mijn 4 kinderen, 4 schoonkinderen en 4 kleinkind.
Ik zou het prettig vinden om met gelijkgestemde zielen in kontakt te komen via dit modern medium.
Verder schrijf ik graag, maak ik af en toe een gedichtje en zou dat graag met mijn toekomstige blogvriendinnen en blogvrienden delen.