Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
13-03-2004
Welkom op mijn blog
Welkom op mijn blog. Dit blog gaat over reizen met de mobilhome door Frankrijk, Spanje en Portugal. Je kunt hier onze belevenissen, niet alleen de prettige maar ook de nare, lezen. Wij zoeken de pracht van ieder land, van hun inwoners en de natuur. Wij overnachten bijna nooit op een camping, maar staan discreet op een parking, aan een haven of op een strand. We worden dan ook dikwijls vriendelijk begroet door de inwoners en hun vraag is altijd "Van waar komen jullie?" Ik wens jullie veel lees- en kijkplezier. (alle foto's zijn aanklikbaar)
PS.1 in mijn blog "moekeontour2" lees je alles wat we meegemaakt hebben op onze reis van 2006 door Kroatië,Montenegro, Kosovo en Macédonië PS.2 in blog "moekeontour3" staat het verslag over onze reis van 2006 door het vasteland van Griekenland. Groetjes "moekeontour"
15/03/2004 Het is nu middag en we staan klaar om aan onze eerste grote tocht te beginnen. Het wordt een reis naar Andalucía en daarna gaan we enkele weken rondtrekken door Frankrijk en naar de Tour de France in Alpe 'Huez. Dit is een jeugddroom. Toen ik negen jaar was had ik bij mijn grootouders onder een kersenboom een parcours aangelegd, waar ik met plastieken rennertjes de tour nabootste. Bahamontes reed toen in de bergtrui. Dat is dus lang geleden. Zoals iedere goede Belg wordt het eerst richting Luxemburg om bij te tanken en sigaretten te kopen. Dan rijden we langs de autostrade tot Thionville en de N 57 op. Deze weg is reeds zo dikwijls afgelegd dat ik hier niet veel uitleg bij geef. Na 432 km. vind ik het tijd om een overnachtingsplaats te zoeken. Die vinden we in Goumand, een parking naast de Maas. Het is mooi weer en we hopen dat het zo zal blijven.
16/03/2004 Eens voorbij Dijon begint een mooie streek. We rijden voorbij de bekende grote Bourgognenamen. Mijn grootvader was vroeger wijnhandelaar en zodus zijn deze wijnen mij wel bekend, maar mijn bankrekening laat niet toe er van het genieten. Zo is Gevrey-Chambertin, Chambolle-Musigny, Clos de Vougeot, Vosne-Romanée en Nuits-St. Georges enkele dorpen die we kruisen. Eens Beaune voorbij is het Pommard, Volnay, Meursault en Puligny-Montrachet die ons het water in de mond doen komen. Naar mate we meer zuidelijker vertoeven gaat er een kledinglaag aan. We houden er beide nog een T-shirt aan over en de jeans wordt vervangen door een short. Het is dus heerlijk weer. Ons overnachtingsdorp is Pluzilly, gelegen in de buurt van Maçon. Wij hebben geen klank op tv. Ik had de tv laten nakijken en dit is klaarblijkelijk niet hersteld. Dus moeten we op zoek naar een hersteller. Dat is iets voor morgen.
17/03/2004 We blijven nog wat in de wijnstreek.Zo zijn Fleurri, Juliénas en Brouilly bekende namen bij de Beaujolais liefhebbers. In Villefranche moeten we door "route barrée" langs de Grande rue (smal) en nemen de D 38 naar l'Arbresie en zo de N 7 op rond Lyon. We rijden tot Givors en dan naar Rive-de-Gier. In Couzon slagen we een weg in naar de Barrage de Couzon. Daar stoppen we op de parking en gaan onze beentjes streken. Er loopt een wandelweg rond het stuwmeer onder de bomen. Het is 25°, dus heerlijk weer. Daarna zet René de stoelen buiten en kunnen we nog wat na genieten. We beslissen om door te rijden, want de camper heeft dorst. We gaan tanken en komen zo in Pelllusin terecht. Amber is ziek. Ze moet braken en heeft diarree. Ze krijgt vandaag geen eten zo dat haar maag kan rusten. We zien wel wat het wordt.
18/032004 Amber is heel de nacht ziek geweest. René staat met haar buiten en een Peluzzinois( inwoner van Peluzzin) komt voorbij. Hij kent een dierenarts in de buurt en geeft het adres aan René. Het is even zoeken maar we vinden hem dan toch. Amber wordt van boven tot onder onderzocht en bloed afgetapt. Ze heeft een zware maag- en darmontsteking. Ze krijgt 4 spuiten en pillen voor 8 dagen. Het is 143 euro aub. Als ze maar geneest, dat is het belangrijkst. We rijden vandaag door het Massif du Pilat. We nemen de D 63 voorbij Croix du Collet naar de Crét l'OEillion op een hoogte van 1370 m. Aan de Croix de Chaubouret de D 8/7 tot le Crét de la Perdrix. We hebben hier een prachtig uitzicht en er ligt nog sneeuw. We hebben hier geen foto's van omdat het rolletje in het fototoestel blokkeerde. We draaien en rijden de D 8 op naar de Gouffre d'Enfer. Het is een smal baantje maar de omgeving is prachtig. En zeggen dat St. Etienne hier op een boogscheut gelegen is. Vanuit Aurec-sur-Loire volgen we, ja de Loire tot Retournac waar de Gorges de la Loire begint. In Vorey waar de Arzon in de Loire stroomt vinden we een slaapplaats. We doen boodschappen en er is een tvherseller die ons wil helpen. Morgenvroeg moet René het toestel naar hem brengen en we hopen dat hij het kan herstellen.
19//03/2004 René brengt de tv weg terwijl ik de camper opruim. Na een uurtje mag hij hem ophalen. Volgens de technieker is er wat aan geprutst maar nu zou hij hersteld zijn. We vervolgen onze weg langs de Gorges tot Langogne. Dan zakken we naar het zuiden richtingde Corniche de Cévennes. Deze route hebben we in 1985 reeds gedaan, dus laten we die rechts liggen. In Anduze weten we een parking. Ze ligt wel aan het station, maar 's nachts rijden er toch niet veel treinen.
20/03/2004 We moeten op zoek naar water. In onze camperboek staat dat in Castries een parking is met sanitaireblok. We nemen vanuit Anduze de D 35 naar Montpellier. In St. Mathieu-de-Tréviers rijden we voorbij een Euro-relais. Dit is zoals een Flot Bleu, een plaats waar je water kunt tanken en lozen tegen een kleine vergoeding. Zo nu kunnen we weer met een gerust gemoed verder. We nemen de ring rond Montpellier en de N 112 brengt ons naar Sète. Langs de kust gaat het dan naar Le Cap d'Agde. Hier hebben we in 1985 een 2 weken gelogeerd, toen met heel het gezin. Wij zijn een, zoals ze nu noemen, samengesteld gezin. Ik heb uit een vorig huwelijk 3 dochters en René heeft uit zijn vorig huwelijk 2 dochters. We hebben 2 meisjes uit 1970, 1 van 1971, 1 van 1972 en de jongste van 1964. We zijn heel nieuwsgierig naar het badplaatsje. Er zal wel veel veranderd zijn in die jaren. We vinden een parking aan de rand van het stadje. We staan hier met een tiental campers. Een Duitser, een Luxemburger, veel Fransen en nu ook een Belg. We gaan op verkenning en inderdaad er is veel veranderd. We herkennen niets meer. We vinden wel een krantenkiosk waar ze een Vlaamse krant verkopen. Dat is al goed. Kunnen we wat nieuws uit België lezen. We hebben wel tv, maar nog geen digitale ontvanger. Dat is voor volgend jaar. We kunnen wel Eurosport krijgen en dat is voor mij al voldoende. Zoals ik al geschreven heb ben ik al jaren een grote fan van Kim Clijsters en Tom Boonen.
21/03/2004 De lente begint. Dit is niet te zien want het regent. Na de zonnige dagen die we al gehad hebben is dit niet zo prettig. We rijden dan maar door naar het zuiden in de hoop dat het daar beter is. We mijden natuurlijk de autostrade en we nemen de N 9 die ons voorbij Perpignan brengt. Dan de N 114 op en in Port-Vendres stoppen we om te overnachten. Het is volgens ons een onoogelijk vissersdorpje, maar we kunnen hier van de sanitaire blok genieten voor we Spanje in trekken. Diny wordt morgen geopereerd aan de knie. Ik ga naar haar bellen om ze wat moed te geven.
22/03/2004 De zon schijnt. Dit is altijd prettig om te rijden. We nemen verder de N 114 en deze bochtige weg brengt ons voorbij Banyuls-sur-Mer en Cap Cerbère waar we grens oversteken. We zijn in Spanje. De N 260 leidt ons naar Llança en Figueres, de geboortestad van Dali. Daar rijden we de N II op die ons voorbij Gerona richting Barcelona en de kust brengt. Iets voorbij Calella zien we een parking en ik vind dat na 172 km. we gerust mogen stoppen. Dirk, mijn schoonzoon belt dat alles goed is verlopen maar dat Diny nog veel pijn heeft. Dat zal wel zijn. De dokter heeft een plooi uit het slijmvlies en een stuk van de miniscus moeten snijden. Ga straks nog eens bellen. We krijgen bezoek. Naast ons komt een franse camper parkeren. Goed dan staan we niet alleen.
23/03/2004 Door een vergissing van mij komen we terecht in Barcelona. We hadden liever rond de stad gereden. Ik stel dan de gps in zodat hij ons door de stad loodst. Gelukkig want anders had ik met mijn handen in mijn haar gezeten. Er zijn veel ronde punten en ik probeer uiterst rechts te rijden maar daar zijn sommige auto's niet tevreden mee. We komen er wel uit en voorbij de luchthaven van de stad rijden we weer langs de kust. In Salou stoppen we, want ook hier hebben we vroeger onze vakantie doorgebracht. Het is er nu nog rustig en vele winkels, hotels en restaurantjes zijn nog gesloten. We beslissen om nog enkele kilometers verder te rijden tot Cambrils. Vroeger was er tussen Salou en Cambrils een groene zone maar nu is alles volgebouwd. We vinden een plekje aan een bungalowpark.
24/03/2004 We rijden verder langs de N 340, welke op sommige stukken zeer eentonig is. In Castellón de la Plana gaan we op zoek naar een wasserette. Het is een grote stad maar nergens geen "lavanderia" te vinden. We blijven in Sagunto staan, want hier is er wel een lavanderia. Het is nog altijd grijs zuur weer. Triestig.
25/03/2004 We vertrekken zeer vroeg op zoek naar de wasserette. Het huis is afgebroken. Dit is een teleurstelling maar kom we rijden verder. We hebben een adres om water te tanken maar in heel de omgeving niets te vinden. Dan maar de A 3 op richting Albacete. In Requena gaan we boodschappen doen. De eigenaar spreekt engels, een van zijn vrienden is een Brit. We blijven met hem een praatje maken. Dan verder tot een tankstation en daar mogen we ook water tanken. Gratis, maar we geven toch 2 euro. Vóór Albacete neem ik een baantje naar Alcalá del Jûcar. Het is een dorpje dat steil tegen de berg is gebouwd. Er kan geen enkele auto door. Vroeger werd alles met de ezel naar boven gebracht, nu met de bromfiets. In het dal, dat de bedding van de Júcar is geweest lopen nu de wegen. Op een parking aan de brug kunnen we staan onder een grote wilgeboom. We wandelen naar boven want er zijn nog grotten waar holbewoners hebben geleefd, maar ze zijn gesloten. Amber is nog steeds niet genezen zodat we in Albacete op zoek gaan naar een dierenarts.
26/03/2004 Het is gisterenavond beginnen regenen en het regent nog steeds. We rijden naar Albacete en René gaat in een apotheek een adres vragen van een dierenarts. Ik tik het adres in de gps en gelukkig, hij kent de straat. Nu nog een parkeerplaats vinden. Dat is vlug gebeurd en wij op pad naar de dierenarts. Hij spreek alleen Spaans en met wat gebarentaal en Frans, Engels en Duits er tussen begrijpt hij wat het probleem is en onderzoekt Amber grondig. Ze heeft geen koorst meer maar toch geeft hij haar 3 spuitjes. Hij vraagt of we in de stad kunnen blijven opdat hij haar morgen nog eens kan onderzoeken en eventueel medicatie voorschrijven. Wij gaan akkoord en beslissen om hier een wasserette te zoeken. Aan een agent vragen we een adres, en ja hij weet er een. Hij brengt er ons zelf naar toe, want ze ligt niet zo ver van het politiebureel. Maar ze in gesloten tot 16.30 h. Dus hebben we tijd om iets te gaan eten en drinken. Stipt op tijd staan we voor de wasserette. Gelukkig zijn we alleen want we hebben veel te wassen. Daarna op zoek naar een overnachtingsplaats. We vinden die iets buiten de stad, waar we rustig staan.
27/03/2004 Amber is beter. We gaan terug naar de dierenarts en kunnen hem mededelen dat ze niet meer gebraakt heeft. Hij schrijft toch nog medicatie voor en de prijs is....13 euro voor alles. Zelfs de consultatie van gisteren is er bij in begrepen. Verbaasd staan we terug op de straat. Wat een verschil met Frankrijk. We rijden dan verder richting Valdepenas. Onderweg rijden we door Alcaraz. Hier is zelfs een sierra naar dit dorp genoemd. Hier blijven we staan. We wandelen door de straatjes en gaan iets drinken in een taverne. We zetten ons aan een tafeltje in de hoek en de uitbater komt naar ons. Hij brabbelt zinnen vol waar we niets van verstaan. René bestelt een koffie en een pintje, maar hij blijft iets vertellen. Ik denk dat Amber hier niet binnen mag, maar op de deur staat niets vermeld. Hij brengt ons de consumpties en wij betalen. We drinken het uit en sluipen dan de taverne uit. We worden nagekeken door de andere gasten, maar we weten nog altijd niet waarom.
28/03/2004 Vandaag gaat het zomeruur in. Het is een uurtje minder slapen en ik zal zo als altijd weer problemen hebben gedurende een 14tal dagen. Het weer is nog altijd niet denderend. Bij het buiten rijden van Valdepenas zien we een grote witte molen staan die gerestaureerd is door de plaatselijke wijnclub. We rijden langs de N IV Andalucía binnen. In de Sierra Morena is een kloof, de Desfiladero de Despenaperros. Al het verkeer rijdt door de kloof naar het dal van de Guadalquivir. We overnachten in La Carolina, het eerste grote stadje dat we tegen komen.
29/03/2004 Het heeft heel de nacht geregent. Prettig is anders. René gaat nu naar de bakker. Heeft hij geluk. Er stopt een auto en blijkt dat het een bakker is die aan huis levert. Zo kan hij direkt een brood kopen. We trekken verder tot Banos de la Encina, een klein dorpje met een burcht uit de 10de eeuw en gebouwd door kalief Alaken II. De buitenmuur heeft 15 torens. Na een kort bezoek rijden we verder naar Andújar. Daar gaan we de camper een bad geven want het is nodig. We volgen dan de J 5010 naar het Santuario Virgen de la Cabeza. We rijden langs de Rio Jándula door de coto national de Lugar Nuevo. Daar vindt men nog de laatste Iberische lunx, we rijden rustig maar we hebben geen geluk. De grote poes laat zich niet zien. Boven gekomen zien we op de heuvel een grote kathedraal staan. Ik parkeer de camper op een tamelijk recht stuk. We gaan de trappen op om een bezoek te brengen aan het heiligdom. In april en begin september komen vele bedevaarders naar boven. Terug beneden komt een jongeman naar ons en vraagt aan René een vuurtje. Dan loopt hij met zijn 3 vrienden naar de trap. Ze doen hun schoenen uit en stappen blootvoets naar boven. Dit is het moderne Spanje. We blijven hier staan om te overnachten.
30/03/2004 Alles ligt in de mist. We kunnen zelfs de kathedraal niet zien. We beslissen hier te wachten tot de mist in opgetrokken. Rond de camper lopen verschillende schapen met hun herder en honden. Tot groot ongenoegen van Amber, die haar eigen te pletter blaft. We kijken dan maar naar de begrafenis van koningin Juliana van Nederland op de ZDF. In de namidag komt de zon door de wolken piepen en dat is voor ons het sein om op te breken en te vertrekken. We vervolgen onze weg langs de N IV voorbij Montoro en naderen Cordoba. Op de N 432 ligt een parador en daar is gewoonlijk een parking waar we mogen staan. We zijn genoodzaakt om verder te rijden want er is geen plaats. In het dorpje El Vacar, vlak voor de Embalse Puente Neuvo vinden we een parking. Er loopt wel een treinspoor naast, maar aan de verroeste toestand van de rails te zien rijden hier niet veel treinen. René gaat aan een vrouw vragen of we mogen blijven staan en dit is geen probleem. We staan nu tussen de kippen en de hanen.
31/03/2004 Er zijn veel wolken maar het is droog. We keren terug naar Cordoba en zoeker er een parking. Wat hebben we geluk, we staan aan de linkeroever van de Guadalquivir met zicht op de Mezquita. We moeten alleen de Puente Romana overgaan en we zijn in het centum. Een spanjaard komt naar ons en vraagt een kleine vergoeding en geeft ons een bewijs van betaling. Er staat wel wat op maar we geloven niet dat het van de stad uitgaat. We stappen uit en gaan de stad bezoeken. Al die mooie smalle steegjes met winkeltjes en de gevels versiert met bloemen. Er is zo veel te zien dat we ogen te kort komen. We gaan een kaartje halen bij het toeristenbureau en met 2 boeken erbij hopen we niets voorbij te lopen. Zo komen we in de Jodenwijk waar feitelijk de wandeling begint, maar daar wij altijd alles in de verkeerde richting doen is dat ons laatste halte. We slenteren door de Calleja de las Flores, het bekendste steegje van Cordoba en zo komen we in de jodenwijk met de oude synagoge. We wandelen voorbij prachtige patios, welke dikwijls afgesloten zijn met smeedijzeren hekken. Je ziet fonteinen, marmeren zuilen en overal tropische planten. Wanneer je het gedenkteken van Maimonides ziet moet je je hand op zijn voeten leggen opdat je even intelligent zou worden als hij. René heeft het geprobeerd maar of het iets geholpen heeft weten we nog niet. Het kan natuurlijk een late werking hebben. Ik kan zoveel van Cordoba vertellen maar dat lees je ook in de verschillende boeken. We gaan vanavond genieten van de vele tapas en Cordoba by night. We komen bij de camper en de spanjaard wuift naar ons en zegt dat alles in orde is. We stappen in en iemand anders komt naar ons. Onze private parkwachter loopt vlug naar hem en volgens zijn gebaren is hij onze "engelbewaarder". We worden dan met rust gelaten. We nemen een douche en laten Amber nu op de camper passen. Ik denk dat we wat vroeg zijn. We zijn de spaanse gewoonte om maar na 22 h. buiten te komen nog niet gewoon. We gaan dan rustig iets eten in een restaurantje rechtover de Mezquita. Ze brengen ons verschillende bordjes en het ene is al lekkerder dan het andere. We eten onze bordjes leeg met een flesje wijn bij. Dan slenteren we nog wat door de straatjes en zien dat de andere toeristen nu naar het centrum afzakken. Voor ons is het laat en we gaan dan ook slapen. Morgen komt nog een dag.
01/04/2004 Vandaag 1 april. Ik sms naar de kinderen dat de kathedraal van Cordoba is afgebrand. Als ge iets doet moet ge het goed doen hé. Nadja antwoordt direkt dat het een aprilgrap is. Diny antwoordt dat het erg is maar dat we gelukkig aan de overkant staan en Dessia gaat direkt naar de tv om op teletekst te zien of het er op staat. Gelukt een prima aprilvis vind ik. Het regent vandaag. We laten Amber in de camper en gaan op weg. Eerst naar de Mezquita, de grote moskee waar men een kathedraal in gebouwd heeft. Ik vind het spijtig, de kathedraal is groots en apart zou het misschien mooi zijn maar nu het zo in die moskee is ingewrongen, ik vind het toch niet zo goed gelukt. We lopen dan nog wat rond in de steegjes en gaan het muzeum over de stierengevechten binnen. Ik doe dat om René een plezier te doen want ik ben volstrekt tegen die praktijken . Ik vind het verschrikkelijk en ga er dan ook nooit naar kijken. Dit muzeum is vooral een gedenkenis aan de grote Manoleto, de beroemste zoon uit de stad voor de spanjaarden. We gaan iets eten en het wordt Rabo de Torro. Dit is een ossestaart(het kan ook van een koe zijn hoor) bereidt zoals wij konijn klaar maken denk ik . Het is in ieder geval lekker. Daarna nog een ijsje en we kunnen weeral voort. We stappen verder en we horen muziek maken in de straat. We gaan op ons gehoor af en zien enkele tieners flamenco dansen. We blijven natuurlijk staan en genieten van het schouwspel. Daarna gaan we Amber halen en nemen haar mee op een kleine wandeling. Onze "engelbewaarder" loopt er weer rond. René stopt hem nog een kleinigheid in de hand en hij buigt als een knipmes. Zo zijn we weer gerust dat er niets zal gebeuren.
02/04/2004 Het is droog. We vervolgen onze weg naar Medina Azahara, een paleis gebouwd door Abd ar-Rahmân III voor een van zijn favorieten, genaamd "de bloem". Het geheel werd beschermd door een muur van 1518 x 745 m. Maar toch werd het bijna helemaal vernield. Sinds 1910 worden al de scherven en stukken aan elkaar gelijmd en men heeft nog maar 1/10 van het geheel opgegraven. Tijdens de rondgang begint het hevig te gieten zodat we snel naar de camper vluchten. We wachten maar het water komt met bakken uit de hemel. Dan maar verder rijden richting Cazalla de la Sierra, gelegen in de Sierra Norte de Sevilla. We kiezen Alcolea del Rio uit als overnachtingsplaats. We staan hier met zicht op de rivier.
03/04/2004 We worden gewekt door het getoeter van de bakker. Ja hier rijden de bakkers nog rond met hun waren. René loopt vlug naar buiten en we kunnen ontbijten met een lekkere verse baguet. In Lora del Rio nemen we de A 455 naar Constantina en van daar uit naar Cazalla de la Sierra. In onze wandelgids Andalusië van de ANWB staat een wandeling door de "dehesa" en langs de Rio del Huéznar. We zoeken een plaatske en rijden het stadje binnen. Er is een plein voor de kerk, maar geen parking. Ik rij dan een straatje in maar oei een 50 m. verder ligt een rots,waar een hius in rondgebouwd en die de straat versmalt. Daar kan ik niet voorbij. Dus steil achteruit. De camper heeft daar problemen mee maar uiteindelijk zijn we toch terug boven. Ik rij dan maar terug het stadje uit en aan de plaatselijke arena blijf ik staan. Hier vallen we niemand lastig en het is nog rustig ook. Daar het weer beter is en de zon schijnt beslissen we onze wandeling vandaag te doen. Deze is heel goed uitgelegd in het boekje zodat we vlug langs de rivier. Op een eilandje in de rivier is een camping. We moeten die dwars door stappen en komen zo uit op de rechteroever van de Rio. Later ligt aan onze rechterkant een "dehesa". Dit is een steeneikenbos waar de koeien grazen waardoor het een park lijkt. Plots zien we grote vogels boven ons. Ze komen dichterbij en ik denk dat het een soort arenden zijn maar het zijn gieren. Ze zijn wel met een tiental en vooral Amber trekt hen aan. Ze komen tot op een 20 m. boven ons en zien dan hun vergissing in. Zo vlug dat ze gekomen zijn, zijn ze ook verdwenen. We moeten een oude spoorbrug onder maar hier staat alles onderwater. We zoeken een andere weg om naar de andere kant te geraken, maar niets. We moeten op onze passen terugkeren, maar we hebben toch een mooie wandeling gemaakt. De zon schijnt weer uitbundig en we hopen dat het zo blijft.
04/04/2004 We worden deze morgen door het zonnetje wakker gemaakt. Zalig. René staat op, neemt een douchke en zijn energie steekt mij ook aan en we staan dan vlug klaar om te gaan wandelen. We nemen de andere kant van het stadje en weer door de "dehesa" langs de schapen en varkens. Amber kan haar pret niet op. Ze loopt achter de dieren aan en gaat zwemmen in het water. In de late namiddag zijn we terug en juist op tijd om het einde van de Ronde van Vlaanderen te zien. Wesemann heeft gewonnen. Spijtig dat het geen Belg is. We zitten nu rustig in onze stoeltjes buiten te genieten van een glaasje wijn en houden de jeugd die hier samenkomen in de gaten. Waar is de tijd, maar niet getreurd dit is ook prettig.
05/04/2004 We hebben onze route veranderd en rijden nu richting Granada. De rit is niet zo mooi want we rijden langs Lora del Rio naar Osuna. De natuur is hier niet zo denderend. We kiezen de Embalse del Guadalteba-Guadalhorce uit als overnachtings plaats. Dit blijkt een schot in de roos te zijn. Het is hier prachtig. We hopen hier morgen een wandeling te kunnen maken.
06/04/2004 Wat is het hier mooi. We gaan een wandeling maken. We volgen de wegwijzer naar de Mirador de los Embalses. Hier heb je een uitzicht op het stuwmeer en verder over de kloof. Het is prachtig weer en zo kunnen we met de verrekijker heel de omgeving zien. We dalen af naar de rivier, door een korte tunnel en iets verder loopt de weg dood op een afsluiting. De Camino del Rey is verboden. We begrijpen nu waarom. Het is een smal paadje naar boven. Dit pad werd aangelegd toen koning Alfonso XIII in 1921 de dam kwam openen. Van beneden zien we boven het bruggetje en inderdaad het is gevaarlijk. We gaan op onze stappen terug en nemen de landweg naar de Embalse del Gaitanejo. Dan is het langs de rand van het stuwmeer en zo komen we terug op ons beginpunt. We rijden dan door langs de MA 444 door de Desfiladero de los Gaitanes en de Garganta del Chorro. Het is werkelijk prachtig. We stoppen op een parking en zien van hier uit ook de Camino del Rey. Daarna voorbij Alora en dan de A 343 op richting Antequera. Daar terug de A 92 op en in Loja vinden we rechts hoog naast een kapel een parking. Van hier hebben we een prachtig zicht op het stadje. Een vrouw komt ons verwittigen dat we hier nu niet kunnen blijven staan. Vanavond is er een processie,die het Maria beeld komt halen om ze naar de parochiekerk te brengen. We rijden dan maar het stadje binnen en aan de overkant van de Rio Genil vinden we een parking. We staan op het einde van een brede laan met bomen. We wandelen nog rustig naar het stadje en zien overal de affiches hangen van de Semana Santa. We zijn inderdaad vergeten dat het zondag al Pasen is. Wat gaat de tijd vlug vooruit.
07/04/2004 We gaan op zoek naar de "Los Infiernos"ravijn. Dat moet spectaculair zijn. Het is zo groot en speciaal dat we ze niet vinden. Dan maar verder naar Santa Fé. Het oude gedeelte is inderdaad in het vierkant gebouwd met op elkaar lopende straten en een grote Plaza Major. We nemen de A 329 om Granada binnen te rijden. In de verte zien we de Sierra Nevada, met de toppen in de sneeuw. Vanop de baan zien we alleen de moderne stad. Op een stadsplan zien we de "carrera del darro" liggen. Ik tik dit in de gps en hij kent het straatje. Maar hij brengt ons op de onmogelijkste plaatsen. Blijkt later dat het een smalle steile straat is. We zien bijna alle hoeken van Granada, ik rij zelfs nipt onder een boog. Eindelijk zien we een wegwijzer en vinden een parking voor campers. Men moet 36 euro betalen om een dag te staan. Dit vinden we wel wat veel, daar wij hier enkele dagen willen blijven. We rijden terug buiten de stad en in Cenes de la Vega vinden we een parking onder de bomen. We blijven hier nu staan en straks gaan we wat dichter bij de stad iets zoeken. We gaan de omgeving verkennen. Achter ons loopt de rio Genil en is er een wandelpad aangelegd. Dat kan nog wel van pas komen. Het is avond en we rijden door. René ziet een plaats waar nog campers staan, het is wel in het zand maar dat geeft niet. Bij het draaien kom ik met mijn rechter achter wiel terecht in een put en krak, de benzinetank van de generator die onder de camper hangt, ligt op de grond. René had die put niet gezien en mij naar achter laten rijden. Wat nu, ik kom op het gedacht om de krik te nemen en die onder de tank te zetten zodat René hem terug aan de camper kan vijzen. Na wat gekreun en gekroch hangt hij stevig op zijn plaats. Wij rijden natuurlijk terug door en staan nu op de parking van deze namiddag. We blijven hier en zullen dan wel zien
08/04/2004 We gaan het wandelpad langs de Rio Genil volgen en zien waar we uitkomen. Het is mooi weer en het is rustig stappen langs het water. Amber zit meer in het water dan er uit. We komen in Pinos Genil uit. Het is een klein dorpje en de enige bakker die er is, is gesloten. We zullen in Granada een bakker moeten zoeken. In het centum zien we het kantoor voor toerisme.Ik laat René uitstappen en rij wat rond. Zo leer ik de straatjes van de stad kennen. René heeft een adres van een wasserette gekregen zodat we kunnen gaan wassen. Dit is een probleem dat natuurlijk regelmatig terug komt. Het is vandaag en morgen gesloten. Geen erg, we komen later wel terug.Nu we toch op weg zijn, verkennen we de buurt en rijden naar Güéjar Sierra. Volgens onze wandelgids begint hier de GR 460.Dat is iets voor morgen.We slenteren wat door het dorp met zijn smalle steegjes en zien een terrasje waar we iets kunnen gaan drinken. Het smaakt want het is warmer geworden. We klagen niet hoor het mag zo blijven. We rijden naar Cenes de la Vega en staan op dezelfde plaats.
09/04/2004 Het regent. Onze wandeling valt letterlijk in het water. We gaan naar de bakker en die is gesloten. Het is Goede Vrijdag en dat zijn wij vergeten. We rijden heel Granada door en op de Gran Via de Colón vinden we een bakker die open is. Ik laat René uitstappen en rij het blokske rond. Dat is natuurlijk vlugger gezegd dan gedaan. De meeste straten zijn enkelrichtingsstraten en ik rij de San Juan de Dios in en dan de eerste straat die ik links in mag, de San Jerónimo. Oei die loopt dood op de kathedraal, dus achteruit. Gelukkig is het rustig en kan ik de Los Arandas in. Zo kom ik op de Gran Via maar niet aan de bakker. Terug rondje rijden en voorbij de San Jerónimo en zo de Gran Capitán in. Ik rij het ene straatje in en het andere uit en kom dan toch op de Puerta Real uit. Dat herken ik en zo kom ik links in de Gran Via. René staat al te wachten maar dacht dat ik nog langer weg zou blijven. Ik rij nu zonder problemen de stad uit en zet ons terug op ons plaatske. Het giet nog altijd. We gaan dan maar voetbal zien op de tv. Ze geven Monaco-Real Madrid. Dat kan nog een goede match worden. René valt in slaap. Ik ga dan ook maar een dutje doen.
10/04/2004 Joepi, het is droog, maar nog te fris om te gaan wandelen. We gaan dan maar wassen. Ik zet René weer af met een zak was en ga op zoek naar een parkeerplaats. Die heb ik vlug gevonden. Ik ga dan met Amber op zoek naar de wasserette. Met een briefje in mijn hand waarop al de straatnamen staan loop ik door. Ik kom aan de wasserette en nog gesloten. Maar waar is René dan? Ik stap naar de plaats waar we afgeproken zijn op een plein en ja daar zit René op een bank te wachten. We doen de was naar de camper en gaan dan maar het oude gedeelte van de stad bezichtigen. De zon komt af en toe door de wolken piepen. We gaan ieder over beurt de kathedraal in want we hebben Amber bij en iemand moet buiten bij haar blijven. Daarna lopen we door de steegjes en op een terrasje eten we een pizza. Op een pleintje staat een standbeeld van een man met ezel. Ik laat René met Amber posseren voor het standbeeld. De zon trekt zich terug achter de wolken en het wordt ineens een frakse frisser. We zoeken dan de camper op en gaan boodschappen doen in de carrefour. Wat proviand voor de volgende dagen kopen, want met die feestdagen weten we niet welke winkels er open en gesloten zullen zijn. Hopelijk is het morgen beter weer en kunnen we gaan wandelen.
11/04/2004 Het is Pasen. Het is droog weer maar veel wind. René gaat vandaag het Alhambra bezichtigen. Ik ga niet mee want anders moet Amber hier een hele dag alleen blijven. Hij gaat met de bus, die stopt hier. Ik blijf nog wat liggen en ga dan de camper een goede poetsbeurt geven. In de namiddag geven ze op eurosport Parijs-Roubaix. Ik hoop dat Musseeuw gaat winnen want het is zijn laatste koers. Ik supporter wel voor hem want hij is met een paar andere renners op kop en heeft dan een lekke band. Hij komt samen met Van Peteghem over de meet. Tof zo samen met hun armen omhoog, heel emotioneel. Ik hou nu eenmaal ook van koers. René heeft ook een mooie dag gehad. Hij zegt wel dat het Alhambra overroepen wordt. Dat is natuurlijk kwestie van goesting. Ik heb niet veel gemist met hier te blijven zegt hij.
12/04/2004 We gaan wassen. De wasserette is open, maar we kunnen alles niet drogen. Spijtig. We moeten alles nu aan de camper buiten hangen. We rijden wel eerst naar Pradollano het skidorp in de Sierra Nevada. Het is gebouwd op franse wijze op een hoogte van 2100 m. We rijden dan ook in de sneeuw. Er zijn nog mensen aan het skieën. Men kan hier een kabelbaan nemen tot de Pico de Valeta op een hoogte van 3428 m. De weg loopt ook langs daar en is dan ook de hoogste pasweg van Europa. Het is nu niet te berijden zonder kettingen en die hebben we niet bij. We blijven dus wat in het dorpje rondslenteren. We rijden dan terug naar beneden. Hoe lager we komen hoe warmer. Aan de Mirador de Canales stoppen we en kijken zo naar de Rio Genil. We hebben hier een prachtig zicht over de omgeving. We staan nu terug op ons plaatske met de was buiten. We moeten hem nu eenmaal droog krijgen.
13/04/2004 We worden wakker met een strallende zon. Dus vlug alles opgeruimd en opweg naar Güéjar Sierra. We rijden langs de Embalse de Canales en in Güéjar vinden we voor het dorp een plaats. We wandelen voorbij de bar Chiquito en volgen de Rio Genil naar boven. We passeren het oude eindstation van de spoorweg naar Granada. Zo stappen we de Barranco de San Juan in. We steken de Rio San Juan over en beginnen aan een steil stuk. Zo komen we voorbij een reuze grote kastanjeboom, die "El Abuelo" wordt genoemd. Dit betekend de grootvader. We wandelen tot de Mirador del Genil, vanwaar we een uitzicht hebben op de Alcazaba en de Malhacén. We zijn al een 3 h onderweg en we besluiten om nu terug te keren. Dalen gaat vlugger vooruit en na een 2 uurtjes staan we terug aan de bar. We hebben wel drank bij maar gaan toch op het terras zitten. Als beloning smaakt een fris pintje, niet waar. Het is onze laatste dag in de buurt van Granada.
14/04/2004 Adios Granada. We verlaten ons vast stekje in Cenes de la Vega en trekken naar La Alpujarra. Dit is een uitloper van de Sierra Nevada. We nemen de N 323 en dan de A 348 naar Lanjarón. Deze stad is gekend voor zijn lekker mineraalwater. Vóór Orgiva rijden we de steile weg links naar Pampaneira. Het is hier prachtig. Voor ons ligt de besneeuwde Sierra Nevada en dan het groen van de bergen en het wit van de dorpjes. Het is echt een hemel op aarde. We rijden tot Bubión en zoeken daar een plaatsje. We vinden dat iets buiten het dorpje. We gaan het verkennen en komen in een wirre war van straatjes uit. De bouwtrant is eigenaardig. Het hoger gelegen huisje gebruikt het dak van het huisje ervoor als terras. Ook de steegjes hebben een dak dat al terras wordt gebruikt. Amber heeft al een wasbekken gevonden om af te koelen, want het is hier lekker warm. Morgen gaan we de omgeving verkennen. We vinden in onze gids enkele wandelingen gespreid over de drie dorpen. Die gaan we zeker doen.
15/04/2004 Het heeft deze nacht geregend maar nu schijnt de zon weer. Dus op pad naar Capileira. Het wordt een stevige wandeling langs het dal van de Rio Poqueira en de in terrasen aangelegde bergen. Amber maakt uitbundig gebruik van het stromend water. Ze is soms echt een "zee"hond. Zo graag dat ze in het water zit. We stappen nu al 2 h en het begint te regenen. Nee het begint te gieten beter gezegd. We gaan dan niet naar de waterval maar als we aan het spookdorp Cebadilla, gelegen op 1500 m, komen nemen we de weg rechts. We passeren een kerk waarvan de ramen dicht gemetseld zijn. Onderweg stopt een auto en een spaanse dame wilt ons een lift geven. Maar we bedanken vriendelijk want Amber is zo vuil en nat en we kunnen dat die lieve dame niet aan doen. We komen dan ook lekende nat bij de camper aan. René droogt eerst Amber goed af zodat zij al binnen kan. We pellen ons eigen uit. Eerst natte jas, wandelschoenen, broek, kousens, T-shirt en dan lekkere droge kleren aan. Gelukkig staat de verwarming nog aan. Nu is het lekker warm in de camper. Amber ligt op het bed te slapen en wij genieten van een lekker bakje koffie. Ik geloof dat het hier 3 dagen zon en een week regen is. Zo is het toch tot hier toe geweest. Het is nu avond en het regent niet meer. Aan de overkant zien we dat het daar gesneeuwd heeft. Hopelijk worden we morgen vroeg niet wakker in de sneeuw.
16/04/2004 Het regent, het giet. Ik ben slecht gezind. Dan ga ik maar een boekje lezen. Zo leer je ook nog wel iets. Ik lees dat hier in Bubión een boeddhistische-Tibetaanse gemeenschap sinds jaren een gekend meditatiecentrum heeft. Zo is één van de Bubiónse telgen uitgekozen om de nieuwe Dalai Lama te worden, omdat een Tibetaanse Lama zich tijdens een bezoek in het jongetje heeft gerëincarneerd. Hij wordt nu ver van zijn geboorteplaats opgevoed in een Tibetaans klooster. Wat er toch allemaal gebeurd in een dorpje dat maar enkele huizen groot is. Ik ga mediteren om de zon te laten schijnen. Ik hoop dat het helpt.
17/04/2004 Het is droog. We gaan langs de camino Real del Barranco del Poqueira wandelen. Dat is een heel mondje vol voor een wandeling van Bubión naar Pampaneira. We volgen het padje tot op een stenen terras en daar horen we door enkele jongeren vlaams spreken. Het zijn jongeren die in Granada studeren en we maken er een klapje mee en vervolgen dan onze weg. Pampaneira is het grootste dorp van de drie, met winkeltjes en vele terrasjes. Hier zijn meer toeristen dan boven. Het zonnetje begint te schijnen en in de zon genieten we van een lekker tasje koffie. Amber heeft een slijkbad genomen en ligt nu in de zon op te drogen. Zie ze hier op de foto. Ze moet straks nog eens in het water zodat we haar kunnen wassen. Na het eten rijden we verder richting Pitres. Beneden gaan we eerst diesel tanken en we mogen ook water nemen van de uitbater. We moeten tot Pórtugos rijden om een parking te vinden. We staan nu naast een kapelleke en aan de overkant is een bron, de Fuente Agria & Chorrerau. Hier stoppen heel veel auto's en er worden vele flessen gevuld met het bronwater. René gaat ook wat water halen en we proeven het. Er zit heel veel ijzer in en het is niet lekker, maar misschien wel gezond.
18/04/2004 We starten vandaag met de wandeling nr. 25 uit het boekje. Ze begint in Pitres en dan dalen we af naar Mecina. Dit is een dorpje dat de tand des tijds heeft doorstaan. We wandelen voort naar Mecinilla en zo naar Fondales. Daar vind Amber een wasbekken waarin ze een douchke neemt. In Fondales komen we in gesprek met een brit. Hij woont hier reeds enkele jaren en zou niet meer weg willen. We volgen nu de Rio Trevélez tot in Ferreirola. Op een pleintje vinden we een bron met een openbaar wasbekken, de best bewaarde van Alpujarra. Dan loopt de weg omhoog naar Atalbéitar en we eindigen in Pitres. De witte dorpjes die we zijn tegengekomen zijn uniek in Spanje. Men vergelijkt ze soms met de dorpen uit het noorden van Marokko. Ze zijn in ieder geval rustig en mooi. Als je er door wandelt waan je je in een andere tijd. Hier kun je je ogen toe doen en het paarden getrappel van de Moorse heersers horen. We kunnen begrijpen dat de brit hier graag woont.
19/04/2004 We vervolgen onze reis naar het hoogst gelegen dorp van Spanje, Trevélez. Het ligt op een hoogte van 1540 m en is in drie delen verdeeld. Daarbij komt de sociale hiërarchie tot uiting. Beneden wonen de nieuwe rijken, welke door het verkoop van de gekende ham, grote huizen kunnen bouwen en de restaurants voor de toeristen. In het midden wonen de kleine boeren, die hun eigen kleine stukken land bewerken en zelf hun varkens houden. Daarboven woont de arme bevolking, waarvan ieder gezin wel iemand heeft die in Barcelona werkt en hun geld stuurt. Trevélez ligt in de schaduw van de Mulhacén. Het is hier de streek van de "jamón". Overal ruik je de geur van de jamón en met hondenden zie je ze hangen in de winkels. We verkennen het dorp en zien dat het toerisme niet veel heeft veranderd. Alleen beneden aan plein zijn verschillende souvernierwinkels, waar de producten van La Alpajurra verkopen. Ik koop er lekkere vijgenconfituur. Dat zal morgenvroeg smaken met een stukje vers brood.
20/04/2004 Het is prachtig weer. Er is geen wolkje aan de hemel. We gaan wandeling nr 26 maken maar we vinden het begin van de wandeling niet. Na ons komt een nederlands koppel ook naar het plakaatje zoeken. We lopen dan maar wat rond en op een heel andere plaats dan in het boekje vermeld is vinden we de aanwijzer. We volgen heel de weg naast de rivier. We komen voorbij enkele boerderijen en zien er veel koeien liggen. Onderweg komen we enkele spaanse ruiters tegen. Ze groeten ons vriendelijk en willen een praatje maken. René spreekt wel een mondje spaans en kan hem verstaanbaar maken, maar een gesprek met een spanjaard is toch nog iets anders. Ze praten zo vlug dat je niet kunt volgen, maar ze zijn toch heel vriendelijk. We wandelen door tot aan de samenvloeiïng van de Rio Puerto de Jeres en de Rio Juntillas. Daar eten we onze boterhammekes op en na wat rusten moeten we onze weg naar beneden aanvatten. Na zo een wandeling heb je toch nog trek in een hapje. Zo gaan we op een terrasje een tapas eten, natuurlijk is er de jamon bij. Hmm lekker. Amber ligt tevreden te rusten onder de tafel. We genieten ook en kijken naar de toeristen die van de bussen stappen en met allen de winkels bestormen. Dan zoeken we onze camper op en genieten nog na.
21/04/2004 We laten Trevélez achter ons en nemen de A 348 langs de witte kleine dorpjes en heel kronkelige wegen. Het is hier mooi en rustig rijden. Het gaat niet zo vlug vooruit maar we hebben tijd. We moeten iets buiten Trevéles stoppen want er staat een vrachtwagen met asfalt. Met vijf mannen zijn ze de putjes van de baan aan het opvullen. Het is een hilarisch zicht en kenmerkt het leven in Spanje. We rijden voorbij Juviles, Yegen, Ugijar, Laujar de Andarax richting Almeria. René zou graag naar Mojácar gaan en dus doen we dat. Vóór Almeria rijden we de N344 op en in Venta del Probe nemen we richting kust. We vinden een slaapplaats op een parking tussen Sopalmo en Agua de Enmedio.
22/04/2004 Modjácar blijkt een mooi stadje te zijn, dat tijdens de Burgeroorlog werd verwoest maar in de jaren zestig door de toeristen herontdekt. Het is toen helemaal heropgebouwd zodat er niet zo veel histerische delen zijn. Het ligt hoog tegen een heuvel en men kan van hier de zee en La Alpujarra zien. We slenteren wat rond en neuzen af en toe in de winkeltjes. We eten een kleinigheid op een terras en rijden dan door naar de "woestijn van Almeria" De eerste grote plaats die we tegenkomen op de A 370 is Sorbas. Daar rijden we de woestijn in. Het is een troosteloze steek met een gebergte dat door erosie is aangetast en vele uitgedroogde rivierbeddingen. Hier werden in de jaren zeventig veel spaghettiwesterns opgenomen. Onder andere enkele films met Clint Eastwood in de hoofdrol. Laat Clint nu mijn lievelingsacteur zijn. Kan je veronderstellen dat ik zeker naar hier wou komen. We rijden tot Tabernas een stadje zoals er honderd zijn in Spanje maar het heeft wel een arena. Naast die arena hebben we een parking gevonden. We gaan nog eerst inkopen doen in de plaatselijke winkels en dan wat genieten van de natuur.
23/04/2004 We gaan onze beentjes strekken en wandelen langs de Rambla del Tabernas. Rambla is een benaming voor de uitgedroogde bedding van een rivier. We lopen door de bedding met de hoge rotswanden. De Rambla blijkt veel levendiger te zijn en is zeker geen maanlandschap. Vele vogels broede hier in de rotsholten. Amber geniet er van dat ze eens goed kan lopen en wij genieten van de rust. We lopen onder een brug en daar begint de Rambla del Lanujar. We zoeken hier een plaatske om onze proviand te verorberen. Daarna lopen we op onze stappen terug. De wandeling eindigt waar ze begint. Tevreden stappen we naar de camper. Het is een mooie dag geweest.
24/04/2004 Vandaag gaan we in de voetstappen van Clint Eastwood lopen. We gaan naar het westerndorp waar The Good, the Bad and the Ugly is opgenomen. Wat een moment voor mij. We slenteren door het dorpje en krijgen in de saloon een optreden van enkele minuten. Dat hoort er nu eenmaal bij. Zelfs posseren met de cowboys is hier toegestaan. René heeft gisterenavond nog met een Tjech gesproken, die hier frigureerde in een film van Luky Luke. Die film zijn ze hier nu aan het draaien. We rijden in de namiddag verder naar de kust. We vinden in Almerimar een slaapplaats met zicht op de zee.
25/04/2004 We moeten op zoek gaan naar een lavanderia. We rijden langs de kust en proberen ons geluk in Mortril. Hier staat ook het buitenverblijf van onze overleden koning Boudewijn, maar we hebben geen van de twee gevonden. Dus verder naar een grote stad en dat is Almunécar. Volgens het toeristenbureau zijn er hier vier wasseretten. Dus kunnen we nog kiezen. René wast voor alle zekerheid enkele kousens uit. De rest is voor morgen.
26/04/2004 Het geluk is tegen ons. We hebben 4 adressen gekregen en het zijn allemaal droogkuiswinkels. Dus verder naar Nerja, niets te vinden. Dan maar naar Torre del Mar, ook niets. Naar Malaga op zoek naar lpg. ook niets. Dan naar een Fiat garage, adres verkeerd. We staan nu moe gezocht op een parking buiten Malaga aan de zee. Hier staat nog een Belg. Iemand uit Roeselare. Ze komen van Portugal en hebben dus al vele km. afgelegd.
27/04/2004 We rijden naar een andere Fiat garage. Door de wegwerkzaamheden doen we 1 h over 10 km. We komen aan de garage maar die kan ons niet helpen want de atelier is te laag. We krijgen wel een ander adres in Benalmádena. Hier helpen ze ons direkt. Hij zal tegen de avond klaar zijn verzekeren ze ons. We wandelen dan naar het kustplaatsje want hier vinden we misschien een wasserette. Het is hier toch heel toeristisch. We vinden niets. Ik bel dan naar Diny en zij zoekt nu voor ons op internet een lavanderia in de buurt. We slenteren naar de garage terug en inderdaad hij is klaar. Diny heeft een berichtje gestuurd en in Torremolinos moet er een wasserette zijn. Maar .....weeral werken en dus weer door smalle straatjes. Plots zien we een lavanderia. Ik sla van vreugde René zijn bil blauw, joepie we hebben er een gevonden. Nu op zoek naar een plaatske om te blijven staan en dat vinden we. Er staan nog vele andere campers en het is aan de zee. Het is nu 20.57 h en we moeten nog eten, maar we zijn gelukkig we kunnen gaan wassen.
28/04/2004 Joepie de was is gedaan. Alles is proper en het was nog niet zo duur. We gaan nu op zoek in Marbella naar een garage om de olie van de generator te vervangen. Ik tik het adres in en na een uurtje staan we ter plaatse, maar ze doen het hier niet meer. We krijgen een adres in Sevilla. Dat is dan voor later. We rijden langs de A 376 naar Ronda. God wat een baan. Ofwel zijn er putten ofwel is de baan in aanleg. We zijn hier in 1994 ook geweest en dan was het hier wel iets beter. Tegen 20 km per uur rijden we door en op een recht stuk waar we ons wat opzij kunnen zetten parkeer ik de camper. We zijn beide dood op, vooral door de tegenslag van de laatste dagen.
29/04/2004 We komen in Ronda aan. Deze stad is ons niet onbekend, want we zijn hier reeds in 1995 geweest. Het is er nog altijd druk. We wandelen door het stadje en doen onze inkopen. Daarna rijden we verder de A 369 op. Als we Ronda buiten rijden zie ik een tankstation maar ik denk dat ik nog wel genoeg diesel heb tot de volgende. Ik tank niet graag ziet ge, ik vind dat verloren tijd. We vervolgen dus onze weg,het baantje is smal en kronkelig. We rijden langs de Sierra Bermeja. Hier zijn veel bekende witte dorpjes. Maar het lampje van de diesel begint te branden. René heeft al een paar keer naar opzij gekeken en ik doe of mijn neus bloed en reageer niet. De opeenvolgende dorpjes zijn oud en mooi maar nergens een tankstation. Ik begin ook te panikeren want het wordt nipt. René vraagt hoelang nog voor dat hij te voet om een jerrycan diesel moet zoeken. Ik hou mij groot en zeg dat we nog voldoende diesel hebben. In Gaucin stop ik langs de baan en hij gaat aan een inwoner naar een tankstation vragen. De man praat met veel gebaren waaruit ik kan opmaken dat het nog veel verder is. René stapt in en inderdaad nog een 10 km verder. We houden beiden ons hart vast en hopen dat we er geraken. Op dit moment zien we niet zo veel van de omgeving maar bidden stil een wees gegroetje. En ja daar is het station gelukkig. We tanken 72 l diesel, en we hebben een tank van 75 l. Het is dus heel nipt geweest. Ik krijg nu van René een flinke uitbrander en hij heeft gelijk. Ik ga in het vervolg vlugger stoppen om te tanken. We zijn in de buurt van Jimena de la Frontera en rijden daar van de baan om een overnachtingsplaats te zoeken. Die vinden we en we hebben zelfs een gebuur, een ezel die daar in de wei staat. Het dorp zelf is niet groot, er is maar één winkel waar ze toch vers brood verkopen. René koopt er wat bier en een fles rode wijn. We kopen steeds iets om de mensen wat te gunnen. We overnachten in of buiten hun dorp en hebben dan ook nooit problemen. René vraagt gewoonlijk of we daar kunnen blijven staan en hij krijgt altijd een vriendelijk "si si" als antwoord. De inwoners groeten ons en klaxoneren zelfs als ze ons passeren. Ik lees dat je van op Gaucin een prachtig zicht hebt op de Middellandse Zee, de Altantische Oceaan, de rots van Gibraltar en het Rifgebergte van Noord-Afrika. Dus rijden we morgen terug naar Gaucin.
30/04/2004 De laatste dag van april. Het weer is prachtig en de streek is mooi. Wat kan een trekker meer willen. We bezoeken Gaucin, een wit dorp met een Castillo. We wandelen door de stille smalle steegjes en ontmoeten een brit, die daar samen met een inwoner een restaurant uitbaat. Hij heeft ook een labrador en zo is men vlug aan de praat he. Hij vertelt over zijn leven hier en dat hij hier niet meer weg wil. Ik denk als je je kunt aanpassen aan de gewoonte en de weinige luxe die men heeft dat het inderdaad zeer goed wonen is in zo een dorpje. We klimmen naar de Castillo en hebben een prachtig zicht op de omgeving. Spijtig dat het zo nevelig is want we zien alleen de bergen en geen zee. Het volgende dorp Castellar de la Frontera is onze volgende stopplaats. We moeten door kurkeiken bossen rijden waar de koeien staan de grazen tussen de bomen. Het baantje wordt smaller en ik hoop dat er niet veel auto's van boven komen. Er komt wel een camper naar beneden en ik blijf wachten op een uitwijkplaats. Een groet als bedanking en we kunnen weer verder. Boven is een kleine parking aangelegd waar we kunnen staan. In de tien jaar is er toch wat verandert. Vroeger woonde hier vele buitenlanders en waren hier veel winkeltjes met van alle souverniers, maar nu is er nog veel gesloten. Misschien is het nog te vroeg in het jaar en komen de echte toeristen later. We dalen dan maar terug naar de hoofdbaan en rijden de rots van Gibraltar en de grote stad Algeciras voorbij. Onze stopplaats wordt Tarifa. Dit stadje is vooral gekend bij de windsurfers, want het waait hier enorm. We vinden een parking aan het zwembad. Hier gaan we nu een rustdag nemen.
01/05/2004 Het waait hier. We gaan het stadje bezichtigen. Het is hier levendig en druk. vooral veel jongeren lopen hier rond. Op de tien winkels zijn er negen sportwinkels bij. Tarifa is dan ook gekend door de surfers. Er is een grote wandelboulevard met vele terrasjes en restaurantjes. We wandelen naar de dijk vanwaar je naar de kust van Afrika kunt turen. Het geeft een eigenaardig gevoel dat daar op een 13 km van ons een ander werelddeel ligt. We blijven stil voor ons kijken. We verbreken allebei plots de stilte en vertellen wat we voelen. Langzaam stappen we terug naar de drukte en drinken iets op een terrasje. Hier spelen veel kinderen op het plein en af en toe komt een kindje vragen of ze Amber mag aaien. Het is eigenaardig hoe Amber kinderen aantrekt. Het gebeurt dikwijls en ze laat de kinderen rustig haar aaien en ze kwispelt dan uitbundig. Alleen de ouders zijn soms niet gerust in en wij houden ze wel in de gaten. .
02/05/2004 Het giet en de wind is ook heviger geworden. We maken er het beste van en zetten de verwarming aan en drinken een tasje koffie. Rechts van ons staat een kraampje. Ik zie steeds mensen er naar toe gaan en met een zakje terug komen. Mijn vrouwelijke nieuwsgierigheid is dan ook getrokken door dat komen en gaan van zoveel volk. René denkt dat het een krantenkiosk is maar niemand komt met een krant voorbij. Het is nu in de namiddag en ik weet het nog altijd niet. Ik neem mijn jas en wat geld. René begint te lachten omdat ik niet meer te houden ben en het moet weten wat daar aan de hand is. Door de gietende regen ga ik er naar toe. Twee kleine kinderen staan nu voor het kraam. Het is een snoepkraam. Het kraam zit tot boven toe vol met snoep. Ge kunt het je niet voorstellen wat daar allemaal staat. De kinderen staan met de uitbaatster te praten en ik versta er uit dat ze zegt dat ze hun tanden regelmatig moeten poetsen. Ja natuurlijk anders zal hare winkel niet draaien als ze allemaal tandpijn krijgen. Nu weet ik ook waarom in ieder klein dorpje een "klinca dentista" is. De Spanjaarden zijn dus snoepers. Ik koop ook een kleinigheid en ga triomferend naar de camper terug. René kijkt naar mij met vragende ogen omdat ik lachend binnenkom. Ik weet het "het is een snoepkraam". Hij vraagt of ik mij nu beter voel, nu dat ik het weet. Natuurlijk zeg ik nu weet ik teminste wat de klanten daar komen kopen. Wat moet je anders doen als het zo een slecht weer is. Het wordt donker en de wind wordt heviger. De camper gaat over en weer en ik ben er niet gerust meer in. We zoeken dan ook een andere plaats op waar we uit de wind staan. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. We staan nu in een smal straatje tussen de huizen. Hier moet toch niemand voorbij. We gaan slapen maar ik denk dat ik geen oog ga toe doen.
03/05/2004 Geloof het of niet maar de wind is gevallen en de zon schijnt. En wil je nog iets weten René heeft heel de nacht wakker gelegen en ik heb geslapen als een roosje. Hij is pas in slaapgevallen toen de windstoten minder werden. Nu rijden we verder langs de N 340. Ik ben feitelijk wel blij dat we uit Tarifa kunnen vertrekken. We stoppen in Vejer de la Frontera, één van de witte dorpjes. We wandelen hier wat rond en nemen een paar foto's van de smalle steegjes. Dan is het verder langs de A 393 richting Medina Sidonia naar Arcos de la Frontera. Van ver zie je de stadje liggen. Het is gebouwd op een heuvel en het is alsof een gedeelte van de berg door erosie is verdwenen.
04/05/2004 Dit stadje vraagt om bezocht te worden. Iets wat we dan ook doen. We stappen over de brug, want de Rio Guadalete loopt langs de rotskegel waarop Arcos gebouwd is. De witte huisjes lijken aan de buitenkant soms wat vervallen maar als de deur openstaat ziet men een heel andere wereld. Het zijn patio's met betegelde muren en bloemen. Af en toe zien we ook enkele palmbomen en een waterput. Het zijn echte juweeltjes. Men ziet dat hier vroeger de adel gewoond heeft. Er zijn de herenhuizen en de paleizen van de graven van Aguila en de hertogen van Osuna. Het is gezellig slenteren langs deze eeuwe oude huisjes. Op een pleintje vinden we een oude hometrainer. Wat de bedoeling hiervan is mag joost weten maar ik ga er toch even opzitten, wat René er toe brengt het voor ons nageslacht vast te leggen op papier. We dalen langzaam naar beneden en eten het lekkere verse brood dat René nog vlug bij een bakker gekocht heeft met wat kaas. We rijden dan naar de Embalse de Arcos aan de andere kant van het stadje. We staan hier nu aan het stuwmeer, waar een pad rond loopt. We gaan dan ook rond het stuwmeer wandelen. Tot genoegen van Amber die geniet van het frisse water. We komen zo voorbij een volledig nieuwe wijk. Hier staan vele nieuwe huizen, in villa stijl gebouwd. Ze zijn allemaal beveiligd met hoge omheinigen en we zien de mooie tuinen en terrasen. Het is hier dan ook zeer rustig.
05/05/2004 De volgende stopplaats wordt Jerez de la Frontera, de sherry stad van Spanje. We gaan eerst diesel en water tanken. We rijden de stad in en op het eerste zicht lijkt het een leuke stad, levendig en mooi onderhouden. We rijden wat rond en vinden aan het sherry-huis Sandeman een parking uitsluitend voor toeristen. We staan naast een klein parkje dat een ontmoetingspunt is voor de jeugd en dat maakt het dan ook gezelliger. We gaan eerst het oude gedeelte van de stad bezichtigen. Jerez is met geen enkele stad die we reeds aangedaan hebben te vergelijken. Je ziet aan de winkels en de prijzen dat het geld hier wel over de toonbanken rolt. De stad is dan ook bekend om zijn sherry-huizen en ook voor het fokken van prachtige volbloedpaarden. We zien op affiches dat zaterdag hier "de Feria de Caballo"begint. Daar zouden we graag naartoe gaan en we veranderen dan ook onze reisplannen. We komen voorbij de Andalucische Rijschool en morgen is er een gratis vertoning in de voormiddag voor de toeristen. Dat gaan we natuurlijk mee pikken. Het is een enige gelegenheid dit eens meetemaken. We zoeken het toeristenbureau en krijgen een stadsplan waarop alles staat vermeld. Ieder sherry-huis is te bezichtigen op bepaalde uren. Donderdag namiddig is het bezoek van Tio Pepe met tapas en muziek. Dat komt dan ook op onze agenda staan. Zo hebben we hier wel wat te doen.
06/05/2004 We gaan tegen 12 h naar het gebouw waar de Andalucische Rijschool is ondergebracht. Dit ligt maar op een 200m van onze parkeerplaats. Het is wel niet gratis maar we willen het toch zien. Het wordt een prachtige demonstratie over de kunde van zowel het paard als de ruiter. We mogen geen foto's trekken en postkaarten zijn ook niet te koop. Dus moeten we het opslaan bij onze herinneringen. We wandelen wat rond in het park en genieten van de mooie tuin. Na het eten nemen we een kleine "siesta" want we beginnen al als een spanjaard te leven. We gaan boodschappen doen en ik ga een afspraak maken bij een kapper. Mijn haar moet dringend geknipt worden.
07/05/2004 Terwijl ik naar de kapper ga, gaat René wat met Amber wandelen. In de namiddag gaan we dan naar Tio Pepe. Omdat het helemaal aan de andere kant van de stad ligt rijden we er naartoe, maar we hebben een goed uur nodig om daar te geraken. Het is een doolhof van staatjes en we komen natuurlijk te laat. We hebben wel geluk dat de Alcázar van Jerez juist aan de overkant ligt dan kunnen we die gaan bezichtigen. Vooral de tuinen zijn prachtig. Na dit bezoek rijden we verder naar de kust, naar een camping in Chipiona. Hier blijven we nu een nachtje staan.
08/05/2004 We gaan een lekker warm douchke pakken en dan verder rijden naar het kuststadje Sanlúcar de Barrameda gekend voor zijn "Manzanilla" wijn. Deze wijn en de sherry worden allebei van dezelfde druif gemaakt. In de straat staat een man die op een speciale wijze Manzanilla schenkt in een glaasje. Het is een publiekstrekker en vooral we mogen eens proeven van de wijn. Het is een gezellig stadje en we eten op een terrasje lekkere gamba's met een glaasje Manzanilla bij. Die bereiding is een specialiteit van hier. Nu rijden we terug naar Jerez want morgen begint daar de Feria de Caballo.
09/05/2004 Deze namiddag gaan we naar de Feria. Er is nog niet zoveel te doen. Het blijkt vooral een feest voor de plaatselijke bevolking te zijn. Je moet lid zijn van een club om ergens binnen te mogen. We wandelen dan maar wat rond. Het is op een reuze plein te doen die verdeeld wordt door verschillende straatjes en dan zijn er houten huisjes die de vele clubs vertegenwoordigen. We slenteren dan maar naar onze woonst terug. Deze avond gaan we nog eens kijken.
10/05/2004 We zijn in Sevilla aangekomen. We vinden het een veel mooiere stad dan Granada. We gaan eerst op zoek naar een station, die lpg. verkoopt. De taxi's rijden hier allemaal op gas, dus moeten we die toch vinden. Wel ja , maar we kunnen niet tanken. De nippels die we bij hebben kunnen niet op hun slang geschroefd worden en de nippels die de juffrouw aan de kassa ons geeft gaan niet op onze tank. We zullen dan maar nog wat moeten wachten. We rijden de Puente del Generalisimo over en aan de Gata del Alfrerez Provisional rijden we een parking op. Er staan vele auto's maar helemaal vanachter vinden we een open parkeerplaats. Van de parkeerwachter mogen we mist betaling hier blijven staan. We installeren ons en gaan dan op verkenning. We wandelen langs de Paseo de las Delicias, een brede boulevard en dan rechts de Avenida Sanjurjo in en dan de Avenida Constutucionwaar het toeristenbureau gelegen is. We krijgen hier een stadsplan en verschillende adressen van de lavanderias. We kijken onze ogen uit. Sevilla is inderdaad een prachtig stad. We zijn allebei in onze nopjes en genieten volop. Moe keren we terug naar de mobilhome. We openen al de vensters want het is er warm. Enkele jongelui komen naast ons staan en halen drank en glazen uit de koffer. Iets later komt een jongen met een fles wijn, om ze te laten ontkurken. René doet dat met veel plezier. Het zijn allemaal studenten die hier regelmatig samenkomen.
11/05/2004 We gaan vroeg op stap. Zo wandelen we langs de Rio Guadalquivir voorbij de Torre del Oro, vroeger een gedeelte van de stadmuur. Ons eerste bezoek leidt ons naar de kathedraal met de gekende Moorse Minaret "de Giralda". Een spiraalvormige trap, aangelegd voor een Moorse Emir zodat hij te paard naar boven kan, brengt ons op een hoogte van 70m. Van hier boven hebben we een prachtig zicht op Sevilla. Wanneer we dan naar boven kijken zien we een bronzen standbeeld "la Giraldilla" , de 4m hoge windwijzer. Van op het platform zien we het dak van de kathedraal. Als we beneden zijn, ga René en ik ieder over toer de kerk binnen. Deze kathedraal komt op de derde plaats qua grote na St. Pieters in Rome en St. Paul in Londen. Het is dan hoog tijd om het innerlijke te versterken en we zien dat het hier niet ontbreekt aan zulke gelegenheden. Dan vervolgen we onze route. Deze keer door de wijk Santa Cruz, de oude jodenwijk die het beste gekend is door de toeristen. We wandelen dan voorbij de universiteit, de vroegere tabaksfabriek. We kunnen niet geloven dat in zo een mooi gebouw gewoon gewerkt werd. Moe gaan we terug naar de mobielhome en tevreden lezen we nog eens alles na. Morgen komt er nog een dag.
12/05/2004 We gaan eerst de was naar een lavanderia doen en dan nog een wandeling maken zodat Amber wat moe is en enkele uren in de mobilhome kan blijven. René en ik gaan de kathedraal dan uitgebreid bezoeken. De kerk is een echte puzzel en we hebben dan ook een tweetal uren nodig om een klaar inzicht te krijgen. Daarna lopen we een andere wijk in "la Macarena". hier komen niet veel toeristen maar het is wel typisch Andalucisch. Amber is blij ons terug te zien en we nemen haar mee naar het grote plein naast ons waar de Feria de Abril wordt gehouden. Wanneer we thuis komen staan er al verschillende drinkende jongelui die ons allen groeten. Het zijn toch vriendelijke jongens.
13/05/2004 We gaan naft tanken voor de generator en een mobilhome verkoper zoeken want we hebben flessen voor het toilet nodig. We vinden die in de buurt van Dos Hermanas, maar hij kan ons niet helpen met het onderhoud. Hij geeft ons wel een adres, die ik intik en de gps niet kent. Het blijkt een nieuw industriegebied "El Pino" te zijn. Na enkele km verloren te rijden vinden we dan toch El Pino, en we moeten aan perceel 17 zijn. De straten hebben hier zelfs nog geen naam. René gaat het zeker aan 5 personen vragen en de laatste alleen kan ons helpen. We zijn er dan eindelijk geraakt en ...alles gesloten natuurlijk. We moeten wachten tot 15h. Dan ook maar wat eten en rusten, op zijn spaans. Rond 16h komt er een man en vrouw aangereden, de uitbaters. De man komt met een verveeld gezicht kijken en zegt dat zijn mechanieker in Cordoba zit. We moeten morgen terug bellen om een afspraak te maken. René noteert zijn telefoonnummer en we zijn tevreden dat we dat toch al hebben. Nu nog boodschappen doen en we kunnen weeral verder. Aan de andere kant van het water staat een paleis waar we morgen een kijkje gaan nemen.
14/05/2004 De parken van Sevilla zijn heel mooi aangelegd. Zo gaan we vandaag naar Parque de Maria Luisa, gelegen aan de Avenida de las Palmeras. Het doet deugd met de warmte onder de bomen te wandelen. Hier en daar zijn ook vijvertjes aangelegd. Amber maakt natuurlijk gebruik van dit water om eens wat te zwemmen. We wandelen zo de Avenida de Isabel la Catolica in en naar de Plaza de Espana waar de Palacio gelegen is. Dit halfronde plein was het middelpunt van de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling in 1929. In de halfrond werd in helder gekleurd keramiek uit Triana, een wijk van Sevilla, ieder van de 50 provincie van Spanje uitgebeeld. Enkele delen er van staan in steigers en worden hersteld. Het renaissancepaviljoen herbergt het Muzeum voor Archeologie. Het is nu gesloten maar morgen kunnen we het bezichtigen. We slenteren dan terug naar het centrum voorbij de universiteit, die ondergebracht is in een voormalige tabaksfabriek. Het lijkt meer een barokke burcht dan een fabriek. Vroeger werkten hier tussen de 1800 en 12.000 vrouwen. Volgens overlevering hadden die dames het zo warm dat ze topless hun werk deden. Daar is ook de opera "Carmen" ontstaan. De liefde van een frans schrijver werd niet beantwoord en hij moest zijn passie dan maar op papier zetten. Bizet heeft er dan later een opera van gemaakt. We gaan iets eten en dan Sevilla "by night" bezoeken. Het is een gezellige bedoening met een massa volk en barretjes en terrasjes en overal klinkt de flamenco muziek. Het is aangenaam vertoeven tussen de wierewar van straatjes. We komen voorbij enkele tapabars en beslissen om morgen avond hier iets te komen eten. Na middernacht slenteren we langzaam terug naar onze thuisbasis. Maar onze thuiskomst is niet zo prettig. Een venster boven het bed is ingeslagen. We hebben het maar eerst gezien toen Amber op het bed wilde springen. Er is wel niets gestolen, maar wat nu. Morgen proberen de raam te laten herstellen, er zit niets anders op.
15/05/2004 Het feestje heeft de hele nacht geduurd en de parking ligt nu vol gebroken glas en flessen en andere rommel. Ik ga nu op zoek naar een firma waar we het raam kunnen laten vervangen. Ik heb gebeld naar Barcelona, Madrid, Bordeaux ,Oostende en ik moet volgende week nog maar eens terug bellen. We gaan maar naar Cordoba vertrekken want hier in Spanje gaan we toch geen venster vinden. Dus zovlug mogelijk naar Frankrijk. We zijn beiden niet gerust en laten de mobilhome nu zeker niet alleen staan. In La Rambla vinden we een overnachtingsplaats aan een tankstation.
16/05/2004 We gaan naar Cordoba rijden om lpg te tanken. In de buurt van de luchthaven weten we een tankstation. Daarna rijden we tot de Embalse de Vilafranca. Het is nog goed weer en we kunnen hier nog buiten zitten.
17/05/2004 Ik ga op zoek naar een mobilhome verkoper en heb iemand gevonden in Rivesaltes Frankrijk waar we een nieuwe venster kunnen laten plaatsen. We rijden dan maar zo vlug mogelijk door. We rijden vandaag een 250 km en landen in Jocar een klein dorpje aan een barbequeplaats. Hier zitten we rustig buiten het dorpje.
18/05/2004 Ik zie dat we langs Alcala del Júcar kunnen rijden. Daar weten we een plaats aan de brug. Op 25/03 hebben we daar ook gestaan. Toen stond er 2299 km op de teller en nu 6447 km. We hebben op 65 dagen reeds 6447 km gereden. Niet slecht he. Het is nog altijd mooi weer, hopelijk blijft het zo. >
19/05/2004 We rijden verder naar de kust en in Valencia nemen we de N 340. Aan de platja de Nules houden we halt en gaan onze beentjes strekken op het strand. Daarna een kleinigheid eten en verder gaat het. In Peniscola vinden we een parking aan de haven. Hier staan we met een 30 tal campers. Het lijkt hier wel gezellig. We gaan door het stadje wandelen en wat boodschappen doen. We zitten pas op ons plaats of de politie komt zeggen dat we niet mogen blijven staan. Enkele duitsers gaan in discussie met hen maar het levert niets op. We moeten vertrekken. Dan maar een andere plaats zoeken. We moeten tot Sant Carles de la Rapidou rijden om een overnachtingsplaats te vinden . We staan wel aan het strand.
20/05/2004 Het is wat drukker op de baan. We moeten dwars door Barcelona, maar dat is mij al bekend. Ik rij zoals een spanjaard, als ze mij zien is het goed en ze stoppen toch altijd. We volgen verder kust en we stoppen op een mirador tussen Tossa del Mar en San Felui. We hebben hier een prachtig zicht op de zee. Het wordt onze laatste nacht in Spanje. Met spijt rijden we al naar Frankrijk maar het kan nu eenmaal niet anders. We komen later nog wel eens terug hopen we.
21/05/2004 Adios Espana, bonjour France. We rijden door tot de firma Pacar in Rivesaltes. Het zijn vriendelijke uitbaters en ze proberen het raam te bestellen. Ze kunnen de olie van de generator wel verversen. We moeten wachten tot morgen en weten dan of ze het raam kunnen leveren. We blijven dan maar in de buurt overnachten.
22/05/2004 We blijven niet staan maar trekken de Katharenstreek binnen. Van Rivesaltes nemen we de D 117 tot Maury en dan rechts de D 19 naar de Grau de Maury. Op het kruispunt met de baan naar de ruïne van Quéribus is een grote parking. Ik wil naar boven rijden maar René ziet dat het een stijging is van 15%. Dat vind ik ook wel wat veel en we blijven dan maar op de parking staan en overnachten hier.
23/05/2004 De volgende chateau is die van De Peyrepertuse. We rijden door Cucugnan over de Col de Tribi naar Duilhac-s/s- Peyrepertuse. We rijden steil naar boven tot een parking want zelf de bussen mogen hier niet verder. Te voet gaat het dan tot aan de voet van de chateau. Het is nog een goed bewaarde ruïne vanwaar men een prachtig uitzicht heeft op de omgeving. Daarna terug naar beneden en we staan nu op een camping-car parking in Duilhac. Het zonnetje schijnt nog en we kunnen hier rustig buiten zitten.
24/05/2004 Ik bel naar Pacar maar ze hebben nog geen nieuws over het raam. We vervolgen onze weg dan langs de D 117 en volgen zo de loop van de Aude door de Defilé de Pierre-Lys tot Quilan. Daar kun je vers water nemen en je toilet zuiveren. We ontmoeten een Waals koppel, die van Portugal komen en nu op weg naar huis zijn. Ze bevelen ons Portugal zeker aan en geven ons enkele tips. Die zijn altijd welkom natuurlijk. Volgend jaar staat Portugal op onze lijst. We rijden door naar Puivert, nog een Katharendorp. Boven het dorp staat de ruïne van het kasteel, waarvan alleen de slottoren nog intact is. In Lavelanet gaan we op zoek naar een wasserette. Ik vind een parking aan het park naast een riviertje, de Touyre. De parking noemt l' Espace de Liberté.Het stadje zelf in niets speciaals maar in het park kunnen we wel gaan wandelen. Hier blijven we nu overnachten.
25/05/2004 Ik heb het boek "in het spoor van de Katharen" gelezen en wil dus het kasteel van Montségur zeker bezoeken. We volgen de D 9 en van in de verte kunnen we de berg met het kasteel zien. Het is een imposant geheel. Nu begrijp ik dat dit bolwerk met veel moeite ingenomen is. In februari 1243 werd de eerste aanval vanop het kasteel afgeslagen en in maart 1244 moesten de laatste 200 Katharen zich overgeven. Ze werden toen verbrand. Het moet een gruwelijke tijd geweest zijn. Ik zet de mobilhome op de parking en we vatten de klim naar boven aan. Een halfuurtje doen we er over en krijgen er een prachtig zicht op de omgeving in ruil voor onze inspanning. Een gids blijkt een honderdtal mensen het verhaal van het kasteel en het leven er in weer te geven en we luisteren dan ook met veel interesse mee. Naar beneden gaat het natuurlijk vlugger. We vervolgen onze weg richting Tarascon-sur-Ariège. Op het rond punt nemen we rechts de weg naar de Col de Port. Het is gestadig klimmen maar we genieten van de natuur. Het is bewolkt maar we zien toch veel van de bergen. We staan nu boven op de Col met enkele paarden als gezelschap. Hier blijven we overnachten...
26/05/2004 Hier op de parking begint een wandeling. We doen dan ook onze wandelschoenen aan en trekken er op uit. Het wordt een tocht van 4 uur waar we alle drie van genieten. Moe gaan we op het terras van het hoteltje een koffie drinken. Het is hier echte Franse koffie, voor ons Belgen dus niet te drinken maar het is warm. Daarna naar de mobilhome die gezelschap heeft gekregen van nog een drietal andere zwervers. Zij blijven hier ook overnachten. Daar hebben ze gelijk in want het is hier prachtig en rustig. Vanavond is het de finale van de Champions League tussen Monaco en Porto. Het gaat spannend worden denk ik.
27/05/2004 In Rivesaltes kan het venster hersteld worden. Ik dacht dat ze reeds besteld was maar dat blijkt nog niet het geval te zijn. We moeten wel terug want ze weten de maten niet meer. We rijden dan maar naar Pacar en overnachten in Leucate. Hier is het goed staan en het weer is prachtig. Nu is het afwachten wanneer het venster binnen is. We blijven hier dan ook nog een dag staan.
28/05/2004 Ik ben deze morgen wakker geworden met migraine. Ik neem mijn medicatie en blijf maar in bed. René gaat te voet boodschappen in Leucate dorp. Hij blijft wel twee uren weg. Naar het dorp en terug blijkt verder te zijn dan we dachten. Pacar heeft ons opgebeld en het zal een veertiental dagen duren voor het venster binnen is. We plannen onze route voor de volgende twee weken. We besluiten door de Pyreneeën tot St. Jean Pied de Port en zo over de Cols van de Tour de France te rijden. het lijkt ons een mooie route langs de D 618.
29/05/2004 We hebben wat langer geslapen. De bakker heeft ons wakker gemaakt. Hij komt iedere morgen met zijn wagentje naar hier en je mag geloven dat zijn winkeltje goed draait. Van alle kanten komen ze om verse baguetten, appelgozetten en croissants. Dat smaakt heerlijk bij een vers tasje koffie. We vertrekken daarna richting Pyreneeën. We rijden tot Lavelanet en overnachten op de Espace Liberté zoals vroeger. Het weer is iets minder goed. Spijtig natuurlijk maar morgen is het misschien beter.
30/05/2004 Onze route loopt weer langs de D 618 nu voorbij de Col du Port en langs een bochtig baantje naar St Girons. Daar vervolgen we onze weg richting Col de Portet d'Aspet.Na enkele kms wordt de baan smaller en steiler. Het is spijtig dat het vandaag zo mistig is. Zo zien we niet veel van het landschap. Boven aan de Col gekomen vinden we een parking naast het plaatselijk hotelletje. Daar gaan we iets drinken en komen in gesprek met de uitbaater. Hij vertelt honderd uit over de klanten, waaronder ook verschillende belgen die hier tijdens de ritten van de Tour verblijven. Dit jaar komt de Tour hier niet voorbij. We mogen van hem op de parking blijven overnachten.
31/05/2004 De laatste dag van de maand. Op de teller staan nu 8078 km en alles is tot hiertoe goed verlopen, buiten het probleem met het venster natuurlijk. We worden wakker boven de wolken, het zonnetje komt al en toe wel eens piepen. We dalen de Col af en soms krijgen we een 17% dalen onder onze wielen. Voorbij de Col des Ares en nu richting Bagnères-de-Luchon, een gekende bestemming voor de wintertoeristen. De zon laat zich nu meer zien en het wordt nu veel gezelliger rijden. We zien overal bergen, bergen en we genieten. Aan de Col de Peyresourde stoppen we en strekken onze beentjes effen uit. Hier staat een hut waar je lekkere pannekoeken kunt eten en nog goedkoop ook, 12 pannekoeken voor 4 euro. Daar voor kun je je eens lekker laten gaan. Hier zie je nu reeds meer toeristen. Vooral moto rijders kunnen hier hun kunde laten zien. We dalen terug naar Loudenvielle, een bekend skioord. Het gaat zo door naar Arreau toe. Af en toe kruisen we een andere camper en groeten elkaar. Het is een gewoonte dat je iedere medezwerver die je tegen komt te groeten. Alleen de jongere zwervers vergeten het al eens. Arreau blijkt een mooi stadje te zijn waar we onze boodschappen kunnen doen. We eten een kleinigheid en hop we zijn weer vertrokkken. Nu wordt het de Col d'Aspin. Na verscheidene haarspeldbochten komen we boven op de Col. Hier staan vele koeien te grazen. We staan op een hoogte van 1489m. We wandelen hier wat rond zoals zovelen. We hebben een prachtig uitzicht op de Vallée d'Aure en op de Pic du Midi. De afdaling heeft volledig mijn aandacht nodig en onderweg komen we ook nog enkele koeien tegen. In Payolle vinden we een mooie plaats naast het bergriviertje, ook Payolle genaamd. Hier zijn enkele winkeltjes en we wandelen wat verder om iets van de omgeving te zien. Er staat een bord dat de Tourmalet gesloten is. Dat is pech voor ons want die col staat ook op ons verlanglijstje. We zijn dan ook verplicht om langs Tarbes te rijden, maar dat is voor morgen.
01/06/2004 We volgen de Adour de Payolle naar Lourdes. We gaan eerst naar de laverie want de vuile was stappeld zich weer op. We hebben geluk, ik kan vlak voor de laverie parkeren. Terwijl we een tas koffie drinken wordt de was gedaan. Daarna rijden we naar onze overnachtingsplaats naast de Gave. Wat is het hier weer druk. Vele Italiaanse campers hebben hun weg naar hier ook gevonden. We gaan met Amber wat wandelen en boodschappen doen. Een krant kopen staat op ons lijstje. Nu kunnen we wat nieuws uit België lezen. Na het eten nog wat tv zien en dan het bedje in.
02/06/2004 We gaan naar de Grot. Dit is voor ons een ogenblik van bezinning en een gebed voor een goede gezondheid, voor ons en heel de familie, gaat richting OLVrouwke, waar we veel vertrouwen in hebben. Iedere morgen als we vertrekken maken we beiden een kruisteken om zo de bescherming van Haar te vragen. Daarna gaan we naar de krantenwinkel om een vlaamse krant. We vertrekken dan richting Gavernie. We zijn daar al verschillende keren gaan wandelen maar het blijft toch altijd een belevenis. Voor het dorpje is een speciale camperparking. We staan hier niet alleen, de vakantie voor vele mensen is dan ook al gestart. Een kleine wandeling in het dorp en een terrasje wordt nog bezocht en dan naar binnen. Hopelijk is het morgen beter weer, want er valt nu wat regen uit de hemel.
Een wandeling tot de waterval van de Cirque de Gavernie
03/06/2004 We worden wakker door de warme stralen van het zonnetje. Onze gebeden zijn verhoord en we kunnen gaan wandelen. Met de rugzak en onze wandelstokken gaan we op weg. Amber geniet want ze kan zwemmen in het waterke van de Gave de Gavernie. Het is ijskoud water maar daar voelt ze niets van. Ze vindt het heerlijk, vooral wanneer René een stok in het water gooit. Wanneer we boven komen blijkt dat het hotel nog gesloten is. Spijtig want er wandelt hier veel volk rond die allen wel hier iets willen consumeren. We rusten wat uit en dan wordt de terugweg aangevangen. Onderweg naast het water eten we een appel, samen met Amber want zij lust dat heel graag. Beneden zijn de winkeltjes wel open en ik neem voor mij een ijsje. Hm lekker. René heeft meer trek in een frisse pint en een tasje koffie gaat er bij mij ook nog wel in. We slenteren dan rustig naar onze woonmobiel. René belt naar Pacar en het venster is binnen. We kunnen dus morgen de terugweg aanvatten.
Langs Andorra om sigaretten en goedkope diesel tanken
04/06/2004 René bakt deze morgen pannekoeken. Ons brood is op en dan wordt dat ons ontbijt. Dan vatten we de terugweg aan richting Andorra. We nemen nu de hoofdwegen van Lourdes naar Bangnères, Tournay, Lannemezan, St; Gaudens, St Girons, Foix, Tarascon, Ax-les-Thermes en zo naar boven naar Pas de la casa. We hebben dus vandaag een 300 km afgelegd. We staan hier in de sneeuw met nog vele andere campers. Morgen gaan we rustig boodschappen doen.
05/06/2004 René zijn voorraad van sigaretten is bijgevuld en ik heb geen schoenen gevonden maar we gaan nu nog tanken. Daarna nemen we de afslag naar de Col de Puymorens. We zijn nog nooit langs hier gereden en het wordt dan ook een aangename ontdekking. We volgen de D 618 voorbij Font-Romeu. Op onze route zien we dan rechts de installatie voor zonne-energie in Odeillo. We stoppen daar op de parking want het is toch even de moeite deze installatie van dichtbij te bewonderen. We rijden door tot Mont Louis, waar een camperparking is. Het stadje heeft een vesting gebouwd door Vauban. De citadelle is spijtig genoeg gesloten door werkzaamheden.
06/06/2004 Het is zondag en René gaat naar de bakker verse croissants halen. Dat smaakt met een beetje boter en wat confituur op. We nemen verder de N 116 en enkele km voorbij Mont Louis ligt de kloof van Carança. Volgens het boekje is het geen wandeling voor mensen met hoogtevrees, dus niets voor mij. René gaat dus alleen wandelen en ik zet mij ergens naast de weg. Ik stel de satelliet in en ga naar de tennismatch van Coria tegen Gaudio kijken. Coria wint de 2 eertste sets maar René komt dan terug van de wandeling en vertelt dat het helemaal niet gevaarlijk was. We rijden verder voorbij het versterkte stadje Villefranche-de -Conflent, welke we morgen gaan bezoeken want er is nu te veel volk . Aan het meer van Viança vinden een plaats om te overnachten. Het is de eerste keer dat we buiten eten en dat wordt gevierd met een flesje rode wijn. Het is nog altijd prachtig weer en laat ons hopen dat het zo blijft.
07/06/2004 Zo als gezegd rijden we terug richting Villefranche want het lijkt ons wel de moeite er eens rond te wandelen. De stad is sinds de middeleeuwen niet veel veranderd. Ze is omringd door versterkte wallen, welke door Vauban zijn gebouwd. Die kerel heeft hier in Frankrijk flink zijne boterham verdient vind ik. Overal zie je plaatsen waar hij versterkingen heeft aangebracht tegen de vijand. Hoog boven de stad ligt het Fort Libéria. Het is alleen vandaag gesloten. Hebben we weer pech maar een foto van hier beneden kan wel gemaakt worden. Daarna gaan we op zoek naar water en in een camping mogen we water nemen tegen een vergoeding van 2 euro. We overnachten in Leucate om dan morgen naar Pacar te rijden.
08/06/2004 >e moeten nog een dagje hier blijven staan. Morgen hebben ze maar eerst tijd om het venster te vervangen. Dus gaan we hier wat wandelen langs het water. Het is lekker warm en zelf geen zuchtje wind. Dit tot spijt van de vele surfers die hier nu staan.
09/06/2004 Er is niet veel te beleven nu, het is gewoon wachten tot het venster vervangen is. We vragen aan Filip of hij ook een zonnepaneel kan plaatsen want het lijkt ons een goede investering. Zo komen de woonbatterijen nooit leeg te staan. We moeten alleen wat langer wachten om door te kunnen rijden maar dat is geen probleem. Nu kan ik rustig naar enkele tennismatchen kijken. Nu speelt Lleyton zijn eerste match op Queens. Hij wint en kan nu verder naar de volgende ronde.
10/06/2004 Vandaag gaan we tevoet naar Leucate village. Het is een toeristendorp zoals er 13 in een dozijn zijn hier langs de kust. We slenteren wat rond en drinken hier iets. Zo een dag is toch niets voor ons. Wij zijn veel liever onderweg maar ja het kan nu niet anders.
11/06/2004 Om 8.30 h stipt staan we aan de poort van Pacar. Filip gaat het zonnepaneel zo vlug mogelijk plaatsen zodat we nog verder kunnen rijden. We slenteren dan naar een centre comerciale. Kopen een vlaamse krant en zetten ons op een terras tot het tijd is om onze mobilhome(Bieke) te gaan halen. De tijd kruipt voorbij maar dan eindelijk kunnen we naar Filip terug te wandelen. De mobilhome staat klaar en na de betaling en verdere uitleg kunnen we onze route verder zetten. Het wordt overnachten in Leucate want het is reeds te laat om iets anders de zoeken. Dirk, onze schoonzoon en ik doen mee aan de Mega-bike voor de Tour de France. Mijn ploeg wordt Kirsiquu, Chavanel, Petacchi, Larsson ,Mengin, Wegemann, Gozales de Galdeano, Virenque, Ullrich, Botero, Pena en natuurlijk Tom Boonen. Ze rijden voor mij onder de naam "Les Gitanes". klinkt goed voor mij. Nu nog wachten op de start van de ronde.
Het Europees Kampioenschap voetbal begint in Portugal
12/06/2004 Het is zo ver. Het Kampioenschap voor voetbal begint vandaag met als eerste match Portugal tegen Griekenland en dan moet Lleyton nog de halve finale tegen Roddick spelen. Mijn dag kan niet stuk.
13/06/2004 We moeten vandaag een gemeentehuis zoeken om ons een bewijs van aanwezigheid in het buitenland te bezorgen. In Sigean komen we voorbij een politiebureel en we stappen daar binnen. Heel behulpzaam geven ze ons de gevraagde papieren en wanneer we vragen hoeveel we moeten betalen, krijgen we als antwoord"une sourrire". Lief he. We stoppen in St. Pierre sur Mer, want hier is een camperparking aan het Etang de Pissevaches. Het is parkeren op gras maar dat geeft niet, alleen zijn er veel putten. We zien na het avondeten naar de match Zwitserland tegen Kroatië en dan Frankrijk tegen Engeland. Het wordt weer een prachtige sportavond.
14/06/2004 Vandaag vervolgen we onze route richting de Provence. We nemen voorbij Béziers de kustweg, de N 112 en met de Golfe du Lion langs onze rechtse zijde passeren we Sète, Palavas, La Grande Motte, Le Grau-du-Roi en dan de Camargue in langs de D 58. We zien hier de flamingo's vliegen en op enkele weien staan zwarte stieren. In Les Stes Maries-de-la-Mer zoeken we de campingcar parking. We installeren ons tussen de andere campers en gaan een praatje maken met enkele Franse collega-zwervers. Wanneer de zon ondergaat laat ze een prachtige hemel achter. René, als pasteltekenaar neemt daar dan ook een foto van.
15/06/2004 Stes Maries is een mooi stadje met smalle winkelstraatjes en vele eethuisjes en terrasjes. Ik ga hier eens neuzen in de winkeltjes want ik kan nog wel het een en ander gebruiken. Ik heb twee shorts gevonden, en René een vlaamse krant en een brood. Zo zijn we allebei weer tevreden. Op een terrasje onder een boom drinken we onze koffie en lezen het nieuws uit ons Vlaanderen land. We pluizen heel de krant uit. Dan weten we weeral wat er in onze landje gebeurd. De krant staat vol van de verkiezing natuurlijk. We slenteren terug naar de mobilhome. Na het middageten vertrekken we naar Arles, de stad van Van Gogh. Op zoek naar een parking welke vermeld staat in ons camperboekje wordt ik door de gps dwars door Arles gestuurd. Door zo een smalle straatjes en plots sta ik op een T punt. Ik moet naar links en draaien is hier geen sinecure. Achteruit gaat ook niet meer want er staan zeker 5 auto's achter mij. René stapt uit en een voorbijganger loodsen mij met veel vooruit en achteruit rijden toch terug in de goede richting. Onze helper steekt zijn duim op om te zeggen "goed gedaan". Ik ben in ieder geval blij dan we er zonder kleerscheuren door gekomen zijn. Nu nog een stukje en we staan op een reuse grote parking naast de Rhône met een prachtig zicht op de rivier. Alhoewel Van Gogh toch veel naam heeft gegeven aan Arles zie je hier niet zo veel van de schilder. Het café waar hij altijd kwam is gesloten en staat te verkomeren. We gaan dan het hotel zoeken waar hij verbleef en het blijkt dichtbij onze parking te staan. Na het avondeten gaan we tv zien. Het is vandaag Duitsland tegen Nederland. Het wordt zeker een mooie match.
16/06/2004 Het heeft gisterenavond gedonderd en gebliksemd. We hebben dus niet veel van de voetbal kunnen zien. Onze schoonzoon gsmt. dat Duitsland-Nederland 1-1 werd. Dus heb ik een puntje gewonnen met goed te gokken.We gaan nu naar de markt. Er heerst een gezellige sfeer zoals je alleen in het zuiden van Frankrijk vindt met de vele marktkramers, ie in hun smakelijk dialect hun waren aanprijzen. We kopen fruit en brood en slenteren dan naar de arena van Arles. Die moeten we toch ook gezien hebben. Er wordt geen mensenbloed meer vergoten maar nu is het aan de beurt van de stieren. Hoewel ik denk dat hier de stieren niet meer gedood worden. We vervolgen in de namiddag onze route en wel naar St. Remy-de-Provence, naar de kliniek waar Van Gogh verbleef nadat hij zijn linkeroor had afgesneden. Hier in de Clinique St Paul heerst een volledige stilte. Het was een voormalig klooster dat in de 18de eeuw een inrichting voor geesteszieken werd. We horen hier alleen de krekels met hun vleugels lawaai maken. Dit geluid zal ons nog gedurende vele dagen begeleiden. We brengen een bezoek aan de kamer van de schilder en als je uit het raam kijkt zie je waarom hij ook hier schilderde. Na het bezoek zetten we onze weg verder naar de Lac de Ste Croix, naar het dorpje Ste Croix-de -Verdon. Boven het dorp ligt een camperparking met een prachtig zicht op het meer. Er staan hier vele soortgenoten en we moeten dan ook ons tussen twee campers wringen om er nog bij te kunnen. We gaan nog naar beneden wandelen langs het meer. Het doet goed buiten te zijn en Amber geniet van het water. Plots ziet ze een poes en het is alsof er vuur uit haar poten komt zo vlug vertrekt ze. De dikke poes heeft moeite om over de draad te klimmen en we roepen haar dan ook terug.Lachend wandelen we dan terug naar boven. Ik ga het nog dikwijls herhalen maar het is hier prachtig. Het is echt genieten van de natuur en ook van elkaar. Wanneer het donker wordt en iedereen zich in zijn huisje heeft teruggetrokken hoor je alleen nog de "cigalles" Ik weet dat ik hier goed ga slapen.
17/06/2004 Van hier uit gaan we langs de Gorges du Verdon rijden. Het is steeds een wens van ons geweest en nu staan we ervoor. We rijden langs de D 111 over de Barrage de Ste Croix de D 71 op richting les Salles-sur-Verdon en nemen dan de D 19 en rijden zo de Corniche Sublime op. Deze tocht is adembenemend, we hebben nu al veel gezien maar dit fenomeen is werkelijk schitterend. Het is alleen voor mij oppassen geblazen want er zijn veel haarspeldbochten en de baan is niet zo breed. Soms moet René zelfs de rechterbuitenspiegel naar binnenklappen. Het is spijtig dat we op sommige plaatsen niet kunnen stoppen, maar aan de Pont de l Artuby waar ze ook aan Bengyspringen doen vinden we een parking. Van op de brug heb je een prachtig zicht. God, wat is het hoog. Voor iemand met hoogtevrees zoals ik is het effen slikken. We eten hier ons middagmaal op en rusten wat. Op het standje welk hier staat koop ik een boek over de hele Gorges. Het is dikwijls leerrijk voor de kleinkinderen. We rijden dan verder naar Comps-sur-Artuby en vandaar nemen we de D 955 om de andere kant van de Gorges du Verdon af te rijden. We komen zo voorbij de Pointe Sublime en de Belvedére de Mayreste om in Moustiers-Ste Marie uit te komen. Daar moeten we opzoek naar een winkel want onze voorraad is op en René ziet al groen van de honger. Hier is niets te vinden en we vervolgen onze weg dan maar naar Riez. Hier is een supermarkt en kan René weer zijn hartje ophalen. Ik blijf bij Amber dan kan hij rustig winkelen. We rijden dan verder en in Allemagne-en-Provence vinden we een goede overnachtingsplaats. Met een lekker rood wijntje in ons glas genieten we beiden nog na van zo een prachtige rit.
18/06/2004 We hebben goed geslapen en na een lekker ontbijt met een stuk baguet en wat kaas, rijden we door langs de mooie Franse wegen naar het hart van de Provence. We passeren Manosque en nemen dan de korste weg naar Apt. Dit is een grote stad maar onze weg leidt ons naar Roussillon. Het is even zoeken naar een parking, die aan de buitenkant van het dorp ligt. Dan gaat het te voet naar de prachtige rotsen met de dieprode aarde. Voor een schilder zoals René, die met pastel werkt is dit iets speciaals. Hij staat even versteld over de mooie kleuren welke hier te zien zijn. Het is moeilijk de kleuren te beschrijven zelfs op foto is het niet over te brengen. Van Roussillon naar Gordes is het maar enkele kms en we zien van in de verte het geklasseerde stadje liggen op de heuvel. We zien helemaal van boven het Château de Gordes, welke door de schilder Vasarély werd aangekocht. We vinden buiten het dorp een camperparking en blijven hier overnachten.
19/06/2004 We worden wakker met een prachtige mooie hemel, maar terwijl we ontbijten begint het te onweren. Onze wandeling naar het dorp valt dus in het water en we rijden dan door naar Isle-sur-la-Sorgue op zoek naar een wasserette. We kunnen op een grote parking staan en wandelen dan naar het centrum. Het is opgehouden met regenen en de zon komt er weer door. We vinden een laverie en terwijl de wasmachines hun werk doen slenteren we door het stadje. Alle steegjes komen samen aan de Notre-Dame-des-Anges. Elke dag is hier een vlooienmarkt met tweedehands waren. We zijn nu te laat, het is reeds namiddag maar we blijven hier zodat we morgenvoormiddag naar de markt kunnen gaan.
20/06/2004 De zon schijnt en geeft reeds veel warmte. Het is heerlijk. We laten Amber nu thuis en gaan alleen op stap. Het is op zo een markt veel te druk en dan is het voor haar moeilijk rustig bij ons te blijven. Langs de Sorgue staan het antiek uitgestald en in het stadje staan ze met voeding en kleren. Het is een gezellige bedoening. Overal ruikt je de geuren van lavendel en van de Provençaalse tapenade. Nergens zie je zoveel soorten tapenade als hier. We nemen ook wat mee voor bij de aperitief. Voor diegene die tapenade niet kennen, het is een puree van olijven, ansjovis, kappertjes en verschillende kruiden en dan gemengd met olijfolie. Het wordt op een stukje geroosterd brood gesmeerd en dan bij de aperitief geserveerd. We gaan naar de mobilhome terug want we laten Amber niet graag te lang alleen. René zet het venster open en laat de luifel wat uit. Daarna zetten we ons buiten en genieten van een wit wijntje en onze lekkere tapenade. Een fransman uit een andere camper komt naar ons en vraagt of er bij ons ook ingebroken is. Nu blijkt dat iedere camper het bezoek van dieven hebben gehad. Bij ons niet, maar dat komt misschien door de aanwezigheid van Amber. Ik beloof haar dat ze een lekker been krijgt nu dat ze zich zo goed van haar taak heeft gekweten. Na het middagmaal vertrekken we terug naar Gordes, want dit dorp willen we nu zeker bezoeken.
21/06/2004 Vandaag begint de lente en de zon heeft het geweten. Ze schijnt weer fel. Amber heeft hier gisterenavond een vriendje gevonden. Een blonde reu,Romeo, genaamd. Hij lag aan een lange lijn en zij ook. Zijn baasje heeft hem dan losgelaten en wij hebben haar dan ook naar hem laten lopen. Ze hebben gespeeld tot hij met zijn tong uit zijn bek op de grond lag. Amber integendeel ging hem nog uitdagen met een stok, maar wij vonden het dan welletjes en hebben haar mee binnen genomen. Deze morgen gaat René met haar buiten en ze kijkt direkt naar haar vriendje, maar alles was daar nog toe. We wandelen dan rustig naar Gordes. Van ver ligt het dorp als een sleep op de heuvel. Hoog op het plateau staan de kerk en het kasteel en de huisjes liggen als opgestapelt tegen de heuvel aan. Het zijn smalle straatjes met vele winkeltjes, hotels en restaurantjes. Het is er wel duurder dan in de andere dorpen, die we reeds aangedaan hebben. Het dorp laat echter niet zo een indruk na zoals je zou verwachten als je het van op een km ziet liggen. Iets teleurgesteld stappen we terug naar onze mobilhome. Het vriendje van Amber is reeds vertrokken wanneer we op de parking aankomen. Wij vertrekken ook richting Fontaine de Vaucluse. Hier is een grote camping-car parking met alle faceliteiten. Ik zet ons op een plaatske dicht tegen het water, want de parking ligt vlak naast de Sorgue. Zo kan Amber genieten van het frisse nat. Daarna ligt ze rustig te slapen en wij kijken naar de voetbal. Het is de match Zwitserland tegen Frankrijk.