DE HERINNERING AAN ZIJN DOOD
De pijn om het alleen zijn overviel haar weer. Tranen welden op in haar ogen, niet wenen, dacht ze bij zichzelf. Ze zette zich in de zetel en liet haar gedachten de vrije loop. Woorden kwamen, woorden over eenzaamheid en verdriet. Ze noteerde deze en er was een gedicht geboren. Veel troost vond ze er niet in, want haar denken stopte niet, het was net een draaimolen vol gedachten die haar kwelde.
(gedicht)
Ze dacht terug aan haar man. Reeds meer dan 13 jaar was hij zo plots uit haar leven weggerukt. Ze hoorde weer zijn stem vanuit de verte. Ze hoorde ook de pijn in zijn stem. De pijn om hun zoon. Hoe had hij het weer gezegd? Angie dacht even na en ja, daar hoorde ze het weer exact zoals zoveel tijd terug.
Ik ben bij onze Jorgen geweest. Het was daar niet min. Ik kon mijn oren niet geloven, ze zijn amper zes maanden getrouwd en er is niets dan lawaai. Ik heb hem gezegd te zwijgen.
Angie had hem in de reden gevallen: Heb je gezegd dat hij moest zwijgen? Wat was de reden van hun ruzie? Heb je er niet naar gevraagd?
Erik schudde zijn hoofd. Nee, ik heb niet naar de reden gevraagd, maar na zes maanden al zon ruzie, het is onvoorstelbaar. Zij is een echte furie, zo kende ik haar niet. Toen ik haar leerde kennen, en tijdens hun verloving leek ze een engel.
Een engel? Vroeg Angie, ben je wel zeker. Ik weet dat ze jou om haar vinger heeft gedraaid, maar daarom moet je niet zo nodig overdrijven.
Angie herinnert zich nog dat Rik toen ging zitten, voor zich uit keek en staarde in het wilde weg. Zij wist goed dat op dat moment zijn gedachten bij zijn zoon waren. Samen hadden ze een nauwe band, al van toen Jorgen een kind was. Het was zwaar voor Erik om zijn zoon zien te lijden. Maar wat dat een reden om te zeggen dat hij moest zwijgen? Ach, ja het zat zo ingeburgerd, voor de lieve vrede werd al veel gezwegen en Erik was nu eenmaal zo, hij was een goede, brave man. Hij kon niet tegen lawaai en onrechtvaardigheid. Zo had hij ook zijn kinderen opgevoed.
Na even in gedachten verzonken te zijn liet hij zich ontvallen: onze Jorgen heeft toch wat onder zijn dak gehaald, die twee blijven niet samen. Angie schrok. Zou deze voorspelling uitkomen?
Angie voelde haar hart in de keel kloppen van angst. Zij hield van beiden haar zonen en wilde dat zij allebei gelukkig werden.
Als ouder kun je, je kinderen bij de hand nemen en leiden, maar eenmaal dat ze getrouwd zijn, laten ze zich leiden door hun partner. Hun weg loopt dan anders, hun denken wordt door die andere beïnvloedt en soms vervreemden kinderen van hun eigen ouders. Vooral zonen worden weggetrokken van hun familie, ze moeten al stevig in hun schoenen staan willen ze goed overeenkomen met hun partner en beide families. Steeds weer stelde Angie zichzelf de vraag wat ze verkeerd had gedaan. Vooral als ze terug dacht aan het plotse heengaan van haar man. Zomaar totaal onverwacht weggerukt uit de familie zonder enige vorm van afscheid, dan ook nog zover van huis. Door een vrachtwagen gegrepen en ter plaatse overleden.
Wanneer de politie het nieuws bracht rilde Angie op haar benen, een vriendin vertelde een tijd later dat Angie op het moment een luide kreet gelaten had. Daar herinnerde zij zich niets van. Enkel wist ze nog dat haar beste vriendin haar was komen roepen en zei dat de politie naar haar gevraagd had.
Ja, samen met Rik was Angie naar een kamp gereden om daar een namiddag door te brengen. Rik ging dan gewoonlijk fietsen met zijn vrienden daar in de beurt waar het kamp was opgebouwd. De streek verkennen was iets wat hij graag deed samen met Jef en Charlie. Ieder jaar waren ze ergens anders gehuisvest en ieder jaar reden Rik en zijn vrienden de verkenningstoer af. Terwijl zij rond reden, waren Angie, Hilde en de andere vrouwen in de keuken bezig.
De rillingen liepen weer over Angies rug als ze er aan terug dacht. Ze weet nog hoe de politie het achterportier van de auto opendeed en haar zegde plaats te nemen. Zonder aarzeling in zijn stem zei een politieman: mevrouw we zullen het maar zeggen, uw man heeft een ongeval gehad en hij was op slag dood. Angie hoorde het in Keulen donderen. Haar wereld stortte in. Nee, ze kon het niet geloven. De politieman vroeg haar mee te komen naar het politiekantoor, om de getuigen. Wat moest zij getuigen? Als een robot volgde zij automatisch de bevelen op, Hilde zei toen tegen Angie te volgen met haar wagen. Maar ook Hilde was erg onder de indruk. Op het politiekantoor zaten zij daar alle twee heel stil er werd geen woord gezegd. Een man in uniform kwam bij hen en stelde een paar vragen, of Angie wist dat haar man fietsen was? En of ze wist waar hij naartoe gereden was? Of ze kon zeggen of hij dronk?
Angie begreep er niets van en antwoordde gelaten op alle gestelde vragen. Hilde en Angie werden alleen gelaten, na een tijd kwam er een assistent, het was inmiddels doorgedrongen tot Angie dat ze iemand bij haar thuis moest verwittigen. Ze vroeg aan de assistent of ze mocht bellen. Daar was geen bezwaar tegen. Het bellen naar haar jongste zoon die nog thuis woonde was een hele opgave. Hoe zou hij het opnemen? Ook moest Robby er dan voor zorgen dat Jorgen en Bea verwittigd werden. Bevend nam de hoorn van de haak. Ze draaide het nummer en ogenblikkelijk nam Robby op. Angie hield haar kranig. Robby wil jij bij oma gaan zeggen dat wij niet meer langs komen deze avond. Daaarop had Robby gevraagd waarom. Om geen paniek te zaaien had Angie geantwoord dat ze een klein ongeval hadden gehad. Maar Robby begreep meteen dat het ergens was dan werd gezegd. Angie riep nog na ook Jorgen te verwittigen. De zuster van Rik mocht ook wel wat weten, drong Hilde aan. En zonder nadenken draaide Angie het nummer van Riks zus. Zonder resultaat. Dan Angies broer opgebeld en toen zij zijn stem hoorde, barste Angie los in een huilbui. De spanning was te groot. Al hortend en stotend vertelde Angie het verhaal. Haar broer repliceerde nog door te zeggen dat hij naar haar thuis zou rijden om de twee zonen op te vangen. Maar de oren van Angie waren intussen gesloten voor elk contact.
Een politieagent kwam weer de plaats binnen waar Angie en Hilde zaten. Ik heb het ziekenhuis gebeld en jullie mochten gaan kijken. Vraag naar aan de inlichtingen naar dokter Peeters en tegelijkertijd zeggen dat het om de persoon gaat van het ongeval.
Hilde en Angie knikte het hoofd en verdwenen uit het politiegebouw. Als zij aankwamen bij het ziekenhuis beefde Angie op haar benen.
Wat zij echter niet wist, was dat haar jongste zoon Robby intussen gebeld had naar de kampplaats om te informeren. Daar had men gezegd dat het zeer erg gesteld was met Rik en dat het beter was om af te komen.
Wanneer Hilde en Angie aangekomen waren bij het mortuarium stond de dokter hen op te wachten. Hij condoleerde de twee vrouwen en trok een bed uit een koude schuif. Angie schrok en verstijfde van de emotie. Ze kon geen woord uitbrengen. Ze wou haar man aanraken, maar kon niet. Honderd vragen wilde ze stellen, maar geen woord kwam over haar lippen. De dokter zei hen even alleen te laten. Hilde begon te praten. Ze zei dat er weinig te zien was van de aanrijding en Angie knikte. Langzaamaan ging de hand van Angie naar het dode lichaam van haar man. Ze raakte zacht de kille huid aan, terwijl liepen de rillingen over haar rug. De dokter kwam weer binnen en vroeg of het ging. Woordeloos knikte beiden en verlieten de verstilde plaats.
Eens buiten de kamer waar het dode lichaam lag, vroeg Angie of haar kinderen nog mochten komen om te kijken. Daar had hij geen bezwaar tegen.
Hilde en Angie reden terug naar de kampplaats. Daar wist men te vertellen dat de zonen met hun respectievelijke vriendin en vrouw onderweg waren. De vader van Mieke, de vriendin van Robin zou met de auto rijden. Het wachten duurde lang.
Plots stopte een zware wagen op de inrit en daar kwamen ze aan, geheel verslagen. Toen Angie haar kinderen zag begon ze luid te wenen. Meteen reden ze allen weer naar het ziekenhuis om naar hun vader te gaan kijken. Het was een zwaar moment. Niemand kon zich beheersen, zoveel leed werd er veroorzaakt door dat ene ongeval. De dokter van wacht bleef in de omgeving, waarschijnlijk om op te vangen indien nodig.
Angie wou met de wagen naar huis rijden, maar dat wilde Jorgen niet. Hij zou zelf rijden met de wagen van zijn ouders. Sprakeloos zaten ze naast elkaar. Halverwege begon Jorgen te praten. Hij zou nog allerlei werkjes opknappen die zijn vader begonnen was. Hij zou zijn moeder steunen.
Nadat zij allen thuis waren gekomen, werd er de ganse avond gepraat. Over alles en nog wat, het werk dat Rik deed, hoe Jorgen en Rik samen elke dag naar het werk reden. Hoe Rik Robby hielp in zijn zelfstandige zaak. En hoeveel steun hij daar aan had. Maar ook over wat zij met hun twee zouden doen voor Angie. Zij zouden haar helpen. Al deze woorden werden in de wind geblazen, want het interesseerde Angie geen moer. Zij hoorde wel wat er gezegd werd, maar het drong niet door. Angie die steeds zoals Rik actief geweest was en nog steeds actief waren in het verenigingsleven liet de moed zakken. Deze onrechtvaardigheid had ze niet verdiend vond ze. Het was een echte straf die zij nu onderging en alles kon haar gestolen worden.
De nacht verliep tergend traag. Haar gedachten schreef ze op. Ze maakte een gedicht voor het gedachtenisprentje en zocht de adressen samen. Zij hadden samen een grote kennissenkring die aangeschreven moest worden. Angie zag ertegen op dat het ochtend werd, dan zouden haar moeder en schoonmoeder verwittigd worden. Wat zouden deze zeggen. Rik had zijn moeder een paar dagen voordien beloofd het plafond te komen schilderen. En bij zijn schoonmoeder, die pas een zware heelkundige ingreep had ondergaan, ging hij iedere morgen binnen om te zien of alles naar wens verliep. Angie had een heilige angst om die twee bejaarde vrouwen onder ogen te komen. Hun zoon en schoonzoon was hen beiden zeer lief.
Tien uur in de voormiddag en plots stond daar Bea op het grasperk. Samen met haar moeder. Deze was even binnen geweest had iedereen die aanwezig was gecondoleerd en was dan samen met Bea naar buiten gegaan. Angie was in feit wat lastig op Bea, want zij zou toch koffie kunnen zetten voor de bezoekers. Maar nee, samen met haar moeder stond zij snottebellen te wenen, net alsof het haar vader was. Angie ergerde zich erg aan haar houding, maar ze durfde niets te zeggen. Begreep Bea de situatie niet? Moest zij niet haar man Jorgen steunen? Wat had haar moeder hier te zoeken?
Al deze vragen borrelden op bij Angie. Een antwoord kreeg ze echter niet.
Robby hield zich kranig en hielp zijn moeder waar hij kon. Hij woonde ook nog bij haar in. Hij en Mieke hadden elkaar beloofd het naar nadien te trouwen. Robby voelde zich wat schuldig daarover en had de nacht voordien tegen zijn moeder gezegd eventueel nog te wachten. Maar Angie had gezegd dat hij gerust mocht trouwen, beiden hadden er de leeftijd voor. Robby was al een stuk in de twintig, Jorgen daarentegen was pas tweeëntwintig geworden als hij trouwde. Dat had Angie steeds te jong gevonden. Een jongen zou toch wel midden in de twintig mogen zijn wanneer hij deze grote stap zet.
Fragment uit roman 'Angie'
25-12-2006 om 11:29
geschreven door Edith Oeyen
|