De vredesduif vliegt van site naar site, door zo veel te landen als maar mogelijk is. Alsjeblieft, help de duif om een lint te maken, rond de wereld. door hem mee te nemen naar jouw site, of om hem aan iemand anders te geven voor hun site, door hem een plaats te geven in een ander werelddeel of in die delen van de wereld waar strijd en chaos heerst
De Gouden Uil 2009: 'Alleen maar nette mensen' (Robert Vuijsje)
04/05/2009 -
De Gouden Uil Literatuurprijs 2009 gaat naar Robert Vuijsjes debuutroman 'Alleen maar nette mensen'. Wij stellen het boek en de auteur aan u voor.
De auteur:
Robert Vuijsje (1970) werkt als journalist voor De Pers. Hij is de zoon van journalist en jazzcolumnist Bert Vuijsje en neef van socioloog Herman Vuijsje.
Het begin: ''Dag schoonheid,' zei ik. 'Ik ben David. Wie ben jij?' 'Wie ik?' vroeg ze. 'Hier, kijk op m'n tanden'.'
Het slot: ''Ik zei: 'Dat lijkt me een strak plan.''
Daartussenin: een hilarische dwarsdoorsnede van de smeltkroes Amsterdam, gezien door de ogen van de prille twintiger David Samuels. Die wil het scenario van zijn verdere leven - studeren, trouwen met zijn jeugdlief en het maken in de intellectuele kring waarin hij opgroeide - liever zélf uitschrijven. Hij begint een queeste naar zijn ideale vrouw: de intellectuele negerin.
De vaststelling: net als zijn hoofdpersonage is de auteur een Jood die is opgegroeid in de Amsterdamse wijk Oud-Zuid, thuishaven van de intellectuele en culturele elite, en wordt hij vanwege zijn donkere haar weleens voor Marokkaan aangezien.
Robert Vuijsje «Als kind had ik daar nooit last van. Er woonden natuurlijk wel Marokkanen in Nederland, maar het was nog geen hot issue. Een jaar of vijftien geleden werd ik plots gewaar dat ik op straat weleens raar bekeken werd. Na een tijdje besefte ik dat het kwam doordat ik er een beetje als een allochtoon uitzie. Daar kun je je natuurlijk gewéldig over opwinden, maar ik besloot er mijn voordeel mee te doen. Ik besefte dat ik de twee uitersten in de Nederlandse samenleving in mezelf verenigde: ik behoorde tot de elite, maar ik wist tegelijk uit eerste hand hoe het voelt om op basis van je uiterlijk gediscrimineerd te worden.
»Voor alle duidelijkheid: 'Alleen maar nette mensen' is géén verliteratuurd dagboek, laat staan een sleutelroman. Uiteraard schrijf ik over milieus die ik van binnenuit ken en heb ik sommige situaties zelf meegemaakt, maar ik heb de realiteit wél compleet verdraaid en opgerekt. Twee voorbeelden: mijn vader drinkt een stuk minder dan de vaderfiguur in mijn roman, en anders dan ze in de Amsterdamse grachtengordel denken is mijn beroemde columnist niet op Henk Hofland gebaseerd.»
De titel: verwijst naar een begrip: 'In Oud-Zuid is alleen maar nette mensen codetaal. Iedereen weet dat je bedoelt: geen mensen die ze allochtonen noemen en vooral geen Marokkanen.'
Vuijsje «Best een choquerende uitdrukking, als je er even over nadenkt. De eerste keer dat ik ze hoorde, had ik niet eens door wat er juist mee bedoeld werd, omdat die discriminerende ondertoon zo goed verstopt zit. 'Ons soort mensen' is er nog zo eentje: in Oud-Zuid doelen ze daarmee op gestudeerde, politiek correcte, cultureel geïnteresseerde lui die meerdere kranten per dag lezen en naar klassieke concerten gaan. Je kent ze wel, mannen en vrouwen die er prat op gaan dat ze ook 'gewone mensen' kennen - schoonmakers en winkelpersoneel dus (lacht).»
David Samuels groeit op in een bubbel: 'Alles in mijn leven werd netjes geregeld. Als er iets mis ging, had ik de garantie, dat het goed kwam. (...) Voor die verzekering moet je wel binnen de regels van de Oud-Zuid-organisatie blijven.'
Vuijsje «In het milieu waarin ik opgroeide kon weinig of niks misgaan: je kon weleens een keertje per ongeluk in aanraking met de politie komen, maar in je achterhoofd wist je dat alles wel goed zou komen. In andere milieus was dat helemaal anders, merkte ik later: één kleine ontsporing en de boel ontploft.
»Alleen moest je er in Oud-Zuid op letten dat je niet té vaak buiten de lijntjes kleurde, want dan stond je er alleen voor. Als David op zoek gaat naar een zwarte vriendin, knipt hij tegelijk de mazen van zijn sociale vangnet door. Omgekeerd gelden die regels ook voor het creoolse milieu van zijn zwarte vriendin Rowanda: haar ouders mengen niet met Hollanders en verwachten dat hun dochter met een zwarte zal trouwen.»
De multiculturele samenleving: 'Voor Hollanders maakt het niet uit bij welke groep iemand hoort. Het zijn allemaal allochtonen. Hollanders zien geen verschil tussen een Antilliaan en een Surinamer. Ook niet tussen een Turk en een Marokkaan,' zo schrijft David in zijn dagboek. Waarop hij drie pagina's lang doodleuk alle vooroordelen oplijst tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Amsterdam: Surinamers kunnen geen Antillianen uitstaan, Arubanen vinden Curaçaoënaars lui en dom, stadsnegers vinden bosnegers achterlijke inboorlingen, Nederlandse Joden vinden Israëli's barbaren en ga zo maar door.
Vuijsje «Dat hoofdstuk is vooral een klap in het gezicht van de blanke lezer. Blanken hebben altijd heel uitgesproken vooroordelen over zwarten, maar ze vergeten dat het omgekeerde ook geldt. En dat veel zwarten elkaar ook niet kunnen luchten, daar hebben ze geen benul van.»
Drie pagina's had jij nodig om de problemen van de multiculturele samenleving aanschouwelijk te maken: daar kunnen breedsprakige sociologen een puntje aan zuigen.
Vuijsje «Dank je wel. Ik heb een grondige hekel aan kamergeleerden die grootse uitspraken doen over de multiculturele samenleving, terwijl ze nog nooit naar de negerinnendisco zijn geweest - om het in de woorden van David te zeggen.
»Verder neem ik geen enkele stelling in, ik wil de lezer alleen doen nadenken over de manier waarop we met elkaar omgaan. Of de multiculturele samenleving al dan niet geslaagd is, zullen we ten vroegste over honderd jaar weten, als er alleen nog lichtbruine mensen rondlopen. Waarmee meteen ook het universele schoonheidsideaal bereikt zal zijn, want nu gaan blanken onder de zonnebank om er bruiner uit te zien en smeren zwarten crèmes om een lichtere huid te krijgen. Iedereen blij!»
Willekeurig gekozen politiek incorrect citaat: ''Waarom zou je een negerin nemen als je een blanke vrouw kunt krijgen?' riep Daan. 'Ik eet iedere dag filet mignon, waarom zou ik frikadellen vreten? Ik ga mijn lul toch niet in de vuilnisbak stoppen? En wat als je kinderen krijgt? Dan zit je met een kansloze koffieboon.''
Het vooroordeel: 'Blanke mensen luisteren naar oude R&B, dat vinden ze authentiek en met hart en ziel gemaakt. Nieuwe R&B vinden ze nep en te glad.'
Vuijsje «Dat is toch zo? Veel blanke vrienden van me zijn net als ik gek op Marvin Gaye en Otis Redding, maar ze gaan door hun dak als ik iets van R.Kelly opzet: vinden ze zielloos en minderwaardig spul. Waarom is populaire muziek uit 1970 per definitie beter dan die uit 2009? De onderwerpen zijn nochtans precies dezelfde: liefde, seks en meisjes versieren. Ik weet ook wel dat de muziek die je hoort als je opgroeit diepere wonden slaat, maar 't neemt niet weg dat ik elke keer naar de winkel hol als er een nieuwe cd van R.Kelly verschijnt.»
De pers: 'Naast een confronterende inhoud heeft dit boek nog een verrassing. Het is opvallend goed geschreven.' (De Volkskrant)
Vuijsje «In Nederland zijn lovende recensies doorgaans alleen weggelegd voor romans waarin de diepe betekenislagen over elkaar heen tuimelen en het taalgebruik nogal gedragen is - compleet het tegenovergestelde van 'Alleen maar nette mensen'. Dat ook de grotemensenkranten er pap van zouden lusten, nee, dat had ik nooit verwacht.»
De troeven: de scènes waarin de leefwereld van David clasht met die van Rowanda zijn ronduit hilarisch. Vuijsjes dialogen swingen als een Afrikaanse tiet, het ritme zit strakker dan een negerinnenbil in een te kleine legging met luipaardmotief, zijn observaties van de multiculturele samenleving houden steek. Trouwens, de jury hoeft zich niet te verantwoorden als zij 'Alleen maar nette mensen' wil bekronen, zo weet ook David Samuels: 'Niet iedereen weet altijd waarom ze de dingen doen zoals ze die doen. Er bestaan ook mensen die gewoon dóén.'
De handicap: het slot neigt naar dat van een doorsnee romantische komedie. De jury vraagt zich af of 'Alleen maar nette mensen' geen lucky shot is van een journalist met te veel vrije tijd.
Als ik gepensioneerd ben ga ik.......................
Ik ben mij ervan bewust dat dit de domste zin is die een mens uitspreken kan. Ook ik neem deel aan dit soort zelfbedrog.
Het begon allemaal toen ik kind was. Ik woonde in een pleeggezin. Mijn pleegvader was erger dan Beëlzebul uit Mattheüs. Vroom katholiek, elke zondag naar de kerk, vrouw en (pleeg)dochter. Thuis leefde wij een ware nachtmerrie. En altijd zei ik tot me zelf, als kind van ongeveer zeven jaar oud: 'eens als ik groter ben ga ik bij de vogels wonen. In een doos wil ik slapen in een hoge boom'.
Ik werd groter en groter. Die doos heb ik net niet gehaald maar regelmatig heb ik dagen en nachten in de natuur doorgebracht. Ik had geen woon- of verblijfplaats. En het leven gaat zoals 't gaat want als je niets weet en niets heb, blijf je geloven dat het voldoende is om ooit als de vogels te leven. Ook die tuin leek altijd groener dan die was. Hoe kon ik weten dat die vogels beloerd werden door vijanden. Door poezen bijvoorbeeld, of jagers? Of verzamelaars die ze weer kooiden. Hoe kon ik dat weten. Ik wilde zo vrij zijn als een vogel, en meer wilde ik niet.
En ik werd groter, volwassener en ouder. Altijd was er wel een obstakel in mijn leven of moest ik in het gareel lopen.
Eens hoorde ik iemand zeggen: 'Vrijheid zit in je hoofd'.
Overal kun je je vrij voelen, ook tussen mensen. Maar die wijsheid heeft niet voor mij gewerkt. Altijd ben ik vrij geweest in een kooi. Enkel en alleen omdat angst mijn raadgever was. Bang om te doen wat ik altijd had willen doen. Niemand in de steek willen laten om in mijn eigen behoefte te voorzien. Ook verantwoordelijkheid is mij altijd aangepraat. 'Dingen goed doen' een adagium waarvan ik de definitie van 'goed' nooit begrepen heb. Want mijn inzet is nooit voldoende geweest. Mijn oudste dochter haat mij omdat ik haar niet 'goed' behandeld zou hebben, mijn jongste dochter is mij zat omdat ik het 'te goed' wilde doen en ook dat is verkeerd.
Zo heb ik mij, door civilisatie en moraalridders, altijd iets laten wijsmaken waardoor ik nooit bij de vogels ben gaan wonen. Nu wacht ik op mijn werkgever, die mij boventallig moet verklaren zodat ik thuis in mijn eigen gevang, op mijn pensioen kan wachten. En als ik niet sterf of gehandicapt ben op mijn 65ste, dan hoop ik alsnog te vluchten, ver weg van dit leven. De graaiers hebben mijn pensioen zodanig geminimaliseerd dat ik genoodzaakt zal zijn om, na een leven van alleen maar werken en in 't gareel lopen, ik zonder woon- of verblijfplaats zal komen te zitten.
Dus zoek ik nu een maatje dat met mij op straat wil leven, in een subtropisch land of gewoon in het Amazonewoud van Suriname.
In mei 2008 las ik een column van Ruud Hollander, hoofdredacteur van het magazine Psychologie. Hij had het over waarnemen. Volgens hem zegt waarnemen iets over onszelf. Zo ben ik pas mooi als iemand anders dat vindt. Hij vindt bijvoorbeeld Jennifer Aniston een mooie vrouw. De dichter, Hans Tentije, die maakt 't allemaal nog mooier!
'Alles is er', schrijft hij.
'Maar ook het omgekeerde is waar. Er is niets. Iets krijgt pas kleur, geur en schoonheid als het waargenomen wordt'.
Tot die tijd is het niets en kan het alles nog worden.
Zo bakkelei ik al jaren met de geluiden van mijn lichaam. In 1996 maakte een intelligente, witte gynaecoloog met de zeer passende naam Dr. Dujardin, een einde aan mijn zeer goed functionerende darmen. Wat een routineklus, zoals het verwijderen van het meest elementaire onderdeel van vrouwen voor de voortplanting bestemd, in het ziekenhuis genoemd wordt, had moeten worden eindigde in een reeks van drie operatieve ingrepen. Zes maanden lang ging ik ziekenhuis in en er weer uit. En tot heden neem ik de geluiden waar die mijn darmen produceren. Eet ik niet op tijdhappen ze naar lucht en rommelt 't aardig daarbinnen. Ooit in een stille wachtkamer gezeten? Of op een vergadering? Geloof me, dan lijkt het wel of alle natuurelementen een substantiële herfststorm aankondigen.
Er volgt een enorme regen van uitproberen van wat de fabrikanten te bieden hebben aan artsenijmiddelen. Mijn huisarts is niet spaarzaam. Maar darmen zijn niet gek! Die proeven en voelen ook. Die nemen ook waar.
Als de menopauze met de deur in huis valt ben ik net 46 jaar geweest. Hormoonpleisters moeten het gat vullen die ontstaan is, nadat mijn uterus voor schoonheidsproducten mijn lichaam rigoureus heeft moeten verlaten. De oestrogeentjes die ik nog over heb zijn niet psychoactief meer en mijn stemming neemt zienderogen af. Dan is het zover. Een korte pillencyclus hormonen zou de redder in nood moeten zijn. Lekker puhh. Mijn dag en nacht intense relatie met de kleinste kamer en de pot is 't resultaat. Als er zoveel geluid waar te nemen is noodzaakt dat mij steeds meer van alle sociale netwerken afscheid te nemen. Op 't werk staat naast mijn bureau een grote ventilator. Niet alleen voor de zweetbuien die mij mijn adem ontnemen, ook voor de darmen die spontaan opgehoopte lucht kwijt willen.
Lusteloos en depressief ga ik door 't leven. Ik lijk wel een mens zonder zintuigen. Gelukkig kan ik nog waarnemen. Ieder gewricht dat kraakt, de verstijfde vingers die door artrose vooral in de ochtend mij verkromt aanstaren,
Mijn knieën en enkels, schouders en rug. Ik denk dan terug aan de column van Ruud Hollander waarin staat dat er eigenlijk een drukgolf ontstaat en als die de oren raakt, een registratie ontstaat van geluid. Hij zegt dus dat mijn oren het geluid maken en in dit specifiek geval niet mijn gewrichten?
Conclusie: geluid of niet, drukgolf of niet. Ik crepeer van de pijn in de ochtend en ben nu eenzaam, depressief en door een op mijn werk opgelopen Carpale tunnel syndroom, ligt mijn rechterarm er regelmatig uit.
Ik vraag mij af, als mijn baas dit leest zal hij mij humaner behandelen?
Ik wil reageren op een artikel over de AOW leeftijd in HD van 26 maart 2009 Al jaren is de politiek ons aan het hersenspoelen met het idee dat we tot 67 jaar moeten doorwerken. Als je het maar lang genoeg herhaalt, gaan mensen elkaar napraten, en gaan ze het nog geloven ook.
Er zijn andere oplossingen voor de vergrijzing. Nederland heeft al de hoogste pensioenleeftijd van Europa. In Frankrijk gaan mensen gemiddeld met 59 jaar met pensioen, België 60 jaar, Italië 61 jaar, en in Nederland 62 jaar. Want in de praktijk werken niet veel Nederlanders tot 65 jaar. Waarom een theoretische pensioenleeftijd nog hoger maken? Laat de overheid er eerst voor zorgen dat Nederlanders tot 65 jaar blijven werken. Maar in deze tijden van economische crisis zullen de ouderen wel weer vervroegd met pensioen gestuurd worden om jongeren een kans te geven. De overheid voorop. Werken tot 67 jaar betekent voor velen werken tot aan je dood. Martin Brozius heeft het net gered. Weliswaar zijn er nu veel 100 jarigen, maar deze mensen zijn geboren in een tijd dat er nog geen auto's waren. Mijn generatie is opgegroeid tussen files, uitlaatgassen en andere kankerverwekkende stoffen. Ik voorspel dat de gemiddelde leeftijd gaat dalen door een toename van kanker. Ik gun mensen na hun werkzaam leven een aantal jaren in goede gezondheid. Tenslotte heeft nog nooit iemand op zijn sterfbed gezegd: had ik maar wat meer tijd aan mijn werk besteedt.
Vind je het ook belangrijk om zorgvuldig met onze leefwereld om te gaan?
Neem dan deel aan mijn digitale denktank door mij te ondersteunen met tips en adviezen. Gevraagd en ongevraagd. Op tijden die je zelf kunt invullen. Want een mailtje schrijven en zenden kan op ieder tijdstip van de dag of de nacht.
Projectnaam:
Winning Initiatives For Environmental Sustainability (W.I.F.E.S)
Deelgemeente Delfshaven Rotterdam
Achtergrond:
Dit project richt zich op het reduceren of verminderen van de ecologische voetafdruk.
Ecologische voetafdruk (in dit specifiek project)
Ecological footprint (EF) oftewel de ecologische voetafdruk is een idee dat ontwikkeld is met als doel de burgers zich te laten realiseren en inzien hoe ze hun, in ha uitgedrukte aardbodem gebruiken. Het gebruiken van de aardbodem, gecombineerd met aspecten van duurzaamheid, is gelimiteerd.
Daarom zullen, als wij falen om deze ecologische voetafdruk te reduceren, de mensen in de toekomst niet meer overleven of de huidige gradatie van hun manier van leven (lifestyle) kunnen behouden. Er zal een duidelijke teloorgang te bespeuren zijn in de wijze van (over)leven en zal de aardbodem ook minder soelaas bieden.
De wereld wordt geprojecteerd als een koepel waarin slechts een klein aantal inwoners en de natuurlijke hulpbronnen worden opgeslagen.
Het ligt aan de bewoners om zo productief mogelijk gebruik te (leren) maken van deze hulpbronnen zodat er over een langere periode, kwalitatieve benutting plaats kan vinden. Zo blijft de kwalitatieve vernieuwing van zowel de hulpbronnen als de kwaliteit van leven, langer behouden. Hierbij wordt gedacht aan zowel het tropische regenwoud alsook de biodiversiteit er om heen.
Het project (W.I.F.E.S.) wil een doorbraak zijn op het gebied van creatieve recycling van huishoudelijke afval. Dit kan van alles zijn zoals papier, textiel (kleding en overige), plastiek, keramische producten zoals borden en kopjes, flessen en alle overige materialen die wij dagelijks in huis halen en met onze overheersende wegwerpmentaliteit ons ervan ontdoen.
Werkwijze:
Deel 1 van het project richt zich op 'awareness'; het bieden van inzicht in de teloorgang van de aarde en het milieu.
Met inzet van de EcoCal tool, een indicator die aangeeft hoe onze dagelijkse gewoontes onze leefomgeving beïnvloeden en verpesten.
Deze calculator is ontwikkeld door Best Foot Forward http://www.bestfootforward.com/
Onze missie:
Het betrekken van burgers in alle wijken bij onze projecten zo dat de impact goed doordringt in alle gelederen van de maatschappij. Hierdoor zal onze inzet vergroot worden en zal dit project een langer leven gaan leiden en zich verspreiden over de wereld.
Financiële ondersteuning.
Dit project komt mede tot stand met financiële hulp van:
Stichting Nieuwe Rotterdamse Cultuur
Een pilot in IJsselmonde zal als voorbeeld dienen.
Workshops:
Een aantal workshops zal worden verzorgd door kunstenaars van
Although the focus of current policy and science is on accounting for greenhouse gases, constraints on other resources such as food are also becoming increasingly apparent. The ecological footprint is a broad measure of resource use which highlights where consumption is exceeding environmental limits.
The ecological footprint uses units of bio productive area (global hectares) to assess the nature and scale of the environmental impact of a country, region, community, organisation, product or service.
The use of bio productive area as a composite measure makes it a powerful and resonant means of measuring and communicating environmental impact and sustainability. In this sense it is comparable to many economic indicators such as the Retail Prices Index (RPI), Gross Value Added (GVA) and Gross Domestic Product (GDP).
The ecological footprint can be used in cost-benefit analyses, to assess corporate risk and to model alternative business strategies and scenarios.
BFF are world leaders in the application of ecological footprint analysis to businesses and regions. The standard textbook on Foot printing, Sharing Natures Interest, was co-written by BFF Directors Craig Simmons and Nicky Chambers with Mathis Wackernagel.
BFF provide ecological footprint consultancy services and a popular Masterclass training course
(Nederlands) door W. Rees en M. Wackernagel, Vancouver, ingevoerd begrip inzake het ruimtebeslag in ha. bruikbare aardbodem + 0.5 ha visgrond dat voor een inwoner van een bepaald land momenteel (1997) feitelijk nodig is om in zijn jaarlijkse consumptie en de verwerking van het afval ervan te voorzien. Zo bv. (1997) VS: 10.3 ha per inwoner, Canada: 7.7 ha, Nederland: 5.3 ha, België: 5 ha, Japan: 4.3 ha, India: 0.8 ha, Bangladesj: 0.5 ha. Beschikbaar in NL per inwoner: 4.000.000 ha gedeeld door 16.000.000 inw. = 0.25 ha per inw. Er is in NL derhalve een overconsumptie van 5.3 ha (NL) min 2.5 ha (wereld) = 2.8 ha per inw.
Hugo Brandt Corstius gelooft net als Darwin en Slijper dat de mens een product is van de evolutie, die het korter op aarde uithoudt dan de mier of muis. Maar dat maakt de mens niet tot een machine, zoals Wilson dacht. De mens, uitvinder van vliegtuigen, gedichten, computers en muziek, is een bijzondere diersoort. Niet vanwege een onzichtbare God. Maar vanwege zijn onzichtbare communicatie. De mens is de soort die zonder lichaam zal blijven voortbestaan. Niet in de hemel maar op onze eigen planeet. Niet door Gods genade, maar door onze eigen uitvindingen. Hoe? Dat legt Brandt Corstius in een laatste hoofdstuk uit:
U zult mij niet geloven. Maar over vijftig miljoen jaar zullen uw lichaamloze nakomelingen dit boek lezen, zonder het te hoeven aanraken, en mij gelijk geven'.
Ik hoor tikken. Ritmische tikken. Het klinkt als een druppelde kraan maar ook weer alsof er waterdruppels in een grote plas water terecht komen.
Een doordringend geluid dat een gevoel van bewegen los maakt in mijn lijf.
'Vreemd, een kraan open laten staan moet ik dan wel in mijn slaap gedaan hebben', denk ik voorzichtig.
Voor het naar bed gaan controleer ik gewoon alles. Ik ben net een freak. Deuren, ramen, kranen, lichten, alles passeert de controle voor ik het huis verlaat en ook voor ik eindelijk mijn bed in kan duiken.
En dan raak ik helemaal in paniek. Ik gil naar mijn dochter.
'help alsjeblief even mee'.
Er meandert een riviertje op mijn wit plafond, verzameld druppels en begeleidt ze in een rekoefening naar de waterplas. Langzaam zuigen zij zich vast in mijn dure laminaat. Ook de ondervloer die tegen brand beveiligen moet zwelt mee. Er ontstaat een bierbuik, nee, een volgezogen waterbuik.
Jachtig pak ik dweil en emmer terwijl de 'buik' blijft groeien. Het ritmische tikken gaat over in een zware, gonzende straal. Duizenden gevoelens en gedachten maken zich meester van mijn emoties. Straks mis ik de tram, dan de trein en ben ik weer laat op mijn werk. Ik haat dat. Het enige wat ik graag wil is dat alles goed gaat in mijn leven.
Dan glijdt mijn big shirt van mijn nog warme lijf, precies op de groeiende waterbuik. Eén en al ellende. Hoe is dit mogelijk, dolt 't door mijn hoofd. Poedelnaakt en alleen, zie ik hoe de druppels zich een weg vreten door het laminaat. Mijn hele woonkamer zwelt; zelfs het kleed begint te bewegen. Op het moment dat het kleed zichtbaar begint te stijgen hoor ik een gierende sirene.
Verticaal voor het bed voel ik instinctief of mijn big shirt nat is en sla de wekker af. Met een smak val ik weer op bed. Mijn door reuma getroffen spieren en gewrichten, in 't bijzonder de enkels en knieën, zijn niet in staat op de vroege ochtend, zoveel emotie en gewicht te dragen.
Terwijl ik mijn lichaam naar de tram sleep valt de regen met bakken uit de hemel. Alle incheckautomaten zijn buitenwerking en ook de medereizigers laten alles gelaten over zich heen komen. Zolang de controleur niet zeurt, staart ieder nog half slapend voor zich uit. Op het treinstation worden reizigers regelmatig op een defecte bovenleiding geattendeerd. Tussen Rotterdam en Roosendaal is er geen treinverkeer mogelijk. Ook Dordrecht is niet bereikbaar dus nemen wij aan dat er wel verkeer mogelijk is tussen Breda en Roosendaal. Maar hoe kom je eigenlijk in Breda? Ook treinreizigers zijn het zeuren zat. Gedwee pakken ze hun mobieltje en stellen collega's, leidinggevende of familieleden op de hoogte van deze vertraging. Kiosk doet goede zaken. Koffie houdt de boel warm en een vol wachthok nemen wij op de koop toe! Even dacht ik dat de Internationale trein nog zou vertrekken. Een beetje dom!
Want die Belgen zijn het gezeur van de Nederlanders zat en kiezen voor een omweg via Den Bosch en Breda naar Antwerpen. Op dit moment zijn ze laat maar gelukkig, het is de schuld van de Nederlandse spoorwegen in dit specifiek geval, van de rails en bovenleidingen.
Na meer dan anderhalf uur koukleumen op 't station en het overvolle wachthok besluit ik mijn leidinggevende op de hoogte te stellen van mijn besluit.
'Ik ga richting huis en zal vandaar uit de via de mail binnengekomen opdrachten, aldaar uitvoeren'.
Hij klinkt niet echt amused en oppert nog het werken op een Rotterdamse vestiging.
'Heeft geen zin', probeer ik mijn hachje te redden, 'daar zal ik ook alleen datgene kunnen doen wat ik thuis ook kan'.
Hij zwicht, hangt op.
Thuis aangekomen besef ik dat ik een hele fijne leidinggevende heb. Hij is jong (ik ben twee keer zo oud als hij), redelijk en geeft geen leiding, hij leidt of laat je lijden! Hij legt de verantwoordelijkheid daar waar het hoort. Bij de ander!
Thuis kan ik lekker verder dromen. Niet in trance en horizontaal; dromen over hoe mijn arbeidsleven er na 1 april 2009 eruit zal zien. Als mijn leidinggevende bepaald dat ik mijn laatste jaren elders mag slijten. Dromen zijn de voeding van de ziel, zoals voedsel ons lichaam versterkt, geven onze dromen richting aan ons leven. Je moet maar durven en ze geen stille dood laten sterven!
Maria Louise de Hart (geboren 1826) was de dochter van een vrijgekochte slavin en de joodse plantage-eigenaar Mozes-Meyer de Hart. Haar man was Johannes Ellis (geboren 1812), de zoon van Abraham de Veer, de Nederlandse gouverneur van Elmina in het huidige Ghana, en de Ghanese Fanny Ellis. In 1860 vertrokken Johannes Ellis en Maria Louise naar Amsterdam. Samen met hun vijf kinderen vestigden zij zich aan de Herengracht en gingen rentenieren.
Maria Louise was op het moment van het maken van de foto zwanger van haar zoon, de latere eerste en enige Surinaamse minister in een Nederlands kabinet. Abraham George Ellis (1846-1916) was van 1902-1905 minister van Marine in het kabinet van Abraham Kuyper. Na zijn pensionering werd hij adjudant van koningin Wilhelmina.
De daguerreotypie, een foto op een verzilverde koperplaat, werd in 1839 geïntroduceerd door de Fransman Daguerre en beoefend in de pionierstijd van de fotografie. Na enige tijd waren er reizende ´daguerreotypisten´ die tegen betaling portretten maakten. Uit krantenadvertenties is bekend dat in maart en april 1846 twee Amerikanen in Paramaribo waren om daguerreotypieën te maken. Deze periode komt precies overeen met de periode waarin deze foto gemaakt moet zijn. De foto is, samen met andere foto's uit Suriname en de Antillen, vanaf 18 augustus tot en met 12 oktober in het Rijksmuseum te zien.
Een leidinggevende iemand heeft mij ooit een brief geschreven. Mijn weblog is voor alles geschikt maar niet voor het schrijven over het bedrijf en de mensen die er werken.
Wat een uitspraak hé! Deze opmerking zegt meer over de gene die mij de brief geschreven heeft dan over mijn schrijfbehoefte. Wat hij zegt is 'jij zit wel iedere dag hier maar noch het bedrijf noch de overige iemands maken deel uit van je leven.' Dat zegt hij.
Is het niet evident dat een mens in een bedrijf of bij deelname aan het maatschappelijk verkeer, nooit alleen is?
Zelfs als iemand denkt dat die alleen is, zijn er volgens Char, ook nog onzichtbare bezoekers om ons heen. En wat denk je van al die muren die ook oren hebben?
Ik schrijf nooit over anderen. Ik schrijf over mijn eigen leven. En dat begint op 't moment dat ik uit bed stap. Om 6 uur 's morgens begin ik met het danken van mijn Engelbewaarder. Ik vraag alle onzichtbaren om mij te begeleiden op weg naar het bedrijf waar ik werk en mij vooral heelhuids terug te brengen.
Daarna volgen de ochtend rituelen. Onder begeleiding van BNR-radio, soms de TV, (want je weet maar nooit of er ellende is bij de NS), poets ik mijn tanden, neem een bijzondere warme douche (maakt de door reuma getroffen spieren wakker), en schuif zo veel mogelijk kleding om mijn lijf. De reis naar wat ik noem 'alcatraz, moderneslavernij' duurt twee uren van deur tot deur. En dat als ik geluk heb. De treinen rijden vaker op tijd; echter de mens kan het niet nalaten te klagen als 't een dagje mis is. Vele aanrijdingen met 'een persoon' zoals NS suïcidale momenten eufemistisch uitdrukt, met auto's, tractoren en veel meer over de weg schuivende vehicles leidden vaker tot vertragingen. Maar ach, iemand moet de schuld krijgen dus waarom niet de NS. Mijn kleding is dus aangepast aan deze baggermomenten. Klote uren, die ik moet doorbrengen op de koude, tochtende stations, die ik nota bene in eigen tijd doorbreng. Ooit hoorde ik een opmerking in m'n cel dat er in de CAO verwoordt staat 'dat een medewerker tot maximaal anderhalf uur reistijd verplicht kan worden'.
Terwijl ik jarenlang, ook tijdens de enge, donkere wintermaanden, alles trotseer om mijn verplichtingen na te komen, denken opgeblazen ego's, zo groot als een orka met het geheugen van een goudvis, dat ik over hen schrijf. Ammehoela!
In het bedrijf werken 'iemands' en 'niemands'. Mannen en potloden, serpenten en kaaimannen. Ooit kwam ik daarachter. Jarenlang heb ik mijn werkzaamheden voornamelijk buiten het kantoor uitgevoerd. Het verzorgen van trainingen, houden van spreekuur in de regio, vergaderingen; het kantoor was om 'es een keertje' bijgepraat te worden. Feedback werd dat genoemd in betere tijden. Of een sectorvergadering. Ook op kantoor.
Totdat op een kwaaie dag een iemand kwam. Fysiek een onderdeurtje met een ego waar een blik sumo vechters jaloers op zijn. Hij had de strijd gewonnen van al die andere territoriumautistische managers. Schrapte enkele afdelingen en ging met een blondje ergens op een Nederlands eiland hokken. 'Projecten uitvoeren', was zijn adagium.
Even dacht ik: 'het universum laat mij in de steek'.
'Hoe zou 't zijn om in een verkeerde stroom terecht te komen? ', bonsde mijn bovenkamer.
'Het maakt niet uit waar de trein naar toe gaat', had hij gezegd,
'of je besluit mee te gaan of niet dat is van belang'.
Nu, vele jaren later, ben ik er achter gekomen dat ik het gecreëerde monster ben van die iemands. Net Frankenstein hebben ze mijn hersenen proberen te manipuleren, mijn gedrag adequaat aan te passen aan hun geconditioneerde reflexen. Mijn praten moest volgens hen gereguleerd worden.Ik moest luisteren niet praten. Ik moest als troetelallochtoon danken voor de vele, niet in de praktijk toepasbare trainingen die ik volgen mocht. Over taal gesproken. Ik, brave mal, moest de hedendaagse methoden volgen. Simpele methodieken die ik niet hoefde toepassen. Een zeer gedreven vorm van manipulatie om een mens leeg te zuigen met een rietje en langzaam in een niemand te doen veranderen.
Zoals vandaag. Komt een leidinggevende, goed bevonden als peoplemanager, het hok binnen lopen.
Links, rechts kijkend zegt ze: 'Is er niemand hier'.
Ik: 'neen, alleen het onzichtbare kantoorspook. Een niemand.'
Kon nog net inslikken: 'in de onzichtbare kleren van de keizer.'
Een haar-vooral-niet-aankijkende sorry stottert haar weg in de ruimte.
Wanneer het hart iets in bewaring heeft blijven de beelden héél een leven ongeschonden. Jouw eerste glimlach heb ik zo vaak herbeleefd, wel duizend maal heb ´k jou opnieuw gevonden.
Generaties.
Jong mensen protesteren Roepen ´t is een treurig zootje en al ben ik niet meer zo jong ik zit toch in hetzelfde bootje.
Zij verwijten deze wereld een geweldig aantal floppen ´t klopt want in mijn jonge jaren, was ie ook al naar de knoppen
Wil je veel meer foto's zien of info lezen neem dan een kijkje in mijn archief.
http://www.bloggers.nl/Mildredenzo
WIL U EEN BERICHTJE ACHTERLATEN KLIK DAN ONDER EEN ARTIKEL OP 'REAGEER'. KAN ONDER IEDER WILLEKEURIG ARTIKEL, FOTO, BERICHT OF GEDICHT.