De vredesduif vliegt van site naar site, door zo veel te landen als maar mogelijk is. Alsjeblieft, help de duif om een lint te maken, rond de wereld. door hem mee te nemen naar jouw site, of om hem aan iemand anders te geven voor hun site, door hem een plaats te geven in een ander werelddeel of in die delen van de wereld waar strijd en chaos heerst
Ik hoor tikken. Ritmische tikken. Het klinkt als een druppelde kraan maar ook weer alsof er waterdruppels in een grote plas water terecht komen.
Een doordringend geluid dat een gevoel van bewegen los maakt in mijn lijf.
'Vreemd, een kraan open laten staan moet ik dan wel in mijn slaap gedaan hebben', denk ik voorzichtig.
Voor het naar bed gaan controleer ik gewoon alles. Ik ben net een freak. Deuren, ramen, kranen, lichten, alles passeert de controle voor ik het huis verlaat en ook voor ik eindelijk mijn bed in kan duiken.
En dan raak ik helemaal in paniek. Ik gil naar mijn dochter.
'help alsjeblief even mee'.
Er meandert een riviertje op mijn wit plafond, verzameld druppels en begeleidt ze in een rekoefening naar de waterplas. Langzaam zuigen zij zich vast in mijn dure laminaat. Ook de ondervloer die tegen brand beveiligen moet zwelt mee. Er ontstaat een bierbuik, nee, een volgezogen waterbuik.
Jachtig pak ik dweil en emmer terwijl de 'buik' blijft groeien. Het ritmische tikken gaat over in een zware, gonzende straal. Duizenden gevoelens en gedachten maken zich meester van mijn emoties. Straks mis ik de tram, dan de trein en ben ik weer laat op mijn werk. Ik haat dat. Het enige wat ik graag wil is dat alles goed gaat in mijn leven.
Dan glijdt mijn big shirt van mijn nog warme lijf, precies op de groeiende waterbuik. Eén en al ellende. Hoe is dit mogelijk, dolt 't door mijn hoofd. Poedelnaakt en alleen, zie ik hoe de druppels zich een weg vreten door het laminaat. Mijn hele woonkamer zwelt; zelfs het kleed begint te bewegen. Op het moment dat het kleed zichtbaar begint te stijgen hoor ik een gierende sirene.
Verticaal voor het bed voel ik instinctief of mijn big shirt nat is en sla de wekker af. Met een smak val ik weer op bed. Mijn door reuma getroffen spieren en gewrichten, in 't bijzonder de enkels en knieën, zijn niet in staat op de vroege ochtend, zoveel emotie en gewicht te dragen.
Terwijl ik mijn lichaam naar de tram sleep valt de regen met bakken uit de hemel. Alle incheckautomaten zijn buitenwerking en ook de medereizigers laten alles gelaten over zich heen komen. Zolang de controleur niet zeurt, staart ieder nog half slapend voor zich uit. Op het treinstation worden reizigers regelmatig op een defecte bovenleiding geattendeerd. Tussen Rotterdam en Roosendaal is er geen treinverkeer mogelijk. Ook Dordrecht is niet bereikbaar dus nemen wij aan dat er wel verkeer mogelijk is tussen Breda en Roosendaal. Maar hoe kom je eigenlijk in Breda? Ook treinreizigers zijn het zeuren zat. Gedwee pakken ze hun mobieltje en stellen collega's, leidinggevende of familieleden op de hoogte van deze vertraging. Kiosk doet goede zaken. Koffie houdt de boel warm en een vol wachthok nemen wij op de koop toe! Even dacht ik dat de Internationale trein nog zou vertrekken. Een beetje dom!
Want die Belgen zijn het gezeur van de Nederlanders zat en kiezen voor een omweg via Den Bosch en Breda naar Antwerpen. Op dit moment zijn ze laat maar gelukkig, het is de schuld van de Nederlandse spoorwegen in dit specifiek geval, van de rails en bovenleidingen.
Na meer dan anderhalf uur koukleumen op 't station en het overvolle wachthok besluit ik mijn leidinggevende op de hoogte te stellen van mijn besluit.
'Ik ga richting huis en zal vandaar uit de via de mail binnengekomen opdrachten, aldaar uitvoeren'.
Hij klinkt niet echt amused en oppert nog het werken op een Rotterdamse vestiging.
'Heeft geen zin', probeer ik mijn hachje te redden, 'daar zal ik ook alleen datgene kunnen doen wat ik thuis ook kan'.
Hij zwicht, hangt op.
Thuis aangekomen besef ik dat ik een hele fijne leidinggevende heb. Hij is jong (ik ben twee keer zo oud als hij), redelijk en geeft geen leiding, hij leidt of laat je lijden! Hij legt de verantwoordelijkheid daar waar het hoort. Bij de ander!
Thuis kan ik lekker verder dromen. Niet in trance en horizontaal; dromen over hoe mijn arbeidsleven er na 1 april 2009 eruit zal zien. Als mijn leidinggevende bepaald dat ik mijn laatste jaren elders mag slijten. Dromen zijn de voeding van de ziel, zoals voedsel ons lichaam versterkt, geven onze dromen richting aan ons leven. Je moet maar durven en ze geen stille dood laten sterven!
Maria Louise de Hart (geboren 1826) was de dochter van een vrijgekochte slavin en de joodse plantage-eigenaar Mozes-Meyer de Hart. Haar man was Johannes Ellis (geboren 1812), de zoon van Abraham de Veer, de Nederlandse gouverneur van Elmina in het huidige Ghana, en de Ghanese Fanny Ellis. In 1860 vertrokken Johannes Ellis en Maria Louise naar Amsterdam. Samen met hun vijf kinderen vestigden zij zich aan de Herengracht en gingen rentenieren.
Maria Louise was op het moment van het maken van de foto zwanger van haar zoon, de latere eerste en enige Surinaamse minister in een Nederlands kabinet. Abraham George Ellis (1846-1916) was van 1902-1905 minister van Marine in het kabinet van Abraham Kuyper. Na zijn pensionering werd hij adjudant van koningin Wilhelmina.
De daguerreotypie, een foto op een verzilverde koperplaat, werd in 1839 geïntroduceerd door de Fransman Daguerre en beoefend in de pionierstijd van de fotografie. Na enige tijd waren er reizende ´daguerreotypisten´ die tegen betaling portretten maakten. Uit krantenadvertenties is bekend dat in maart en april 1846 twee Amerikanen in Paramaribo waren om daguerreotypieën te maken. Deze periode komt precies overeen met de periode waarin deze foto gemaakt moet zijn. De foto is, samen met andere foto's uit Suriname en de Antillen, vanaf 18 augustus tot en met 12 oktober in het Rijksmuseum te zien.
Een leidinggevende iemand heeft mij ooit een brief geschreven. Mijn weblog is voor alles geschikt maar niet voor het schrijven over het bedrijf en de mensen die er werken.
Wat een uitspraak hé! Deze opmerking zegt meer over de gene die mij de brief geschreven heeft dan over mijn schrijfbehoefte. Wat hij zegt is 'jij zit wel iedere dag hier maar noch het bedrijf noch de overige iemands maken deel uit van je leven.' Dat zegt hij.
Is het niet evident dat een mens in een bedrijf of bij deelname aan het maatschappelijk verkeer, nooit alleen is?
Zelfs als iemand denkt dat die alleen is, zijn er volgens Char, ook nog onzichtbare bezoekers om ons heen. En wat denk je van al die muren die ook oren hebben?
Ik schrijf nooit over anderen. Ik schrijf over mijn eigen leven. En dat begint op 't moment dat ik uit bed stap. Om 6 uur 's morgens begin ik met het danken van mijn Engelbewaarder. Ik vraag alle onzichtbaren om mij te begeleiden op weg naar het bedrijf waar ik werk en mij vooral heelhuids terug te brengen.
Daarna volgen de ochtend rituelen. Onder begeleiding van BNR-radio, soms de TV, (want je weet maar nooit of er ellende is bij de NS), poets ik mijn tanden, neem een bijzondere warme douche (maakt de door reuma getroffen spieren wakker), en schuif zo veel mogelijk kleding om mijn lijf. De reis naar wat ik noem 'alcatraz, moderneslavernij' duurt twee uren van deur tot deur. En dat als ik geluk heb. De treinen rijden vaker op tijd; echter de mens kan het niet nalaten te klagen als 't een dagje mis is. Vele aanrijdingen met 'een persoon' zoals NS suïcidale momenten eufemistisch uitdrukt, met auto's, tractoren en veel meer over de weg schuivende vehicles leidden vaker tot vertragingen. Maar ach, iemand moet de schuld krijgen dus waarom niet de NS. Mijn kleding is dus aangepast aan deze baggermomenten. Klote uren, die ik moet doorbrengen op de koude, tochtende stations, die ik nota bene in eigen tijd doorbreng. Ooit hoorde ik een opmerking in m'n cel dat er in de CAO verwoordt staat 'dat een medewerker tot maximaal anderhalf uur reistijd verplicht kan worden'.
Terwijl ik jarenlang, ook tijdens de enge, donkere wintermaanden, alles trotseer om mijn verplichtingen na te komen, denken opgeblazen ego's, zo groot als een orka met het geheugen van een goudvis, dat ik over hen schrijf. Ammehoela!
In het bedrijf werken 'iemands' en 'niemands'. Mannen en potloden, serpenten en kaaimannen. Ooit kwam ik daarachter. Jarenlang heb ik mijn werkzaamheden voornamelijk buiten het kantoor uitgevoerd. Het verzorgen van trainingen, houden van spreekuur in de regio, vergaderingen; het kantoor was om 'es een keertje' bijgepraat te worden. Feedback werd dat genoemd in betere tijden. Of een sectorvergadering. Ook op kantoor.
Totdat op een kwaaie dag een iemand kwam. Fysiek een onderdeurtje met een ego waar een blik sumo vechters jaloers op zijn. Hij had de strijd gewonnen van al die andere territoriumautistische managers. Schrapte enkele afdelingen en ging met een blondje ergens op een Nederlands eiland hokken. 'Projecten uitvoeren', was zijn adagium.
Even dacht ik: 'het universum laat mij in de steek'.
'Hoe zou 't zijn om in een verkeerde stroom terecht te komen? ', bonsde mijn bovenkamer.
'Het maakt niet uit waar de trein naar toe gaat', had hij gezegd,
'of je besluit mee te gaan of niet dat is van belang'.
Nu, vele jaren later, ben ik er achter gekomen dat ik het gecreëerde monster ben van die iemands. Net Frankenstein hebben ze mijn hersenen proberen te manipuleren, mijn gedrag adequaat aan te passen aan hun geconditioneerde reflexen. Mijn praten moest volgens hen gereguleerd worden.Ik moest luisteren niet praten. Ik moest als troetelallochtoon danken voor de vele, niet in de praktijk toepasbare trainingen die ik volgen mocht. Over taal gesproken. Ik, brave mal, moest de hedendaagse methoden volgen. Simpele methodieken die ik niet hoefde toepassen. Een zeer gedreven vorm van manipulatie om een mens leeg te zuigen met een rietje en langzaam in een niemand te doen veranderen.
Zoals vandaag. Komt een leidinggevende, goed bevonden als peoplemanager, het hok binnen lopen.
Links, rechts kijkend zegt ze: 'Is er niemand hier'.
Ik: 'neen, alleen het onzichtbare kantoorspook. Een niemand.'
Kon nog net inslikken: 'in de onzichtbare kleren van de keizer.'
Een haar-vooral-niet-aankijkende sorry stottert haar weg in de ruimte.
Wanneer het hart iets in bewaring heeft blijven de beelden héél een leven ongeschonden. Jouw eerste glimlach heb ik zo vaak herbeleefd, wel duizend maal heb ´k jou opnieuw gevonden.
Generaties.
Jong mensen protesteren Roepen ´t is een treurig zootje en al ben ik niet meer zo jong ik zit toch in hetzelfde bootje.
Zij verwijten deze wereld een geweldig aantal floppen ´t klopt want in mijn jonge jaren, was ie ook al naar de knoppen
Wil je veel meer foto's zien of info lezen neem dan een kijkje in mijn archief.
http://www.bloggers.nl/Mildredenzo
WIL U EEN BERICHTJE ACHTERLATEN KLIK DAN ONDER EEN ARTIKEL OP 'REAGEER'. KAN ONDER IEDER WILLEKEURIG ARTIKEL, FOTO, BERICHT OF GEDICHT.