vreemde lichten dansen vaal
door de glasramen van 't koor
een silhouet verlaat 't portaal
en gaat er met een plank vandoor
11 April 1934 - 05u25
de onderkoster schrikt zich rot :
een portaaldeur zit niet in 't slot
eens bij de Vijdkapel gekomen
voelt hij het zweet in beken stromen
daarboven... naast de candelaber
gaapt een zwart gat, een wond' gelijk
zo afschrikwekkend, zo macaber
in de triptiek der broers Van Eyck
11 April 1934 - 06u00
bij kaarslicht in het gelig koper
leest hij de ledige sekwesters :
"Grisaille Johannes de Doper"
en "Luik der Rechtvaardige Rechters"
11 April 1934 - 10u00
de radio acht dit snelnieuws waard
de roof wordt nationaal geseind
men meldt het zelfs aan Scotland Yard
kurieuzen vullen 't St Baafsplein
11 April 1934 - 10u10
't Parket verschijnt op het appel
en zoekt de plaats van het delict
een massa stuwt in de kapel :
de speurders wijken onverricht.
20 April 1934
en nergens valt iets aan te knopen
't mysterie laat op wond'ren hopen
niemand komt een verhaal opdissen
de dief laat elk in 't ongewisse
28 April 1934 - 23u24
bij nacht ratelt een schrijfmachine
(vlakbij Sint Baafs ging hij van d'hand)
een Royal met nieuwe bobine,
de "r" springt ietwat uit de band
29 April 1934
de kranten gokken er op los
het volk raakt danig in commotie
de Koning viel pas van een rots :
het land hervalt weer in emotie
30 April 1934
een bode meldt zich bij 't bisdom
een brief, in 't Frans, liegt er niet om :
iemand met zwaar Antwerpse trots
weet blijkbaar iets over 't Lam Gods !
mei 1934
met "D.U.A." signeert hij brieven
- het zijn er dertien in totaal -
hij wenst het bisdom niet t'ontgrieven
en spreekt hen toe in klare taal :
"ik zal u de grisaille bezorgen
en vertel u dan, voor één miljoen,
waar 't luik der Rechters werd geborgen
we zullen vast goed zaken doen !"
Zomer/Herfst 1934
Met berichtjes in La Dernière Heure
correspondeert het Bisdom mee
maar blijft de voorstellen afkeuren :
men discuteert vlijmscherp op snee
25 November 1934
Op een meeting van Katholieken
speecht ene Arsène Goedertier
hij wordt onwel, zijn hart gaat pieken
men roept er om een brancardier
Hij neemt zijn advokaat ter biecht
en fluistert hem heel stil en hees :
"ik ... alleen ... weet waar 't paneel ... ligt "
zijn adem stokt ... hij geeft de geest ...
In brieven en schetsen in zijn laden
springen de "r"-en op en af
niets brengt de Rechters boven water
hij nam 't geheim mee in zijn graf...
1935 en volgende ....
Overweldigende theorieen,
intriges rond politiek en kerk
ministers gaan haast door de knieen
de media hebben bergen werk
in heel Oost-Vlaanderen wordt door velen
gespeculeerd en ondergezocht
zelfs zieners komen ten tonele
maar steeds weer wordt er lucht verkocht.
de kweeste naar het schilderij
enthousiasmeerde duizenden
maar niemand kwam ooit dichterbij
dan dromen die vergruizelden
2007
neen, lezers, 't luik ligt niet begraven
in 't koningsgraf van Albert I
noch onder Antwerpse altaren
of in St Baafs onder een steen
Arsène verstopte het paneel
in een in hout getimmerd pak
en schoof het dan in zijn geheel
in een textielen zwarte zak
daarna klom hij naar boven, sjouwend
het pak onder de arm gekneld
en knoopte 't daar aan fijne touwen
vlak bovenop de Vijdkapel
ten tijde van de diefstal zelve
waren er werken aan de gang
daarboven op de booggewelven :
het bood de dief een schone kans
Arsène schreef dat hij 't niet stal
doch enkel van zijn plaats verhuisde
terwijl hij er met de grisaille
slechts tijdelijk van onder muisde
de plaats waar hij het paneel borg
werd tot nog toe nooit onderzocht,
bevestigt mij Karel Mortier,
de peetvader van dit dossier
traag liet hij dan de Rechters zakken
in een spouwmuur van de kapel
ze rusten nu bij kakkerlakken
amper verplaatst over één el.
