Foto
Welkom op het Robbeneiland. Ik wens u een prettig verblijf.
Inhoud blog
  • Voorjaar aan de Hoekersingel
  • Bloesem aan de Prunus 'Umineko'
  • Winter in de wijk
  • Ginkgo biloba aan de Hoekersingel
  • Herfst op Trompenburg
  • Reuzenzwam op Trompenburg
  • Herfst op het Serumpark
  • Langs de Barkastraat
  • De "Golden Princess" vertrekt uit Hoek van Holland
  • Toelichting bij "Bomen in onze wijk"
  • Vaantjesboom
  • Witte moerbei
  • Okkernoot
  • Hemelboom
  • Trompetboom
  • Eik
  • Katsoera
  • Meidoorn
  • Vlamboom
  • Amberboom
  • Els
  • Berk
  • Moerascipres
  • Judasboom
  • Lijsterbes
  • Tulpenboom
  • Hazelaar
  • Wilg
  • Japanse notenboom.
  • Es
  • Linde
  • Haagbeuk.
  • Populier
  • Iep.
  • Esdoorn
    Mijn favorieten
  • Mijn bowlsclub
  • Arboretum Trompenburg
  • Bomenpark
  • Het Witte Dorp
  • Nieuws uit Oud Mathenesse
    vanaf het Robbeneiland
    29-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Linde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Tilia of linde.

     

    De linden familie (Tiliaceae) bestaat uit een veertigtal geslachten en ongeveer 400 soorten. Bij ons zijn maar twee linden inheems namelijk de zomerlinde (Tilia platyphyllos) en winterlinde. (Tilia cordata) De winterlinde komt voor in geheel midden en zuid Europa inclusief Groot Brittannië. In de oudheid werden linden al als schaduwbomen gebruikt en het zou boeren beschermen tegen het kwaad, aldus het volksgeloof. Bij ons in de wijk is de linde de meest aangeplante boom. De winterlinde, die 35 meter hoog kan worden, staat in juni en juli in bloei. Hij wordt ook wel kleinbladige linde genoemd. Ik heb hem o.a. zien staan in de Zweedse- Boeier en Suiestraat. Het hout wordt gebruikt in de muziekindustrie waar o.a. klankborden en toetsen van worden gemaakt en verder voor snij en draaiwerk. De zomerlinde, ook wel grootbladige linde genoemd, komt in dezelfde landen voor en bloeit reeds begin juni en is daarmee de eerste linde die bloeit. Hij is op veel plaatsen in de wijk te vinden. Verder is het een linde die zeer oud kan worden en een hoogte kan bereiken van 30 meter. De gewone linde (Tilia X Europaea) is een hybride van de zomer en winterlinde en staat o.a. in de Italiaansestraat en langs de Franselaan en is te herkennen aan zijn neerhangende takken. Net als de andere twee soorten is hij heel goed bestand tegen zware snoei en luchtvervuiling vandaar dat hij ook veel worden aangeplant langs straten en wegen. De gewone linde bereikt een hoogte van ongeveer 40 meter. In de zomer, wanneer de linde in bloei staat, verspreidt het een heerlijke geur. Onderlinge verschillen zijn maar erg klein, bij de linde, waarbij men vooral op het blad en de zaadjes moet letten om te zien met welke soort men te maken heeft. Van deze linden staan er ook weer vele kweekvormen zoals de T. x europaea ‘Euchlora’, T. x europaea ‘Koningslinde en de T.cordata ‘Bohlje’.

    Een van de mooiste linden in onze wijk is de zilverlinde (Tilia tomentosa ‘Brabant’). Hij staat o.a. op het Serumpark zoals op de foto is te zien. Hij is goed te herkennen aan het blad dat aan de onderzijde lichter van kleur is dan de bovenkant. Op een bank onder deze boom zal men geen last hebben van bijen omdat ze deze linde mijden omdat het een nectar produceert die bedwelmend is voor dit nuttige diertje, bij grote hoeveelheden, is het zelfs giftig. De boom komt uit Oost Europa en uit Turkije. De Hongaarse zilverlinde (Tilia petiolaris) lijkt veel op de zilverlinde maar heeft langere bladstelen. Het is een van de weinige linden die geen last heeft van bladluizen.

    Vroeger werd van de bloesem een aftreksel gemaakt dat gebruikt werd tegen verkoudheid, de bekende lindebloesemthee. Ook bekend is de lindehoning. Als uw auto weer eens onder een plakkerig spul zit dan kan U er van uit gaan dat hij onder een linde heeft gestaan of staat. Het is het deels verteerde bladsap (honingdauw) en mocht de lindebladluis (Pterocallis tiliae)  ook nog op de linde voorkomen dan wordt het sap ook nog zwart.

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haagbeuk.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Carpinus betulus of haagbeuk.

     

    De beuk (Fagus sylvatica) zal iedereen wel kennen, het is namelijk de beuk met zijn bekende driehoekige nootjes. Het is de enige soort van het geslacht Fagus en is een van de meest voorkomende bomen in Europa.

    Hij kan tot 40 meter hoog worden. Van de beuk wil ik nog enkele kweekvormen noemen, namelijk de bruine beuk en de treurbeuk waarvan de eerste duidelijk opvalt op het talud tussen de Nieuwe Keet en de Keet van Oud. Het betreft hier de variëteit Fagus sylvatica 'Atropunicea' waarvan er drie stuks staan.

    In onze wijk is verder de haagbeuk (Carpinus betulus) te zien waarvan er ongeveer 20 soorten op de wereld zijn en waar dit artikel over gaat.

    Aan de Nederlandse naam zou men af kunnen leiden dat hij uit de familie van de beuk komt maar hij komt uit de berkenfamilie.

    Zoals de naam al aangeeft worden ze gebruikt voor de aanleg van hagen.

    In vroegere tijden werden de kasteeltuinen omzoomd door, soms wel 10 meter, hoge hagen. Doordat de haagbeuk heel goed bestand is tegen snoeien en zo goed hersteld is het mogelijk zulke hoge hagen te kweken. Wanneer men niet snoeit groeit een plant uit tot een boom van ongeveer 20 meter hoogte maar in een tuin blijft het bij 10 meter.

    De boom komt van nature in heel Europa voor tot in Turkije.

    In onze wijk staat de cultivar Carpinus betulus "Fastigiata" waarvan er drie stuks staan op de hoek van de Schiedamseweg beneden (zie foto) en de Pasteursingel, die helaas ondeskundig zijn gesnoeid, en twee op het speelveld aan de Barkastraat, die door de jeugd zijn verziekt en er staan twee voor de Prof.Poelsflat waarvan een nog zijn oorspronkelijke vorm heeft. Op de foto is de vorm goed te zien, vooral als de boom kaal is ziet men duidelijk de gebogen takken. Het hout wordt o.a. gebruikt voor hakblokken in de slagerijen, houten hamers en kegelspellen. Voordat het staal zijn intrede deed werden er ook spaken en tandraderen van gemaakt. In het kort nog iets over de schijnbeuk (Nothofagus antarctica) die te vinden is op het serumpark niet ver van de volière. Deze boom komt uit de koele wouden van Argentinië en Chili. Hij is familie van de beuk (Fagaceae) wat te zien is aan de kleine blaadjes die in de herfst prachtig geel worden. Het is een langzame groeier en wordt in een tuin ook niet groter dan hooguit zeven meter.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (19 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Populier
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Populus of Populier.

     

    De populier kunnen we onderverdelen in vier groepen namelijk:

    de abelen, de ratelpopulieren, de gewone populieren en de balsempopulier. Alleen de laatste komt niet in onze wijk voor.

     

    De witte abeel (populus alba) 

    Hiervan staat er een in de Grieksestraat t.o. nummer 44, als eerste naast een rij Italiaanse populieren. De gemiddelde hoogte van deze boom is twintig meter.

    Hij wordt veel aangeplant maar produceert ook veel kreupelhout dat soms ver van de boom is te vinden. De boom wordt nog wel eens aangetast door de wilgenhoutvlinder die onder de bast gangen vreet. Voor houtproductie wordt de boom in ons land niet groot genoeg.

     

    De ratelpopulier of esp (Populus tremula)

    Deze boom komt voor in heel Europa tot ver in Scandinavië en naar het oosten tot diep in Siberië waar hij een hoogte bereikt van 15 meter. In onze wijk staat hij o.a. bij de kinderboerderij langs de Tjalklaan die te herkennen zijn door het ritselen van de bladeren die ontstaat doordat een zacht briesje het gegolfde blad al in beweging kan brengen. Dat komt mede doordat het blad aan een platte steel is bevestigd. Het hout wordt bij ons weinig gebruikt doordat het maar een kleine boom is en de stammen dus kort. Zoals over veel bomen legendes bestaan is dit ook het geval van de ratelpopulier namelijk het volgende: Christus zou deze populier verdoemd hebben tot sidderen omdat hij als enige boom niet voor hem wilde buigen. Een andere legende verhaalt dat het kruis van espenhout is gemaakt en sinds de kruisiging is de esp blijven sidderen.

     

    Italiaanse populier (Populus nigra 'Italica')

     

    Als laatste en zeer zeker de bekendste is de Italiaanse populier (Populus nigra 'Italica'). Het is een zuilvormige variëteit van de P.nigra. Velen zullen hem wel herkennen aan zijn hoge slanke vorm die o.a. staan aan de Barkasstraat

    (zie foto) en in de Grieksestraat. De laatste jaren zijn er nogal wat gerooid omdat ze te oud werden en een gevaar opleverde voor de omgeving. Oorspronkelijk komt deze boom uit Azië maar eind 17e begin 18e eeuw werden stekken overgebracht naar Lombardijë in Italië waarna hij ook in onze streken werd aangeplant. In de literatuur werd hij al beschreven in het jaar 1745.

    Onder de Italiaanse populieren zal men nooit de witte pluizige katjes aantreffen omdat ze allemaal mannelijk zijn. De boom heeft tijdens de groei, hij wordt tot dertig meter hoog, veel water nodig waardoor hij veel schade kan toebrengen aan gebouwen en er zelfs rioleringen raken verstopt doordat hun wortels via kleine scheurtjes naar binnen dringen op zoek naar water. Het hout is van geen enkel economisch belang omdat de boom diepe groeven heeft en door de vele takken is er weinig bruikbaar hout te vinden aan deze soort populier.

     

     

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iep.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Ulmus of iep.

     

    De iep, ook wel olm genoemd, bestaat uit circa 20 soorten.

    De iep is goed te herkennen aan de papierachtige zaden en aan de bladeren die een scheve bladvoet hebben m.a.w. de twee zijden van het blad zijn verschillend van lengte.

    De meest voorkomende soorten in Nederland zijn;

    Ulmus x hollandica of Hollandse iep, Ulmus minor of gladde iep, Ulmus glabra of ruwe iep en op enkele plaatsen de Ulmus procera of Engelse veldiep.

    De Ulmus x hollandica of Hollandse iep, die bij ons in de wijk het talrijkst zijn op de Schiedamsedijk (zie foto), is een natuurlijke bastaard van de Ulmus glabra of Ruwe iep en van de Ulmus minor of Gladde iep. Verder staan er op de hoek van de Tjalklaan en de Spaanseweg 3 stuks Ulmus glabra 'Exoniensis'.

    Van de Hollandse iep bestaan ook weer vele bastaarden zoals de 'Vegeta' die het meest voorkomt langs onze straten en in parken. Het zijn snelle groeiers want in 30 jaar bereiken ze al 90 procent van hun uiteindelijke hoogte die 30 tot 35 meter bedraagt.

    Van de Ruwe iep bestaat ook nog een treur- of prieelvorm n.l. de 'Camperdawii'.

    Tussen 1920 en 1940 verdwenen 13 000 van de 16 000 iepen in Rotterdam tengevolge van de iepziekte. In 1995 stonden er nog circa 6000 iepen waarvan 547 stuks in de deelgemeente Delfshaven. Door de iepziekte verdwijnen in Rotterdam tussen 200 en 300 iepen per jaar*. In Engeland zijn er inmiddels zeker 12 miljoen iepen geveld door deze gevreesde schimmelziekte. Boven aan de Schiedamseweg    getuigen de open stukken dat ook hier de de iepenspintkever heeft toegeslagen.

    De eigelijke veroorzaker is de Ceratocystis Ulmi schimmel die de iep ziek maakt tot  deze afsterft waarna  de iepenspintkever Scolytus scolytus zich een weg vreet onder de schors van de dode iepen de schimmel weer over brengt op de gezonde bomen. Het is dan ook van het grootste belang dat zieke iepen zo snel mogelijk worden ontschorst en opgeruimd. Komt U ergens een zieke iep tegen, neem dan contact op met de werf van Uw deelgemeente. Voor Delfshaven is het telefoonnummer 010-4250311.

     

    * Informatie uit het Register voor stadsbomen maart 1995 van de Gemeente Werken van Rotterdam.

     

    Uit “Bloemen en planten” van februari 2002 las ik nog het volgende bericht:

     

    Misschien komt er op termijn een remedie tegen de gevreesde iepziekte. Onderzoekers van de Britse Universiteit van Aberty Dundee zijn er in geslaagd genetisch gemodificeerde iepen te kweken.

    Deze iepen zouden resistent zijn tegen de iepziekte, zo blijkt uit laboratorium testen. De op deze wijze ontwikkelde iepen zijn echter nog niet in de praktijk getest. Het onderzoek duurt nu al zo'n tien jaar en wordt uitgevoerd in opdracht  van de Engelse Forestry Commission. Deze organisatie wil de iep terug brengen in het landschap.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Esdoorn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Acer of esdoorn.

     

    Van alle bomen ter wereld bestaat de esdoorn wel uit de meeste soorten, over de hele wereld ruim honderd, en wat betreft variatie in kweekvormen en op het gebied van vorm en kleur van het blad ongeëvenaard.

    Bij ons in de wijk beperkt zich dat tot enkele soorten en kweekvormen. Als eerste wil ik de Acer pseudoplatanus of gewone esdoorn noemen. Bij ons staat hij als kweekvorm aan de kop van de Hoekersingel bij de Pinkstraat. (zie foto) n.l. de A. pseudoplatanus "Leopoldii" met zijn bonte roomwitte bladeren. Van nature komt de A. pseudoplatanus uit het midden en zuiden van Europa waar hij een leeftijd van 200 jaar kan bereiken. Zijn maximale hoogte is 35 meter en is daarmee de hoogste esdoorn van Europa. De geteelde bomen bereiken maximaal een hoogte van 20 meter. De boom is te herkennen aan de hangende bloemtrossen, die mannelijk, vrouwelijk of tweeslachtig kunnen zijn, en aan de bladeren die veel weg hebben van de plataan, vandaar ook de naam A.pseudoplatanus. Het hout is van grote waarde, vooral bij de vioolbouwers is het een geliefde houtsoort. Verder wordt het gebruikt voor meubelen, fineer en houtsnijwerk. Voor woningbouw is het ongeschikt. In de christelijke middeleeuwen werd de boom zozeer vereerd dat er eerst werd gebeden en beloften werden uitgesproken voordat men de boom met ontbloot hoofd omhakte.

    De boom wordt nogal eens geplaagd door de inktvlekkenziekte veroorzaakt door de schimmel Rhytisma acerinum en door de rode galmijt, Phyloptus aceris, die soms bij honderden op het blad zitten. Beiden kunnen geen kwaad voor de boom.

    Een andere esdoorn staat o.a. op het serumpark namelijk de Acer platanoides ‘Emerald Queen’ of Noorse esdoorn. Deze soort komt voor in grote delen van Europa en Amerika. In Amerika wordt hij zelfs als bosonkruid beschouwd omdat hij zo verwildert dat hij al de ondergroei overschaduwt. De bloei van deze esdoorn, die 27 meter hoog wordt, vindt plaats in april nog voordat het blad zich ontwikkeld. De bloemen zijn recht opstaand. Evenals bij de A. pseudoplatanus komen in de zomer de bekende gevleugelde zaden aan de boom. In het voorjaar produceert de esdoorn suiker welke vroeger werd afgetapt maar de hoeveelheden waren maar klein in tegenstelling tot de Acer Saccharum of suikerboom die in oostelijk Noord-Amerika voorkomt. Het blad van deze esdoorn siert vanaf 1965 de nationale vlag van Canada. De productie vindt plaats vanaf februari wanneer gaten worden geboord, in de stam, tot op het kernhout. Op zonnige dagen loopt het sap naar buiten waar het wordt opgevangen in bekers die s' avonds worden geleegd. Om te voorkomen dat het gaat gisten wordt het gelijk gekookt en ingedikt. Er zijn bomen bekend die jaarlijks meer dan 100 liter sap gaven en dat meer dan honderd jaar lang. Vooral in Canada worden er miljoenen kilo's sap (ahornstroop) afgetapt. Ons klimaat is helaas ongeschikt voor deze soort. Terug naar een esdoorn in onze wijk n.l. de Acer saccharinum of witte esdoorn waarvan enkele A. saccharinum ‘Aspenifolium’. Hij staat o.a. voor de ingang van "de Boog" en op het talud van de dijk t.o. Huize Thomas. De boom valt vooral op als de wind door de bomen waait en de witte onderkant van het blad zichtbaar wordt. Hij kan echter niet teveel wind hebben want de broze takken breken gauw af maar de wond herstelt snel. Als laatste zijn in 2004 langs de Horvathweg t.h.v. de Buislaan een aantal A.saccharinum ‘Pyramidale’ gepland. Benieuwd naar nog meer esdoorns? Brengt U eens een bezoek aan het Arboretum Trompenburg, een oase van rust, waar buiten de esdoorns nog vele andere soorten bomen, struiken en planten te zien zijn.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (27 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prunus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Prunus of sierkers

     

    De boom van deze maand kennen we allemaal van zijn prachtige bloei die we in de maand april zien. Maar dat er ruim 400 soorten van zijn zal menigeen verbazen. Het is dan ook moeilijk om al deze soorten te herkennen, daarom ook een korte samenvatting van de meest bekende.

    Om te beginnen de zoete kers of kriek (P.avium). Hij komt in geheel Europa voor behalve in het uiterste noorden. Van deze soort komt de bekende "Meikers" die het meeste gegeten wordt. Hij is de oervorm van alle kersenbomen die we in onze boomgaarden aantreffen. Van het hout worden meubels, fineer, parket en pijpen gemaakt.

    Van de zure kers of meikers (P.cerasus) worden de confituren gemaakt. Hij is in Europa ingevoerd vanuit Zuidwest-China.

    De pruim (P. domestica) komt oorspronkelijk uit de Kaukasus en waarvan diverse varianten zijn gekweekt zoals de Reine Claude.

    De perzik (P.persica) wordt al eeuwenlang in het zuiden van Europa gekweekt maar vindt zijn oorsprong in China. De nectarine is een cultivar van de perzik.

    Aan de Pasteursingel staat één Prunus in het gras, het gaat hier om de Amandelboom (P.dulcis), die zijn oorsprong vindt in het westen van Azië maar in het Middellandse zeegebied is hij zoveel aangeplant, voor de amandelen, dat hij daar helemaal is verwilderd. Aan de boom aan de Pasteursingel groeien ook de amandelen maar ik wil iedereen afraden deze vruchten te eten in verband met de aanwezigheid van blauwzuur dat behoorlijk giftig is. Het komt niet alleen in deze, maar in alle prunussoorten voor.

    Als laatste van de fruitbomen wil ik de kerspruim (P.ceracifera) noemen die waarschijnlijk uit de Balkan komt. Het boompje heeft een hoogte tot acht meter. De bekendste cultivar is de "Pissardii" die in de tuinen van de sjah Perzië bij toeval ontstond. Pissard, die hovenier was bij de sjah, kweekte deze soort verder en bracht hem in 1880 naar Frankrijk. Hij heeft een paarskleurig blad vandaar dat hij ook verkocht wordt onder de naam "Atropurpurea" en die o.a. te bewonderen is vanaf het Midscheeps tussen de Suiestraat en de Hekbootstraat. En de perenboom dan, zult U misschien denken, is dat dan geen prunus? Nee, dat is namelijk een Pyrus waarvan de Pyrus calleryana "Redspire" op de boomplantdag in 2002 volop in onze wijk is aangeplant b.v. in de Engelsestraat. Ook de appelboom is geen prunus maar een Malus waarvan er ook veel van in onze wijk staan o.a. langs de Hoekersingel. Zowel de peer als de appel geven geen eetbare vruchten en zijn alleen geplant om de sierwaarde.

    Van de vogelkersen is de P.padus wel de mooiste en ook de meest aangeplante. Hij komt in geheel Europa voor. Ze staan bij ons o.a. in de Zweedsestraat in de buurt van het jeu de boules veld, langs het Midscheeps en aan de Franselaan waar ze in april in bloei staan. De bloem van deze prunus gelijkt in z'n geheel niet op de sierkers. De vogelkers heeft bloemaren van 10 tot 15 centimeter lengte die hangen of staan aan de takken en een heerlijke amandelgeur verspreiden. De bessen, kleiner dan een centimeter, zijn bitter maar worden door de vogels gegeten maar zijn voor de mens ongenietbaar. Hij bereikt een hoogte van 8 meter. Een verwante soort is de Amerikaanse vogelkers (P.serotina) die pas aan het eind van het voorjaar zijn bladeren ontwikkeld. De boom komt oorspronkelijk uit het oosten van Noord-Amerika. De bloemen gelijken op de P.padus maar de vruchten zijn donkerder en alleen te eten door de vogels. Op sommige plaatsen in ons land is hij zo algemeen geworden dat men hem bospest heeft genoemd.

    Van de sierprunussen wil ik eerst de sleedoorn (P.spinosa) noemen die als eerste in bloei staat. Hij is vooral te zien langs onze autowegen en van de bessen wordt sleepruimenbrandewijn gemaakt. Door de sleedoorn te kruizen met de kerspruim ontstonden de Reine Claude en de Victoria pruimen.

    De prunus die wij het beste kennen staan o.a. langs de Barkasstraat (zie foto) en zijn allemaal variëteiten van de Japanse kers P. serrulata die in het wild voorkomen in de bergen van Korea, Noorden centraal China en natuurlijk Japan. Het was de eerste sierkers in Europa en is buiten de bloeitijd te herkennen aan de glanzende paarsbruine stam.

    Bij Huize Thomas staan een paar winterbloeiers namelijk de P.subhirtella "Autumnalis" die bloeit van november tot aan april. Een variëteit van deze prunus, de 'Rosea", bloeit in het voorjaar. De bloemen van beide bomen zijn een stuk kleiner dan de P. serrulata waarvan verscheidene variëteiten zijn gekweekt, ik zal U daarom maar niet vervelen door ze allemaal op te noemen. Ik zou het trouwens ook niet kunnen.

     

    Als laatste wil ik nog twee laurierkersen noemen. Eigelijk horen ze in deze rubriek niet thuis, omdat het struiken zijn, maar om aan te tonen wat een verscheidenheid er aan prunussen zijn wil ik ze toch vermelden. Het zijn groenblijvende prunussen, in tegenstelling tot de voorgaande prunussen, die allemaal hun blad verliezen. Als eerste de Laurierkers (P.laurocerasus). In zijn natuurlijke omgeving groeit hij uit tot een boom van 15 meter maar hier wordt hij niet groter dan een flinke struik. Hij werd al in de 16e eeuw ingevoerd in West-Europa en wordt veel gebruikt voor heggen. De bloemaren verschijnen in april en gelijken op die van de vogelkers.

    Net als alle prunussen bezit ook laurierkers blauwzuur die de vlinderverzamelaar benut. Zij doen de vlinders in een potje waarin gekneusde bladeren zijn gestopt waardoor de vlinders snel sterven en toch nog goed te prepareren zijn.

    De tweede is de Portugese laurierkers (P.lusitanica) die inheems is in Zuid-Frankrijk en het Iberisch schiereiland. Hij was al voor 1648 al bekend in de Engelse tuinen maar is intussen bij ons erg geliefd vooral omdat hij veel bloemen geeft. Hij wordt een meter of zes hoog.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Plataan.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Platanus acerifolia of Plataan.

     

    De boom van deze maand is de Platanus acerifolia of Plataan.

    en is in onze wijk o.a. te vinden op het Witte Dorphof, twee stuks in de Deensestraat, op de hoek van de Finse- en de Russischestraat. Verder staan er vier stuks achter de Schoenerplaats en als U door de Midscheeps loopt zult U daar ook nog enkele tegen komen. Zoals U merkt is het een veel voorkomende boom. Dit komt vooral omdat de plataan goed bestand is tegen luchtvervuiling en verder heel goed te snoeien.

    De plataan op foto staat op de hoek van de Prof.Poelslaan en de Grieksestraat. De boom is eenvoudig te herkennen aan de grote esdoornachtige bladeren en de afschilferende schors waardoor de stam er erg vlekkerig uit ziet.

    Verder hangen twee centimeter grote zaadbolletjes tot ver in de winter nog in de bomen. Ze kunnen een hoogte bereiken van 35 meter.

    Het geslacht Platanus bestaat uit een zestal bladverliezende bomen.

    De plataan in ons land is een natuurlijke bastaard van

    de Amerikaanse plataan (Platanus occidentalis)  en

    de Oosterse plataan (Platanus orientalis).

    Het vermoeden bestaat dat de eerste plataan, zoals wij die nu kennen, kwam van John Tradescant de Jongere die hovenier was bij Karel I.

    In 1670 werden de karakteristieke kenmerken voor het eerst op schrift gezet na studie van de gekweekte platanen in de hortus botanicus van Oxford in Engeland.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (20 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-08-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vleugelnoot.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

    Pterocarya fraxinifolia of Kaukasische vleugelnoot.

     

     

    Zoals zijn naam al doet vermoeden komt deze boom uit de Kaukasus.

    In de 18e eeuw bereikte hij onze streken en is intussen een veel aangeplante boom geworden. De vleugelnoot op de foto staat in het Witte Dorp, verder staat hij langs de Hoekersingel en in de Zweedsestraat achter de Boog.

    De Latijnse naam Pterocarya is afgeleid van pteron (=noot) en karyon (=vleugel).

    De bloemen beginnen in april aan de boom te komen in de vorm van dikke mannelijke katjes, van vijf tot twaalf centimeter lengte, maar vallen na de bevruchting van de vrouwelijke katjes van de boom.

    De vrouwelijke katjes worden soms heel lang. Ik heb aan de Hoekersingel enkele gemeten van zestig centimeter lengte.

    Na de bevruchting vormen zich gevleugelde nootjes die vele maanden aan de boom hangen.

    De nootjes zijn maar klein en zeker niet te eten. De boom heeft een koepelvormige kroon en bereikt een hoogte van 25 meter.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Valse acacia
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

     

    Robinia pseudoacacia of valse acacia.

     

    De van oorsprong Noord-Amerikaanse boom wordt veel aangeplant in straten en parken. Bij ons in de wijk staat hij o.a. in de Doggerstraat. De Robinia op de foto staat op de hoek van de Hoekersingel en de Doggerstraat. Verder zijn, ter vervanging van de Italiaanse populieren, in de Italiaansestraat jonge Robinia's geplant.

    Langs de Prof. Poelslaan, voor no.72 staat een bolacacia "Umbraculifera" die geënt wordt op een stam omdat deze zelf geen stam vormt, hij is verder doornloos en krijgt zelden bloemen.

    Het geslacht Robinia komt van Jean Robin die lijfarts was van koningin Maria de Medici die uit liefhebberij in 1590 een plantentuin had gesticht in Parijs en het Jardin des Plantes noemde.

    Het zaad was hem in 1601 toegezonden uit Noord-Amerika waarmee hij ging kweken. Hijzelf gaf het de naam Acacia robini omdat hij dacht dat het een acacia was. Linnaeus, wiens werk Species plantarum uitgangspunt is van de moderne botanische naamgeving, gaf het de naam Robinia Pseudo-acacia omdat deze zag dat het geen echte acacia was maar een eigen soort. Het is een soort dat heel erg verwildert zodat de variëteit in Europa geheel anders is dan in Amerika. In Roemenië wordt hij veel in de bosbouw gebruikt. Hij zaait erg makkelijk uit terwijl hij veel wortelopslag heeft die, voordat de grasmaaier zijn werk doet, men de wortelscheuten soms wel tien meter van de boom omhoog ziet komen.

    Laat in het voorjaar verschijnen de bladeren die aan de bladvoet voorzien zijn van twee stekels.

    In de voorzomer komen prachtige geurende bloemen aan de bomen die haast niet opvallen doordat de bloemen zich boven in de kruin bevinden.

    Nadat in het najaar de bladeren zijn afgevallen ziet men nog de peulen hangen, vijf tot tien centimeter lang, met daarin de zaden.

    De Robinia bestaat uit een twintigtal soorten waaronder de doornloze "Frisia" die van het voor- tot najaar een gele bladkleur heeft en te vinden is voor de school aan de Spaanseweg..

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Watercipres
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Metasequoia glyptostroboides of watercipres.

     

    Deze boom staat o.a. aan de professor Poelslaan en aan de Hoekersingel. Tot 1941 was de watercipres alleen nog als fossiel bekend.

    Algemeen werd aangenomen dat de soort al zo'n twee miljoen jaar geleden was uitgestorven maar in 1941 troffen botanici in het zuid-westen van China, in de provincie Hupeh, meerdere exemplaren aan.

    Door het Arnold Arboretum uit de Verenigde Staten werd zaad verzameld en in Noord-Amerika en Europa uitgezaaid. Later ontdekte men dat de watercipres heel makkelijk is te stekken.

    De watercipres behoort tot de coniferen en laat in de herfst zijn naalden vallen waarbij zelfs korte scheuten van de takken loslaten.

    Aan de boom, die een hoogte kan bereiken van twintig meter, komen bolvormige kegeltjes van twee centimeter.

    Doordat de boom nog maar kort bekend is weet men nog maar weinig over de eigenschappen van het hout.

     

    Tot dezelfde familie behoort de Californische Sequoia, sequoia sempervirens, die groeit langs de Noord-Amerikaanse kust van de Grote Oceaan. Deze soort bomen zijn de hoogste ter wereld. Zo staat er een boom in de Tall Tree Grove in Californië die een hoogte heeft van 112 meter. Sommige bomen hebben een leeftijd van meer dan 2500 jaar maar de meeste bomen zijn nog geen duizend jaar oud. Die hoge leeftijd komt misschien ook wel omdat deze bomen de bosbranden hebben overleefd doordat de eerste takken nogal hoog aan de boom groeien en de zachte vezelige schors bestand is tegen vuur.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-07-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kastanje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bomen in onze wijk.

    door Dolf Dijk.

     

    Aesculus hippocastanum of paardekastanje.

     

    De boom van deze maand zal iedereen wel herkennen, in het voorjaar wanneer de bomen vol staan met prachtige witte kaarsen en in de herfst als de bruine kastanjes in hun stekelige bolster van de bomen vallen. De paardekastanje werd door een Oostenrijkse diplomaat in de 16e eeuw, vanuit de Balkan, naar West Europa gebracht. De naam paardekastanje komt waarschijnlijk uit Turkije waar boeren dampigheid (een ziekte bij paarden) genazen door ze kastanjes te voeren. De kastanjes zijn niet te eten door de mens in verband met het hoge looizuurgehalte. Schapen en herten vinden het juist een lekkernij.

    De boom kan een hoogte bereiken van 35 meter waarvan het hout onbruikbaar is als timmerhout. Buiten de witte paardekastanje is er ook nog de rode variëteit, de Aesculus x carnea. Dit is een kruising van de witte paardekastanje en de rode Pavia uit Amerika ook wel de red buck-eye genoemd omdat de gladde bolster op de oogbal van een hertenbok lijkt.

    De boom wordt minder hoog dan zijn witte soortgenoot en zijn bolsters zijn zonder stekels. Verder wil ik nog de tamme kastanje noemen de Castanea sativa.

    Ook deze boom is in onze wijk te zien, o.a. aan de Prof. Poelslaan, maar de zomers zijn hier te koud om de vruchten te laten rijpen zodat ze eetbaar zijn. De kastanjes die hier te koop zijn komen meestal uit het zuiden van Frankrijk en Italië. In de armere streken van die landen wordt er een soort pap van gemaakt, pollenta genoemd. Het hout van de tamme kastanje lijkt veel op eikenhout en wordt o.a. gebruikt voor lambriseringen.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (38 Stemmen)
    >> Reageer (1)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Zoeken met Google



    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!