Decaloog van de sereniteit van Paus Johannes XXIII
Niets dan vandaag, zal ik trachten te leven uitsluitend deze dag zonder het probleem van mijn hele leven te willen oplossen.
Niets dan vandaag, zal ik de grootste zorg besteden aan hoffelijkheid en mijn gedrag: ik zal op niemand kritiek leveren noch de pretentie hebben terug op de rechte weg te brengen of discipline bij te brengen bij niemand tenzij bij mezelf.
Niets dan vandaag, ik zal gelukkig zijn in de zekerheid voor het geluk geschapen te zijn, niet alleen in de andere maar ook in deze wereld.
Niets dan vandaag, ik zal mij aanpassen aan de omstandigheden zonder te willen dat zij zich plooien naar mijn wensen.
Niets dan vandaag, ik zal tien minuten wijden aan goede lectuur en me herinneren dat zoals voedsel noodzakelijk is voor het leven van het lichaam, goede lectuur noodzakelijk is voor het leven van de ziel.
Niets dan vandaag, ik zal een goed werk doen en er met niemand over spreken.
Niets dan vandaag, ik zal tenminste één zaak doen die ik niet graag doe en als ik beledigd werd zal ik proberen dat niemand het te weten komt.
Niets dan vandaag, ik zal een gedetailleerd programma opstellen van de dag ik zal het misschien niet volbrengen maar ik zal het opstellen en me hoeden voor twee plagen: haast en onbeslistheid.
Niets dan vandaag, ik zal vast geloven - zelfs als de omstandigheden het tegendeel bewijzen - dat Gods Voorzienigheid zich om mij bekommert alsof op aarde niets anders bestond.
Niets dan vandaag, ik zal niet vrezen en in het bijzonder zal ik geen angst hebben om het schone te waarderen en in goedheid te geloven.
Ik ben in staat het goede te doen gedurende twaalf uren dat kan me niet zo ontmoedigen als de gedachte dat ik het zou moeten doen mijn hele leven lang.
Een plons in het water, golvende kringen, en dan was het water weer stil. Kleine luchtbellen kwamen naar boven. Een zendeling stond aan de oever van de Indische Oceaan en tuurde in de diepte. Eindelijk - daar kwam een donker hoofd boven water en twee lachende ogen keken hem tegemoet. De oude parelvisser schudde het water van zijn nog lenige lichaam. "Wat kun jij duiken, Rambau!" riep zendeling David Morse die hier gekomen was om aan de mensen de blijde boodschap te brengen van redding door Christus Jezus. "Kijk deze maar eens, Sahib" (=leraar) zei Rambau en nam een pareloester van tussen zijn tanden. Hij opende hem - daar lag een glanzende parel op zijn hand. "Wat een mooie!" "Ach", zei Rambau, "hij is goed, maar er zijn betere parels, veel betere. Kijk, hier ziet u een paar foutjes. Weet u, gisteren sprak u met mij over God. Maar ik ben en blijf een Hindoe. Wij moeten erg veel doen om bij God te komen. Zoals deze parel kleine foutjes heeft, zo heb ik veel fouten en zonden. Deze moet ik eerst goed maken en ervoor boeten". "Beste vriend Rambau, God biedt aan elke zondaar, die aan Hem zijn fouten en zonden belijdt, volle vergeving, ieder die met berouw tot Hem komt en de Here Jezus Christus aanvaardt als zijn Verlosser, wordt aangenomen als een kind van God. Begrijp je dat?" "Nee, Sahib, zoals ik u al meer zei: Dit gaat me te gemakkelijk. Misschien ben ik te trots, maar ik wil ervoor werken om een plaats in de hemel te krijgen. Ik ben van plan, voor mijn zonden een pelgrimstocht naar Delhi te maken en zo hoop ik, Gods barmhartigheid te zullen verdienen." "Rambau, misschien kun je die lange reis niet eens volbrengen. Vandaag is het de tijd van Gods genade; morgen kan het al te laat zijn. Bovendien, Gods genade kunnen we niet verdienen, want Hij wil het geven. Gods Zoon, Jezus Christus, heeft geleden op het kruis en alles volbracht wat nodig is voor onze redding. God wenst alleen dat we onze zonden aan Hem vertellen en dan geloven dat Zijn Zoon de schuld betaaid heeft voor zondaars die tot Hem komen. Hij is de enige Redder. Buiten Hem om gaat het niet. Dan ga je onherroepelijk verloren." Maar Rambau schudde het hoofd en ging naar huis. En alles wat Morse, hoe vaak ook, tot de parelvisser zei, hielp niets. Hij wilde Christus niet aanvaarden. Toch werden ze vrienden, de zendeling en de oude visser. Op een dag kwam Rambau bij de prediker op bezoek. Hij had een doosje bij zich en zei: "Sahib Morse, hierin zit één voorwerp. Ik wil u hierover vertellen. Ik had een zoon. Hij was ook een duiker. Hij was de snelste parelvisser aan de Indische kust. Hij had het scherpste oog en de langste adem. Hij kon 30 meter diep duiken. Hij was de vreugde van mijn hart. Altijd droomde hij ervan, nog mooiere parels te vinden. En werkelijk, eens op een dag vond hij wat hij zocht. Maar die schelp was bijna onbereikbaar - zo diep en zo vast tussen de rotsspleten. Hij haalde hem boven, maar... hij was te lang onder water gebleven, zijn hart had te veel geleden. Kort daarna stierf hij." De oude man boog zijn hoofd en een ogenblik ging een korte siddering van diepe smart door zijn lichaam... "... Jarenlang heb ik deze parel bewaard. Maar nu ga ik naar Delhi en kom misschien niet meer levend terug. Nu geef ik hem aan u, mijn beste vriend." Het was één van de grootste parels die hier ooit gevonden waren, er lag een wonderlijke glans overheen. De zendeling bekeek hem aandachtig en stil. Hij was even sprakeloos. "Rambau, wat een parel!" "Ja, deze wonderschone parel is foutloos", antwoordde de Indiër. Nu kwam de zendeling op een gedachte en zei: "Laat me deze wondere parel van je kopen. Ik bied er duizend dollar voor." Stram richtte de man zich rechtop. Ernstig en streng antwoordde hij: "Sahib, deze parel is onbetaalbaar. Geen mens ter wereld heeft genoeg geld om te betalen wat deze parel mij waard is. Ik wil hem niet verkopen, ik wil hem u alleen geven als een geschenk." "Nee, Rambau, hoe graag ik hem ook wil hebben - ik kan hem niet aannemen. Misschien ben ik te trots, maar aannemen vind ik te gemakkelijk. Ik wil ervoor betalen of ervoor werken." "Begrijpt u dan niet, of wilt u het niet begrijpen, Sahib - mijn enige zoon gaf zijn leven om deze parel te verkrijgen. Haar waarde bestaat uit het levensbloed van mijn lieve jongen. Ik kan hem niet verkopen - alleen maar schenken. Neem hem aan als een bewijs van de liefde die ik voor u heb." "Rambau", zei Morse langzaam, "ik gebruikte de woorden, die jij tegenover God gebruikt hebt." De duiker keek de prediker lang en onderzoekend aan en langzaam, langzaamaan begon hij het te begrijpen. "God biedt u het heil aan als een gratis gift, kosteloos. Het is zo groot en onbetaalbaar, dat geen mens op aarde het zou kunnen betalen. Het heeft aan God het levensbloed gekost van Zijn eniggeboren Zoon om de toegang tot de hemel vrij te maken. Door pelgrimsreizen van duizenden kilometers zou je Gods genade niet kunnen verdienen. Maar Hij gaf daarvoor vrijwillig Zijn geliefde Zoon in de vreselijke dood aan het kruis. De liefde van God en Zijn verlossing voor zondaars zoals jij en ik kunnen we alleen maar gelovend en dankend aannemen.'
Het werd licht in het hart van de oude parelvisser. "Nu begrijp ik het", zei hij, keerde zich om en liep peinzend weg. Na een uur kwam hij terug en zei: "Ik wacht niet langer, maar ik wil nu, zoals ik ben, tot God komen. Ik kan niets verdienen, want ik sta bij Hem in de schuld. Als een verloren mens wil ik die onbegrijpelijke liefde van God aannemen en Hem en Zijn Zoon Jezus Christus daarvoor danken." Dit verhaal is waar gebeurd. Wanneer u dit een duidelijke illustratie vindt van het aanbod van Gods liefde, wilt u dan nu ook tot Hem gaan? Wat zal uw antwoord zijn? Een nee of een heilig ja? Het gebeurde toen, het gebeurd ook vandaag nog steeds weer, en nu kan het bij u gebeuren. Dit kan het moment voor u zijn... Het ligt aan uw keuze !
Het is jou wellicht ook al eens overkomen dat je een diepe gelukservaring beleeft. Meestal overkomt je zo'n ervaring onaangekondigd. Het maagdelijk witte sneeuwlandschap in de winter, de geur van rijpe tarwe, de wijdse uitgestrektheid van een lavendelveld of de duizenden zonnebloemen die als het ware de zon kussen. De ervaring geliefd te zijn, de tere blik van de geliefde, de liefdevolle omhelzing, een muziekstuk dat je ontroert. Gelukkig de mens die deze gratuite dingen durft laten doordringen tot in de diepste vezels van zijn lichaam en zijn ziel, die durft voelen dat hij leeft, bemint en bemind wordt. Kijk 's avonds eens naar de sterrenhemel; leg je rustig neer in een zetel en kijk naar buiten; reis van ster naar ster en kijk met je ziel en besef hoe groots dit alles is! En toch is dat niet het meesterwerk van de schepping! Het meesterwerk zijn wij - de mens! En weet je waarom? Wij zijn het enige wezen in de schepping die op basis van 'vrije wil' een relatie kan opbouwen met God. En dat, lieve mensen, is het grote avontuur van ieders leven want of we nu willen of niet, vanaf onze geboorte zijn we op weg naar God. Het grote verlangen naar DE liefde die God is, heeft Hij zelf in ons hart gelegd. En zo gaan we allen op weg, bewust of onbewust, naar hetzelfde doel: Ga je mee??????
Ik ben Maud, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Pua.
Ik ben een vrouw en woon in Eeklo () en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 12/07/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, PC, koken, bridgen, fietsen, wandelen (vooral aan zee), enz... enz....
Ik ben weduwe sinds 2001 en vele vrienden hebben me geholpen om weer van het leven te leren genieten.
Ik reis heel graag en altijd is er wel een of andere vriendin die te vinden is voor een reisje.
Hier was ik op rondrit in Andalusië samen met Martine