Geen paniek of naar slaappillen grijpen als men een paar nachten niet aan slapen toekwam. Een van de volgende nachten gebeurt het toch, dat men zonder problemen naar dromenland afreist. Bij mij werkt dat in ieder geval wel zo. Met die warme nachten is het dikwijls moeilijk om de slaap te vatten, al heeft een koud voetbadje en een natte handdoek in mijn nek, al dikwijls hun nut bewezen. Maar soms lukt dàt zelfs niet en is het staren naar 'niks' als nachtelijke bezigheid. De warmte is weer verdwenen en op deze 13e dag van de maand zal het normaal van temperatuur zijn 'voor deze tijd' van het jaar. Dat gisteren waarschijnlijk niemand boodschappen gedaan heeft, was te merken aan de volkstoeloop, deze morgen in de magazijnen. Ik vond gelukkig nog een kar om de crème glace, mijn middageten en yoghurt in te leggen tot aan de wagen. In de ruime gangen van de Colruyt, was het een laveren tussen de andere karren, luisteren naar de discussies welke wijn en koekjes de beste waren en kinderen die niet content waren met hetgeen mama en papa als lekkernij in hun kar deponeerden. Ik heb toch weeral een paar dagen 'eten' want verse ingrediënten kan je voor geen week gaan inslaan. De krant heeft weer een reeks opgestart, ditmaal over de 'verwenste' dochters van het Belgische koningshuis. De zogenaamde zwarte schapen die een blaam op het blazoen van de Coburgs smeerden. Gisteren ging het over Charlotte (1840-1927), dochter van Leopold I(1790-1865). Over de prinses, ooit Keizerin van Mexico, verscheen vorig jaar het boek "Carlotta, de vrouw die rozen at" van Kristien Dieltens. Vandaag weer een zwart schaap, de dochter van Leopold II (1835-1909), Louise (1858-1924) verguisd, onterfd en in armoede gestorven op een kamertje in Wiesbaden. Nochtans gefêteerd in haar jeugd want de prestigieuze Louizalaan in Brussel, is naar haar genoemd. Maar het belangrijkste vandaag is wel mijn speciale dag: een fijne dag voor de Linkshandigen. Een groep waartoe ik behoor, samen met mijn 3 kinderen. We zijn wel in de minderheid in dit tranendal, maar we worden tenminste niet meer op de vingers geslagen met een meetlat of regel. Ook word de arm niet meer achter de rug gebonden om het 'rechts schrijven te bevorderen en te verplichten. Van dergelijke barbaarsheid was mijn vader niet gediend en ging ieder jaar pleiten bij de leerkracht en directie om dergelijke maateregelen niet te nemen. We waren geen kind van de 'duivel' zoals men in de Middeleeuwen beweerde en dat nog in veel nonnekens hun hoofd zat. Nu zijn er allerlei huishoudelijke hulpmiddelen voor linkshandigen voorhanden, maar met de meeste attributen moet ik nog wat krachttoeren uithalen. Dat was het voor vandaag, ik ga mijn ijsje eten en daarna lezen. Tot morgen
|