In de naam van de Schelp
Fietstocht van Schoten naar Compostela
Inhoud blog
  • Een moment om te koesteren
  • Het laatste woord ...
  • Dinsdag 18 juni – Santiago de Compostela
  • Maandag 17 juni – Portomarin-Compostela
  • Zondag 16 juni – Alto de Poio-Portomarin
    17-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een moment om te koesteren

    Er zijn een film en een powerpoint presentatie beschikbaar

    Contacteer vie 'e-mail-mij'








    Reacties (0)
    07-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het laatste woord ...
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1. Cijfers en nummers

    We hebben 36 ½ dag op de fiets gezeten, in totaal het 2.646 km afgelegd met 30.811 htm, dus gemiddeld 73,5 km per dag met 856 htm

    Van de 36 ½ dag hebben we 15 dagen geen regen gehad, waarvan 7 met zon. Dat betekent 21 ½ dag in de regen, in veel gevallen zelfs heel de dag…

    Op materieel vlak hebben we enkel een stel rempadjes gewisseld. Voor de rest hebben we geen lekke band of iets dergelijks gehad!

    De motorhomes hebben 2.860 km afgelegd

    Compostela door Malvina

    Opmerkelijk hoeveel mensen zicht dit tot doel gesteld hebben, ieder op zijn manier en met zijn beperkingen maar toch vastberaden en volhardend om tot Santiago de Compostela te geraken!

    Compostela door Thierry

    Bedankt aan iedereen die het heeft mogelijk gemaakt om deze tocht te beleven. Een ongelofelijke ervaring die in mijn geheugen gegrift blijft. Veel respect voor de mensen die elk op zich hun doel willen bereiken, maar bovendien veel respect voor Filip die door zijn doorzettingsvermogen en op karakter zijn tocht tot een goed einde heeft gebracht. Aan allen dank…

    Compostela door Eddy

    Ik ben ontzettend blij dat ik het Spaanse gedeelte van deze tocht heb kunnen meemaken, ik ben minstens even blij dat ik het Franse gedeelte heb moeten missen.  Ik vrees dat ik tijdens drie weken regen niet echt een positieve invloed op de groep zou hebben – ik kan nogal een knorpot zijn als het slecht weer is.  En slecht weer, dat hebben ze gehad.  Het maakt mijn waardering voor hun prestatie er alleen maar groter op.  Ik heb een immens respect voor iedereen die deze queeste tot een goed einde brengt.  Of je het nu doet uit sportieve overwegingen, als boetedoening, om tot inkeer te komen of om je nieuwe schoenen uit te testen –  het blijft een hele opgave.  En de foefelaars die na de reis in hun stamkroeg gaan opscheppen over al de blaren op hun voeten, terwijl ze zelf maar al te goed beseffen dat ze staan te liegen en de helft van de afstand hebben afgelegd met de bus of taxi : mogen ze branden in de hel .  Ze bedriegen vooral zichzelf en als zij daarmee kunnen leven, voor mij geen probleem. 

    In totaal zal ik zelf in kleine stukjes (te voet en met de fiets) ongeveer 70 km van de route gevolgd hebben.  Bijlange na niet genoeg om van een bedevaart te kunnen spreken maar toch voldoende om een beetje van de sfeer te kunnen opsnuiven. 

    Zonder echte statistieken bij te houden, zijn de Italianen en Amerikanen voor mij in de meerderheid.  In ons groepje is vooral de vriendschap als winnaar uit de bus gekomen.  Thierry zou er misschien zonder Filip niet aan begonnen zijn.  Filip zou het tijdens de zwaarste dagen wellicht niet zonder de morele steun van Thierry gekund hebben.  De volgers die gedacht hebben om elke avond aan het zwembad te kunnen aperitieven, waren er ook snel aan voor de moeite en hebben vooral wasmachines zien draaien.  Je mag de taak van de vrouwen echt niet onderschatten !

    Adjudant Jef heeft bewezen dat hij zelfs een ongetraind legertje volgelingen een veldslag kan laten winnen.  Hij was de perfecte goeroe.  Nooit moest ik mij zorgen maken over de weg die ik moest volgen en op die manier was het ontspannen rijden.

    Emotionele momenten zijn aan mij zo niet echt besteed en een religieus gevoel zal ik er niet aan overhouden, daarvoor staat de kerk té ver van mijn bed. 

    Ik hoop in ieder geval dat ik de sfeer in de groep niet te veel verpest heb.  Diegenen die in België samen vertrokken zijn, waren al helemaal op elkaar ingespeeld en afgestemd en dan opeens komt daar zo'n mannetje bij dat nooit zwijgt ...

    Compostela door Ria

    Onze reis was een hele uitdaging. Ik, die nog zo goed als nooit met de motorhome gereden had, moest nu ineens, alleen, 2.800 km rijden. Ik ben fantastisch bijgestaan door iedereen, maar vooral door Jef, waarvoor mijn hartelijke dank!

    Enerzijds was het wel een zware reis, vooral door het slechte weer dat we hebben gehad. Er waren bergen was, en modder, en slijk in de motorhome.

    Anderzijds hebben we veel gezien en vooral veel gelachen.

    Onze mannen hebben het toch maar gefietst, die hele afstand in dat natte weer. Ik ben ontzettend trots op hen, je moet het maar doen!

    Aan allen bedankt en dikke proficiat.

    2. Het laatste woord

    Het is potverdomme de hel geweest.

    Was het dit waard? Meer dan!

    Waarom? Ik heb er geen flauw benul van…

    Ik denk voor de fantastische herinneringen, de vriendschap, en vooral de verbondenheid met die duizenden anderen.

    Het slechte weer was met momenten een aanslag op onze gezondheid waar we ons niet altijd even bewust van waren. Het was er gewoon, we moesten er door!

    In zo’n gevallen gaat het doel zich boven het gezond verstand nestelen. In die momenten hadden we geen tijd om voldoende te genieten van hetgeen we aan het doen waren. Anderzijds kan je stellen dat de weersomstandigheden op fysiek en karakterieel vlak meer dan ‘beproevend’ waren en dat het uiteindelijke resultaat best als ‘gezien’ mag worden…

    Betere omstandigheden waren ook voor de begeleiders beter geweest. De eerste weken waren nogal in en rond de motorhome georiënteerd, terwijl we echt prachtige steden en streken passeerden.

    Zou ik het nog eens doen? Zonder de minste twijfel!

    Zou je je anders voorbereiden? Ik denk het niet. De 2.000 km die ik op voorhand op de fiets heb gezeten waren een absoluut minimum, maar ik heb nooit moeten afstappen of wat dan ook. Ergens wordt de rekening gepresenteerd als je een voorbereiding niet echt noodzakelijk vindt. Wij hebben meer fietsers ‘te voet’ voorbijgestoken dan al fietsend en dat zegt in dit geval niet iets over onszelf maar wel over de anderen. Ik denk dat dat de reden is dat de meeste fietsers met wandelschoenen of sportschoenen rijden J

    Toch zou ik bij een eventueel vervolg toch zorgen dat er wat hoogtemeters bijzaten, het gebrek daaraan heb ik in het begin toch gevoeld.

    Zou je dezelfde route volgen? De Sweerman route heeft ons veel gebracht maar ook veel ontzegd! We hebben veel bijkomende lussen gedraaid om enerzijds de rustigere wegen op te zoeken maar dit ging in bijna alle gevallen gepaard met de nodige extra kilometers en hoogtemeters. Anderzijds hebben we door dit te doen de voeling met de andere reizigers wat verloren omdat we meestal ‘alleen’ aan’t rijden waren.

    Het is zo wat een dubbel gevoel. Ja, om de rust, neen, omdat het omweg en eenzaam rijden was…

    3. Tips en Tricks voor aankomende pedaalridders :

    -      Schaf een degelijke fiets aan, een racefiets is niet geschikt!

    -      Onderhoud voor en tijdens is van het grootste belang, zeker bij regen

    -      Kleine reparaties zelf kunnen uitvoeren is een pluspunt, zelf ondervonden

    -      Bespaar niet op fietskledij, neem ook regenbestendige kledij mee

    -      Een gemiddelde afstand van 75 km/dag laat je toe om tijd uit te trekken voor je stempelzoektocht en eventueel bezoek aan bezienswaardigheden

    -      Je moet geen dozijn reservedagen voorzien, soms eist je lichaam er eentje en die kan je dan ook best nemen

    -      Vergeet geen eten en drinken voor onderweg. Niet altijd liggen de cafe’s en bakkers voor het grijpen

    -      Uitgestippelde routes op de GPS zijn eigenlijk onmisbaar, zeker als je lussen wil rijden of door steden wil cruisen

    -      Vanaf de Spaanse grens neemt het aantal wandelaars zienderogen toe. Hoe dichter bij Compostela, hoe meer ze gebruik moeten maken van zand- en grindwegen, soms niet breder dan een single-track voor mountainbikers. Het is dan ook niet leuk voor hen als ze om de paar minuten de graskant in moeten als er een mtb’er aankomt…

    -      Wandelaars worden vroeg uit de Albergues gezet en zijn dus vroeg op pad, de meesten houden het tegen de middag wel voor bekeken.

    -      Wandelaars zien zichzelf als ‘echte’ pelgrims, waarom?

    -      In België en Frankrijk vind je stempels voor je carnet in gemeentehuizen en toerismebureau’s. Je kan deze als POI of waypoint in je GPS zetten. In Spanje komen er de Albergues bij, ook die lijst kan je best in je GPS zetten.

    -      Hou een dagboek of blog bij, door het repetitief karakter van de onderneming vergeet je anders snel alle bijzonderheden

    -      DOE HET




    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 18 juni – Santiago de Compostela
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ik voel mij enerzijds ontladen, maar anderzijds heeft de laatste rit diep in de reserves getast. Ik heb een onrustige nacht achter de rug volgens Ria. Draaien, keren en woelen, adrenaline ten top!

    De zon schijnt wat schuchter, maar volgens de buienradar zal het niet voor lang zijn. In de namiddag zou het al flauwtjes gaan regenen en voor de volgende dagen zit er weinig verandering in het weerpatroon.

    Ver in mijn achterhoofd hangt de laatste rit, gepland voor morgen, naar ‘Finistera’. Ik kan het mijn lijf en leden onmogelijk nog een keer aandoen! In andere omstandigheden zou die 100 km er nog makkelijk bij kunnen, maar wind en regen laten de weegschaal duidelijk overhellen. Voor mij stopt het verhaal hier, in ‘Compostela’. Het zou mooi geweest zijn, maar het is geen absolute ‘must’ om tot de kust te rijden.

    Iedereen hunkert momenteel naar een spriet zon en ik kan het Ria onmogelijk aandoen om nog verder in dat winterweer te ploeteren. Ze heeft zich 6 weken ononderbroken voor mij uitgesloofd en het wordt tijd dat we koude, regen en wind kunnen omruilen voor zon, zwembad en ligstoel!

    De camping staat vol met campers en caravans. De Fransen die ons de laatste week geregeld kruisen staan hier ook met hun caravan. Nog geen stap gewandeld, nog geen pedaalslag gefietst, maar evengoed een carnet vol stempels…

    De voormiddag loopt tegen het einde als ons groepje de bus opstapt richting centrum. Niet dat het allemaal zo ver weg ligt, maar de beenspieren hebben het hard te verduren gekregen. We slenteren wat in de omgeving van het relatief drukke stadscentrum. Zolang de zon schijnt is er een toeloop van toeristen. Hoe anders was het gisteren toch. Toen we op het grote plein voor de kathedraal verschenen was er buiten een bus of wat buitenlanders nauwelijks beweging, en nu!

    De terrasjes en de honderden prulariawinkeltjes puilen uit van het volk. We willen graag de misviering in de kathedraal bijwonen. Niet voor het feit van, wel omdat er soms, met een beetje geluk, een heel groot wierookvat (de Botafumeiro) door de ruimte wordt geslingerd, en dat, zou best wel de moeite zijn.

     

    De Botafumeiro is het grootste wierookvat ter wereld en wordt gebruikt aan het einde van de pelgrimsmis in de Kathedraal van Santiago de Compostela.

    Het vat is 1,60 meter hoog en weegt ca. 80 kg. Het wordt voor de viering gevuld met houtskool en wierook en hangt aan een lang touw. Na de communie wordt de wierook ontstoken en wordt het vat door acht kerkdienaren in beweging gebracht. Daarbij slingert de botafumeiro op spectaculaire wijze van links naar rechts door de ruime dwarsbeuk. Hij bereikt daarmee een hoogte van twintig meter, nauwelijks één meter lager dan het gewelf, en één slingerboog bedraagt vijfenzestig meter.

    De viering met de Botafumeiro vindt plaats op vaste feestdagen (Kerst, Allerheiligen, Maria Hemelvaart en de feestdag van St. Jakobus), bij speciale gelegenheden, en op verzoek na betaling van € 300 (prijspeil 2010). Volgens overlevering dient de Botafumeiro om de lucht in de kathedraal te zuiveren van onreinheden en onwelriekende geuren van de pelgrims, maar in de praktijk geldt het wierookvat als een belangrijke toeristische attractie. Het is voor bezoekers altijd een verrassing of ze de botafumeiro in bedrijf zien, want van tevoren wordt niet bekendgemaakt of de viering al dan niet plaats zal vinden.

     

    We zijn ruim op tijd, de hoofdingang van de kerk is wegens werkzaamheden afgesloten en we worden de trappen van de achteringang opgestuurd. Dat gaat al een pak moeizamer, mijn kuiten weigeren elke inspanning en stribbelen bij elke pas wat tegen! Pelgrims met een afgestempelde carnet hebben voorrang op de zitplaatsen… Dat zal wel ja!

    Het is niet aan ons besteed, ineens heeft iedereen de ‘Camino’ gelopen, ja ,dat zal wel!

    In ieder geval moeten we op onze gepijnigde beentjes recht blijven staan, een dik uur lang, in de onwetendheid of dat vat nu gaat slingeren of niet.

    Op ontelbare plaatsen in de gebedsruimte staan elektronische kaarsjes, geregeld via een uitgebreide betalingsterminal. We hadden beloofd om enkele kaarsjes (lees lichtjes) te laten branden, maar enkele muntstukken en vooral enkele seconden later besloot de terminal al dat onze gift meer dan genoeg elektriciteit had verbruikt en doofde prompt onze ‘bougies’! Afzetters!

    De priester heeft ondertussen een hoop landen afgeroepen, ik vermoed van aangekomen pelgrims. Een non zingt ondertussen onafgebroken Latijnse psalmen. De akoestiek is niet echt denderend en door de geluidsinstallatie hoor ik niet meer dan wat gemompel.

    De kathedraal zit afgeladen vol. Als iedereen zijn zegje gedaan heeft komen er enkele koorknapen van een jaar of vijftig op het toneel…we hebben geluk, het wierookvat wordt in gereedheid gebracht en slingert enkele tellen later tot net onder de nok van de zijbeuk.

    Honderden hoofden volgen ondertussen de geurende damppot, als een stroboscooplamp flitsen honderden fototoestelletjes. Ja, het heeft wel iets!

    Op het grote plein komt af en toe een wandelende of fietsende pelgrim toe, blij dat hij of zij het gehaald heeft, in ken de blik met die fonkelende ogen. Blij dat het gedaan is en tegelijk ook spijt!

    We eten een kleinigheid en slenteren nog wat over de geplaveide binnenstraatjes. Het begint de druppelen. Wat later nemen we de bus terug naar de camping, het zit er op.

    Later die avond gaan we nog met de hele groep eten in het nabijgelegen shoppingcenter. Als apero kraken we de Magnum-Champagne, gekregen van onze motorhomevrienden!

    De wok smaakt maar smaakt ook niet, morgenvroeg valt onze groep uiteen, de groep waar we lief en leed gedurende 6 weken mee hebben gedeeld, de groep zonder dewelke het avontuur helemaal anders zou geweest zijn, de groep die alles in het teken stelde in het uiteindelijke doel, ‘Compostela’ bereiken, bedankt!

    Zonder blikken of blozen wil ik Jef & Christiane, Thierry & Malvina, Eddy, maar vooral mijn liefste vrouwtje Ria bedanken, uit de grond van mijn hart, bedankt




    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 17 juni – Portomarin-Compostela

    We hebben gisterenavond nog reuze gegeten op de camping. Voor 13€ was er een vast menu met soep, varkensribbetjes met frietjes à volonté, een dessert met koffie en rode en witte wijn ook al à volonté en als rasechte Belgen konden we ons buikje nog eens lekker rond eten met FRIETEN…

    Toen we het kleine restaurantje op de camping buitenkwamen restte ons nog een verrassing…rond onze motorhomes stonden een half dozijn paarden rustig te grazen…met de poort wagenwijd open! Dat hadden we ook nog nooit meegemaakt!

    Het slechte nieuws was dat het gisterenavond is beginnen te regenen en dat het de hele nacht door is blijven regenen… Deze ochtend zou je gedacht hebben dat het nog zou opentrekken en tegen beter weten in hebben Thierry en ik voor onze laatste rit eerder luchtige kledij aangetrokken. Dat, hadden we beter niet gedaan…

    Het is dik negen uur als de laatste motorhome met de nodige slipproblemen van de camping rijdt en de fietsers achterlaat. Daar staan we dan, nog droog, 12°C met een frisse bries…

    Van uit ‘Portomarin’ gaat het de eerste 13 km al snedig bergop, de wind zit echt slecht en afhankelijk van de bochten voor het merendeel pal op kop. De gevoelstemperatuur is dermate dat Thierry en ik afwisselend even stoppen om kledij bij aan te trekken. Al snel komen we de eerste fietser tegen, te voet… Er zijn veel wandelaars op de been, ze moeten minstens 100 km afleggen voor hun Compostolaat en je ziet ze echt in bosjes. Ook zijn er ineens veel taxi’s onderweg, toeval??? Bij de ‘Albergues’ is het plots aanschuiven voor een stempel of een kop koffie en je moet echt oppassen om niet de pas te worden afgesneden door een busje, dat op de smalle wegen, zo snel mogelijk z’n vracht moet afzetten of ophalen… Je houdt het niet voor mogelijk maar toch is het zo!

    We zijn amper een uur op de baan of de eerste bui is al een feit. Eerst nog wat zacht gesputter, maar dan in volle hevigheid. Kort, maar krachtig, net genoeg om van kop tot teen doordrenkt te zijn. We passeren de zoveelste ‘Albergue’ in de buurt van ‘Ligonde’. De weg is nauwelijks meer dan enkele geplavijde tegels breed, gescheiden door een aftandse goot in het midden. Kippen lopen los, honden op elk erf, een tractor verspert ons even de weg.

    De tweede bui zit er aan te komen, de derde ook, het zal niet meer ophouden, voor de rest van de dag. We trekken alles van kleren aan wat we nog kunnen vinden in onze magere bagage. Het lijkt nog kouder te worden, ijzig zelfs, er verschijnt warme damp uit onze monden als we uitademen. De ene steile heuvel is net achter de rug als de volgende zich al aanbiedt.

    Dit wordt zonder twijfel ‘de zwaarste rit’ en we moeten nog meer dan 50 km! De N547 is niet bepaald de lekkerste weg om op te fietsen maar wel de kortste. Het Sweerman alternatief biedt twee lussen maar met een surplus van 20km, neen, dank u. We kiezen resoluut voor de korte pijn, en pijn zal het doen.

    In ‘Boente’, recht tegenover de kapel vinden we een kleine herberg waar we in alle rust onze boterhammen kunnen opeten. Even buiten die vervelende wind, even opwarmen zonder regen. We kijken elkaar aan, veel komt er niet uit, het is nog ver.

    Daarbuiten in de wrede wereld gaat het er hels aan toe. Het wolkendek hangt laag, veel te laag zodat het zicht nauwelijks meer is dan enkele voetbalvelden lang. Het is grijs, novemberweer, herfst, zelfs winter als je de temperaturen in acht neemt. De wind giert in elke spleet, speelt met elk loshangend blad, maakt dat het nog kouder aanvoelt. Dit is niet leuk meer!

    Ik zie amper nog iets door de zonnebril die voor de verandering nog maar eens tegen de regen beschermt. Thierry rijdt nu constant enkele meter voor mij uit, het is gevaarlijk rijden, in de afdalingen ligt het tarmac er drijfnat bij en de wind maakt het er niet makkelijker op.

    Nog 40 km, er is nog geen beterschap op komst. Ik tel elke kilometer af, pruttel wat onverstaanbare woorden als Thierry naast mij komt rijden… ‘Klote hé jong’, ‘nog nooit eerder meegemaakt’, ‘en da wil al wa zegge!’

    We rijgen de kilometers en hoogtemeters aan elkaar, langzaam, maar zeker. Er is geen millimeter op mijn hele lijf nog droog, Thierry vloekt hard, ‘klote land’! In al mijn miserie begin ik plots te lachen, ‘klote land’!

    Mijn automatische piloot staat aan, blik op oneindig, verstand op nul, enkel fietsen, ik zie niet verder dan twee strepen op het asfalt. Mijn ogen staan gefixeerd op de GPS, meter na meter. Nog een bergop, weeral veel te steil, een korte bergaf, het spatwater kletst overal heen, neen, we zijn nog niet nat genoeg, neen…

    30 km. Thierry houdt de moed er in. Ik denk niet, ik fiets: ‘we zijn er bijna, volhouden’.

    ‘Voor die laatste kilometers gaat ge me niet op de knieën zene, dan gaat ge wat anders moeten verzinnen’ klinkt het veel te luid.

    Het regent nog harder, op mijn fietsbroek ontstaan blaasjes, ik moet zelfs even lachen, groen.

    20 km. We stoppen aan de kant van de weg onder een klein overhangetje. ‘Reservekledij’, ik denk er aan, als straks de vrouwen naar de kathedraal van ‘Compostela’ gaan moeten ze verse, warme kleren meebrengen, anders zijn we op enkele minuten doorkoud en onderkoelt! Thierry belt Malvina op.

    Ik ben nog een wrak. De regen zwakt wat af, althans dat denk ik. Nog 10 km, een dikke bult, misschien de laatste, zeker weten van niet…

    Het is al lang geleden dat we nog een fietser of wandelaar gezien hebben, de taxibedrijven doen gouden zaken, zeker weten van wel…

    We worden afgeleid van de weg, het gaat rond het vliegveld van Santiago, amper een minuutje later scheert een passagiersvliegtuig op enkele meter boven onze hoofden, Thierry lag van het verschieten bijna in de gracht…’klote land’, roept hij nog, alsof de piloot het wat kan schelen…

    De weg ligt verschrikkelijk slecht, het tarmac kapot gebarsten van de warmte, weeral steil bergop, nu zal het toch wel de laatste zijn!

    Er komt geen eind aan, bij de minste afdaling moeten we het stuur stevig vasthouden om niet onderuit te gaan, ik heb hoofdpijn van de wind, van de regen, van alles.

    We zien het bordje ‘Santiago’ staan, dit moet op de foto, ‘klote land’

    Ah ja, dat mankeerde nog, een kasseistrook, van een kilometertje, fietsers naar rechts, helaba, de kathedraal ligt wel links hé, ‘klote land’

    We draaien een grote cirkel rond de kerk en besluiten dan maar tegen de richting in te rijden, op het voetpad.

    Smalle straten, verdomd gladde kasseien en nog gladdere putdeksels. Komaan manne, een trap, in twee delen, ik zie de torens van de kathedraal, heel dicht nu, we zijn er, draaien het megagrote plein op.

    Ria en Malvina staan ons op te wachten en vliegen ons letterlijk om de hals. Er komt een pakje emotie los, Thierry en ik omarmen elkaar, ‘dat hebben we maar weeral gedaan, dit vergeet je nooit meer, tot het einde der dagen, zelfs veel langer…’

    Jef, Christiane en Eddy stormen toe en feliciteren ons. Eerst gaan we voor het Compostolaat en dan voor een koffie en dan…..bergop naar de camping en uren onder de hete douche…


















    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 16 juni – Alto de Poio-Portomarin

    We zijn zelden met zo’n mooi uitzicht wakker geworden.

    Je zou nochtans zeggen dat de LU633 een verlaten reisweg is die bijna alleen door fietsende en wandelende Caminogangers genomen wordt maar we hebben aan de lijve ondervonden dat dit gegeven zeker niet waar is. De hele nacht door passeerde er geregeld een auto die zijn aanwezi gheid te kennen gaf door wat harde muziek op te zetten of te claxonneren hetgeen onze nachtrust zeker niet ten goede kwam, waar we blijven erbij, de locatie was meer dan de moeite.

    Tot gisterenavond laat zijn er fietsers en wandelaars onze parking voorbijgekomen. Om 21.50u volgens ons de laatste fietser, een vader en dochter verbonden met een koord, om die enkele meters tot de ‘Alto de Poio’ nog te overbruggen.

    De zon schijnt, maar voor hoe lang nog? In de verte stapelen de wolken zich al op!

    We vertrekken redelijk vroeg en na de enkele meters bergop gaat het bijna in één ruk bergaf tot ‘Tricastela’ zo’n 20 km verderop. De afdaling gaat langs een brede, goed aangelegde asfaltweg en we zoeven de dieperik in. In het dal is een kleine Albergue en we laten onze carnet afstempelen.

    De weg gaat stilaan op en af en het is fijn rijden. Hoeveel fietsers we gisteren ook zagen, ze lijken één voor één hun zondagsrust te nemen, we zien er amper 7 waarvan 2 op de fiets…

    In ‘Samos’ stoppen we bij het grootste en tevens één van de oudste Spaanse kloosters. De motorhomes, die ons ondertussen gepasseerd waren, zijn hier ook gestopt en iedereen heeft het klooster bezocht en was danig onder de indruk. Vooral de muurschilderingen in de gangen waren nogal overweldigend!

    Thierry en ik stoppen even bij de pater, die een winkeltje draaiende houdt. De goedlachse man moest met ons persé op de foto, in ruil voor een joekel van een stempel.

    Tot ‘Sarria’ is het redelijk mooi cruisen. Af en toe een bultje maar voor de rest kunnen we wat rondzien en nagenieten van het uitlopende bergmassief. ‘Sarria’ is een wat rare stad, de hoofdstraat is nogal smalletjes in vergelijking tot de hoogte van de gebouwen en geeft een wat claustrofobisch gevoel. Het ziet er zeker niet gezellig uit en ondanks de vele bars en café’s oogt er geen enkel echt uitnodigend om onze boterhammekes op te eten.

    De zon is volledig verdwenen achter een massieve grijze wolkenmassa. Het regent niet maar lang zal het niet meer duren. Het is nog 21 km tot onze volgende slaapplaats in ‘Portomarin’ en als we al droog willen aankomen is het misschien nog niet zo’n slecht idee om verder te rijden. Buiten ‘Sarria’ draaien we linksom en meteen wacht ons een serieuze klim. Af en toe zit er wel een stukje vals plat tussen maar we moeten toch 13 km recht op de trappers. Het is puffen en blazen en zonder onze ‘middagpauze’ gaat het een stuk moeizamer.

    Piradela’, we zijn boven. Tot ‘Portomarin’ is het nog een kilometer of 9, recht naar de ‘Rio Mino’. Ondanks het feit dat het vandaag een redelijk vlakke rit was met een serieuze afdaling in het begin sprokkelen we toch weer meer dan 750 htm bij elkaar.

    Rond 13.30u zijn we al op de camping en kunnen we nog wat rust inbouwen voor de ‘laatste’ rit van morgen die toch nog 100 km bedraagt; ‘Santiago de Compostela’, ons einddoel!

    In de namiddag druppelt het af en toe wat flauwtjes, voor de volgende dagen wordt regen voorspeld… We zullen aankomen zoals we vertrokken zijn… met regen…
















    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 15 juni – Molinaseca – Alto de Poio

    Spaans weer, geen wolkje aan de hemel, haast geen zuchtje wind, het kan nauwelijks beter. Een bult of drie en 10 km verder staan we al in ‘Ponferrada’, echt een mooie, propere stad, doormidden gesneden door de ‘Rio Sil’. Nauwelijks in de stad rijden we al langs één van de laatst bezette Tempeliersburchten. Het is echt een pareltje en een bezoek meer dan waard. Nieuwbouwvertrekken in moderne materialen zijn keurig aan de originele muren bevestigd en het ziet er piekfijn retro uit, hoewel ik me wel kan inbeelden dat niet iedereen dit idee zal gedeeld hebben. De burcht maakt nog steeds indruk op de bezoeker door zijn toegangsbrug en hoge gekartelde kanteeltorens.  ‘Ponferrada’ is druk op een zaterdagmorgen. Het is markt en iedereen lijkt op de been. De industriestad oogt weinig Spaans, er hangt zelfs een voorstad aan. Het is nog een twintigtal kilometer tot ‘Villafranca del Bierzo’. De grote verbindingsweg golft nu onophoudelijk. Tweewielers moeten minimum 300 km afleggen voor een geldig Compostolaat, een afstand die we eergisteren ergens overschreden hebben en het valt dan ook op dat het aantal fietsers echt exponentieel is toegenomen. Je zou enige fris- en fitheid verwachten van de nieuwelingen maar dat is wat ver gezocht. Het gebrek aan ritme en tempo valt duidelijk op en bij de eerste knik stappen een groot aantal al af en zetten de weg verder met de fiets aan de hand.

    Villafranca’ is nog zo’n mooie stad. De toegangsweg loopt langs een 16e eeuwse burcht met versterkte hoektorens, er is net een bus toeristen losgelaten. Het gaat nu bergaf tot op de ‘Plaza Mayor’ waar een indrukwekkend barokke gebouw staat met imposante voorgevel; een jezuïetenklooster. Er zijn vele terrasjes en zoals zovelen stoppen we en genieten van het uitzicht en vooral van een koffie met een broodje…

    ‘Vanaf nu gaat het alleen maar bergop’ denk ik hardop, ‘meer dan 40 km’…

    Het weer zit mee, het is nog niet ‘te’ warm en de wind speelt nog niet echt een grote rol, maar wat niet is kan nog komen. We volgen de oude weg door de beboste en smalle kloof van de ‘Rio Valcarce’. De relatief nieuwe autostrade A6 loopt in dezelfde kloof en we kruisen ze meermaals onder en boven. Er liggen wat kleinere dorpjes nog verder in de diepte van het dal, maar wij blijven zo hoog mogelijk. Het stijgingspercentage valt wel mee tot net voor ‘Trabadelo’, de wind raast met momenten langs onze oren. Na ‘Las Lamas’ gaat het weer wat vlakker. We zitten nu op 1.000 htm, nog 400 te gaan.

    In ‘Pedrafita’ slagen we links af, nu komt het ergste nog, een viertal kilometer en nog meer dan 200 htm te gaan. De weg kromt rond een heuvel. Nu we uit de kloof zijn zien we pas in welk fantastisch landschap we zijn terecht gekomen. Groene, frisse, afgebakende weiden, afgewisseld met plukken bos. Overal hoor je koeien met bellen.

    Het is duwen nu. De meeste fietsers die we zien, staan stil of lopen naast hun tweewieler. Thierry voelt zich nog super, ik moet de kadans iets laten zakken, nog 3 km. Er volgt weer een steiler stuk en een stuk in dalende lijn. Ik blijf doorbijten en probeer wat te recupereren in die enkele meters bergaf. Nog 2 km, in de verte zie ik de stopplaats, of toch tenminste de plek waar we afgesproken hebben met Ria, Malvina en Eddy, die ons weer een stuk tegemoet zijn gereden. Er staat nog een trosje Fransen langs de weg, ik weiger even af te stappen. Nog 1km, Thierry wacht me op, het eerste huis, we zijn er, het dorp ‘Cebreiro’. Niet meer dan een huis of twintig maar met een kerkje uit de 10e eeuw. Het dorp is één van de oudste toevluchtsoorden voor pelgrims en bestond waarschijnlijk al in de 9e eeuw. We zijn nu in ‘Galicia’. Het Keltische karakter weerspiegelt zich meteen in de prularia die te koop zijn in de verschillende winkeltjes. De bevolking gebruikt nog een ‘eigen’ officiële taal, verschillend van het Spaans. We drinken iets op het terras naast de kerk. Er lopen wat lui in middeleeuwse klederdracht, morgen wordt er een film opgenomen. We zijn nog niet helemaal thuis. Onze motorhomes staan op een parking op de top van de ‘Alto de Poio’ en het is best nog wat dalen en klimmen voor we uiteindelijk de achterkant van de 4 wagens zien, eindelijk.

    Qua vermoeidheidsgraad bengelt deze rit zeker in de top 5. De laatste kilometers zijn de lastigste, ook al door de wind die op de hoogvlaktes fameus kan waaien.

    Het zal haast 20u geweest zijn als ons een vrouw op een fiets voorbij kwam. We hadden haar eerder in ‘Villafranca’ gezien, zo’n 7u geleden, châpeau…

    We zitten nog buiten aan de motorhomes tot een uur of 9. We hebben een schitterend zicht op berg en dal en zitten letterlijk op de eerste rij. Niet zo ver onder ons lopen een dozijn of wat koeien, allemaal met een bel…


















    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 14 juni – Hospital de Orbigo – Molinaseca

    Dit wordt een prachtige dag, zeker weten. Het weer is alvast van de partij. Om 10u starten we via de N120, niet meteen de rustigste route, maar zeker de kortste. het gaat al vlug wat op en neer maar met dit landschap stoort het absoluut niet. Na een kleine 20 km zijn we in ‘Astorga’ en het moet gezegd, de centrum is echt uit de duizend. Het meest in het oog springende gebouw is het voormalige bisschoppelijk paleis van Antoni Gaudi. Net ernaast staat de prachtige Santa Maria kathedraal waarin verschillende bouwstijlen werden gecombineerd. Naast de immense kerk staat een Romeinse poort en getralied venster met het opschrift: ‘Gedenk mijn toestand, gisteren ik, vandaag gij’…

    Recht tegenover heeft de toeristisch dienst haar zetel en da’s makkelijk meegenomen voor een stempel. Het centrum is meer dan proper en verzorgd. Na ‘Astorga’ gaat het meteen omhoog richting ‘Montes de Leon’ met op de top het befaamde ‘Cruz de Ferro’ op 1500 meter hoogte.

    Castrillo de los Polvazares’, een tiental kilometer westelijk van ‘Astorga’ is een typisch dorp uit de ‘Maragateria’ streek. Smalle natuurstenen straten en woningen met ver overhangende houten balkons zijn nogal frappante eigenschappen. Minder bekend zijn de uitbundige bruiloften…De natuur is prachtig en misschien wel het mooist van wat we tot hiertoe gezien hebben. Korte struiken met gele geurige bloemen. In de verte een veld met lavendelkleurig gewas. We hebben ogen tekort. De klim is zeker in het begin niet te steil en enkel de laatste 5 à 6km gaat het echt flink omhoog, maar we zijn meer gewoon. Het is en blijft fantastisch en conditioneel kunnen we al een stootje verdragen.

    De wind komt pal uit het Noorden. Als we met momenten die kant opgaan is het even bijtrappen, maar echt overdreven is het nooit. Om de paar kilometer is er wel een dorpje met een ‘Albergue’. Bij wijze van welkome afwisseling rijden we dan door de hoofdstraat en laten enkele malen onze carnet afstempelen. Op de terrasjes voor de pelgrimhuizen zit altijd wel wat volk, afgepijgerd en op adem te komen. De Camino leeft!

    We rijden door ‘El Ganso’, een straatdorp met geplavijde slecht berijdbare tegels. Bovendien gaat het steil omhoog en dient er nogal drastisch bijgeschakeld te worden.

    We komen honderden wandelaars tegen, gepakt en gezakt. De enkele fietsers rijden stapvoets of gaan te voet naast hun tweewieler. We kijken wat verwonderd naar elkaar. In het spookdorp ‘Foncebadon’ stoppen we bij één van de twee ‘Albergue’s’ en eten onze sandwiches op, geen koffie, maar een dikke Cola. Thierry rijdt wat sneller door. Malvina heeft een sms gestuurd en ze is, samen met Eddy, op weg naar de top maar dan langs de andere zijde. Thierry besluit om ze tegen te rijden. We spreken af op de top van de ‘Cruz de Ferro’. Een kwartiertje later kom ik aan op de top. Op een gigantische steenheuvel staat een sobere houten paal met een ijzeren kruis. De geschiedenis wil dat pelgrims hier een deel van hun symbolische last aflegden. De modernere pelgrim houdt het gebruik in ere door van thuis meegebrachte voorwerpen hier achter te laten. Er heerst een soort beklemmende stilte als ik naast de heuvel rij. Enkel de wind zoeft langs het tarmac. Naast de kapel houden wandelaars hun siësta, er zijn wat tafeltjes en banken voorzien.

    Het is best wat emotioneel nu we al zo ver zijn gekomen om ook onze ‘steen’ achter te laten. Ik sudder wat in de zon, genietend van het moment…

    Een half uurtje later komen Malvina, Eddy en Thierry langs de andere zijde bij de ‘Cruz’ aan. Iedereen heeft er zijn moment van bezinning, iedereen op zijn manier.

    De afdaling naar ‘Molinaseca’ is spectaculair te noemen. We stoppen nog in ‘Manjarin’ en ‘Acebo’ om iets te drinken en houden nog veel meer halt om te genieten van het uitzicht. Ver uit de mooiste beklimming en afdaling tijdens deze tocht en misschien wel sinds…

    In de verte zien we ‘Ponferrada’, maar houden onze ogen constant op de weg. De afdaling is 17 km en vrij snel. We komen dichter en dichter bij de camperplaats. ‘Molinaseca’ ligt aan een stenen boogbrug. De ‘San Nicolaskerk’ staat op een hoogte en beheerst het uitzicht in het centrum. De aankomst is later dan gepland, genieten kost tijd en we hebben het er echt van genomen. In de motorhomes is het ondertussen koken geblazen, er is weinig schaduw, een ideaal moment om een kleinigheidje in het dorp te eten. Morgen nog een bergetappe, de ‘Cebreiro’ staat op het programma, straffe kost, we zien wel…




















    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 13 juni – Leon – Hospital de Orbigo

    Mooie liedjes duren niet lang, in ons geval mooi weer. Na één dag zit het er alweer op. De camping die gelegen is in een pijnboombos op de heuvels rond ‘Leon’ is in een grijze, sombere sfeer gehuld. Het leven komt langzaam op gang. Bij de vier motorhomes is het routinewerk al volop aan de gang. Gezien de korte rit kunnen we wat later vertrekken.

    Vanuit de camping vertrekt een steil stukje D-weg, weeral gevolgd door de snelle afdaling van de N601, dezelfde weg die we gisteren al namen richting centrum van ‘Leon’. Nu echter blijven we op de zuiderring richting ‘Astorga’. Het is druk en op de vele ronde punten is het echt uitkijken. Tot ‘Villar de Mazarife’ is het landschap nogal gewoontjes. Niet dat we verwaand willen overkomen, maar de eindeloze graanvlaktes met hier en daar een plukje bos, hebben we nu wel gezien! Er zijn geen wandelaars in de buurt, het is dus weer een Sweerman-ommetje wat betekent rustig maar wat verder en vooral wat meer hoogtemeters.

    Ach, het is goed fietsweer houden we onszelf voor. Niet te koud en met 17°C ook niet te warm, maar toch geeft het landschap een desolatere indruk dan wanneer de zon zou schijnen.

    Rechts in de verte hangen donkergrijze wolken, gekabbeld met zwarte vegen die naar beneden lijken te vallen, regen dus…

    In ‘Villar de Mazarife’ halen we in de Albergue een stempel en nemen enkele foto’s van de lelijkste kerk die ik ooit heb gezien. Toegegeven, er moet een lelijkste kerk zijn en die hebben we dus gezien!

    Vanaf het dorpscentrum kruisen onze wegen terug met die van de wandelaars. Het tarmac loopt wat flauwtjes op. Je kan het einde van de weg niet zien, kilometers en kilometers kaarsrecht voor ons uit. Voor de stappers is zoiets nefast voor de ‘moral’.

    We houden er een proper gemiddelde op na, temeer daar een steeds donker wordend plafond ons iets meer gas laat geven! We moeten een kilometer of 5 naar het noorden. De wind waar we nog niet al te veel last van hadden, kletst nu regelrecht in het gezic ht. Van de ene moment op de andere wordt het weer beuken in de richting van de regen, hopelijk houden we’t droog.

    De laatste 7 km tot ‘Hospital de Orbigo’ hebben we de wind weer schuins achter. Het wordt weer een ritje tegen de tijd, regen krijgen we toch, alleen de hoeveelheid proberen we te beperken. Er valt licht gedruppel naar beneden als we over de beroemde brug over de ‘Rio Orbigo’ rijden. Deze Romeinse brug is vrij uniek door zijn lengte en onregelmatige vorm. Elk jaar, rond de 25e juli, is er een groot ridder- en steektornooi in de rivierbedding.

    De camping ligt net uit het centrum. We zijn ruim op tijd want de motorhomes zijn nog niet aangekomen.

    Morgen wordt het andere deeg. Na ‘Astorga’ gaat het dapper omhoog tot een hoogte van 1500 m, waar een ijzeren kruis oftewel ‘Cruz de Ferro’ één van de bergen siert, maar daarover later meer!

    Rond 15u zijn de meeste wolken verdwenen. We kunnen nog wat nagenieten en een wandelingetje maken. Voor vanavond staat er een reuze spaghetti op het menu van meesterkok ‘Eddy’, jullie weten niet wat jullie missen…














    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 12 juni – Sahagun – Leon

    Het dorpsfeest heeft tot de vroege uurtjes geduurd. Klokslag middernacht was er vuurwerk en om 01.30u begon de muziek op het ‘plaza major’. Toen ik me om 05.30u nog eens omdraaide hoorde ik in de verte nog altijd wat bas, niet echt storend maar het was er wel.

    Deze ochtend zag de hemel er uit zoals ik er al een tijdje van droomde, wolkeloos. Voor de relatief korte rit namen we niet veel extra mee, het zou wel lukken zonder al dat gewicht. Vanuit ‘Sahagun’ volgen we terug de pelgrimsroute. Na de inspannende namiddag van gisteren gaat het vandaag wat rustiger. Waarom zouden we ons ook haasten. Na aankomst op de camping in ‘Leon’ gaan Malvina, Ria en Eddy terug op pad en die zouden wel voor enige uurtjes zoet zijn…

    We houden er dus een rustig tempo op na. Links van de weg loopt een grindpad voor de wandelaars. Om de paar meter is een jonge plataan aangeplant. Veel schaduw geven ze nog niet maar alleszins beter dan de honderden paaltjes die helemaal tot niets dienen.

    Het 900m hoge plateau is zo plat als een biljart, rechts in de verte zien we de witte toppen van de ‘Picos’. We genieten van het uitzicht, echt prachtig. Elk dorpje dat we kruisen rijden we even in. Broeiende, dromerige dorpjes, levend van de ‘Camino’. Bij sommigen ligt de hoofdstraat nog in grind. Bij anderen zijn de huizen opgetrokken in ‘adobe-bouw’, een soort leem dat jaarlijks dient aangevuld of vernieuwd.

    In ‘El Burgo’ zien we terug de Fransen van gisteren, ze zullen weer hun 15 km wandelen tot ‘Mansilla de las Mulas’.

    Wij stoppen er ook en na de stempelzoektocht houden we onze middagpauze in het pelgrimscentrum. Het is een constant komen en gaan van mannen en vrouwen, soms zwaar beladen met rug- of fietszakken, soms mankend, zelden lachend. Voor het grootste deel zit de dagetappe er op, nog voor de grote hitte losbarst! Met de fiets heb je altijd wat wind, een zaligheid of een vloek!

    Tot ‘Leon’ kan het via de rustige, langere wegen maar Thierry en ik besluiten om maar meteen voor de korte pijn te kiezen op de N601, temeer daar we een sms’je ontvingen van Malvina met de boodschap om af te spreken aan de kathedraal. Nu stond ‘Leon’ eigenlijk voor morgenvroeg op de planning maar dat kunnen we onze vrouwtjes niet aandoen! De laatste kilometers gaat het flink omhoog, en daarna met een hellevaart naar beneden op een eivolle viervaksbaan! Het is en blijft wennen, net of je op de autostrade met je tweewieler paradeert. In ieder geval bollen we zonder problemen de binnenstad in, maar dan, de kathedraal! We vragen enkele Spanjaarden de weg, maar met het onverstaanbaar gebrabbel worden we geen sikkepit wijzer. Goed, wij zijn de toeristen en wij moeten ons aanpassen, maar het valt toch op dat er buiten Spaans enkele Spaans wordt gesproken!

    We komen er wel, het duurt alleen wat langer. Na een kwartiertje zalig cruisen door het meer dan aantrekkelijke centrum komen we aan bij de kathedraal. Ria en M alvina zitten ons al op te wachten, Eddy is wat caches gaan zoeken!

    Een biertje en een dure ijscrème later rijden wij al naar de camping, de anderen komen nog later te voet terug. Voor ons is het nog een kleine 6 km, en de Garmin heeft een pittig bosweggetje gevonden dat nogal dicht aanleunt tegen een mountainbikeroute, en met mountain bedoel ik wel degelijk mountain!

    Na het dagelijkse onderhoud aan de fietsen komen de vrouwtjes en Eddy aangestrompeld. De zin om nu nog te beginnen kokerellen is ver weg, dus besluiten we om met z’n allen maar in de campingtaverne iets te eten. Dat hadden we beter niet gedaan. Als voorgerecht hadden we lasagne maar die trok eerder op een veel te lang gebakken ‘croque’. Mijn makreel kwam regelrecht uit het doosje om nog maar te zwijgen over de frieten en de kip die anderen geserveerd kregen.

    Morgen de laatste kalme rit, daarna wordt het weer afzien, dus nog even profiteren. Onze laatste week is ingegaan…




















    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 11 juni – Castrojeriz - Sahagun

    Hoe veelbelovend de nieuwsspreker gisterenavond het weerbericht ook bracht, zwaaiend met hogedrukgebieden en temperaturen boven de 30°C, hoe achterdochtiger we geworden zijn, en terecht…

    Het is overwegend grijs als we rond 8u de deur van de motorhome open zwaaien, ‘ze hebbe ons weer goe liggen’ roept Thierry… ‘Wat had je verwacht’ antwoord ik terug!

    Het is 14°C en op zich al een hele verademing tegenover de temperatuur die we al gehad hebben maar toch. De ‘Tierra de Campos’, bekend voor broeierige temperaturen en razende winden, laat zich alvast niet kennen door de eerste eigenschap. Eén na één verlaten de campinggasten hun slaapstek, wij volgen!

    We rijden naast de heuveltop die ‘Castrojeriz’ zo bekend maakt. Het stadje ligt als een sikkel rond de oude Tempeliersburcht. Tot ‘Castrillo’, zo’n 5 km verderop krijgen we even tijd om in te rijden, maar dan barst het Westenwindgeweld in alle hevigheid los. Tot ‘Fromista’ rijden we met wat verbeelding door een polderlandschap, met dat verschil dat we op een hoogte van 800 meter rijden. We stoppen even bij de Middeleeuwse boogbrug over de ‘Rio Pisuerga’. Er staat een 12e eeuwse kapel die eerder dienst deed als pelgrimshospitaal en tegenwoordig is omgetoverd tot ‘Albergue’. Het doet je altijd wel iets als je stilstaat bij de gedachte dat honderdduizenden mensen deze brug met hetzelfde doel maar onder andere omstandigheden hebben overgestoken. Achter ons stopt een Franse camionette en een klein busje. Er stappen een handvol wandelaars uit…’14 km tot Fromista’ hoor ik de patron zeggen…en dan zit hun dag er weer op, de rest zal met’ het buske gebeuren’ denken we! Het opperhoofd kijkt nogal laagdunkend op ons neer, steekt de neus in de lucht, plant zijn wandelstokken in de grond en zet er de kadans in…enkel de ‘Marseillaise’ ontbreekt…

    In de verte zien we ‘echte’ lopen, da’s andere koek. Wij volgen het asfalt. Het is mooi rijden door de oneindigheid van graan en gras. Immense vlakken, zonder afbakening, gaan vloeiend over de altijd aanwezige glooiingen. Toch is het best duwen tegen de venijnige wind. Stilaan priemt de zuiderzon door het wolkendek en scheurt de grijzigheid open, blauwe puzzelstukken achterlatend.

    Net voor ‘Fromista’ kruisen we de ‘Canal de Castillo’. De hoge, enigszins gebogen sluizen liggen trapsgewijs boven elkaar. Op 200 km wordt een hoogte van 150m overbrugt door middel van 49 sluizen. Met de bouw werd in de 18e eeuw begonnen maar eigenlijk is het nooit afgeraakt, zoals zo dikwijls. Nu is het cultureel erfgoed.

    Fromista’ is best aantrekkelijk. Pelgrims komen en gaan. Er zijn al wandelaars die het al voor bekeken houden voor vandaag, het is amper 11u. We halen onze stempel bij de ‘San-Martin kerk’, houden even een babbel met Eddy die we eigenlijk wat ‘op het lijf lopen’ en zetten kort daarna onze weg verder.

    Het is nog te vroeg voor de siësta, we willen nog doorrijden tot ‘Carrion de los Condos’ een 20 km verderop. Het tarmac strekt zich als een afgerolde lintmeter door het landschap uit. De weg ligt wat lager dan de omliggende velden wat het op zich minder aangenaam maakt om te fietsen. De wind staat pal op kop, gekanaliseerd door het talud, maar de zon maakt zo veel goed. Tientallen pelgrims stappen hun ‘Camino’ op het speciaal aangelegde grindpad, bekostigd door Europa. Elke twintig meter staat er een paaltje met een schelp. Een boompje of bankje ware beter geweest…denken we dan maar!

    In ‘Carrion de los Condos’ worden we opgewacht door een wuivende Eddy. Hij was ons met de motorhome al voorgereden en had al een terrasje gevonden voor de sandwiches, maar eerst nog maar eens stempeltijd in een verstoken Albergue. Twee nonnen zijn er bezig met een verhuis! Het is ondertussen best ‘heet’ geworden als we ons neerpladijzen langs één van de hoofdstraten. Pelgrims zijn ‘Big Business’. Elk jaar wandelen of fietsen er zo’n 250.000 tot ‘Compostela’. 250.000 die moeten eten, drinken en slapen. Overal vind je dan ook winkeltjes met prularia, voorverpakte sandwiches en water. Overal vind je hotelletjes en restaurantjes waar je voor een tiental euro een degelijk 3-gangenmenu voorgeschoteld krijgt. B&B’s rijzen uit de grond uit noodzaak en bieden comfortabele slaapplaatsen aan diegenen die niet in slaapzalen willen vertoeven…

    We grappen en grollen wat, de tijd vliegt en we zullen nog uit ons pijp moeten komen willen we op een redelijk uur op de camping aankomen.

    De wind lijkt nog aangewakkerd, in de verte kleine donkergrijze wolken.

    ‘Daar komen vodden van’ roept Thierry!

    En inderdaad, enkele kilometer verder krijgen we een korte, niet zo felle regenbui op ons dak, maar nat is nat…

    Het is nu echt duwen en trekken voor elke meter. Het landschap biedt weinig verandering, de dorpjes zijn zelfs nog schaarser geworden.

    We steken de lange Deen voorbij die we eerder in ‘Burgos’ en ‘Castrojeriz’ al hadden gezien. Met pak en zak beladen nestelt hij zich netjes tussen Thierry en mij in. Het is’m gegund, zijn reis gaat nog tot Zuid-Afrika…met de fiets!

    We wisselen nu constant van kop. Eigenlijk heb ik zelden zo’n goeie dag gekend. Het loopt als een trein en ik verteer de glooiingen en de westenwind als nooit tevoren. Zelfs Thierry is wat verbaasd door mijn ‘form’.

    We halen een gemiddelde dat naar de omstandigheden best ‘goed’ is te noemen. Niet dat het er toe doet, maar door gebrek aan bezienswaardigheden onderweg kan je maar beter de beentjes nog eens strekken voor de ‘lastige’ ritten die nog in aantocht zijn.

    De laatste 10 km rijden we naast de autostrade, op en af. Het constante gebeuk tegen de wind begint zo stilaan door te wegen en ik ben maar wat blij als ik in de verte de contouren van ‘Sahagun’ zie, onze overnachtingsplaats voor vannacht.

    De hele stad maakt zich overigens klaar voor het feest dat vandaag begint en duurt tot vrijdag. Om 19.30u is er een stierenloop in de straten en alles wordt in gereedheid gebracht, inclusief de duizenden ijzeren dwarsbalken die het parcours afbakenen.




















    Reacties (0)
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!