Bloemke
ik zag nog een bloem daar aan de waterkant wil je mij, was haar vraag
ik niet te flauw nam haar in de hand en fluisterde de woorden je bent mooi,
ik doe je in een vaasje ze was echter snel verlept ik had haar nek gebroken; en dan ben je het haasje
het was van korte duur deze intieme vreugd ik verloor de zomer, zo puur had me nog zeer intens op de nieuwe liefde verheugd
|