Op een kier
ze staat aan mijn deur haar vingers bewegen zacht; de poort naar morgen wordt behoedzaam verschoven
een sleutel heeft ze in de hand, had ze niet meer verwacht verlengt zij de hoop of komt ze mij vertellen dat mijn jeugd is gevallen
"ja, fluistert ze rond jou stapelen zich te veel getallen je geraakt allengs meer aan het verleden gekluisterd"
"maar ik zal de deur niet sluiten noch de houten luiken dat beloof ik je, mijn waarde immers je blik is verre van dood"
"ik zie je wel meer staren maar dat weerhoudt je niet rijpe vruchten te vergaren ook hang je iets uit het lood; dat kan het leven verklaren"
|